Toelichting bij COM(2002)303 - Preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2002)303 - Preventie van roken en initiatieven ter verbetering van de bestrijding van het tabaksgebruik. |
---|---|
bron | COM(2002)303 |
datum | 17-06-2002 |
1. Gezien het verband tussen tabaksgebruik en een aanzienlijk percentage vormen van kanker, hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen, vormt roken een ernstig probleem voor de volksgezondheid in Europa. Het aantal rokers, ongeveer een derde van de bevolking van de Gemeenschap, is groot. Het effect op de gezondheid is dan ook aanzienlijk: jaarlijks sterven er in de Gemeenschap omstreeks 500 000 personen als gevolg van roken. Roken heeft ook aantoonbare gevolgen voor de gezondheid van niet-rokers, met name voor de kwetsbare groepen.
2. De Europese Gemeenschap is aan het eind van de jaren tachtig begonnen met de bestrijding van het tabaksgebruik. Sedert 1987 heeft het programma 'Europa tegen kanker' een belangrijke rol gespeeld bij het nemen van maatregelen om het tabaksgebruik terug te dringen. Dit programma heeft in de opeenvolgende actieplannen onder meer Europa-wijde projecten tegen roken gesteund en pan-Europese netwerken ter preventie van roken opgezet.
3. In 1989 zijn twee belangrijke wetgevingsmaatregelen goedgekeurd. Ten eerste zijn bij de richtlijn Televisie zonder grenzen i alle vormen van reclame voor tabaksproducten verboden. Tevens wordt hierin bepaald dat televisieprogramma's niet door natuurlijke of rechtspersonen mogen worden gesponsord die het produceren of verkopen van tabaksproducten als hoofdactiviteit hebben. Ten tweede zijn in 1989 in het kader van een richtlijn i tot harmonisatie van de bepalingen betreffende interne markt de eerste EG-voorschriften met betrekking tot de vermelding van een gezondheidswaarschuwing op tabaksproducten ingevoerd. Daarbij is uitgegaan van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid.
4. Vervolgens is in 1990 een richtlijn i goedgekeurd waarin voor de EG een maximumteergehalte voor sigaretten wordt vastgesteld. In 1992 zijn de etiketteringsvoorschriften aangepast om bijkomende waarschuwingen vast te stellen welke op de verpakkingseenheden van andere tabaksproducten dan sigaretten moeten voorkomen i. Bij die gelegenheid is het op de markt brengen van tabaksproducten voor oraal gebruik in de Gemeenschap verboden. Al deze maatregelen zijn later in de nieuwe richtlijn tabaksproducten opgenomen. Deze in juni 2001 i is aangenomen.
5. Wat de bescherming van niet-rokers tegen omgevingstabaksrook (ETS=Environmental Tobacco Smoke) betreft: de resolutie van de Raad van de ministers van volksgezondheid, in het kader van de Raad bijeen, van 18 juli 1989 betreffende het rookverbod in publieksruimten i verstrekte de lidstaten richtsnoeren voor de bescherming van niet-rokers i. In 1996 werd een verslag van de Commissie i gepubliceerd om de maatregelen te evalueren die naar aanleiding van deze resolutie in de lidstaten waren genomen. Uit het verslag kwam naar voren dat de lidstaten duidelijk het initiatief genomen hebben om de resolutie uit te voeren maar dat de getroffen maatregelen sterk uiteenlopen. Deze aanbeveling wijst op de noodzaak van bescherming tegen ETS, in het bijzonder van kwetsbare groepen, zoals kinderen, zwangere vrouwen en personen met aandoeningen aan de luchtwegen.
6. Het Comité van vooraanstaande kankerdeskundigen van de Commissie nam tijdens een bijeenkomst in oktober 1996 i aanbevelingen aan inzake op communautair niveau benodigde initiatieven ter bestrijding van het tabaksgebruik. De Resolutie van de Raad van 26 november 1996 betreffende de terugdringing van het roken in de Europese Gemeenschap i heeft een overzicht gegeven van de hiertoe getroffen maatregelen en geeft richtsnoeren voor acties in de toekomst.
7. De Commissie stelde in haar mededeling betreffende de preventie van roken van december 1996 i een reeks maatregelen voor om de preventie van roken in de Gemeenschap te intensiveren. Hierin wordt een aantal mogelijkheden uiteengezet voor preventieve maatregelen en wetgeving op dit gebied, waarbij de nadruk ligt op de preventie van roken, zowel in het kader van de volksgezondheid als in het hele communautaire beleid en alle communautaire activiteiten. Daarnaast is in 1996 i het Raadgevend Comité voor kankerpreventie opgericht. Dit moet de Commissie adviseren bij het nemen van maatregelen ter bestrijding van het roken.
8. In aansluiting op de opmerkingen van het Europees Parlement en de Raad diende de Commissie in oktober 1999 een verslag i in over de follow-up van haar mededeling van 1996. Dit verslag bevat een analyse van het beleid en de praktijken van de lidstaten met betrekking tot een reeks maatregelen ter bestrijding van tabaksgebruik. Een aantal hiervan is in dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad opgenomen.
9. In de conclusies van de Raad van 18 november 1999 betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik i werd erop gewezen dat een totaalstrategie moet worden ontwikkeld. De Commissie werd verzocht om aan de opstelling van deze strategie mee te werken. Een aantal van de in deze conclusies van de Raad voorgestelde maatregelen worden in dit voorstel naar voren gebracht, in het bijzonder enkele initiatieven ter bescherming van minderjarigen (waaronder regelgeving betreffende verkoopvoorwaarden, elektronische verkoop en verkoopautomaten).
10. Zoals boven is opgemerkt, hebben het Europees Parlement en de Raad op 5 juni 2001 i een richtlijn goedgekeurd, waarin de bestaande communautaire richtlijnen over de reglementering van tabaksproducten zijn opgenomen en verscheidene nieuwe voorschriften, in het bijzonder met betrekking tot tabaksadditieven en misleidende beschrijvingen, zijn toegevoegd. Bovendien heeft de Commissie op 14 mei 2001 een voorstel voor een richtlijn inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten i goedgekeurd, dat op het ogenblik in het kader van de medebeslissingsprocedure door het Europees Parlement en de Raad wordt behandeld. Beide teksten beogen, uitgaande van een hoog niveau van de bescherming van de volksgezondheid, de voorwaarden voor de oprichting en de werking van de interne markt te verbeteren en knelpunten die een soepele functionering hiervan verhinderen, weg te nemen.
11. Dit voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad heeft betrekking op andere aspecten van de bestrijding van tabaksgebruik. Deze betreffen de verbetering van de volksgezondheid, de preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Ook wordt hierin rekening gehouden met de onderhandelingen met het oog op de sluiting van de Kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik door de Wereldgezondheidsorganisatie en de noodzaak om de samenhang met bestaande en voorgestelde besluiten te waarborgen.
12. Richtlijn 98/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van de reclame en sponsoring van tabaksproducten i werd bij arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zaak C-376/98 i nietig verklaard. Het voorstel voor een nieuwe richtlijn, dat op 14 mei 2001 door de Commissie is goedgekeurd (zie punt 10), moet de nietig verklaarde richtlijn vervangen. Het toepassingsgebied hiervan is echter kleiner. Bepaalde maatregelen ter bestrijding van het tabaksgebruik die wel onder de vernietigde richtlijn vielen, vallen niet onder de nieuwe, in het bijzonder bepaalde vormen van reclame en sponsoring. Volgens de uitspraak van het Hof rechtvaardigt de regelgeving met betrekking tot de interne markt momenteel geen harmonisatie. Omdat deze vormen van reclame echter een belangrijke rol spelen bij het aanprijzen van tabaksgebruik, vooral omdat zij jongeren bereiken, zijn maatregelen tegen deze reclame-. sponsoring- en promotiemethoden in dit voorstel voor een aanbeveling van de Raad opgenomen.
13. Voorts bevat de voorgestelde aanbeveling, die de maatregelen in het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake reclame voor tabaksproducten en sponsoring op dat gebied aanvult, de bepaling dat de lidstaten de uitgaven van de tabaksindustrie aan de promotie van haar producten aan een onderzoek dienen te onderwerpen om zo beter te kunnen toezien op de toepassing van reclamerestricties en eventuele omzeiling daarvan. Zoals eerder is opgemerkt, moest het toepassingsgebied van een richtlijn inzake tabaksreclame tot enkele vormen van reclame met grensoverschrijdende effecten worden beperkt. In 1999 werd in een verslag i van de Wereldbank de conclusie getrokken dat reclame tot een hoger sigarettengebruik leidt en dat wetgeving die reclame verbiedt, het verbruik terugdringt, mits dit verbod voor alle media en alle vormen van gebruik van merknamen en logo's geldt. Een geringer sigarettengebruik zou direct zowel op de korte als op de lange termijn de volksgezondheid ten goede komen. Om het effect van wetgeving van de lidstaten en de Gemeenschap inzake tabaksreclame en vrijwillige beperkingen met betrekking tot die reclame op de volksgezondheid te kunnen beoordelen moet worden nagegaan in hoeverre de tabaksindustrie uitwijkt naar andere vormen van reclame, sponsoring en promotieactiviteiten.
' Curbing the Epidemic : Governments and the Economics of Tobacco Control ', 1999, Washington DC
Deze informatie is immers nodig voor de planning van toekomstige bestrijdingsmaatregelen door de nationale autoriteiten en de Europese Gemeenschap met als uiteindelijk doel een betere bescherming van de gezondheid van de Europese burgers.
14. Met name moet worden gewezen op de beschikbaarheid van tabaksproducten voor kinderen en jongeren. Hieronder valt: de toepassing van leeftijdscriteria voor rechtstreekse verkoop, verkoop via automaten, zelfbediening, afstandsverkoop (bijv. via internet. De verkoop via dit medium zou moeten worden beperkt tot sites die door controle van volwassenen beschermd zijn. Daarbij zou gebruik moeten worden gemaakt van doeltreffende methoden om de leeftijd van de koper vast te stellen) en de verkoop van sigaretten in pakjes van minder dan 20 stuks (om lagere prijzen per pakje te voorkomen, waardoor kinderen en jongeren gemakkelijker aan sigaretten zouden kunnen komen).
15. Dit voorstel beoogt een aantal maatregelen om de toegang van kinderen en jongeren tot tabaksproducten te beperken. Het adviseert tabaksverkoop op afstand, zoals verkoop via internet, te beperken tot enkele sites die door controle van volwassenen beschermd zijn. Verder adviseert het de toegang van kinderen en jongeren tot verkoopautomaten, d.w.z. tot de tabaksproducten die deze automaten verkopen, doeltreffend te reglementeren (door ze in ruimtes te plaatsen die alleen toegankelijk zijn voor personen boven de in het nationaal recht voor aankoop van tabaksproducten voorgeschreven leeftijd of door andere toegangsrestricties met een gelijksoortig effect, bijv. controle door volwassenen voordat de automaat het tabaksproduct afgeeft). Bovendien zouden verkoopautomaten niet mogen worden gebruikt voor reclame aangezien zij zowel door gebruikers als niet-gebruikers worden gezien.
16. De maatregelen in de voorgestelde aanbeveling zijn volledig in overeenstemming met de onderhandelingen in het kader van de sluiting van een kaderovereenkomst inzake de bestrijding van het tabaksgebruik door de Wereldgezondheidsorganisatie. i. De ontwerpen van de onderhavige kaderovereenkomst omvatten namelijk o.a. bepalingen, strekkende tot een volledig verbod op alle vormen van directe en indirecte reclame, beperking van de toegang van minderjarigen tot tabaksverkoopautomaten, het verbod op de verkoop van sigaretten per stuk of in pakjes van minder dan 20 stuks en de eis aan de tabaksindustrie om hun uitgaven aan reclame openbaar te maken.