Toelichting bij COM(2008)535 - Machines voor de toepassing van pesticiden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)535 - Machines voor de toepassing van pesticiden.
bron COM(2008)535 NLEN
datum 05-09-2008
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


In het besluit tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap[1] hebben het Europees Parlement en de Raad erkend dat de effecten van pesticiden op de menselijke gezondheid en het milieu verder moeten worden verminderd. In een eerste fase komen de gewasbeschermingsmiddelen aan bod. De doelstelling is een duurzamer gebruik van pesticiden en een vermindering van de risico's van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu die strookt met de noodzakelijke gewasbescherming. De volledige uitvoering en passende herziening van het relevante rechtskader en de uitwerking van een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden behoorden tot de benadering die voor deze doelstelling werd vastgesteld. Sindsdien heeft de Europese Commissie de strategie ("de thematische strategie")[2] goedgekeurd en een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ingediend om de belangrijkste wetgevingsaspecten van de uitvoering ervan te regelen ("de kaderrichtlijn")[3]. In de thematische strategie worden vijf hoofddoelstellingen vastgesteld: maximale beperking van de aan het gebruik van pesticiden verbonden risico's voor gezondheid en milieu; verbeterde controles op het gebruik en de distributie van pesticiden; vervanging van de gevaarlijkste pesticiden door veiliger alternatieven; bevordering van teelten met een gering of nulgebruik van pesticiden; het opzetten van een transparant systeem voor rapportage en monitoring van de gemaakte vorderingen. Wat de eerste doelstelling in de lijst betreft, en in het bijzonder apparatuur voor de toepassing van pesticiden, schrijft het voorstel voor een kaderrichtlijn de lidstaten voor een systeem op te zetten voor regelmatige keuring en onderhoud van toepassingsapparatuur die in gebruik is. Om de wetgevingsmaatregelen met betrekking tot de apparatuur te voltooien, zijn evenwel aanvullende maatregelen nodig tot vaststelling van de milieubeschermingseisen waaraan nieuwe apparatuur voor de toepassing van pesticiden moet voldoen alvorens in de handel te worden gebracht en/of in bedrijf te worden gesteld. In haar thematische strategie en in de aanhef en toelichting van het voorstel voor een kaderrichtlijn heeft de Commissie zich ertoe verbonden in een afzonderlijk voorstel de nodige milieubeschermingseisen voor apparatuur voor de toepassing van pesticiden op te nemen. Vandaar dit voorstel van de Commissie voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines ("de machinerichtlijn")[4].

Algemene context


Goed ontworpen, gebouwde en onderhouden machines voor de toepassing van pesticiden helpen de negatieve effecten van pesticiden op de menselijke gezondheid, en in het bijzonder op de gezondheid van de bedieners van de machines, en op het milieu aanzienlijk verminderen. Met het voorstel wordt beoogd te garanderen dat nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden het milieu niet nodeloos in gevaar brengen. Daartoe worden aanvullende essentiële milieubeschermingseisen ingevoerd waaraan nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden moeten voldoen alvorens in de Gemeenschap in de handel te worden gebracht en/of in bedrijf te worden gesteld. De harmonisatie van de eisen voor dergelijke machines is een noodzakelijke voorwaarde om zowel een hoge bescherming als het vrije verkeer van dergelijke producten in de Gemeenschap te kunnen garanderen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


De machinerichtlijn (Richtlijn 98/37/EG) bevat de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen waaraan machines die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht moeten voldoen om voor het vrije verkeer in de Gemeenschap in aanmerking te komen, alsook de procedures die nodig zijn om de conformiteit met die eisen te beoordelen. Richtlijn 98/37/EG zal worden ingetrokken bij Richtlijn 2006/42/EG, die op 29 december 2009 van toepassing wordt. De machinerichtlijn geldt voor machines voor de toepassing van pesticiden wat de bescherming betreft van de gezondheid en veiligheid van gebruikers van dergelijke machines en andere personen die ingevolge de werking van die machines aan risico's zijn blootgesteld. De machinerichtlijn bevat momenteel geen milieubeschermingseisen. Diverse lidstaten hebben evenwel nationale bepalingen ingevoerd waarbij milieubeschermingseisen voor apparatuur voor de toepassing van pesticiden worden vastgesteld. Op dit gebied zijn voorts drie Europese normen goedgekeurd.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie


Het voorstel is volledig in overeenstemming met de doelstellingen van het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap, de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling, de Lissabonstrategie en de thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden. Het voorstel draagt eveneens bij tot andere beleidsgebieden, zoals met name een betere bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers en consumenten. Het voorstel is ook in overeenstemming met het interinstitutioneel akkoord 'Beter wetgeven'.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Om alle belanghebbenden de mogelijkheid te bieden tot de ontwikkeling van de thematische strategie bij te dragen, heeft de Commissie een breed raadplegingsproces georganiseerd waarbij de Europese instellingen, de lidstaten en andere belanghebbende partijen werden betrokken. Er werden vier raadplegingsronden gehouden, en de minimumnormen voor raadpleging werden ten volle nageleefd. In juli 2002 heeft de Commissie de mededeling 'Op weg naar een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden'[5] goedgekeurd, waarin een lijst is opgenomen van mogelijke maatregelen om de specifieke doelstellingen van de thematische strategie te bereiken. Deze mededeling is bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité ingediend, en voor het grote publiek ter raadpleging op internet gepubliceerd. Deze raadpleging leverde meer dan 150 bijdragen op. Voorts heeft de Commissie in november 2002 een conferentie gehouden met meer dan 200 deelnemers uit alle groepen van belanghebbenden, zoals de pesticidenindustrie, landbouwersorganisaties, overheidsinstanties en consumenten- en milieuorganisaties. In 2004 heeft de Commissie een externe consulent (BiPRO) de opdracht gegeven voor een studie over de effecten van de wetgevingsaspecten van de thematische strategie. Deze studie was gebaseerd op enquêtes en interviews in de lidstaten (22 lidstaten werkten mee) en bij de belangrijkste belanghebbenden. Zij werd begeleid door een interdienstengroep met alle relevante directoraten-generaal. Het eindverslag staat op de website van de Commissie ("BiPRO-verslag")[6]. De Commissie ontving van 28 organisaties opmerkingen op de conclusies van de studie[7]. Van 17 maart tot en met 12 mei 2005 vond in het kader van de interactieve beleidsvorming een eindraadpleging plaats. Daarbij werd voortgebouwd op de resultaten van de vorige raadplegingen van belanghebbenden en werden de belangrijkste maatregelen vastgesteld die in de thematische strategie moesten worden opgenomen. De Commissie heeft 1 767 reacties ontvangen van het publiek en belanghebbenden.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Een gedetailleerde samenvatting van het raadplegingsproces en de resultaten is opgenomen in het werkdocument van de Commissie over de effectbeoordeling van de thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden ("de effectbeoordeling")[8]. De conclusies van de Raad, de resolutie van het Parlement, het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de bijdragen van het publiek zijn samengevat in bijlage 1 bij de effectbeoordeling. Alle opmerkingen zijn eveneens beschikbaar op internet[9]. De antwoorden die de Commissie heeft ontvangen tijdens de eindraadpleging in het kader van de interactieve beleidsvorming zijn samengevat in bijlage 2 bij de effectbeoordeling[10].

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


Landbouw, gewasbescherming, machines en techniek (apparatuur voor de toepassing van pesticiden, met name sproeiers en bijbehorende uitrusting), sproeien vanuit de lucht, analyse van economische, sociale en milieueffecten. Gebruikte methode Deskundigheid werd bijeengebracht en benut door middel van bilateraal overleg met belanghebbenden, de organisatie van vergaderingen, de deelname aan conferenties en de belasting van een externe consulent met de uitvoering van een studie. Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Volgende belangrijke organisaties werden geraadpleegd: de autoriteiten van de lidstaten, de pesticidenindustrie, de bedrijfstak die de apparatuur voor de toepassing van pesticiden produceert, landbouwersorganisaties, de academische wereld, het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en milieuorganisaties. Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen Wat nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden betreft, bevestigde het advies dat milieubeschermingseisen moeten worden vastgesteld waaraan nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden moeten voldoen alvorens in de handel te worden gebracht en/of in bedrijf te worden gesteld. Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek Het deskundigenadvies is op internet beschikbaar gemaakt[11].

Effectbeoordeling


Het voorstel tot wijziging van de machinerichtlijn (Richtlijn 2006/42/EG) wat machines voor de toepassing van pesticiden betreft, is gebaseerd op het BiPRO-verslag en de effectbeoordeling van de wetgevingsvoorstellen die uit de thematische strategie voortvloeien. Overwogen beleidsopties Punt 4.1.2 van de effectbeoordeling 'Standards for control and certification of application equipment' betreft de beleidsopties voor apparatuur voor de toepassing van pesticiden. In de effectbeoordeling verwijst de term 'controle' naar het onderhoud en de regelmatige keuring van apparatuur voor de toepassing van pesticiden waarvoor in de kaderrichtlijn maatregelen worden voorgesteld. De term 'certificering' verwijst naar het onderwerp van dit voorstel, namelijk het ontwerp, de bouw en de conformiteitsbeoordeling van nieuwe apparatuur voor de toepassing van pesticiden. Wat de certificering van nieuwe apparatuur voor de toepassing van pesticiden betreft, werden in de effectbeoordeling de volgende beleidsopties onderzocht: geen maatregelen op communautair niveau (optie 5 in de effectbeoordeling)[12]; invoering van een vrijwillige certificeringsregeling (optie 6 in de effectbeoordeling)[13]; de lidstaten ertoe verplichten op nationaal niveau een verplichte certificeringsregeling in te voeren (optie 1 in de effectbeoordeling)[14]; invoering van een verplichte certificeringsregeling voor nieuwe toepassingsapparatuur op communautair niveau (optie 2, eerste alinea, in de effectbeoordeling)[15]. De conclusie van de effectbeoordeling (punt 6.2.2 en de tabellen 6-45 en 6-46 van het document[16]) luidt dat de invoering van een verplichte certificeringsregeling op communautair niveau voor nieuwe apparatuur voor de toepassing van pesticiden de enige optie is waarmee de gewenste doelstellingen van de thematische strategie inzake bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid kunnen worden bereikt. Voorts zouden de andere beleidsopties de uiteenlopende nationale bepalingen, die een belemmering voor het vrije verkeer van goederen in de Gemeenschap vormen, bestendigen (zie punt 3 hieronder - subsidiariteitsbeginsel). Potentiële effecten In het BiPRO-verslag worden de mogelijke effecten van de invoering van eisen voor het in de handel brengen van nieuwe apparatuur voor de toepassing van pesticiden besproken[17]. Verwacht wordt dat een harmonisatie van dergelijke eisen op EU-niveau de milieubeschermingsnormen voor nieuwe machines algemeen op een hoger peil zal brengen. Voor de fabrikanten van machines voor de toepassing van pesticiden zouden de gemiddelde productiekosten dus kunnen stijgen. De mogelijke kostenstijging zou ongelijk verdeeld zijn, aangezien veel fabrikanten reeds machines leveren die voldoen aan de regelgeving of certificeringsregelingen in bepaalde lidstaten, terwijl andere fabrikanten hun productienormen aanzienlijk zouden moeten verhogen. Voor de eersten zou de harmonisatie van de milieubeschermingseisen op communautair niveau als voordeel hebben dat binnen de interne markt eerlijke concurrentievoorwaarden worden gewaarborgd. De mogelijke kostenstijging voor de fabrikanten die hun machines aan de hogere normen zouden moeten aanpassen, kan in twee elementen worden opgesplitst: eenmalige kosten voor de aanpassing van het ontwerp van de machines en de bedrijfsoutillage enerzijds, en productiekosten die bijvoorbeeld worden veroorzaakt doordat bijkomende of ingewikkelder controleapparatuur en -systemen in de machines moeten worden ingebouwd anderzijds. Geen van deze kosten kan precies worden ingeschat, aangezien fabrikanten gewoonlijk geen onderscheid maken tussen enerzijds kostenfactoren die verband houden met de naleving van wettelijke voorschriften en anderzijds kostenfactoren die verband houden met de geregelde actualisering van de ontwerpen om op de marktvraag naar performantere machines en andere eisen van de klanten in te spelen. De eventuele kosten voor de fabrikanten die hun productnormen aanzienlijk zouden moeten optrekken, zullen evenwel waarschijnlijk via hogere prijzen aan de gebruikers worden doorberekend, voor zover de marktsituatie dat toelaat. In de effectbeoordeling wordt ervan uitgegaan dat een sproeier gemiddeld 12 tot 15 jaar meegaat en wordt geraamd dat in de Gemeenschap jaarlijks ongeveer 125 000 tot 250 000 nieuwe sproeiers worden gekocht. Waarschijnlijk zullen de doeltreffender sproeiers die aan de nieuwe milieubeschermingseisen voldoen minder pesticide verbruiken en zal er ook minder pesticide verloren gaan tijdens het mengen, laden, sproeien en schoonmaken. Hoeveel pesticide jaarlijks gemiddeld kan worden bespaard, is moeilijk in te schatten, maar deze apparatuur zal voor de gebruikers ongetwijfeld een besparing inhouden die de mogelijke prijsstijging voor bepaalde sproeiapparatuur waarschijnlijk zal compenseren. Een daling van het gebruik van pesticiden kan dan weer een daling van de omzet van de pesticidenindustrie tot gevolg hebben, en dat kan banen kosten. Verwacht wordt dat de invoering van milieubeschermingseisen voor nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden op lange termijn positieve effecten zal hebben op de menselijke gezondheid en het milieu dankzij de verwachte verminderde blootstelling aan pesticiden en de beperking van de negatieve gevolgen van deze blootstelling voor de menselijke gezondheid en het milieu[18].

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Met dit voorstel worden nieuwe milieubeschermingseisen ingevoerd voor het in de handel brengen en/of in bedrijf stellen van nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden in de EER. Deze aanvullende essentiële eisen zijn bindende bepalingen die moeten garanderen dat de producten het milieu niet onnodig in gevaar brengen.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag van dit voorstel tot wijziging van de machinerichtlijn is artikel 95 van het EG-Verdrag, waarin de beginselen voor de instelling van de interne markt zijn vastgelegd. De machinerichtlijn garandeert het vrije verkeer van machines waarop de richtlijn van toepassing is en die voldoen aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen en conformiteitsbeoordelingsprocedures van de richtlijn.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

Bepaalde lidstaten hebben reeds bindende milieubeschermingseisen en conformiteitsbeoordelingsprocedures voor apparatuur voor de toepassing van pesticiden ingevoerd. Andere lidstaten hebben ontwerp-regelgeving op dit gebied aangekondigd. De uiteenlopende nationale bepalingen en procedures met een vergelijkbaar doel zouden worden bestendigd of nog worden versterkt indien de vaststelling van milieueisen voor machines voor de toepassing van pesticiden zou worden overgelaten aan een vrijwillige certificeringsregeling of aan nationale, door de lidstaten vastgestelde certificeringsregelingen. Dat veroorzaakt onnodige kosten voor de industrie en vormt een belemmering voor het vrije verkeer van goederen in de Gemeenschap.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Alleen via de harmonisatie van de milieubeschermingseisen en conformiteitsbeoordelingsprocedures op communautair niveau kan het nagestreefde milieubeschermingsdoel worden bereikt, en kunnen een gelijkwaardig beschermingsniveau in de hele Gemeenschap, eerlijke concurrentie tussen fabrikanten en het vrije verkeer van goederen in de interne markt worden gewaarborgd.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstelling te verwezenlijken en is derhalve in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. Het voorstel blijft beperkt tot de essentiële eisen waaraan machines voor de toepassing van pesticiden moeten voldoen alvorens in de handel te worden gebracht en/of in bedrijf te worden gesteld, terwijl de Europese normalisatieorganisaties de technische normen met de gedetailleerde specificaties aan de hand waarvan de fabrikanten aan deze eisen kunnen voldoen, moeten vaststellen. De toepassing van deze geharmoniseerde normen blijft op vrijwillige basis geschieden, maar verschaft een vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen waarop zij betrekking hebben.

De administratieve belasting voor de Gemeenschap en de nationale autoriteiten is tot een minimum beperkt, doordat de milieubeschermingseisen voor machines voor de toepassing van pesticiden zoals voorgesteld in de machinerichtlijn worden opgenomen. Voor de lidstaten is er een eenmalige administratieve belasting, doordat de wijzigingsrichtlijn in nationaal recht moet worden omgezet. Als de wijziging eenmaal is omgezet, blijft de administratieve belasting voor de lidstaten en de Gemeenschap ingevolge het beheer en de toepassing van de nieuwe milieueisen (markttoezicht, administratieve samenwerking, organisatie van en deelname aan het comité en de werkgroep voor machines, beheer van normen enz.) evenwel grotendeels ongewijzigd in vergelijking met die veroorzaakt door het beheer en de toepassing van de bestaande machinerichtlijn in haar geheel. Indien fabrikanten van machines voor de toepassing van pesticiden voldoen aan de voorgestelde nieuwe eisen van de machinerichtlijn, zou dat voor hen als voordeel hebben dat hun administratieve belasting tot een minimum wordt beperkt. Het technisch dossier van de fabrikant zou moeten worden geactualiseerd, maar de EG-verklaring van overeenstemming waarvan elke machine vergezeld moet gaan, zou ook betrekking hebben op de nieuwe milieubeschermingseisen. Als enige wijziging zou er een verwijzing naar de desbetreffende geharmoniseerde norm moeten worden toegevoegd. De mogelijke kostenstijging ingevolge de toepassing van nieuwe geharmoniseerde eisen wordt ruimschoots gecompenseerd door de beperking van de huidige en voorzienbare toekomstige kosten van niet-harmonisering, namelijk de ontwerp- en productiekosten en de administratieve belasting van de fabrikanten wanneer zij uiteenlopende nationale regelgeving en procedures in een toenemend aantal lidstaten toepassen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: richtlijn. Nieuwe machines voor de toepassing van pesticiden zijn reeds onderworpen aan de machinerichtlijn wat de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van bedieners en andere blootgestelde personen betreft. Vanuit het oogpunt van beter wetgeven wordt het verkieslijk geacht alle voorschriften voor een bepaalde categorie van producten in één wetgevingstekst vast te stellen, zodat overlappende of tegenstrijdige voorschriften worden voorkomen en in één conformiteitsbeoordelingsprocedure kan worden voorzien. Daarom wordt voorgesteld de milieubeschermingseisen voor machines voor de toepassing van pesticiden door middel van een wijzigingsrichtlijn in de machinerichtlijn op te nemen.

Het voorstel is bijgevolg in overeenstemming met het Interinstitutioneel Akkoord 'Beter wetgeven'.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Transponeringstabel


De lidstaten delen de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Europese Economische Ruimte


De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-Overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel


De aanhef van het voorstel bevat drie overwegingen. In de eerste twee overwegingen worden achtergrond en doel van het voorstel geschetst. In de derde overweging wordt uitgelegd waarom wordt voorgesteld om milieubescherming in de doelstellingen van de machinerichtlijn op te nemen. In die overweging wordt ook vermeld dat de milieubeschermingseisen in dit voorstel beperkt blijven tot machines voor de toepassing van pesticiden en tot de risico's voor het milieu waarop de voorgestelde nieuwe essentiële eisen in bijlage I van de richtlijn betrekking hebben. Teneinde milieubescherming in de doelstellingen van de richtlijn op te nemen, worden voor bepaalde artikelen passende wijzigingen voorgesteld. Artikel 2 bevat definities van een aantal belangrijke begrippen die in de richtlijn worden gebruikt. Er wordt voorgesteld aan dit artikel een nieuwe definitie toe te voegen, met name die van 'essentiële gezondheids- en veiligheidseisen'. Wanneer milieubescherming waar passend in de definitie van 'essentiële gezondheids- en veiligheidseisen' wordt opgenomen, wordt vermeden dat de talrijke verwijzingen naar dat begrip in de richtlijn moeten worden gewijzigd. Het doel het milieu te beschermen, is eveneens vermeld in passende wijzigingen van artikel 4, lid 1, artikel 9, lid 3, en artikel 11, lid 1. Bijlage I bevat de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voor machines. Het eerste algemene beginsel bij wijze van inleiding van de bijlage wordt gewijzigd: voor fabrikanten van machines voor de toepassing van pesticiden wordt de verplichting ingevoerd om in voorkomend geval de risico's van milieuschade in te schatten. Er wordt voorgesteld de milieubeschermingseisen voor machines voor de toepassing van pesticiden op te nemen in bijlage I, deel 2. In deel 2 zijn aanvullende essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voor bepaalde categorieën machines opgenomen. Er wordt voorgesteld in de eerste alinea, waar de toepassingsgebied van deel 2 wordt gedefinieerd, een verwijzing naar machines voor de toepassing van pesticiden toe te voegen. De nieuwe aanvullende milieubeschermingseisen worden ingevoegd in een nieuw punt 2.4. De eisen van het voorgestelde nieuwe punt 2.4 van bijlage I zijn van toepassing op machines voor de toepassing van pesticiden. In punt 2.4.1 wordt meteen een definitie van 'machines voor de toepassing van pesticiden' gegeven. De definitie maakt duidelijk dat de eisen van toepassing zijn op machines die bestemd zijn voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen[19] en biociden voor plaagbestrijding[20], overeenkomstig de toepassingssfeer van de thematische strategie en de kaderrichtlijn. Machines voor de toepassing van pesticiden omvatten machines met eigen aandrijving, machines die moeten worden voortgetrokken, alsook gedragen en halfgedragen machines, machines voor de toepassing van pesticiden vanuit de lucht en stationaire machines bestemd voor de toepassing van pesticiden, zowel voor professioneel gebruik als voor gebruik door consumenten. Ook aangedreven met de hand vastgehouden draagbare machines en met fysieke kracht bediende met de hand vastgehouden draagbare machines voor de toepassing van pesticiden met een drukkamer zijn daaronder begrepen. De eisen in punt 2.4 zijn evenwel niet van toepassing op met fysieke kracht bediende draagbare of met de hand vastgehouden apparatuur voor de toepassing van pesticiden zonder drukkamer, noch op eenvoudige apparatuur voor de toepassing van pesticiden zonder bewegende delen, aangezien dergelijke apparatuur niet tot de toepassingssfeer van de machinerichtlijn behoort. De punten 2.4.2 tot en met 2.4.8 bevatten essentiële eisen die moeten garanderen dat machines voor de toepassing van pesticiden op zodanige wijze zijn ontworpen en gebouwd dat de milieuschade tot een minimum wordt beperkt, en vergezeld gaan van de nodige aanwijzingen voor gebruik, onderhoud en controle. De voorgestelde nieuwe essentiële eisen zijn van toepassing op machines voor de toepassing van pesticiden, onverminderd alle andere relevante eisen in bijlage I, waaronder de eis in punt 3.5.3 met betrekking tot de bescherming van de bediener van de machine tegen risico's ten gevolge van emissie van gevaarlijke stoffen, overeenkomstig het vierde algemene beginsel bij wijze van inleiding tot bijlage I. Het is de bedoeling dat de voorgestelde nieuwe essentiële eisen worden onderbouwd met technische specificaties van geharmoniseerde normen voor de verschillende soorten machines voor de toepassing van pesticiden. Daartoe zal de Commissie Europese normalisatieorganisaties een passend mandaat verlenen.