Toelichting bij COM(2009)21 - Wijziging van de btw-richtlijn wat de factureringsregels betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Bij Richtlijn 2001/115/EG van de Raad ("de factureringsrichtlijn") zijn gemeenschappelijke EU-regels voor btw-facturen ingevoerd, omdat deze noodzakelijk werden geacht voor de goede werking van de interne markt. De beoogde vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de btw-factureringsregels werd evenwel niet ten volle gerealiseerd: de talrijke keuzemogelijkheden waarover de lidstaten thans beschikken, hebben ertoe geleid dat de factureringsregels allerminst geharmoniseerd zijn. De uiteenlopende regels ten aanzien van e-facturering zijn hiervan een duidelijke illustratie en dit gebrek aan harmonisatie wordt algemeen beschouwd als een van de obstakels voor het gebruik van e-facturering. Krachtens de factureringsrichtlijn, die is opgenomen in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad ("de btw-richtlijn"), moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2008 bij de Raad een verslag indienen over de technologische ontwikkelingen op het gebied van e-facturering, in voorkomend geval samen met een voorstel. Aangezien de factureringsrichtlijn haar doelen niet ten volle heeft bereikt, is het voorstel bij het verslag aan de Raad breder opgezet om ook de tekortkomingen van de bepalingen op het gebied van facturering te verhelpen.

Algemene context


Onnodige administratieve lasten belemmeren de groei en staan innovatie in de weg. De factureringsregels van de btw-richtlijn leggen aan nagenoeg alle bedrijven in Europa informatieverplichtingen op. Een vereenvoudiging van deze regels kan dus de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in aanzienlijke mate helpen te verlichten. De naleving van de btw-verplichtingen belemmert ook het gebruik van e-facturering, waardoor bedrijven potentieel grote kostenbesparingen mislopen. Om bedrijven ertoe aan te zetten zich efficiënter te organiseren, moeten belemmeringen voor het gebruik van nieuwe technologieën worden weggenomen. De invoering van een modern regelgevingskader dat een grotere vereenvoudiging en harmonisatie bewerkstelligt, mag niet afdoen aan de strijd tegen de btw-fraude. Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om de btw-fraude aan te pakken en wijzigingen van de factureringsregels moeten deze inspanningen aanvullen en zeker niet ondermijnen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Richtlijn 2006/112/EG van de Raad.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Het hoofddoel van dit voorstel bestaat erin een modern kader van geharmoniseerde regels tot stand te brengen, dat de factureringsverplichtingen voor het bedrijfsleven vereenvoudigt terwijl de belastingdiensten effectieve handhavingsmiddelen krijgen. Hiermee worden vier zwaartepunten in het programma van de Commissie ondersteund. Lastenverlichting voor het bedrijfsleven In januari 2007 heeft de Commissie een ambitieus actieprogramma gepresenteerd dat tot doel heeft de administratieve lasten voor het bedrijfsleven in de EU in 2012 met 25 % te verlichten. De Europese Raad heeft dit actieprogramma op zijn voorjaarsbijeenkomst van maart 2007 goedgekeurd. De btw-richtlijn is een van de 42 wetsbesluiten die onder het actieprogramma vallen. De factureringsregels van deze richtlijn zijn een belangrijk gebied waarop informatieverplichtingen aan het bedrijfsleven worden opgelegd. Dit voorstel strekt ertoe de uit deze regels voortvloeiende lasten te verlichten. Het wil met name bewerkstelligen dat de belastingautoriteiten elektronische facturen onder dezelfde voorwaarden aanvaarden als papieren facturen. Voorts wil het de factureringregels sterker harmoniseren door de keuzemogelijkheden waarover de lidstaten beschikken, te beperken. Bedrijven noemen een gemeenschappelijk kader van standaardregels betreffende facturering van cruciaal belang voor een lastenverlichting. De Groep van onafhankelijke belanghebbenden op hoog niveau inzake administratieve lasten heeft in zijn advies van 22 oktober 2008 gewezen op het grote potentieel voor lastenverlichting dat op het gebied van facturering aanwezig is, en het beginsel dat belastingautoriteiten elektronische en papieren facturen op gelijke voet dienen te behandelen, bekrachtigd. Ondersteuning van het mkb Op 25 juni 2008 heeft de Commissie de 'Small Business Act' (SBA) aangenomen. Deze omvat een lijst van maatregelen die door de lidstaten en de Commissie moeten worden genomen met het gezamenlijke doel om het mkb te ondersteunen. Dit voorstel vormt een aanvulling op de SBA in die zin dat het toepassingsgebied van vereenvoudigde facturen wordt uitgebreid, onder meer tot facturen met lage waarde, die bijzonder belangrijk zijn voor het mkb, en dat alle lidstaten de mogelijkheid krijgen om midden- en kleinbedrijven toe te staan de btw aan te geven op kasbasis in het kader van een kasstelselregeling. Het gebruik van e-facturering verspreiden De Lissabon-agenda, die op groei en werkgelegenheid is gericht, is een topprioriteit voor de Commissie. Het aanmoedigen van het gebruik van e-facturering door het opheffen van wettelijke obstakels voor het verzenden en bewaren van e-facturen, kan bedrijven helpen om hun kosten te verlagen en hun efficiency te verhogen, en zo bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabon-agenda. Een bij besluit van de Commissie ingestelde deskundigengroep inzake e-facturering heeft de btw-richtlijn aangewezen als een cruciale, zij het geenszins de enige, wettekst met een directe invloed op het gebruik van e-facturering. De gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA), die begin 2008 op de rails is gezet om het elektronische betalingsverkeer in Europa te harmoniseren, en de beoogde ondersteuning van e-facturering kunnen elkaar wederzijds tot voordeel strekken gelet op het inherente verband tussen facturen en betalingen. Ter bevordering van e-facturering wil dit voorstel de obstakels voor e-facturering in de btw-richtlijn opheffen door de verschillen tussen langs elektronische weg en op papier verzonden facturen weg te nemen en zo de verzendingswijze neutraal te maken. Ondersteuning van de bestrijding van fraude Op 31 mei 2006 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over de noodzaak om een gecoördineerde strategie te ontwikkelen ter verbetering van de bestrijding van belastingfraude (COM(2006) 254). Bij sommige van de in de mededeling genoemde vormen van btw-fraude, zoals onterechte aftrek en carrouselfraude, wordt gebruik gemaakt van de factuur om te frauderen. Ofschoon de factuur kan worden gebruikt om te frauderen, is zij in vele gevallen het belangrijkste document voor de belastingautoriteiten om toe te zien op de betaling van de belasting. Tegen deze achtergrond heeft Commissielid Kovacs in zijn mondeling verslag aan de Ecofin-Raad op 14 mei 2008 verklaard dat 'bij de actualisering van de factureringsregels ook de verbetering van de controlemogelijkheden voor de belastingdiensten een aspect is dat moet worden bekeken.' Dit voorstel omvat maatregelen die de belastingautoriteiten de btw-fraude beter helpen te bestrijden. Zo worden onder meer strengere eisen gesteld aan de factuur bij de aftrek van btw en zullen gegevens over intracommunautaire leveringen sneller kunnen worden uitgewisseld. Laatstgenoemde maatregel is een aanvulling op het voorstel van de Commissie om de termijn voor de gegevensuitwisseling tussen de lidstaten in verband met de opgaaf van intracommunautaire leveringen te verkorten.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Openbare raadpleging.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Uitgaande van een selectie van de aanbevelingen die in de studie over facturering zijn gedaan, en de algemene beginselen inzake e-facturering die door de desbetreffende deskundigengroep zijn ontwikkeld, is het publiek om commentaar verzocht. In het algemeen konden de in de openbare raadpleging voorgelegde aanbevelingen op veel steun rekenen bij de bedrijven en brancheverenigingen. Deze aanbevelingen zijn in dit voorstel grotendeels overgenomen.

Van 24 juli 2008 tot 19 september 2008 heeft op het internet een openbare raadpleging plaatsgevonden. De Commissie heeft 64 reacties ontvangen. De resultaten zijn beschikbaar op ec.europa.eu/taxation_customs/common

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


Op 25 juli 2007 heeft de Commissie een openbare aanbesteding voor een studie op het gebied van facturering uitgeschreven. De uiterste datum voor inschrijving was 7 september 2007. De overeenkomst voor de studie is met de opdrachtnemer op 17 december 2007 ondertekend.

Gebruikte methode


Het doel van de studie was drieledig. In de eerste plaats moesten de verschillende regels in elk van de 27 lidstaten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de factureringsrichtlijn in kaart worden gebracht en gegevens over het gebruik van e-facturering in de EU worden verzameld. Vervolgens moest een analyse worden verricht van de moeilijkheden waarmee bedrijven te kampen hebben om aan de diverse factureringsverplichtingen te voldoen, met name op het gebied van e-facturering, alsook een evaluatie van het belang van de factureringsverplichtingen als controlemaatregel voor de nationale overheid. Tot slot moesten aanbevelingen worden gedaan voor wijzigingen van de wetgeving op de gebieden waar de lidstaten hun aanpak sterker kunnen harmoniseren of waar de wetgeving gemoderniseerd kan worden.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


Belastingadviseurs en btw-deskundigen van de lidstaten.

Ontvangen en gebruikte adviezen


Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd.

Het ontvangen advies had de vorm van een studie over facturering, die als basis voor de openbare raadpleging is gebruikt. De lidstaten zijn geraadpleegd op een vergadering van Working Party No. 1 op 25 september 2008. De btw-deskundigen van de lidstaten hebben een standpunt ingenomen ten aanzien van in dit voorstel op te nemen maatregelen.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek


De studie over facturering is op de website van de Commissie gepubliceerd en een reeks van aanbevelingen is voor de openbare raadpleging gebruikt. De studie over facturering is beschikbaar op ec.europa.eu/taxation_customs/common/publications

Effectbeoordeling


Krachtens artikel 237 van de btw-richtlijn moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2008 een verslag indienen, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijziging van de voorwaarden inzake elektronische facturering teneinde rekening te houden met de technologische ontwikkelingen op dit gebied. Ofschoon er zich in wezen geen technologische ontwikkelingen hebben voorgedaan die een voorstel van de Commissie vereisen, kunnen de obstakels voor e-facturering het best worden opgeheven met behulp van een wijzigingsrichtlijn, omdat deze obstakels zelf deel uitmaken van de btw-richtlijn. Ook andere beleidsdoelen zoals lastenverlichting voor het bedrijfsleven en ondersteuning van het mkb kunnen alleen worden verwezenlijkt door een wijziging van de in de btw-richtlijn vastgestelde regels. Ofschoon de in de btw-richtlijn vastgestelde termijn het niet toeliet om een volledige effectbeoordeling te verrichten, zijn er toch vele aspecten van een effectbeoordeling in dit voorstel en de bijgaande mededeling meegenomen. Volgens de kostenmeting in het kader van het Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie (ec.europa.eu/enterprise/admin-burdens-reduction), die is verricht volgens het EU-standaardkostenmodel, kan met het opheffen van de btw-obstakels voor e-facturering op de middellange termijn naar schatting een lastenverlichting van maximaal 18 miljard euro worden bereikt als alle facturen elektronisch worden verzonden. Volgens een conservatievere benadering van het kostenverschil tussen papieren en elektronische facturen, die rekening houdt met het aantal btw-facturen dat moeten worden uitgereikt en het tempo waarmee e-facturering zich thans verspreidt in de lidstaten die papieren en elektronische facturen al vergelijkbaar behandelen, zou de besparing in het bedrijfsleven weliswaar lager, maar nog altijd zeer aanzienlijk zijn.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


De voorgestelde maatregel behelst een wijziging van de btw-richtlijn. De voorgestelde wetswijziging omvat de volgende elementen: Verschuldigdheid van btw op intracommunautaire leveringen Dit voorstel is een aanvulling op het voorstel van de Commissie (COM(2008) 147) tot verkorting van het tijdvak waarop lijsten (opgaaf intracommunautaire leveringen) betrekking hebben, in die zin dat het de regels betreffende de verschuldigdheid van de belasting op intracommunautaire leveringen vereenvoudigt. Doel is één enkele datum voor het verschuldigd worden van de belasting vast te stellen, namelijk de datum van het belastbare feit, die wordt bepaald door het tijdstip waarop de levering werd verricht. Door te eisen dat de factuur wordt uitgereikt uiterlijk de vijftiende van de maand volgende op het belastbare feit, blijft de factuur nog altijd het belangrijkste document ter staving van een intracommunautaire levering. Voorts wordt de datum waarop de belasting op intracommunautaire verwervingen verschuldigd wordt, aangepast om deze in overeenstemming te brengen met die waarop de belasting op intracommunautaire leveringen verschuldigd wordt. Recht op aftrek Er worden twee wijzigingen voorgesteld in verband met de regels inzake het recht op aftrek. Verplichting om in het bezit te zijn van een factuur voor de uitoefening van het recht op aftrek Het voorstel voorziet in een gelijke behandeling wat betreft de verplichting van de leverancier of dienstverrichter om een factuur uit te reiken en die van de afnemer om in het bezit te zijn van een factuur als hij zijn recht op aftrek wil uitoefenen. De bestaande regels daarentegen creëren ongelijkwaardige situaties omdat de afnemer in bepaalde gevallen, zoals bij transacties onder de verleggingsregeling, niet in het bezit van een geldige factuur moet zijn als hij zijn recht op aftrek wil uitoefenen. Het voorstel staat de lidstaten evenwel nog altijd toe, zoals ook thans het geval is, om het recht op aftrek te verlenen op voorlegging van andere bewijsstukken wanneer er geen geldige factuur voorhanden is. Kasstelsel Aan sommige lidstaten is een derogatie toegestaan met betrekking tot het tijdstip waarop het recht op aftrek kan worden uitgeoefend door belastingplichtigen die de btw aangeven op basis van een facultatieve kasstelselregeling, die de betaling van de btw voor kleine bedrijven vereenvoudigt. Krachtens deze derogatie wordt het recht op aftrek van belastingplichtigen die de kasstelselregeling toepassen, uitgesteld totdat zij hun leverancier of dienstverrichter effectief betaald hebben, mits zij zelf ook het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt, mogen uitstellen totdat ze hun betaling ontvangen. Er wordt voorgesteld deze vereenvoudigingsmaatregel van het facultatieve kasstelsel uit te breiden tot alle lidstaten. De regeling moet kunnen worden toegepast door alle micro-ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 2 miljoen euro, zoals omschreven in de aanbeveling van de Commissie (2003/361/EG) betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Daarenboven zou, wanneer leveranciers of dienstverrichters de btw pas aangeven bij ontvangst van de betaling, aan de afnemers moeten worden toegestaan om toch onmiddellijk een recht op aftrek uit te oefenen. Dit voorstel creëert voor de lidstaten een rechtsgrondslag op basis waarvan zij bedrijven die het kasstelsel toepassen, verder kunnen steunen. Er wordt ook een wijziging aangebracht in de gegevens die op een volledige btw-factuur moeten worden vermeld, waardoor de leverancier of dienstverrichter voortaan de datum van de verschuldigdheid van de belasting op de factuur dient te vermelden. Zonder deze verplichting kan de afnemer momenteel in bepaalde gevallen niet weten wanneer het recht op aftrek kan worden uitgeoefend. Uitreiking van een factuur Lidstaat wiens regels van toepassing zijn Er heerst momenteel enige onduidelijkheid over de vraag wiens factureringsregels van toepassing zijn. Ofschoon algemeen wordt aanvaard dat de factureringsregels moeten worden gevolgd van de lidstaat waar de belasting verschuldigd is, is dit nergens uitdrukkelijk vastgelegd. Hierdoor krijgen de bedrijven met bepaalde problemen te maken. Een belastingplichtige die goederen levert of diensten verricht ter zake waarvan de btw in een andere lidstaat verschuldigd is, moet aan de daar geldende factureringsverplichtingen voldoen en deze kunnen verschillen van de lidstaat waar hijzelf gevestigd is. Het voorstel wil dit probleem oplossen door geharmoniseerde regels voor b2b-facturen (business-to-business) te creëren, zodat een belastingplichtige die een factuur uitreikt vanuit de lidstaat waar hij voor de btw geïdentificeerd is, de rechtszekerheid krijgt dat zijn factuur in de hele EU geldig is. Deze regels zullen ook van toepassing zijn in de lidstaat van de leverancier of dienstverrichter, waarmee wordt voortgebouwd op het idee van het eenloketsysteem, dat bedrijven de mogelijkheid biedt hun verplichtingen na te komen vanuit de lidstaat waar zij gevestigd zijn. Het voorstel strekt er met name toe de factureringsregels te harmoniseren op gebieden waar er momenteel verschillen zijn, namelijk vrijgestelde prestaties, termijnen voor de uitreiking van facturen, periodieke facturen, selfbilling en outsourcing naar derde partijen. Voor b2c-prestaties (business-to-consumer) blijven de huidige regels betreffende de plaats van belastingheffing als voorheen van toepassing, maar zij worden ten behoeve van de bedrijven sterker geharmoniseerd en transparanter gemaakt. Door de lidstaten de keuzemogelijkheid te geven een factuur te eisen voor b2c-prestaties – een verplichting die op gelijke wijze voor in het binnenland en het buitenland gevestigde bedrijven moet gelden – , zij het dat dit slechts een vereenvoudigde factuur hoeft te zijn, probeert het voorstel een evenwicht te vinden tussen de controlebehoeften van de lidstaten en de gewenste lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Transparantie voor de bedrijven kan worden gerealiseerd door van de lidstaten te eisen dat zij op een website nadere informatie ter beschikking stellen over de factureringsregels voor b2c-prestaties. In feite omvat het voorstel van de Commissie (COM(2004) 728 definitief – artikel 34 septies van Verordening (EG) nr. 1798/2003) al deze verplichting in het kader van het eenloketsysteem en in het goedgekeurde mini-eenloketsysteem is een soortgelijke verplichting opgenomen. Inhoud van een factuur Een factuur moet gewoonlijk voor btw-doeleinden worden uitgereikt om het bewijs te leveren van de btw die aan de schatkist is verschuldigd, en om de afnemer in staat te stellen zijn recht op aftrek uit te oefenen. Het is duidelijk dat het belang van een factuur groter is wanneer er een recht op aftrek kan worden uitgeoefend dan wanneer er alleen btw is verschuldigd door de leverancier of dienstverrichter. Hiermee rekening houdende beoogt het voorstel een factureringssysteem met twee niveaus te creëren. Het ene niveau is dat van de volledige btw-factuur, die uitgereikt moét worden en een uitgebreide reeks van gegevens bevat voor b2b-prestaties wanneer het aannemelijk is dat de afnemer een recht op aftrek zal uitoefenen, de leverancier of dienstverrichter een recht op aftrek van de voorbelasting heeft, of wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende prestatie. Het andere niveau is dat van de vereenvoudigde factuur, die uitgereikt mág worden, maar in sommige gevallen uitgereikt moét worden. Volledige btw-factuur Wat de volledige btw-factuur betreft, blijven de huidige verplichtingen van artikel 226 van de btw-richtlijn grotendeels behouden. Er zijn drie belangrijke wijzigingen. De eerste wijziging betreft de vereiste dat de leverancier of dienstverrichter het btw-identificatienummer van zijn afnemer op de factuur vermeldt. Dit zal de belastingdienst meer zekerheid geven dat het btw-nummer van de afnemer op de factuur overeenstemt met dat waaronder het recht op aftrek wordt uitgeoefend. Ook wordt een einde gemaakt aan het onderscheid tussen binnenlandse facturen en facturen voor prestaties aan afnemers in een andere lidstaat. Tot slot helpt deze vereiste bij de eenduidige identificatie van de afnemer wanneer, naar wordt gehoopt, de verzending van facturen langs elektronische weg ruimer ingang vindt. De tweede wijziging houdt in dat de datum van levering van de goederen of de diensten wordt vervangen door de datum waarop de btw verschuldigd wordt. Zo weet de afnemer in welk tijdvak hij zijn recht op aftrek kan uitoefenen. De derde wijziging betreft leveringen van goederen of diensten onder de verleggingsregeling. De leverancier of dienstverrichter, die niet tot voldoening van de btw is gehouden, hoeft niet langer het btw-tarief en het te betalen btw-bedrag op de volledige factuur te vermelden wanneer de prestatie in een andere lidstaat wordt geleverd. In vele gevallen is het voor hem moeilijk om het btw-tarief te kennen als de afnemer zich in een andere lidstaat bevindt. Vereenvoudigde btw-factuur De lidstaten hebben de keuzemogelijkheid om van belastingplichtigen te verlangen dat zij een factuur uitreiken in het geval van b2c-prestaties. Aangezien het in deze gevallen evenwel niet aannemelijk is dat er btw wordt afgetrokken, mag uitsluitend een vereenvoudigde factuur worden verlangd. Voor b2b-prestaties heeft een bedrijf de mogelijkheid om een vereenvoudigde factuur uit te reiken voor creditnota's en binnenlandse vrijgestelde prestaties waarbij de leverancier of dienstverrichter geen recht op aftrek van de voorbelasting heeft. Ook wanneer het factuurbedrag minder dan 200 euro beloopt, mag slechts een vereenvoudigde factuur worden verlangd. Aangezien er slechts een gering btw-bedrag in mindering zou kunnen worden gebracht, is ook het daaruit voortvloeiende risico voor de begrotingen van de lidstaten gering. Hoe dan ook hebben de meeste lidstaten het btw-comité al geraadpleegd om gebruik te maken van vereenvoudigde facturen voor onbeduidende bedragen. De gegevens die op een vereenvoudigde factuur moeten worden vermeld, zijn de gegevens die thans in artikel 238 van de btw-richtlijn zijn opgesomd. De enige wijziging is de vereiste dat ook de waarde van het soort geleverde goederen of diensten wordt vermeld. E-facturering Op grond van de diverse keuzemogelijkheden waarover zij beschikken, hebben de lidstaten de regels inzake e-facturering op uiteenlopende wijze ten uitvoer gelegd. Dit heeft geleid tot een onsamenhangend geheel van e-factureringsregels die de bedrijven moeilijk kunnen naleven, met name wanneer ze e-facturen naar het buitenland verzenden. Het voorstel strekt ertoe de in de btw-richtlijn aanwezige wettelijke obstakels voor e-facturering weg te nemen door te voorzien in een gelijke behandeling van de verzending van een factuur, zowel op papier als langs elektronische weg. Daarom wordt de verwijzing naar het feit dat de e-factuur een geavanceerde elektronische handtekening moet hebben of via EDI moet worden verzonden, geschrapt. Tegelijkertijd is het zaak dat beste praktijken zich ontwikkelen zodat de standaarden, de behoeften van het bedrijfsleven en alle wettelijke verplichtingen zich uiteindelijk tot een onlosmakelijk geheel verweven. In die zin kan de btw-richtlijn slechts een faciliterende rol spelen bij het wegnemen van de obstakels op het gebied van de btw-wetgeving en de werkzaamheden van de deskundigengroep inzake e-facturering zullen hier te pas komen. Bewaren van facturen In het voorstel wordt een gemeenschappelijke periode van zes jaar vastgesteld tijdens welke facturen in de EU moeten worden bewaard. Dit maakt een uniforme uitwisseling van facturen tussen de lidstaten mogelijk en sluit veelal aan bij de huidige bewaartermijnen in de verschillende lidstaten. Dit voorstel zorgt ervoor dat nu duidelijk in de wetgeving wordt omschreven van welke lidstaat de regels van toepassing zijn. Voor de leverancier of dienstverrichter zijn dat de regels van de lidstaat waar hij voor de btw is gevestigd. Voor de afnemer gelden de regels van de lidstaat waartoe hij behoort. Eveneens belangrijk is dat bedrijven papieren facturen zullen mogen omzetten in elektronische vorm om deze te bewaren.

Rechtsgrondslag


Artikel 93 van het EG-Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Aangezien de huidige regels die vereenvoudigd, gemoderniseerd en geharmoniseerd moeten worden, zijn vastgelegd in een richtlijn, is de keuze voor een richtlijn ook de eenvoudigste en meest voor de hand liggende maatregel.

De maatregelen strekken ertoe de lasten voor het bedrijfsleven te verlichten, het mkb te ondersteunen en het gebruik van e-facturering te vergemakkelijken, wat in het algemeen een positief effect zou moeten sorteren op de bedrijven terwijl ook de lidstaten nog voldoende controlemiddelen in handen houden voor een effectief en efficiënt toezicht op de belastingen.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: richtlijn.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn. De wetgeving die wordt gewijzigd, is neergelegd in een richtlijn en dus zou een ander wetsbesluit niet dienstig zijn.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving en vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en voor private partijen.

Het voorstel strekt ertoe wettelijke obstakels op de interne markt op te heffen voor btw-facturen. Dit voorstel past in de strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving die de Commissie in oktober 2005 op de rails heeft gezet (COM(2005) 535) om het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te helpen versterken. De vereenvoudigingsmaatregelen behelzen met name de uitreiking van een factuur binnen een geharmoniseerd EU-regelgevingskader, een vereenvoudigde factuur voor b2c-prestaties, de gelijke behandeling van elektronische en papieren facturen, een gemeenschappelijke bewaartermijn voor facturen in de EU en het schrappen van de keuzemogelijkheid die de lidstaten hebben om voorwaarden te stellen aan selfbilling (waarbij de facturen door de afnemer zelf worden opgesteld).

Het voorstel zal de kwaliteit van de door de lidstaten uitgewisselde gegevens over de intracommunautaire goederenleveringen verbeteren.

De vaststelling van geharmoniseerde regels op EU-niveau verschaft bedrijven de rechtszekerheid dat een factuur die voldoet aan de regels in één lidstaat, ook voldoet aan de regels in alle andere lidstaten. Thans moeten bedrijven rekening houden met factureringsregels die tot 27 maal verschillend kunnen zijn.

Transponeringstabel


De lidstaten delen de Commissie de tekst van de nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

E-