Toelichting bij COM(2009)93 - Meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Tijdens haar jaarlijkse bijeenkomst in 2008 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) een herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee goedgekeurd. Het herstelplan van de ICCAT heeft dezelfde doelstellingen als het bij Verordening (EG) nr. 1559/2007 omgezette herstelplan.

Voor het herstel van het bestand voorziet het nieuwe ICCAT-herstelplan in een verlaging van de TAC tot 2011, vangstbeperkingen in bepaalde gebieden en perioden, een nieuwe minimummaat, maatregelen betreffende recreatie- en sportvisserij alsook maatregelen inzake de vangst- en kweekcapaciteit, versterkte controlemaatregelen en de uitvoering van de ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie om de doeltreffendheid van het plan te waarborgen.

De Gemeenschap is sinds 1997 verdragsluitende partij bij het ICCAT-verdrag en de aanbevelingen van deze commissie zijn bindend voor verdragsluitende partijen die geen bezwaar tegen de aanbevelingen aantekenen. Als verdragsluitende partij bij deze organisaties heeft de Gemeenschap de verantwoordelijkheid om goedgekeurde aanbevelingen waartegen zij geen bezwaar heeft aangetekend, toe te passen. Het ICCAT-herstelplan dient bijgevolg ten uitvoer te worden gelegd via een verordening tot vaststelling van een herstelplan als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid[1].

Doel van dit voorstel is de ICCAT-aanbeveling tot vaststelling van een herstelplan in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee om te zetten in Gemeenschapsrecht.

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Europese Unie.

De rechtsgrond is artikel 37 van het Verdrag.

De Raad wordt verzocht dit voorstel zo spoedig mogelijk goed te keuren.