Toelichting bij COM(2009)517 - Vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden welke in de Zwarte Zee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Doel van het voorstel



Doel van dit voorstel is om naar aanleiding van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie op 1 januari 2007 de in 2008 en 2009 ten uitvoer gelegde instandhoudingsmaatregelen voort te zetten en daartoe voor 2010 vast te stellen welke vangstmogelijkheden en visserijvoorschriften de lidstaten in acht moeten nemen wanneer zij op de commercieel voornaamste bestanden in de Zwarte Zee vissen.

Algemene context



Volgens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet dit beleid een exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen garanderen die voor duurzame omstandigheden op economisch, ecologisch en sociaal gebied zorgt. Een belangrijk instrument om deze doelstellingen te bereiken is de jaarlijkse vaststelling van de vangstmogelijkheden in de vorm van totaal toegestane vangsten (total allowable catches, TAC’s), quota en beperkingen van de visserijinspanning.

De vangstmogelijkheden in de Zwarte Zee en de bij de visserij in acht te nemen voorschriften zijn in 2008 voor het eerst bij Gemeenschapsrecht vastgesteld.

Krachtens deze eerste op het voorzorgsbeginsel gebaseerde communautaire beheersmaatregelen voor de Zwarte Zee dienen de nationale overheden, de belanghebbende partijen en de wetenschappelijke wereld de controle van vangsten en aanlandingen, en de kwaliteit van de wetenschappelijke en economische analysebasis te verbeteren.

Bovendien moeten deze maatregelen het standpunt van de Gemeenschap kracht bijzetten in besprekingen binnen een eventuele toekomstige regionale organisatie voor visserijbeheer waarbij alle Zwarte Zeelanden worden betrokken.

In afwachting van een geavanceerder, geïntegreerder en op multilateraal niveau af te spreken systeem van beheersmaatregelen voor de duurzame visserij in dat gebied worden in dit voorstel instandhoudingsmaatregelen voor 2010 voorgesteld overeenkomstig de punten 4 en 5 en de punten 7 tot en met 9 van de mededeling van de Commissie inzake de raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2010[1].

De vaststelling van de ontwerpverordening door de Raad is vooropgesteld voor oktober 2009.

Het voorstel bevat beheersmaatregelen tot vaststelling van de communautaire TAC’s en quota en daarmee verbonden technische maatregelen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Op multilateraal niveau zijn geen instandhoudingmaatregelen voor deze visserij vastgesteld.

Dit voorstel dient te worden beschouwd als voortzetting van de voor 2009 geldende verordening (Verordening (EG) nr. 1139/2008 van de Raad van 10 november 2008).

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van Unie

De voorgestelde maatregelen sluiten aan bij de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en zijn in overeenstemming met het beleid van de Gemeenschap inzake duurzame ontwikkeling.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



De twee betrokken lidstaten weten dat de Commissie van plan is instandhoudingsmaatregelen voor de Zwarte Zee voor te stellen overeenkomstig de voorschriften in het kader van de raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2010.

Op 5 juni 2009 heeft DG MARE visserijconsultants uit Roemenië en Bulgarije uitgenodigd voor besprekingen over de gevolgen van het voorjaarsverslag van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (WTECV) op de herziening van de in Verordening (EG) nr. 1139/2008 vastgestelde TAC voor tarbot die binnen het jaar moest plaatsvinden. Beide lidstaten hebben schriftelijk gereageerd en hebben samen afgesproken een verhoging van de TAC voor tarbot tot 130 ton aan te vragen.

Gezien de verklaring van het WTECV op 17 juli 2009 dient een verhoging van de TAC voor tarbot volkomen te worden uitgesloten. Er heeft evenwel nog geen gestructureerd overleg met de nationale overheden en de belanghebbende partijen van de twee betrokken lidstaten plaatsgevonden. Dit overleg is gepland voor begin september 2009.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



In maart en juli 2009 heeft het WTECV twee werkgroepen van wetenschappers uit het Zwarte Zeegebied (Bulgarije, Roemenië, Turkije en Oekraïne) samengeroepen. Deze groepen hebben verslagen voorbereid over de toestand van de sprot- en tarbotbestanden in de Zwarte Zee en daarbij bijzondere aandacht besteed aan de communautaire wateren. De verslagen werden toegezonden aan het WTECV, dat de visserij op tarbot in de Zwarte Zee heeft herzien tijdens zijn voltallige zitting in april 2009 en die op sprot en tarbot tijdens de vergadering van 13-17 juli 2009 in Kopenhagen.

Op 17 juli 2009 heeft het WTECV het wetenschappelijk advies inzake de vangstmogelijkheden in de Zwarte Zee voor 2010 uitgebracht[2].

Volgens het WTECV dient het tarbotbestand overeenkomstig de raadpleging van de Commissie over de vangstmogelijkheden voor 2010 in categorie 10 te worden ingedeeld. Dit betekent dat de TAC voor tarbot ten opzichte van de communautaire TAC voor 2009 met ten minste 25 % moet worden verlaagd van 100 ton naar 75 ton. Er moeten herstelmaatregelen ten uitvoer worden gelegd, met inbegrip van inspanningsverlagingen en de invoering van selectiever vistuig. Er zijn geen nieuwe elementen voorhanden die wijzen op de noodzaak de sleutel van 50/50 voor de verdeling tussen de twee betrokken landen te wijzigen.

Het WTECV stelt voor het sprotbestand in categorie 6 in te delen, wat betekent dat voor dit bestand geen communautaire TAC wordt voorgesteld. Categorie 6 heeft betrekking op gevallen waarin de toestand van het bestand onbekend is en het WTECV advies over een adequate vangst uitbrengt. Beoogd wordt de TAC overeenkomstig het WTECV-advies vast te stellen, maar met niet meer dan 15 % te wijzigen. Indien geen adequate gegevens over de omvang van het bestand beschikbaar zijn, dient de TAC ongewijzigd te blijven.

Effectbeoordeling



In dit voorstel wordt een aanzienlijke verlaging van de voor 2009 vastgestelde toegestane vangstniveaus voorgesteld. De waarschijnlijke gevolgen voor de visserijsector werden in 2007 en 2008 onderzocht in samenwerking met de nationale overheden en met deskundigen en wetenschappers uit de twee betrokken lidstaten. De voorgestelde verlagingen vergen de invoering van begeleidende maatregelen die met de betrokken lidstaten moeten worden besproken.

Wat de vangstmogelijkheden voor tarbot voor 2009 betreft, is de Bulgaarse tarbotvisserij zowel op nationaal als op communautair niveau gesloten sinds 1 april. Elk seizoen gaat de visserij dicht van 15 april tot en met 15 juni. Om de controle van de vangsten en aanlandingen te verifiëren, is voor oktober 2009 een controlebezoek door inspecteurs van de Commissie gepland.

Toepassing van de voorschriften inzake vangstmogelijkheden voor sprot in 2010 betekent dat de niet-toegewezen TAC voor 2009 ongewijzigd moet blijven. Dit zal geen problemen opleveren aangezien de jaarlijkse vangsten van Bulgarije en Roemenië samen de laatste jaren nog niet eens de helft van deze hoeveelheid bedroegen.

Aangezien de tarbotvisserij in Bulgarije in 2009 aanzienlijk is toegenomen en het jaarquotum op 1 april 2009 volledig was opgebruikt, moet de tenuitvoerlegging van de TAC- en quotaverlagingen op korte termijn tot forse beperkingen van de Bulgaarse visserijactiviteiten leiden.

Het voorstel dient te worden beschouwd als een voortzetting van de voor 2008 en 2009 geldende maatregelen die de voorwaarden moesten creëren voor een duurzame langetermijnexploitatie in het betrokken gebied.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor dit voorstel is Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad, en met name artikel 20.

3.

Gevolgen voor de begroting



Zoals bepaald in de operationele programma’s ter uitvoering van maatregelen in het kader van het Europees Visserijfonds, is het mogelijk dat de vloot van de twee betrokken lidstaten dient te worden aangepast. Afgezien daarvan heeft de voorgestelde verordening geen consequenties voor de begroting van de EU.

4.

Aanvullende informatie



5.

Gedetailleerde toelichting



Het voorstel betreft de voor de lidstaten geldende vangstmogelijkheden voor de visserij in de Zwarte Zee in 2010. De aan de lidstaten toegewezen TAC’s en quota zijn opgenomen in bijlage I. De voorgestelde cijfers zijn gebaseerd op de raadpleging van de Commissie over de vangstmogelijkheden voor 2010.

De technische maatregelen ter begeleiding van de kwantitatieve beperkingen bestaan uit een verbod op de tarbotvisserij van 15 april tot en met 15 juni, een minimummaat bij aanlanding voor tarbot van 45 cm en een wettelijke minimummaaswijdte van 400 mm voor met het oog op de vangst van tarbot gebruikte geankerde netten. De periode voor de gestaffelde afschaffing van kleinere netmaaswijdten is inmiddels verstreken.

Voor alle soorten waarvoor quota gelden, wordt een verbod op high-grading ingesteld. Het algemene doel van dit verbod is de teruggooi te verminderen. Een verbod op high-grading houdt in dat soorten die onder quota vallen en die krachtens de communautaire regelgeving voor de visserij legaal kunnen worden gevangen en aangeland, niet mogen worden teruggegooid.

De Commissie zet zich bovendien in bilaterale besprekingen met Turkije en Oekraïne en via de betrokken regionale visserijorganisaties, zoals de GFCM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) in voor samenwerking op het gebied van visserijbeheer met derde landen die aan de Zwarte Zee grenzen.