Toelichting bij COM(2007)411 - Wijziging van richtlijn 2003/54/EG betreffende de toepassing van sommige bepalingen op Estland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens de toetredingsakte dient Estland artikel 19, lid 2, van Richtlijn 96/92/EG, dat betrekking heeft op de geleidelijke openstelling van de elektriciteitsmarkt, pas vanaf 31 december 2008 toe te passen. Naar aanleiding van een informatie-uitwisseling heeft de Raad op 28 juni 2004 Richtlijn 2004/85/EG tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG betreffende de toepassing van sommige bepalingen op Estland vastgesteld op grond waarvan de aangevraagde verlenging van de afwijking tot 31 december 2012 wordt toegestaan.

Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 28 november 2006 Richtlijn 2004/85/EG gedeeltelijk nietig verklaard. De gedeeltelijke nietigverklaring was niet terug te voeren op de inhoud van Richtlijn 2004/85/EG, maar op de keuze van de rechtsgrond door de Raad (artikel 57 van het toetredingsverdrag in plaats van artikel 95 van het EG-Verdrag). Aangezien de redenen om Estland toe te staan ook na 31 december 2008 af te wijken van de toepassing van artikel 21, lid 1, onder b) en c), (openstelling van de markt) van Richtlijn 2003/54/EG nog steeds geldig zijn, moet die richtlijn dienovereenkomstig worden gewijzigd en dient daarvoor dezelfde formulering als in Richtlijn 2004/85/EG te worden gebruikt, met dien verstande dat de juiste rechtsgrond wordt aangegeven.