Toelichting bij COM(2008)316 - Typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Doel van het voorstel is geharmoniseerde voorschriften voor de constructie van motorvoertuigen vast te stellen teneinde de goede werking van de interne markt en een hoog veiligheids- en milieubeschermingsniveau te waarborgen. Het gaat erom de veiligheid van voertuigen door de verplichte integratie van een aantal geavanceerde veiligheidsfeatures te verbeteren. Het voorstel is ook bedoeld om de milieuprestaties van voertuigen te verbeteren door de rolgeluid- en CO2-emissies als gevolg van de banden te verminderen. Ten slotte draagt het voorstel aan het concurrentievermogen van de automobielindustrie bij door de bestaande typegoedkeuringswetgeving inzake voertuigveiligheid te vereenvoudigen, de transparantie te verbeteren en de administratieve lasten te beperken.

Algemene context


De technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot diverse veiligheids- en milieuelementen zijn op communautair niveau geharmoniseerd om te voorkomen dat de voorschriften van lidstaat tot lidstaat verschillen en om in de hele Gemeenschap een hoog verkeersveiligheids- en milieubeschermingsniveau te waarborgen. Nu zijn er nieuwe technologieën beschikbaar die de voertuigveiligheid aanzienlijk kunnen verbeteren (bv. elektronische stabiliteitscontrolesystemen) of de CO2-emissies drastisch kunnen beperken (bv. banden met lage rolweerstand). Onderzoek heeft uitgewezen dat de invoering van dergelijke technologieën als standaard op nieuwe voertuigen significante voordelen zou opleveren. Door gemeenschappelijke dwingende voorschriften vast te stellen, zou ook de fragmentatie van de interne markt als gevolg van uiteenlopende productnormen in de lidstaten kunnen worden vermeden. In haar mededeling “Een concurrerend regelgevingskader voor de automobielindustrie voor de 21e eeuw”[1]juichte de Commissie de aanbeveling in het verslag van CARS 21[2] toe om het bestaande regelgevingskader voor de typegoedkeuring van complete voertuigen te vereenvoudigen. Bijgevolg wil de Commissie met dit voorstel de typegoedkeuringswetgeving aanzienlijk vereenvoudigen door 50 basisrichtlijnen (en circa 100 gerelateerde wijzigingsrichtlijnen) betreffende de veiligheid en de banden van motorvoertuigen te vervangen door één verordening van het Europees Parlement en de Raad.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Richtlijn 70/221/EEG van de Raad, Richtlijn 70/222/EEG van de Raad, Richtlijn 70/311/EEG van de Raad, Richtlijn 70/387/EEG van de Raad, Richtlijn 70/388/EEG van de Raad, Richtlijn 71/320/EEG van de Raad, Richtlijn 72/245/EEG van de Raad, Richtlijn 74/60/EEG van de Raad, Richtlijn 74/61/EEG van de Raad, Richtlijn 74/297/EEG van de Raad, Richtlijn 74/408/EEG van de Raad, Richtlijn 74/483/EEG van de Raad, Richtlijn 75/443/EEG van de Raad, Richtlijn 76/114/EEG van de Raad, Richtlijn 76/115/EEG van de Raad, Richtlijn 76/756/EEG van de Raad, Richtlijn 76/757/EEG van de Raad, Richtlijn 76/758/EEG van de Raad, Richtlijn 76/759/EEG van de Raad, Richtlijn 76/760/EEG van de Raad, Richtlijn 76/761/EEG van de Raad, Richtlijn 76/762/EEG van de Raad, Richtlijn 77/389/EEG van de Raad, Richtlijn 77/538/EEG van de Raad, Richtlijn 77/539/EEG van de Raad, Richtlijn 77/540/EEG van de Raad, Richtlijn 77/541/EEG van de Raad, Richtlijn 77/649/EEG van de Raad, Richtlijn 78/316/EEG van de Raad, Richtlijn 78/317/EEG van de Raad, Richtlijn 78/318/EEG van de Raad, Richtlijn 78/549/EEG van de Raad, Richtlijn 78/932/EEG van de Raad, Richtlijn 89/297/EEG van de Raad, Richtlijn 91/226/EEG van de Raad, Richtlijn 92/21/EEG van de Raad, Richtlijn 92/22/EEG van de Raad, Richtlijn 92/23/EEG van de Raad, Richtlijn 92/24/EEG van de Raad, Richtlijn 92/114/EEG van de Raad, Richtlijn 94/20/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 95/28/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 96/79/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 96/27/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 97/27/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2000/40/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2001/56/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2001/85/EG van het Europees Parlement en de Raad, en Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad. Met het voorstel en de uitvoeringsmaatregelen ervan zullen de bestaande, in bovengenoemde wetgeving vastgelegde voorschriften worden overgedragen. Vergeleken met de bestaande wetgeving stelt het voorstel nieuwe voorschriften vast met betrekking tot een aantal geavanceerde veiligheidsmaatregelen, namelijk elektronische stabiliteitscontrolesystemen, bandenspanningscontrolesystemen, geavanceerde noodremsystemen en waarschuwingssystemen voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook. Bovendien bevat het voorstel strengere voorschriften inzake het rolgeluid van banden en introduceert het nieuwe voorschriften met betrekking tot de bandengrip op nat wegdek en de rolweerstand van banden. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Het voorstel sluit aan bij de doelstelling van de Unie om het wegverkeer veiliger te maken, wat met name wordt uiteengezet in het Witboek over het Europese vervoersbeleid[3], dat in 2001 door de Commissie is goedgekeurd en waarbij een kader wordt gecreëerd voor het Europese actieprogramma voor de veiligheid van het wegverkeer. Wat de milieuaspecten betreft, worden met het voorstel twee van de maatregelen ten uitvoer gelegd die deel uitmaken van de strategie tot vermindering van de CO2-emissies van auto’s, zoals deze wordt beschreven in de Mededeling van de Commissie over de resultaten van de herziening van de communautaire strategie om de CO2-uitstoot van personenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen te verminderen[4]. Ten slotte strookt het voorstel met de strategie van de Unie tot vereenvoudiging van de regelgeving, zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie over “Modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire”[5], waarin het typegoedkeuringssysteem voor motorvoertuigen als een prioritair gebied voor de vereenvoudiging van de communautaire wetgeving wordt bestempeld.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Bij de opstelling van het voorstel heeft de Commissie de belanghebbenden op de volgende wijzen geraadpleegd: Er heeft een algemene raadpleging via internet plaatsgevonden, waarbij alle aspecten van het voorstel werden behandeld. Wat de voorstellen voor geavanceerde noodremsystemen betreft, is er een onderzoekproject uitgevoerd naar de potentiële kosten en baten van het uitrusten van voertuigen van diverse categorieën met dergelijke systemen. Dit project is uitgevoerd in samenwerking met een groep belanghebbenden uit de automobielsector. Wat de voorschriften voor banden betreft, hebben er diverse vergaderingen met organisaties van bandenfabrikanten, onderzoeksteams en milieubelangengroepen plaatsgevonden om een aantal evenwichtige en uitvoerbare voorschriften vast te stellen.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Bij de raadpleging op internet brachten de belanghebbenden een aantal kwesties te berde. In de effectbeoordeling bij dit voorstel komen de belangrijkste geopperde kwesties uitgebreid aan bod en wordt toegelicht hoe daarmee rekening is gehouden.

Van 23.8.2007 tot en met 18.10.2007 heeft via internet een openbare raadpleging plaatsgevonden. De Commissie heeft 81 reacties ontvangen. De resultaten zijn in het Engels beschikbaar op: ec.europa.eu/enterprise/automotive

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


In verband met het voorstel moesten diverse beleidsopties en ook de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de economie, de samenleving en het milieu worden beoordeeld.

Gebruikte methode


Er is onderzoek verricht naar de haalbaarheid van een vermindering van het rolgeluid van banden en naar de geraamde kosten en baten van geavanceerde noodremsystemen, om de ontwikkeling van de desbetreffende aspecten van deze verordening te ondersteunen. Ook werd gebruikgemaakt van bestaande studies over CO2-reductie (door TNO) en vermindering van het aantal verkeersslachtoffers (door COWI) om de potentiële voordelen van de voorgestelde maatregelen te kwantificeren. Bij het onderzoek naar het geluid van banden heeft de consultant de volgende werkzaamheden verricht: studie van relevante literatuur om na te gaan welke gevolgen het rolgeluid van banden heeft voor de samenleving en het milieu; verzameling en evaluatie van gegevens van geluidstests met bestaande banden van verschillende categorieën; onderzoek naar de haalbaarheid van een verlaging van de grenswaarden voor het geluid van banden en ook naar de potentiële gevolgen daarvan voor andere parameters in verband met het ontwerp van banden; beoordeling van de verwachte totale geluidsreductie als gevolg van de voorgestelde maatregelen, met behulp van passende computersimulatietechnieken; contacten met diverse belanghebbenden. Bij het onderzoek naar geavanceerde noodremsystemen heeft de consultant de volgende werkzaamheden verricht: beoordeling van bestaande ongevalscenario’s die door toepassing van deze technologie waarschijnlijk kunnen worden vermeden of beperkt; evaluatie van de huidige en toekomstige mogelijkheden van de systemen; analyse van de “economische kosten per voertuig” van de installatie van dergelijke systemen; contacten met diverse belanghebbenden.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


Het onderzoek naar het geluid van banden werd verricht door FEHRL (Federation of European Highway Research). Dat naar geavanceerde noodremsystemen werd uitgevoerd door TRL (Transport research laboratory) Ltd.

De in de bijlage bij deze verordening voorgestelde grenswaarden voor het geluid van banden zijn gebaseerd op aanbevelingen van FEHRL. Volgens het onderzoek van TRL moet voorrang worden gegeven aan geavanceerde noodremsystemen voor zware bedrijfsvoertuigen. In de effectbeoordeling wordt verwezen naar andere studies waarvan ook gebruik is gemaakt om diverse beleidsopties te evalueren. In ieder geval is de verkozen beleidsoptie geselecteerd op grond van een kosten-batenanalyse, zoals in de effectbeoordeling bij het voorstel wordt toegelicht. Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek Alle voltooide en goedgekeurde onderzoeksrapporten zijn beschikbaar of zullen ter beschikking worden gesteld op de website van DG Ondernemingen en industrie.

Effectbeoordeling


Voor elk van de belangrijkste aspecten van het voorstel werden verschillende opties bestudeerd: 1. Vereenvoudigingsaspecten a) Niets doen. Dat zou betekenen dat de bestaande 50 richtlijnen worden gehandhaafd en eventueel nog gewijzigd. De communautaire richtlijnen zouden geldig blijven naast de bestaande VN/ECE-reglementen, hoewel de technische voorschriften meestal (maar niet altijd) dezelfde zijn. Dit brengt momenteel heel wat verwarring teweeg bij belanghebbenden die niet nauw betrokken zijn bij het typegoedkeuringssysteem, en leidt tot een regelgevingssysteem dat alles behalve volledig transparant is. b) Niets doen in het kader van dit initiatief, maar elke richtlijn bekijken op het ogenblik dat ze moet worden gewijzigd en beslissen of ze al dan niet moet worden vervangen. Deze optie zou werkelijk bijdragen tot vereenvoudiging van de regelgeving. Het vereenvoudigingsproces zou dan echter een aantal jaren duren. c) Alle bestaande richtlijnen door de voorgestelde verordening vervangen. Deze optie is verkozen, omdat daardoor de voordelen van de vereenvoudiging met name voor de nationale autoriteiten en het bedrijfsleven het grootst zijn. 2. Geavanceerde veiligheidstechnologieën a) Niets doen en de markt het initiatief laten nemen. Voorzieningen zoals elektronische stabiliteitscontrolesystemen gaan nu al op sommige markten op steeds meer auto’s verschijnen. Voor voertuigen zoals zware vrachtwagens en touringbussen leveren elektronische stabiliteitscontrolesystemen wellicht nog meer voordelen op dan voor personenauto’s, maar vaak is het de markt die niet tot het installeren van dergelijke systemen op vrijwillige basis stimuleert, omdat de kopers gewoonlijk niet degenen zijn die daarvan profiteren, in tegenstelling tot de kopers van personenauto's. Zonder geharmoniseerde normen bestaat trouwens het risico dat er in de EU verschillende normen worden toegepast en dat de interne markt daardoor wordt gefragmenteerd. b) Technische normen vaststellen voor geavanceerde veiligheidstechnologieën (indien gemonteerd) en de fabrikanten toelaten deze facultatief te monteren. Hoewel deze optie zou voorkomen dat er in de EU uiteenlopende normen gaan ontstaan, zal zij niet garanderen dat er op alle voertuigen geavanceerde veiligheidsvoorzieningen worden gemonteerd. c) Technische normen en bindende montagevoorschriften vaststellen. Met deze optie zal het potentieel van geavanceerde veiligheidsvoorzieningen volledig worden benut. Aangezien de kosten-batenanalyse voor deze systemen positief is, lijkt de verplichte optie gerechtvaardigd. 3. Voorschriften voor banden Voor banden introduceert het voorstel nieuwe voorschriften met betrekking tot de volgende aspecten: grenswaarden voor het rolgeluid, grenswaarden voor de rolweerstand, grip op nat wegdek en een bandenspanningscontrolesysteem. Voor elk van deze aspecten werden in grote lijnen de volgende opties bestudeerd: a) niets doen; b) een oplossing op vrijwillige basis of die door de markt wordt geboden; c) een verplichte, maar technisch minder ingewikkelde oplossing; d) een verplichte, maar technisch ingewikkelder oplossing. Voor alle aspecten werd optie d) geselecteerd. Wat rolweerstand, grip op nat wegdek en bandenspanningscontrolesystemen betreft, zijn het onderzoek en de productontwikkeling al tamelijk ver gevorderd, zodat de toepassing van het strengere technische voorschrift op vrij korte termijn haalbaar wordt geacht. Wat met name het bandenspanningscontrolesysteem betreft, zou een hogere norm de grootste voordelen bieden op het gebied van de veiligheid en ook de meeste kans om de doelstellingen inzake CO2-reductie te verwezenlijken. Voor rolgeluid is ook optie d) gekozen, omdat dit de enige manier is om de milieudoelstellingen van het voorstel te halen. Maar aangezien de voorschriften inzake geluid problematischer zijn dan de andere voorschriften, is er een langere uitvoeringstermijn gepland. De Commissie heeft conform haar werkprogramma een effectbeoordeling uitgevoerd, waarvan het verslag kan worden geraadpleegd op: ec.europa.eu/enterprise/automotive Aangezien vóór de afronding van het voorstel geen verdere studies van de industrie konden worden afgesloten, is de Commissie bereid de resultaten van dergelijke aanvullende studies tijdens het wetgevingsproces grondig te bestuderen en zo nodig aanpassingen voor te stellen of te steunen om eventuele negatieve gevolgen voor de veiligheid van banden te vermijden. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Samenvatting van de voorgestelde maatregel Het voorstel betekent een aanzienlijke vereenvoudiging van het typegoedkeuringssysteem voor motorvoertuigen wat de voorschriften inzake veiligheid en banden betreft, door de intrekking van 50 richtlijnen. Het voert ook nieuwe bindende voorschriften in voor geavanceerde veiligheidsvoorzieningen, zoals met name de verplichte montage van: elektronische stabiliteitscontrolesystemen op alle voertuigen; bandenspanningscontrolesystemen op personenauto’s; geavanceerde noodremsystemen en waarschuwingssystemen voor het onbedoeld verlaten van de rijstrook op zware bedrijfsvoertuigen. Het voorstel bepaalt ook dat bovengenoemde geavanceerde noodrem- en waarschuwingssystemen bij vrijwillige montage op andere categorieën voertuigen moeten voldoen aan de voorschriften die in het voorstel zijn vastgelegd. Het voorstel bevat strengere geluidsemissiegrenswaarden voor banden dan de bestaande wetgeving en formuleert nieuwe voorschriften voor grip op nat wegdek en rolweerstand. Rechtsgrondslag De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 95 van het Verdrag. Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. De technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot diverse veiligheids- en milieuelementen zijn op communautair niveau geharmoniseerd en maatregelen van de lidstaten alleen zouden het typegoedkeuringssysteem voor complete voertuigen ondermijnen. Een optreden op EU-niveau is nodig omdat moet worden voorkomen dat belemmeringen voor de interne markt worden opgeworpen. De doelstellingen van het voorstel kunnen beter door een communautaire maatregel worden verwezenlijkt, omdat daarmee fragmentatie van de interne markt wordt voorkomen en de veiligheid en milieuvriendelijkheid van voertuigen worden verbeterd. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Zoals uit de effectbeoordeling blijkt, is het voorstel in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, omdat het niet verder gaat dan nodig is om de goede werking van de interne markt te garanderen en tegelijk voor een hoog niveau van openbare veiligheid en milieubescherming te zorgen. De vereenvoudiging van de regelgeving zal een aanzienlijke bijdrage leveren om de administratieve kosten voor de nationale autoriteiten en het bedrijfsleven te verminderen. Keuze van instrumenten Voorgesteld(e) instrument(en): een verordening. Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn: het gebruik van een verordening wordt passend geacht, omdat een verordening de nodige garanties voor naleving biedt en niet in nationale wetgeving hoeft te worden omgezet. Het voorstel is opgezet volgens een 'opsplitsing in twee niveaus', een aanpak waarvoor oorspronkelijk op verzoek van het Europees Parlement is gekozen en die ook al in andere wetteksten is gebruikt. Daarbij wordt de wetgeving volgens twee verschillende maar parallelle procedures voorgesteld en goedgekeurd: enerzijds leggen het Europees Parlement en de Raad de fundamentele bepalingen volgens de medebeslissingsprocedure vast in een verordening op basis van artikel 95 van het EG-Verdrag (het “medebeslissingsvoorstel”); anderzijds stelt de Commissie de technische specificaties ter uitvoering van de fundamentele bepalingen vast in verordeningen volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing (de “comitévoorstellen”). 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. 5. AANVULLENDE INFORMATIE Simulatie, proefperiode en overgangsperiode Het voorstel voorziet in algemene overgangsperioden om de voertuig- en bandenfabrikanten voldoende tijd te gunnen. Vereenvoudiging Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving. 50 richtlijnen betreffende de typegoedkeuring van voertuigen zullen worden ingetrokken. Het voorstel vereenvoudigt de administratieve procedures voor overheidsinstanties. Het voorstel is opgenomen in het programma van de Commissie voor de modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire en in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie, onder referentie 2008/ENTR/004. Intrekking van bestaande wetgeving De goedkeuring van het voorstel heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg. Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.