Toelichting bij COM(2008)104 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 338/97 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft - Aanpassing aan de regelgevingsprocedure met toetsing

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1.1 Hervorming van de comitéprocedures

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden i is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad van 17 juli 2006 i.

Bij artikel 5 bis van het gewijzigde Besluit 1999/468/EG is een nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing ingevoerd voor de maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit, ook wanneer de wijziging behelst dat sommige van deze niet-essentiële onderdelen worden geschrapt of dat het besluit wordt aangevuld met nieuwe niet-essentiële onderdelen.

1.2. Prioritaire aanpassingsoperatie en algemene aanpassingsoperatie

Het Parlement, de Raad en de Commissie hebben in een gemeenschappelijke verklaring i een lijst vastgesteld van basisbesluiten die dringend aan het gewijzigde besluit moesten worden aangepast om de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing erin op te nemen (prioritaire aanpassingsoperatie). Met het oog op toepassing van de regelgevingsprocedure met toetsing in het kader van de andere volgens de medebeslissingsprocedure aangenomen besluiten die reeds golden toen Besluit 2006/512/EG van kracht werd, is in de gemeenschappelijke verklaring tevens opgeroepen tot aanpassing van die besluiten volgens de geldende procedures (algemene aanpassingsoperatie).

De Commissie heeft zich ertoe verbonden al die besluiten te onderzoeken teneinde zo nodig vóór eind 2007 wetgevingsvoorstellen te doen om de besluiten aan de nieuwe regelgevingsprocedure met toetsing aan te passen i.

1.3. Gevolgde aanpak

Zoals al in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 23 november 2007 i werd vermeld, heeft de Commissie alle volgens de medebeslissingsprocedure vastgestelde besluiten zorgvuldig bestudeerd om na te gaan welke van die besluiten haar machtigen om maatregelen van algemene strekking aan te nemen die ten doel hebben niet-essentiële onderdelen van het desbetreffende basisbesluit te wijzigen. Daarbij heeft de Commissie meer dan 200 besluiten gevonden die gewijzigd moeten worden.

Een aantal van die besluiten komt voor in het codificatieprogramma van de Commissie. Dat is ook het geval met Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer. De aanpassing aan de nieuwe procedure van dergelijke besluiten moet, afhankelijk van het stadium waarin het codificatieproces zich bevindt, gebeuren door het codificatievoorstel om te zetten in een herschikking of, zoals hier het geval is, door middel van een wijzigingsbesluit.

1.

Juridische elementen van het voorstel



De aanpassing heeft tot doel de regelgevingsprocedure met toetsing zoals vastgelegd in artikel 5 bis van het gewijzigde Besluit 1999/468/EG in de verordening op te nemen.

Met name de volgende artikelen, die voorzien in de vaststelling van algemene maatregelen voor het wijzigen van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 338/97, onder meer door haar aan te vullen, moeten worden aangepast aan de regelgevingsprocedure met toetsing: artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, lid 1, onder c), artikel 7, lid 2, onder c), artikel 7, lid 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 19, lid 3, artikel 19, lid 4 en artikel 19, lid 5.

In het licht van met name de aard van de beoogde maatregelen behelst de aanpassing ook, overeenkomstig lid 5 van het genoemde artikel 5 bis, bepalingen om de in het kader van de regelgevingsprocedure met toetsing gebruikelijke termijnen in te korten.

Om redenen van doeltreffendheid moeten de normaal voor de regelgevingsprocedure met toetsing gebruikelijke termijnen worden ingekort voor de aanneming van de in artikel 19, lid 3, bedoelde maatregelen tot wijziging van de bijlagen A tot en met D.

Ook moet in de bepalingen inzake de comitéprocedures die niet hoeven te worden aangepast aan de regelgevingsprocedure met toetsing een verwijzing worden opgenomen naar de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. Dit betreft artikel 4, lid 6, artikel 5, lid 7, onder b), artikel 7, lid 4, artikel 15, lid 4, onder a), artikel 15, lid 4, onder c), artikel 15, lid 5, artikel 19, lid 1 en artikel 21, lid 3.

Artikel 18 moet worden gewijzigd om een verwijzing op te nemen naar artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

Het basisbesluit is een verordening en moet dus ook door middel van een verordening worden gewijzigd.