Toelichting bij COM(2008)895 - Sluiting van het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst van 1991 op het gebied van het vervoer (Vervoerprotocol)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND

Tal van milieuproblemen zijn van grensoverschrijdende aard en kunnen alleen via internationale samenwerking doeltreffend worden aangepakt. Om deze reden is in het EG-Verdrag bepaald dat het op internationaal vlak bevorderen van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale milieuproblemen een van de kerndoelstellingen van het milieubeleid van de Europese Gemeenschap is.

Een van de doelstellingen van het communautaire vervoerbeleid is de bevordering van internationale maatregelen om de belemmeringen voor de duurzame mobiliteit en de risico’s voor het milieu te beperken. Vervoerbeleidsmaatregelen hebben een doorslaggevend effect op de economische groei, het sociale welzijn van de bevolking en het milieu.

De Overeenkomst inzake de bescherming van de Alpen, de zogenaamde Alpenovereenkomst, is door de Europese Gemeenschap op 7 november 1991 te Salzburg ondertekend; de Gemeenschap heeft de Overeenkomst vervolgens bij Besluit 96/191/EG van de Raad van 26 februari 1996[1] geratificeerd, waarna deze op 4 april 1998 in werking is getreden. De overige overeenkomstsluitende partijen zijn Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Liechtenstein, Monaco, Slovenië en Zwitserland.

Krachtens artikel 2, leden 2 en 3, van de Alpenovereenkomst, worden in de verschillende protocollen concrete maatregelen vastgesteld om deze doelstellingen te verwezenlijken. Door de Alpenovereenkomst te ratificeren, verbindt de EG zich ertoe de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen. Het Vervoerprotocol werd goedgekeurd op 24-26 mei 2000 tijdens de zestiende vergadering van het Permanent Comité van de Alpenovereenkomst.

2. DE GEMEENSCHAP EN HET VERVOERPROTOCOL

Dit Vervoerprotocol levert een kader, gebaseerd op het voorzorgsbeginsel, het beginsel van het preventief handelen en het beginsel dat de vervuiler betaalt, om te zorgen voor duurzame mobiliteit en bescherming van het milieu bij alle vervoerswijzen in de Alpenregio, overeenkomstig artikel 2 van de Alpenovereenkomst. Aangezien het Alpengebied een vanuit milieuoogpunt zeer gevoelige regio is, moet de EG meer aandacht aan dat gebied besteden en de juiste manier vinden om de problemen in die regio aan te kunnen pakken.

De doelstellingen van het Vervoerprotocol zijn in algemene termen: de beperking van het volume en van de door het verkeer in en over de Alpen veroorzaakte gevaren, met name door een groter deel van het verkeer, in het bijzonder vrachtverkeer, naar het spoor te verleggen, door een geschikte infrastructuur tot stand te brengen en marktconforme stimulansen in te voeren; het verkeer in en over de Alpen tegen economisch aanvaardbare kosten waarborgen door de doeltreffendheid van de transportsystemen te vergroten en die vervoerswijzen te bevorderen welke het milieuvriendelijkst zijn en zo zuinig mogelijk omspringen met natuurlijke hulpbronnen; en zorgen voor een eerlijke concurrentie tussen de verschillende vervoerswijzen.

De bepalingen van het Vervoerprotocol stroken met het gemeenschappelijk vervoerbeleid van de Gemeenschap en onderschrijven volledig de onlangs goedgekeurde aanpak van de Commissie inzake “groener vervoer”[2].

Het Protocol is ondertekend door alle lidstaten van de Alpenovereenkomst; de Gemeenschap heeft op 12 oktober 2006 de ondertekening van het Vervoerprotocol goedgekeurd[3]. Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, Slovenië en Liechtenstein hebben het protocol geratificeerd en dit is vervolgens in werking getreden. Italië, Monaco en Zwitserland doen de nodige inspanningen om het Vervoerprotocol te ratificeren. Gezien de uitzonderlijke omstandigheden van dit geval en de tijd die is verstreken sedert de ondertekening, dient ook de Europese Gemeenschap het Protocol nu snel te ratificeren.

De Commissie is van mening dat de Europese Gemeenschap, door het Protocol inzake de tenuitvoerlegging van de Alpenovereenkomst op het gebied van het vervoer te ratificeren, niet alleen haar verplichtingen in het kader van het internationaal recht nakomt, maar ook een belangrijk politiek signaal geeft aan alle partijen dat het ratificeren van het Protocol prioriteit verdient.

De bevoegdheid van de Gemeenschap is dominant. Met betrekking tot vervoerskwesties is de rechtsgrond voor het Vervoerprotocol artikel 71 van het EG-Verdrag.

3. CONCLUSIE

De Alpenovereenkomst en in het bijzonder het Vervoerprotocol zijn instrumenten die de Europese Gemeenschap helpen haar doelstellingen inzake een duurzaam vervoerbeleid in een groot, bijzonder kwetsbaar grensoverschrijdend gebied te verwezenlijken. De Europese Gemeenschap neemt de doelstellingen van de Overeenkomst en de protocollen ter harte. De ondertekening van de Vervoerprotocollen was hiervan een duidelijk teken. Met de ratificatie van dit protocol zou de Europese Gemeenschap haar inspanningen tot bevordering van een duurzame ontwikkeling in deze belangrijke bergregio kracht bijzetten.