Toelichting bij COM(2009)238 - Toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) voor de vaststelling van het bruto nationaal inkomen (BNI) ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

INLEIDING

‘Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs’ (IGDFI) maken deel uit van de opbrengst van financiële instellingen (doorgaans banken). Dit deel van de opbrengst komt niet voort uit de directe verkoop van diensten met een vaste prijs, maar uit het hanteren van een hogere rentevoet voor leningen dan voor deposito’s (renteverschil).

De toerekening van IGDFI in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 95) werd vastgesteld in Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad van 16 februari 1998 ter aanvulling en wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996, en werd vanaf 1 januari 2005 door Verordening (EG) nr. 1889/2002 van de Commissie van 23 oktober 2002 ten uitvoer gelegd.

Ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschap worden IGDFI echter niet automatisch toegerekend. Vooreerst is krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad bij wijze van specifieke afwijking de goedkeuring met eenparigheid van stemmen van een besluit van de Raad op basis van een voorstel van de Commissie vereist. Ten tweede, indien wordt vastgesteld dat de toerekening van IGDFI een significante wijziging inhoudt van het BNI, krachtens artikel 2, lid 7, tweede alinea, van respectievelijk Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 en Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007, besluit de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen of deze wijzigingen gelden voor de toepassing van beide besluiten.

De toerekening van IGDFI voor de vaststelling van het BNI dat voor de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschap wordt gebruikt, zou een significante impact op de geraamde eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten hebben, en tevens de in artikel 3 van beide besluiten bepaalde plafonds voor betalingen en vastleggingen wijzigen. De Commissie meent dan ook dat de toerekening van IGDFI resulteert in significante veranderingen in het BNI.

Deze mededeling van de Commissie omvat derhalve een voorstel voor een besluit van de Raad waarbij:

- op basis van artikel 8, lid 1, van Verordening nr. 448/98 van de Raad, artikel 1 bepaalt dat IGDFI voortaan worden toegerekend voor de vaststelling van het bruto nationaal inkomen (BNI) ten behoeve van de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschap;

- op basis van artikel 2, lid 7, tweede alinea, en artikel 3 van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad, artikel 2 bepaalt dat IGDFI voor de toepassing van dit besluit van 1 januari 2005 tot 31 december 2006 worden toegerekend;

- op basis van artikel 2, lid 7, tweede alinea, en artikel 3 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad, artikel 3 bepaalt dat IGDFI voor de toepassing van dit besluit vanaf 1 januari 2007 worden toegerekend.

TOEREKENING VAN IGDFI TEN BEHOEVE VAN HET STELSEL VAN EIGEN MIDDELEN VAN DE GEMEENSCHAP

Beschikbaarheid van ESR 95-gegevens met toerekening van IGDFI

Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad voert het beginsel van de toerekening van IGDFI in het ESR 95 in en verzoekt de lidstaten tot Indiening van de resultaten van de berekeningen tijdens de proefperiode (artikel 4), gevolgd door een Evaluatie van de resultaten (artikel 5). Deze evaluatie was gunstig en Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad werd ten uitvoer gelegd door Verordening (EG) nr. 1889/2002 van de Commissie, die vanaf 1 januari 2005 van toepassing is (artikel 2) en op grond waarvan de lidstaten verplicht zijn bij het indienen van gegevens in het kader van het ESR 95 IGDFI toe te rekenen.

Bij de gegevensindiening in het kader van het ESR 95 van september/oktober 2008 hebben alle lidstaten deze vereiste voor het eerst nageleefd, waardoor de Commissie nu dit voorstel kan indienen.

Toerekening van IGDFI voor het BNI ten behoeve van de eigen middelen

Artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad stelt: “In afwijking van deze verordening wordt het besluit om de IGDFI toe te rekenen voor de vaststelling van het BNP [bruto nationaal product, sinds 2002, krachtens artikel 2, lid 7, eerste alinea, van Besluit 2000/597/EG, vervangen door het BNI] dat wordt gebruikt voor de begroting en het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschap door de Raad, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen vastgesteld.” Dit betekent dat Verordening (EG) nr. 448/98 van de Raad, die het ESR 95 met betrekking tot de toerekening van IGDFI heeft gewijzigd, bij wijze van afwijking niet van toepassing is op de vaststelling van het BNI ten behoeve van de eigen middelen.

Het voorwerp van dit voorstel (artikel 1) bestaat erin de Raad te laten beslissen dat IGDFI moeten worden toegerekend voor de vaststelling van het BNI ten behoeve van de eigen middelen. De meest recente concepten inzake statistiek moeten inderdaad worden gebruikt ten behoeve van het stelsel van eigen middelen en het BNI moet dan ook worden vastgesteld, zoals bedoeld door de Commissie, in het kader van het ESR 95, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad, zoals gewijzigd.

IGDFI toerekenen voor de toepassing van Besluit 2000/597/EG

Artikel 2, lid 7, tweede alinea, van Besluit 2000/597/EG stelt: “Indien wijzigingen van het ESR 1995 resulteren in significante veranderingen in het BNI, zoals bepaald door de Commissie, besluit de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen of deze wijzigingen gelden voor de toepassing van dit besluit .” De toerekening van IGDFI verhoogt het BNI gemiddeld met meer dan 1%, wat op basis van de in artikel 3 van Besluit 2000/597/EG omschreven werkwijze duidelijk een verandering inhoudt van de door dit artikel vastgestelde plafonds. Dit betekent dat de toerekening van IGDFI een significante verandering inhoudt in de zin van bovenvermeld artikel 2, lid 7, tweede alinea.

Het voorwerp van dit besluit (artikel 2) bestaat erin enkel voor de jaren 2005 en 2006 IGDFI toe te rekenen voor de toepassing van Besluit 2000/597/EG.

IGDFI toerekenen voor de toepassing van Besluit 2007/436/EG

Artikel 2, lid 7, tweede alinea, van Besluit 2007/436/EG stelt: “Indien wijzigingen van het ESR 1995 resulteren in significante veranderingen in het BNI, zoals bepaald door de Commissie, besluit de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen of deze wijzigingen gelden voor de toepassing van dit besluit .” De toerekening van IGDFI verhoogt het BNI gemiddeld met meer dan 1%, wat op basis van de in artikel 3, lid 3, van Besluit 2007/436/EG omschreven werkwijze duidelijk een verandering inhoudt van de door dit artikel vastgestelde plafonds. Dit betekent dat de toerekening van IGDFI een significante verandering inhoudt in de zin van bovenvermeld artikel 2, lid 7, tweede alinea.

Het voorwerp van dit besluit (artikel 3) bestaat erin vanaf 2007 IGDFI toe te rekenen voor de toepassing van Besluit 2000/436/EG.

Inwerkingtreding en vankrachtwording

Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2005, de datum waarop ook Verordening (EG) nr. 1889/2002 van de Commissie van kracht werd.