Toelichting bij COM(2008)814 - Deelneming van de EG aan een Europees programma voor metrologisch onderzoek en ontwikkeling dat door verschillende lidstaten is opgezet

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

CONTEXT VAN HET VOORSTEL

Doelstellingen Dit voorstel gebaseerd op artikel 169 van het EG-verdrag beoogt de oprichting van een European Metrology Research Programme (EMRP), dat 22 nationale programma's voor metrologisch onderzoek groepeert, voor een doeltreffender en doelmatiger openbaar metrologisch onderzoek. Het streeft ernaar bij te dragen in het structuren van de Europese onderzoeksruimte, het verbeteren van de coördinatie en het efficiënter inspelen op gemeenschappelijke Europese uitdagingen moeten ertoe leiden dat deze programma's aan invloed winnen en dat barrières tussen nationale programma's uiteindelijk verdwijnen. De volgende lidstaten of met het Zevende kaderprogramma (KP7) verbonden landen zijn betrokken: België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, alsook Noorwegen, Turkije en Zwitserland. Het Instituut voor Referentiematerialen en -Metingen (IRMM) van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Commissie kan een partner van het programma zijn. Dit initiatief werd aangekondigd in het specifieke programma 'Samenwerking' tot uitvoering van het Zevende kaderprogramma. Voor het EMRP-initiatief is een nationale bijdrage van deelnemende landen voor een bedrag van 200 miljoen EUR gepland, met inbegrip van een flexibiliteit op nationaal niveau voor een bedrag tot 50% van de nationale bijdrage en een verwachte communautaire bijdrage van 200 miljoen EUR. Motivering van het voorstel Metrologie is geen erg zichtbaar onderwerp, maar is echter wel essentieel voor de bevordering van de moderne handel en communicatie. Metrologisch onderzoek is een publiek goed en een belangrijke ondersteunende activiteit voor de regulering en standaardisering van overheidswege. Alle belangrijke economische mogendheden hebben erkend dat onderzoek en ontwikkeling inzake metrologie vitaal is voor een duurzame economische groei. Tegen deze achtergrond wordt Europa geconfronteerd met het zogeheten Europese 'metrologische dilemma'; dit behelst het permanent afstemmen van de metrologische inspanningen op de maatschappelijke behoeften, die beide veeleisender en complexer zijn en dus meer middelen vergen terwijl ze nog steeds zonder nieuwe of bijkomende middelen een antwoord op de '"traditionele" behoeften moeten bieden. De aanpak die hier is uitgetekend moet de beschikbare bronnen verhogen en kan alleen succesvol zijn wanneer hij ten volle rekening houdt met de bestaande nationale systemen en deze integreert in een effectief Europees programma dat zou moeten leiden tot een daadwerkelijke verandering en modernisering van de bestaande nationale systemen. Het EMRP biedt een manier aan voor het beperken van dubbele inspanningen en de gemeenschappelijke ambities stimuleren door meer gedifferentieerde agenda's van land tot land.

Algemene context


De actoren in Europees metrologisch onderzoek vormen een gespecialiseerde gemeenschap zonder sterke banden met onderzoeksorganisaties of academische instellingen. Ze is zeer gefragmenteerd en heeft enkele centra van globale uitmuntendheid die baat zouden hebben bij een brede concurrentie op internationaal niveau. Het Europese potentieel in metrologisch onderzoek wordt niet ten volle benut. Gemeenschappelijke actie tussen lidstaten en de Gemeenschap is noodzakelijk om te voorzien in een moderne onderzoeksinspanning inzake metrologie.

Bestaande bepalingen op het gebied van het voorstel


Hoewel de Europese gemeenschap voor metrologisch onderzoek toegang heeft tot een aantal programma's onder het Kaderprogramma is er momenteel geen specifiek systeem dat een antwoord biedt op de noden inzake metrologie. Het EMRP-initiatief stelt dit gebrek aan een gecoördineerde actie aan de orde door het aanbieden van een programma van beneden af, dat een gericht antwoordt biedt op de noden inzake metrologie. Het EMRP Joint Programme versterkt de positie van de Nationale Meetinstituten (NMI).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie


De algemene beleidsdoelstellingen van het initiatief zijn het verbeteren van het potentieel van de EU om de beleidsdoelstellingen op hoog niveau te verwezenlijken en een antwoord te bieden op haar voornaamste uitdagingen in de komende jaren: Bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de herziene Lissabon-strategie. In het bijzonder meer en beter investeren in kennis voor groei en banen. Bijdragen aan de verwezenlijking van de EOR. Europa ondersteunen om doelmatiger te antwoorden op de voornaamste maatschappelijke uitdagingen zoals milieubescherming, gezondheidszorg, voedselveiligheid of openbare veiligheid.

1.

Raadpleging van belanghebbenden


EN BEOORDELING VAN DE OPTIES

Raadpleging van belanghebbenden



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Op 1 juli 2008 is een stuurgroep voor de effectbeoordeling samengekomen, een formele interne coördinatiegroep werd opgericht voor het gehele initiatief en is op 31 juli en 25 september 2008 samengekomen. a) Internetraadpleging Als onderdeel van de raadpleging van belanghebbenden heeft de Commissie tussen 7 mei en 8 juli 2008 een online enquête gehouden. Er waren 162 respondenten, van wie 64% (104 antwoorden) antwoordden namens een organisatie en 36% individueel. Van zij die antwoordden namens een organisatie, behoorde de meerderheid tot een commerciële organisatie met minder dan 250 werknemers (26%), commerciële organisaties met meer dan 250 werknemers (21%) en academische instellingen (18%). De respondenten van de enquête zijn vooral betrokken bij metrologisch onderzoek (54%) of de benutting van metrologie (28%). b) Open vergadering van belanghebbenden – 25 juni 2008 Naast de internetraadpleging is er op 25 juni 2008 een raadplegingsworkshop voor de belanghebbenden georganiseerd. De workshop werd bijgewoond door 32 personen van acht verschillende landen, verscheidene internationale organisaties en verscheidene NMI’s.

Samenvatting van antwoorden en hoe hiermee rekening werd gehouden Er is zowel bij de effectenbeoordeling als bij de uitwerking van het voorstel rekening gehouden met de antwoorden die tijdens de online raadpleging en de open vergadering van belanghebbenden zijn gegeven.

Vergelijking van de beleidsopties De opties voor communautaire actie berusten op de logica en interventiemechanismen van het KP7. Naast het scenario van het niet ondernemen van acties verwijzen deze opties daarom rechtstreeks of onrechtstreeks naar communautaire acties (onderzoeksfinanciering) onder het KP7, die zouden overeenkomen met de bestaande nationale interventielogica inzake onderzoeksprogrammering in de verschillende lidstaten. De opties zijn op grond van hun voornaamste kenmerken als volgt omschreven. Beleidsoptie 1: 'Geen verdere communautaire actie'; status-quo, geen verdere actie voor het EMRP – kan leiden tot intergouvernementele aanpak. Beleidsoptie 2: "Onrechtstreekse communautaire actie van beneden af – lichte coördinatie"; onder KP7-programma's en -thema's (Programma's Samenwerking – Capaciteiten). Het is de bedoeling het EOR-NET-systeem en/of het EOR-NET Plus-systeem te gebruiken, maar aparte kwesties thema per thema aan te pakken en programmaonderdeel per programmaonderdeel in het KP-programma ("business-as-usual" optie). Beleidsoptie 3: 'Onrechtstreekse communautaire actie van boven af'; Het thema metrologie opnieuw opnemen in het KP – Onderdeel onder KP7 of voorbereiding van een KP8 en opnieuw een Communautair Programma voor Metrologie opnemen. Beleidsoptie 4: "Artikel 169 – programma-integratie door onrechtstreekse communautaire actie"; Communautaire actie via artikel 169 voor het verwezenlijken van de programma-integratie door de lidstaten, zoals aangegeven in het Specifieke Programma 'Samenwerking' tot uitvoering van het Zevende Kaderprogramma. Beleidsoptie 5: "GCO – rechtstreekse actie"; een uniek Europees programma voor metrologisch onderzoek, geïmplementeerd via het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor het dekken van de behoeften op Europees niveau inzake metrologie. Het verschil tussen deze vijf opties schuilt in de manier waarop de communautaire interventie is opgezet – hetzij als onrechtstreekse of rechtstreekse actie. De voornaamste kenmerken van elke beleidsoptie worden in detail besproken in de volgende subsecties. Wanneer Beleidsoptie 1 wordt gekozen, kan de huidige situatie door de afwezigheid van enige communautaire politieke en/of financiële actie (EOR-NET of andere hulpmiddelen voor coördinatie) niet stabiel blijven. Zij zal waarschijnlijk verslechteren omdat de lidstaten hoogstwaarschijnlijk minder in het domein van metrologisch onderzoek zullen investeren wanneer dit geen Europese prioriteit is. De status-quo en scheiding tussen de programma's van de lidstaten zal blijven bestaan; het lijkt weinig waarschijnlijk dat onderzoeksgroepen van nieuwe landen zullen aansluiten bij ervaren en deskundige onderzoeksteams in meer ontwikkelde landen. Beleidsoptie 2 gaat door met de overgenomen methode van het EOR-NET van het KP6 en EOR-NET-Plus bij de start van het KP7. Beleids- en onderzoeksdomeinen (bv. energie, milieu) van de EU kunnen gemakkelijk rechtstreeks worden betrokken bij de coördinatie met programma's van lidstaten en goed ontworpen interactiemechanismen met verschillende op metrologie gerichte EOR-NETs zullen een sleutelrol spelen. Een coherente gezamenlijke langetermijnaanpak inzake programmering zal niet plaatsvinden zoals in het geval van een effectief Europees onderzoeksprogramma. Beleidsoptie 3 vereist geen omvangrijke institutionele opzet. Ze zou een specifiek onderzoeksprogramma voor metrologie creëren waarbij de metrologiegemeenschap en de gehele wetenschappelijke gemeenschap alsook de industrie in het algemeen kunnen dingen naar financiering onder de KP-regels. Ze biedt de mogelijkheid om vooral te focussen op de nieuwe technische uitdagingen in opkomende domeinen en aldus bij te dragen aan de modernisering van de sector. Deze aanpak is gelijk aan die van Optie 2. Ze zal geen invloed hebben op de bestaande nationale metrologische onderzoekssystemen en de integratie tussen de nationale programma's en infrastructuren. Beleidsoptie 4 creëert een platform voor een gezamenlijke onderzoeksprogrammering voor de EU en de lidstaten en dus een coherente onderzoeksagenda met een kritieke massa op lange termijn. De actieve deelneming van de Europese Commissie kan de nadruk op mobiliteit, openheid en een focus op opkomende domeinen veiligstellen. De combinatie van Europese en nationale financieringen creëert een kritieke massa die de structurele veranderingen in de nationale metrologische onderzoekssystemen kan stimuleren. De band met de industrie is niet expliciet op Europees niveau en beperkt zich eerder tot het nationale niveau. Deze optie vereist aanzienlijke institutionele veranderingen waarvan de invoering vermoedelijk tijd en complexe onderhandelingen met de lidstaten zal vereisen. Beleidsoptie 5 impliceert dat het metrologisch onderzoek afgezonderd plaatsvindt van de lidstaten, hun respectieve onderzoeksprogramma's en gerelateerde infrastructuren en dus weinig invloed heeft op het herstructureren van nationale systemen voor metrologisch onderzoek, en geen rekening houdt met de behoeften van lidstaten. Bijkomende knelpunten zijn de rekruteringsvereisten voor het GCO, de waarschijnlijkheid van een dubbele infrastructuur en het gebrek aan concurrentie in het metrologische domein, dat door zijn aard concurrentiële onderzoekssporen nodig heeft om de meest betrouwbare oplossingen te vinden. Waarom artikel 169 gebruiken? Opties 1 en 5 zijn geen haalbare alternatieven om bovenstaand probleem aan te pakken, en de gedetailleerde analyse beperkte zich tot opties 2, 3 en 4 om de voordelen en nadelen te vergelijken. De algemene conclusie is dat de tijd rijp is voor een artikel-169-initiatief inzake metrologie. Het initiatief is belangrijk voor zowel de vooruitgang en modernisering van het Europese systeem voor metrologisch onderzoek als voor de ondersteuning van de industrieën en wetenschappelijke domeinen die in toenemende mate behoefte hebben aan verfijnde activiteiten op het vlak van metrologie.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Het EMRP integreert nationale programma's van 22 deelnemende staten in één gezamenlijk onderzoeksprogramma en ondersteuning van in het bijzonder de doelstellingen van de Europese nationale meetsystemen. Het EMRP zal de ontwikkeling, goedkeuring en toepassing van nieuwe meettechnieken, standaarden, processen, instrumenten, referentiematerialen en kennis gericht op het stimuleren van innoverende ontwikkelingen binnen de industrie en handel versnellen en de kwaliteit van de gegevens voor de wetenschap, industrie, beleidsvorming en ondersteuning van de ontwikkeling en invoering van de richtlijnen en reguleringen verbeteren. Het EMRP zal deze doelstellingen op de volgende manier verwezenlijken: a) Uitmuntendheid in metrologisch onderzoek samenbrengen – door het creëren van gezamenlijke onderzoeksprojecten voldoende kritieke massa samenbrengen uit de netwerken van Nationale Meetinstituten (NMI) en Specifieke Instituten (SI) van de deelnemende staten om de voornaamste uitdagingen inzake metrologie op Europees niveau aan te pakken; b) Openstelling van het systeem voor de beste wetenschap – door het verhogen van de deelneming van de ruimere Europese onderzoeksgemeenschap via toelagen voor onderzoekers; c) Opbouw van capaciteit – door het verhogen van het vermogen van de Europese gemeenschap van metrologische onderzoekers door subsidies voor geografische mobiliteit van onderzoekers die gericht zijn op die lidstaten van EURAMET[1] met beperkte mogelijkheden voor metrologisch onderzoek. Het EMRP zal de lopende nationale programma's en activiteiten voor het oplossen van louter nationale prioriteiten aanvullen.

Rechtsgrond


Het voorstel voor het EMRP is gebaseerd op artikel 169 van het EG-Verdrag dat voorziet in de deelneming van de Gemeenschap aan de onderzoeksprogramma's die gezamenlijk zijn ondernomen door verscheidene lidstaten, met inbegrip van de deelneming aan de voor de uitvoering van die programma's tot stand gebrachte structuren. Dit voorstel komt overeen met indirect gecentraliseerd beheer, overeenkomstig de bepalingen van Artikel 54, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement. Volgens artikel 56 van het Financieel Reglement zal de Commissie eerst bewijzen verzamelen van het bestaan en de passende toepassing van onder andere procedures voor het toekennen van toelagen, een intern controlesysteem, een passend boekhoudsysteem binnen de entiteit die instaat voor de invoering en een onafhankelijke externe audit.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing omdat het voorstel niet tot de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap behoort. In het geval van het voorgestelde proces voor een EMRP, zijn de louter nationale of intergouvernementele acties gericht op de coördinatie van onderzoek en ontwikkeling op het vlak van openbare metrologie in de afgelopen jaren niet toegenomen en zouden ze geen financiële middelen toevoegen of het EMRP integreren in het Kaderprogramma en het ruimer raamwerk van de EOR. Daarom kunnen de lidstaten deze problemen hoogstwaarschijnlijk niet alleen aanpakken. Het recht van de Gemeenschap om in dit gebied handelend op te treden, is vastgelegd in meerdere Artikelen van het Verdrag die bepalingen omvatten voor de coördinatie en samenwerking op het vlak van onderzoek tussen lidstaten en de Gemeenschap. Artikel 165 van het Verdrag bepaalt dat 'de Gemeenschap en de lidstaten hun activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling moeten coördineren teneinde de wederzijdse samenhang van het beleid van de lidstaten en het beleid van de Gemeenschap te verzekeren.' Dit laat de Commissie toe om in nauwe samenwerking met de lidstaten 'enig bruikbaar initiatief te ondernemen' om een dergelijke coördinatie te promoten. Gedurende vele jaren heeft de Europese Gemeenschap gebruik gemaakt van de verschillende bepalingen van het Verdrag om een betere coördinatie en samenwerking tussen de nationale onderzoeksprogramma's te stimuleren. In 2000 kwam de Europese Raad van Lissabon tot de conclusie dat de onderzoeksactiviteiten op nationaal en communautair niveau beter moeten worden geïntegreerd en gecoördineerd om ze zo doelmatig en innoverend mogelijk te maken. In 2006 legde het Europees Parlement de nadruk op een betere coördinatie van de nationale en Europese onderzoeksprogramma's. In het specifieke programma 'Samenwerking' tot uitvoering van het Zevende kaderprogramma werd een initiatief artikel 169 aangekondigd voor de oprichting van een gezamenlijk European Metrology Research Programme via de bestaande netwerken van nationale metrologische laboratoria.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en wel om de volgende reden(en).

Artikel 169 nodigt de Gemeenschap uit om in overleg met de betrokken lidstaten maatregelen te treffen voor de deelneming in programma's voor onderzoek en ontwikkeling die door verscheidene lidstaten zijn opgezet, met inbegrip van de deelneming aan de voor de uitvoering van die programma's tot stand gebrachte structuren. Tegen deze achtergrond hebben de lidstaten de leiding en hebben ze een groot omvanggebied voor nationale beslissingen. Op grond van de analyse van de effectbeoordeling komt het geraamde aandeel van een mogelijke 'Europese' projectfinanciering die mogelijk kan worden vrijgemaakt van rechtstreekse nationale controle op ongeveer 200 miljoen EUR over 6-7 jaar, plus een reservebudget van 100 miljoen EUR. Met de voorgestelde communautaire bijdrage van 200 miljoen EUR zou het EMRP drastisch veranderen van een gefragmenteerde en louter nationale financiering voor metrologisch onderzoek in een gestructureerde en evenwichtige investering op nationaal en Europees niveau.

Keuze van instrumenten



Het voorgestelde instrument is een medebeslissing van het Europees Parlement en de Raad als middel voor de tenuitvoerlegging van artikel 169 van het EG-Verdrag.

3.

Gevolgen voor de begroting



Met de gevolgen voor de begroting van dit horizontaal voorstel werd al rekening gehouden in de rechtsgrond van het Zevende kaderprogramma[2] en in het specifieke programma “Samenwerking” van het Zevende kaderprogramma[3]. De tussen de Commissie en de specifieke uitvoeringsstructuur te sluiten overeenkomst verzekert dat de financiële belangen van de Gemeenschap worden beschermd.

4.

Aanvullende informatie



Simulatie, proefperiode en overgangsperiode De EOR-NET Plus-actie dient als simulatie of proefperiode voor het EMRP-voorstel. Om de dynamiek in stand te houden en de voorbereiding van het EMRP voort te zetten, heeft de Commissie deze EOR-NET Plus-actie in het programma 'Samenwerking' geïdentificeerd als een overgangsmaatregel naar het toekomstige 'artikel 169'-voorstel. Voor iMERA Plus is in het werkprogramma 'Samenwerking' 21 miljoen EUR gereserveerd. Het succes van de EOR-NET Plus Call heeft duidelijk de mogelijkheid aangetoond om nationale middelen van 20 landen samen te voegen, een gemeenschappelijke oproep en een selectieproces te organiseren en uit te voeren, wat eind 2007 resulteerde in 64 miljoen EUR voor 21 samenwerkingsprojecten. De resultaten zullen geheel Europa dienen en dit testgeval betrof alle belangrijke uitvoeringskwesties zoals bijvoorbeeld voor intellectuele eigendomsrechten. Een verdere overgangsperiode voor het EMRP is niet nodig. Vereenvoudiging

Het voorstel houdt een vereenvoudiging in van de administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en de particuliere sector.

De EU zal rechtstreeks onderhandelen met de specifieke uitvoeringsstructuur van het EMRP die belast is met de toekenning, monitoring en rapportering van het gebruik van de communautaire bijdrage.

Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel bevat een herzieningsbepaling.

Europese Economische Ruimte


De voorgestelde wettelijke maatregel heeft betrekking op een EER-aangelegenheid en dient derhalve te worden uitgebreid tot de EER.