Toelichting bij COM(2009)121 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op gemeenschappelijke luchthavens

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inleiding

1. De zeer ernstige en omvangrijke economische en financiële crisis treft de activiteiten van de luchtvaartmaatschappijen nu zwaar. De crisis heeft tijdens de winterdienstregeling 2008/2009 tot een opvallende daling van het luchtverkeer geleid. Ook tijdens de zomerdienstregeling 2009 zal de economische crisis zich doen gevoelen.

Na zes jaar gemiddelde groei van 3% verwachtte Eurocontrol in december 2008 in Europa een daling van het aantal vluchten met 3% in 2009, na een nulgroei in 2008. Op 25 februari 2009 heeft Eurocontrol zijn schattingen bijgesteld: de organisatie verwacht nu een daling met 8,1% à 1,4%, waarschijnlijk met 4,9%. Eurocontrol merkt op dat het verkeer eind 2008 is ingestort en in december alleen al 7% is gedaald. Volgens Eurocontrol is het verkeer van de lagekostenluchtvaartmaatschappijen in november 2008 voor het eerst in 15 jaar met 4 600 vluchten gedaald, een vermindering met 6,1% tegenover november 2007. De zakenluchtvaart is in december 2008 met 16% gedaald ten opzichte van december 2007 .

Op meer dan 80% van de Europese luchthavens verminderde het verkeer (in januari 2009 liep het passagiersverkeer 8% à 10%, het vrachtverkeer 25% à 30% terug), hetgeen inhoudt dat de economische crisis het totale Europese luchtvervoer treft.

2. Aan de hand van de cijfers die de Vereniging van Europese luchtvaartmaatschappijen (AEA) verstrekt, kan de ernst van de situatie worden beoordeeld. In december 2008 verminderde het vrachtverkeer met 21,4%. Het passagiersverkeer zal in 2009 waarschijnlijk met 4% dalen. De exploitanten wijzen erop dat zich tijdens de afgelopen 25 jaar slechts bij drie gelegenheden dergelijke dalingen hebben voorgedaan: in 1986, naar aanleiding van de gebeurtenissen in Tsjernobyl en de oorlog in Libië, in 1991, naar aanleiding van de eerste Golfoorlog, en in 2001/2002 naar aanleiding van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten. De AEA voorziet in de zomer 2009 capaciteitsverlagingen van 6% à 8% in termen van vluchten en van 9% à 12% in termen van zitplaatsenaanbod (available seat kms).

3. Volgens de Internationale Luchtvervoersvereniging (IATA) is het vrachtvolume in december gekrompen, met 22,6% wat het internationale verkeer en met meer dan 21% wat de Europese maatschappijen betreft. Uit de op 26 februari 2009 gepubliceerde cijfers blijkt in januari 2009 het passagiersverkeer met 5,6% en het vrachtverkeer met 23,2% ten opzichte van januari 2008 te zijn gedaald. De IATA merkt op dat de luchtvaartmaatschappijen een daling van 5,7% gedeeltelijk hebben gecompenseerd met een capaciteitsverlaging van 3,6%.

4. De Commissie meent dat de huidige economische crisis alsmede de latere aanpassingen van de diensten (opschorting, frequentieverlaging) uitzonderlijke omstandigheden vormen die een negatieve weerslag op de luchtvaartmaatschappijen hebben. Bijgevolg zouden de bepalingen van Verordening nr. 95/93 betreffende de toewijzing van slots door de coördinatoren zo moeten worden geïnterpreteerd dat ervoor wordt gezorgd dat de luchtvaartmaatschappijen geen gevaar lopen ten gevolge van de economische crisis hun ongebruikte slots te verliezen (de regel luidt: 'wie zijn slots niet gebruikt, raakt ze kwijt').

5. Wanneer geen besluit wordt genomen om de status van verworven recht die deze slots hebben te beschermen, bestaat de kans dat de maatschappijen aan de bestaande capaciteiten vasthouden, zelfs al vermindert de vraag sterk, hetgeen de huidige economische moeilijkheden zou verergeren.

De bepalingen van de Slotsverordening

6. Het referentiepunt van de verordening, zoals vermeld in artikel 10, lid 2, is de situatie bij de toewijzing en het gebruik van de slots voor één seizoen (volgens het beginsel 'wie zijn slots niet gebruikt, raakt ze kwijt'), en vooral de situatie aan het einde van het seizoen, na het daadwerkelijke gebruik van de slots. Het artikel bepaalt met name dat slechts de luchtvaartmaatschappij die tot tevredenheid van de coördinator kan aantonen dat zij de door de coördinator toegewezen slots in kwestie voor ten minste 80% van de tijd heeft geëxploiteerd in de dienstregelingsperiode waarvoor zij zijn toegewezen het volgende overeenkomstige seizoen op dezelfde reeks slots recht heeft.

7. Bovendien bepaalt de verordening in artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, dat het gebruikspercentage aan het einde van het seizoen, nadat de slots zijn geëxploiteerd, wordt berekend met het oog op de verwerving van de rechten voor het volgende overeenkomstige seizoen.

8. Artikel 10, lid 4, geeft een lijst van redenen die de luchtvaartmaatschappijen kunnen aanvoeren om te rechtvaardigen dat voor een dienstregelingsseizoen toegewezen slots niet zijn gebruikt. Punt a) bevat een niet-exhaustieve opsomming van niet te voorziene en onvermijdelijke gevallen die de luchtvaartmaatschappij niet in de hand heeft.

9. De verordening steunt op het beginsel dat de toewijzing van en het toezicht op het gebruik van slots een taak is van de coördinator (artikel 4, lid 5, en artikel 6). De coördinator moet zijn taken niet alleen in alle onafhankelijkheid, maar ook neutraal, niet-discriminerend en transparant uitvoeren (artikel 4, leden 2 en 3). Dientengevolge mogen noch de Commissie noch een lidstaat de coördinatoren instructies geven die hun onafhankelijkheid in het gedrang kunnen brengen.

Men kan daaruit besluiten dat de coördinator zich bij de toepassing van artikel 10, leden 2 en 4, aan de in voormeld artikel 4 genoemde beginselen moet houden.

10. In deze situatie bestaat de kans dat de lidstaten de verordening anders interpreteren waardoor artikel 10, lid 4, van de verordening binnen de Gemeenschap niet coherent zou worden toegepast. Deze situatie heeft zich al voorgedaan tijdens de crisis waarin de luchtvaartsector na de terreuraanslagen in de Verenigde Staten verkeerde. De Gemeenschap dient derhalve op te treden om net als in 2002 en 2003, toen ze de artikelen 10bis en 10ter invoerde, klaar en duidelijk rechtszekerheid te waarborgen ten aanzien van de toepassing van de regel "wie zijn slots niet gebruikt, raakt ze kwijt” op de door de crisis getroffen dienstregelingsperiodes.

11. Voorgesteld wordt dus in de verordening een nieuw artikel 10 quater op te nemen dat bepaalt dat de coördinatoren in verband met de economische crisis aanvaarden dat luchtvaartmaatschappijen voor de zomerdienstregeling van 2010 recht hebben op dezelfde slots als die welke hun voor de zomerdienstregeling van 2009 (29 maart 2009 – 24 oktober 2009) waren toegewezen.

12. Om te vermijden dat tijdens de door de crisis getroffen seizoenen de capaciteit van de slots worden verspild, kunnen de tijdens het zomerseizoen 2009 niet gebruikte slots door de coördinatoren voor de rest van het seizoen als “ad hoc” slots opnieuw worden toegewezen en door andere luchtvaartmaatschappijen worden gebruikt zonder aanspraak te geven op het statuut van historisch recht.

13. De Commissie blijft de impact van de economische crisis op de luchtvaartsector analyseren. Indien de situatie tijdens het winterseizoen 2009-2010 (25 oktober 2009 – 27 maart 2010) blijft verslechteren, kan de Commissie besluiten deze regeling voor het winterseizoen 2010-2011 te verlengen.

Tijdschema

14. Een belangrijk aspect van onderhavig voorstel is het tijdschema. De initiële toewijzing van slots vindt plaats tijdens de IATA-dienstregelingsconferenties die in november voor het komende zomerseizoen en in juni voor het komende winterseizoen worden gehouden. De slots voor de zomer van 2010 worden derhalve toegewezen tijdens de dienstregelingsconferentie van november 2009, de slots voor het winterseizoen 2010/2011 tijdens die van juni 2010.

Artikel 10, lid 3, van de verordening bepaalt dat slots die vóór 31 januari aan een luchtvaartmaatschappij zijn toegewezen voor het volgende zomerseizoen of vóór 31 augustus aan een luchtvaartmaatschappij zijn toegewezen voor het volgende winterseizoen, maar vóór die datums aan de coördinator worden teruggegeven om opnieuw te worden toegewezen, niet meetellen voor de berekening van het gebruik.

Volgens de mondiale dienstregelingsrichtsnoeren van de IATA moeten de coördinatoren, nadat het recht op “verwerving” van de slots is vastgesteld, aan elke maatschappij in detail mededeling doen van haar “verworven rechten” inzake slots zodra zij door de coördinator zijn bepaald, en dit uiterlijk:

- de derde maandag van april voor de als “verworven” te boek gestelde slots, zoals daadwerkelijk geëxploiteerd tijdens het daaraan voorafgaande winterseizoen

- de derde maandag van september voor de als “verworven” te boek gestelde slots, zoals tot op dat moment daadwerkelijk geëxploiteerd tijdens het lopende zomerseizoen.

15. Hoewel de toewijzing van de slots voor de zomerdienstregeling 2009 op 31 januari 2009 beëindigd werd, zou de wijziging van de verordening de luchtvaartmaatschappijen, met het oog op de regel 'wie zijn slots niet gebruikt, raakt ze kwijt', alsnog de mogelijkheid bieden hun activiteiten aan te passen en de bestaande capaciteiten te verminderen. Aangezien het zomerseizoen 2009 op 29 maart begint, zou de voorgestelde regel dan ook zo snel mogelijk in werking moeten treden.

16. Is dit niet het geval, dan is de kans groot dat luchtvaartmaatschappijen waaraan slots zijn toegekend op luchthavens waar de coördinatoren uitzonderlijke omstandigheden ingevolge de economische crisis tijdens het zomerseizoen 2009 niet als reden hebben aanvaard, gaan procederen.