Toelichting bij COM(2010)30 - Sluiting van het Protocol inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu en de kustgebieden van de Middellandse Zee, ook bekend als ‘het Verdrag van Barcelona’, werd op 16 februari 1976 te Barcelona ondertekend en op 10 juni 1995 gewijzigd. Het verdrag is op 9 juli 2004 in werking getreden. De Europese Unie is partij bij het verdrag, evenals alle EU-lidstaten die aan de Middellandse Zee grenzen. Volgens artikel 4, lid 3, van het gewijzigde verdrag moeten de partijen streven naar een geïntegreerd beheer van kustgebieden, rekening houdend met de bescherming van gebieden van ecologisch en landschappelijk belang en het rationele gebruik van de natuurlijke hulpbronnen.

2. In de EU is het voornaamste instrument ter bevordering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden Aanbeveling 2002/413/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa (PB L 148 van 6.6.2002). In Hoofdstuk V van die aanbeveling wordt gewezen op het belang van samenwerking in regionale zeeën om tot een betere coördinatie te komen en grensoverschrijdende kustproblemen beter aan te pakken. De Europese Unie bevordert grootschalig geïntegreerd beheer door middel van horizontale instrumenten, ook op het gebied van milieubescherming, en door het leggen van een solide wetenschappelijke basis daarvoor middels haar onderzoekprogramma’s. Deze activiteiten dragen daarom ook bij tot een geïntegreerd beheer van kustgebieden. Het geïntegreerd beheer van kustgebieden maakt deel uit van het geïntegreerd maritiem beleid van de EU.

3. De onderhandelingen met het oog op de totstandkoming van een Protocol inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden in het Middellandse Zeegebied (hierna ‘het ICZM-protocol’ genoemd) hebben vanaf 2006 plaatsgevonden in het kader van het Verdrag van Barcelona; het resulterende protocol is op 21 januari 2008 te Madrid door de conferentie van gevolmachtigden aangenomen. Het ICZM-protocol is namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip, welke heeft plaatsgevonden bij Besluit 2009/89/EG van de Raad van 4 december 2008 (PB L 34 van 4.2.2009). Alle EU-lidstaten die partij zijn bij het Verdrag van Barcelona, met uitzondering van Cyprus, hebben het protocol ondertekend. De partijen worden thans aangespoord om het protocol te bekrachtigen, zodat het zo snel mogelijk in werking kan treden. Er lopen reeds bekrachtigings- en toetredingsprocedures.

4. De kustgebieden van de Middellandse Zee blijven kampen met een zware druk op het milieu en een aantasting van de kustrijkdommen. Ongecontroleerde verstedelijking grijpt in het Middellandse Zeegebied snel om zich heen; dit veroorzaakt de geleidelijke teloorgang van natuurgebieden en biodiversiteit en een steeds nijpender concurrentie om de watervoorraden. De problemen van kusterosie en overstroming van laaggelegen kustgebieden worden nog aangescherpt door de voortschrijdende verstedelijking van zeereep en kustvlakten[1]. De voorspelde bevolkingsaanwas, die vooral in de verstedelijkte kustgebieden is geconcentreerd, alsook een bijna verdubbeling van de aantallen toeristen en een nog grotere toename van het vervoer zullen de druk op het milieu alleen maar verhogen. Tegen 2025 zal de gebouwde omgeving wellicht 50% van de kustlijn bestrijken, in vergelijking met 40% in 2000[2]. Bovendien behoort het Middellandse Zeebekken tot de meest kwetsbare gebieden voor de gevolgen van klimaatverandering[3]. Het protocol biedt een kader ter bevordering van een beter gecoördineerde en geïntegreerde benadering, die noodzakelijk is om de problemen op een meer doeltreffende wijze aan te pakken en tot een duurzamere ontwikkeling van de kustgebieden van de Middellandse Zee te komen.

5. Het protocol bevat van bepalingen van diverse aard die op verschillende bestuurlijke niveaus moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Hoewel het passend is dat de Europese Unie optreedt ter ondersteuning van een geïntegreerd beheer voor kustgebieden, onder andere gezien de grensoverschrijdende aard van de meeste milieuproblemen, zullen de lidstaten en de bevoegde instanties van de lidstaten bepaalde bij het protocol vastgestelde maatregelen betreffende kustgebieden nader moeten uitwerken en uitvoeren, zoals de vaststelling van zones waarin niet mag worden gebouwd.

Gelet op het voorgaande verdient het aanbeveling dat de Europese Unie het Protocol inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden in het Middellandse Zeegebied sluit.