Toelichting bij COM(2009)150 - Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006[1] biedt de mogelijkheid om door middel van een flexibiliteitsmechanisme middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) beschikbaar te stellen zolang het jaarlijkse maximumbedrag van 500 miljoen euro boven de betrokken rubrieken van het financiële kader niet wordt overschreden. De subsidiabiliteitsregels voor bijdragen uit het fonds zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad[2].

De diensten van de Commissie hebben de door Spanje ingediende aanvraag grondig getoetst aan Verordening (EG) nr. 1927/2006, en met name aan de artikelen 2 tot en met 6. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 stelt de Commissie op eigen initiatief voor om technische bijstand beschikbaar te stellen.

De belangrijkste elementen van de beoordelingen kunnen als volgt worden samengevat:

1.

Zaak EGF/2008/004 ES/Castilla y Léon en Aragón


1. Op 29 december 2008 ontving de Commissie de aanvraag van de Spaanse autoriteiten en op 8 januari, 17 en 23 februari 2009 ontving zij aanvullende informatie. De aanvraag was gebaseerd op de specifieke criteria voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

2. De aanvraag werd door Spanje ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van de EFG-verordening, op grond waarvan er sprake moet zijn van ten minste 1 000 gedwongen ontslagen binnen een periode van negen maanden in een NACE (statistische classificatie van economische activiteiten) Rev. 2-bedrijfstak[3] in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling (nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek). In de aanvraag wordt aangetoond dat er binnen de referentieperiode van negen maanden (van 31 januari 2008 tot 31 oktober 2008) in totaal 1 082 gedwongen ontslagen vielen in twaalf ondernemingen die in NACE 2 Rev. 2 bedrijfstak 29 („vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers”) zijn ingedeeld en die alle twaalf in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling gevestigd zijn.

3. De analyse van het verband tussen de gedwongen ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen is gebaseerd op de volgende informatie. Spanje voert aan dat de gedwongen ontslagen in negen van de betrokken ondernemingen het gevolg zijn van een toename van de invoer van auto's en hun onderdelen naar de Gemeenschap en een daling van het marktaandeel van de Gemeenschap in de autofabricage. Voor de overige drie betrokken ondernemingen, die ook gevolgen ondervinden van de verslechterende positie van de autofabricage van de Gemeenschap op de wereldmarkt, zijn de gedwongen ontslagen het rechtstreekse gevolg van een verplaatsing van de productie naar landen buiten de Gemeenschap. Lear Corporation verplaatst haar productie van Avila naar Marokko, Iberian Nissan Motor van Avila naar Taiwan en Delphi Packard Spain van Zaragoza naar Turkije.

4. In de aanvraag wordt gebruik gemaakt van de EUROSTAT-handelsstatistieken voor de Gemeenschap-25 om aan te tonen dat de invoer naar de Gemeenschap van auto's in het algemeen en personenwagens in het bijzonder tussen 2003 en 2007 substantieel (in waarde) is toegenomen. Voor auto's nam de invoer met 45 % toe en de uitvoer met 31 %, voor personenwagens nam de invoer met 44 % toe en de uitvoer slechts met 22 %. Inzonderheid Spanje, dat tot 2004 een netto-exporteur van auto's en auto-onderdelen was, is een netto-importeur geworden en deze tendens zet zich voort, aangezien het handelstekort jaarlijks stijgt.

De aanvrager beroept zich voorts op de autofabricagestatistieken[4] om aan te tonen dat het marktaandeel van de Gemeenschap tussen 2004 en 2007 is gedaald. Het marktaandeel van de Gemeenschap-27 in de wereldproductie van auto's daalde van 28,4 % in 2004 tot 26,9 % in 2007. In dezelfde periode steeg de productie in de Gemeenschap-27 in absolute cijfers met 7,5 %, terwijl het groeipercentage wereldwijd 13,3 % bedroeg. Zoals in de beoordeling van de Commissie van vorige EFG-zaken werd aangetoond[5], vertoont deze daling van het marktaandeel van de Gemeenschap een blijvende trend. In 2001 bedroeg het aandeel van de Gemeenschap-27 in de autofabricage wereldwijd nog 33,7 %.

5. In de aanvraag worden de gevolgen op plaatselijk en regionaal vlak als volgt toegelicht:

De gebieden die door de gedwongen ontslagen worden getroffen, zijn de autonome gemeenschappen Castilla y León en Aragón. Daarbinnen zijn de provincies Avila, Salamanca en Zaragoza het meest getroffen, omdat daar een sterke aanwezigheid van autofabrieken is. De afgelopen vier jaar daalde het aantal werknemers in de Spaanse autofabricage in haar geheel aanzienlijk. In 2007 alleen al gingen in deze bedrijfstak ongeveer 10 000 arbeidsplaatsen verloren en de aanvrager verwacht dat dit aantal in 2008 zelfs nog groter zal zijn. In de bedrijfstak van de auto-onderdelen alleen al daalde het aantal werknemers van meer dan 251 000 in 2004 tot 245 000 in 2007. Omdat de autofabrieken sterk aanwezig zijn in sommige provincies van Castilla y León en Aragón, ondervinden deze provincies aanzienlijke gevolgen van de daling van de werkgelegenheid in deze bedrijfstak.

In Castilla y León is het aantal geregistreerde werklozen met 3 % gestegen van 117 479 in januari 2008 tot 121 182 in september 2008. In de provincie Avila, die het meest getroffen is door de gedwongen ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, met name bij Lear Corporation en bij Nissan Motor Ibérica, is in dezelfde periode het aantal werklozen met 12 % gestegen van 7 993 tot 8 976.

In Aragón is het aantal geregistreerde werklozen met 23 % gestegen van 41 192 in januari 2008 tot 50 818 in september 2008. Voor de provincie Zaragoza, die het meest getroffen is door de gedwongen ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, is in dezelfde periode het aantal werklozen met 26 % gestegen van 30 446 tot 38 431.

In die omstandigheden kunnen de gedwongen ontslagen derhalve worden geacht een wezenlijk negatieve impact te hebben op de plaatselijke economie.

6. Spanje heeft besloten 588 werknemers van de 1 082 ontslagen werknemers voor steun in aanmerking te laten komen, namelijk de werknemers die zijn ontslagen bij Lear Corporation en Nachi industrial, die beide in Castilla y León zijn gevestigd, en bij Delphi Packard España Automotive Connections and Equipments, Auxiliar de Componentes Eléctricos, die in Aragón gevestigd is. De aanvrager heeft verklaard dat voor de andere ontslagen werknemers in de overige ondernemingen in Castilla y León, waar minder gedwongen ontslagen vielen, met de vertegenwoordigers van de werknemers en de ondernemingen geen overeenstemming kon worden bereikt over een pakket maatregelen voor hun reïntegratie op de arbeidsmarkt, vanwege hun profiel, hun bereidheid om een nieuwe job te vinden of om andere redenen. Aangaande de ontslagen werknemers in Aragón verklaart de aanvrager dat de werknemers met de grootste moeilijkheden voor reïntegratie op de arbeidsmarkt, voor steun uit het EFG in aanmerking komen. De selectiecriteria waren niet alleen de economische kenmerken van de betrokken regio, doch ook de vaardigheden, het aanpassingsvermogen, het geslacht en de vroegere werkervaring van de betrokken werknemers.

7. In verband met de vraag of aan de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 is voldaan, zijn in de aanvraag de volgende gegevens verstrekt. De Spaanse autoriteiten hebben bevestigd dat de financiële bijdrage uit het EFG geen vervanging is voor de maatregelen die bedrijven op grond van de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten moeten nemen, en hebben aangetoond dat met de middelen steun aan afzonderlijke werknemers wordt verleend en dat deze middelen niet worden gebruikt voor de herstructurering van ondernemingen of bedrijfstakken. De Spaanse autoriteiten hebben bevestigd dat voor de subsidiabele acties geen steun uit andere communautaire financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Om de hierboven uiteengezette redenen wordt derhalve voorgesteld om in te gaan op de door Spanje ingediende aanvraag EGF/2008/004 ES/Castilla y León en Aragón met betrekking tot de gedwongen ontslagen in twaalf ondernemingen die in NACE 2 Rev. 2 bedrijfstak 29 („vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers”) zijn ingedeeld en die in twee aan elkaar grenzende NUTS II-regio's, namelijk Castilla y León (ES41) en Aragón (ES24), zijn gevestigd, aangezien het bewijs is geleverd dat deze gedwongen ontslagen het gevolg zijn van het feit dat grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen tot ernstige economische verstoringen hebben geleid, die schade hebben berokkend aan de plaatselijke economie. Er is een gecoördineerd pakket van subsidiabele gepersonaliseerde diensten voorgesteld, waarvoor van het EFG een bijdrage van 2 694 300 euro wordt gevraagd.

2.

Technische bijstand op initiatief van de Commissie


Artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[6] bepaalt het volgende:

"Op initiatief van de Commissie kan jaarlijks maximaal 0,35 % van het EFG worden gebruikt voor bijstand op het gebied van toezicht, informatie, administratieve en technische bijstand, boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening."

De bijdrage zal worden gebruikt voor de in artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 bedoelde uitgaven, als volgt:

8. Informatie : de website van het EFG, die de Commissie op grond van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 moet opzetten en beheren, zal op gezette tijden worden bijgewerkt en uitgebreid, waarbij elk nieuw element in alle talen van de Gemeenschap zal worden vertaald. Er zal een persmap worden gedrukt en er zal een jaarverslag van het EFG worden opgesteld, vertaald, gedrukt en verspreid. Voorts zal het EFG in diverse publicaties en audiovisuele activiteiten van de Commissie aan bod komen. Voor deze posten worden de kosten in 2009 op 160 000 euro geraamd.

9. Administratieve en technische bijstand : de deskundigengroep van contactpersonen van het EFG[7], die 27 leden telt, namelijk één per lidstaat, zal in 2009 tweemaal bijeenkomen en de kosten per bijeenkomst worden op 35 000 euro geraamd. De totale kosten worden derhalve op 70 000 euro geraamd.

De Commissie zal de uitwisseling van beproefde methoden tussen de lidstaten organiseren, zodat deelnemers met ervaring met de tenuitvoerlegging van het EFG onder begeleiding van een deskundige die de documentatie en de verslagen voorbereidt, met elkaar kunnen netwerken. De kosten van deze netwerking worden op 160 000 euro geraamd.

10. Evaluatie : in 2009 zal de voorbereiding van de door artikel 17, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 vereiste tussentijdse evaluatie worden aangevat. Na een aanbesteding zullen begin 2009 de eerste kredieten ten belope van 300 000 euro worden vastgelegd. Voor deze evaluatie zijn voorts betalingskredieten ten belope van 300 000 euro vereist.

11. Monitoring, audit en controle : in 2009 is er voor deze categorieën geen bijdrage voor de technische bijstand uit het EFG gepland.

12. Aangezien volgens artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 jaarlijks maximaal 0,35 % van het EFG (500 miljoen euro) voor technische bijstand op initiatief van de Commissie kan worden gebruikt, kan ten hoogste een bedrag van 1,75 miljoen euro beschikbaar worden gesteld. Het bedrag van 690 000 euro dat in 2009 voor technische bijstand op initiatief van de Commissie wordt voorgesteld, blijft ruim onder dit maximumbedrag.

Om de hierboven uiteengezette redenen wordt derhalve voorgesteld om voor een totaalbedrag van 690 000 euro aan technische bijstand op initiatief van de Commissie toe te wijzen.

Financiering



Voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering is jaarlijks een totaalbedrag van 500 miljoen euro beschikbaar.

De door de Commissie voorgestelde toewijzing uit het fonds is gebaseerd op de informatie die de aanvrager heeft verstrekt.

Op basis van de aanvraag om steun uit het fonds die is ingediend door Spanje, waar de automobielindustrie is getroffen, worden het bedrag voor de gecoördineerde pakketten van gepersonaliseerde diensten waarvoor middelen beschikbaar moeten worden gesteld en het bedrag voor technische bijstand op initiatief van de Commissie in totaal geraamd op:

(in euro)

Spanje/Castilla y Léon en Aragón 2 694

Technische bijstand 690

Totaal 3 384

In het licht van het onderzoek van deze aanvragen[8] en rekening houdend met het maximumbedrag dat overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 uit het fonds mag worden uitgekeerd alsook met de mogelijkheid tot herschikking van kredieten, stelt de Commissie voor een totaalbedrag van 3 384 300 euro uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 1a van het financieel kader.

Na deze steunverlening blijft meer dan 25 % van het voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering bestemde jaarlijkse maximumbedrag beschikbaar voor toewijzing gedurende de laatste vier maanden van het jaar 2008, zoals door artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 wordt voorgeschreven.

Door de indiening van dit voorstel om middelen uit het fonds beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals vereist door punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, teneinde te garanderen dat beide takken van de begrotingsautoriteit tot overeenstemming komen over de gebruikmaking van het fonds en over het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt dat de eerste van de twee takken van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel om middelen beschikbaar te stellen, de andere tak en de Commissie van zijn voornemen in kennis stelt.

Indien een van de twee takken van de begrotingsautoriteit geen overeenstemming bereikt, zal een formele trialoogbijeenkomst worden gehouden.

De Commissie zal tevens een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggings- en betalingskredieten in de begroting voor 2009 op te nemen, zoals door punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 wordt voorgeschreven.