Toelichting bij COM(2010)193 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten - Deel II van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)193 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten - Deel II van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020. |
---|---|
bron | COM(2010)193 |
datum | 27-04-2010 |
Volgens het Verdrag betreffende de werking van de EU dienen de lidstaten hun economisch beleid en de bevordering van de werkgelegenheid te beschouwen als aangelegenheden van gemeenschappelijk belang en deze in het kader van de Raad te coördineren. In twee afzonderlijke artikelen stelt het Verdrag dat de Raad globale richtsnoeren voor het economisch beleid (artikel 121) en de werkgelegenheid (artikel 148) moet opstellen. Hierbij wordt aangetekend dat de richtsnoeren voor werkgelegenheid verenigbaar moeten zijn met de globale richtsnoeren. Gelet op deze rechtsgrondslag worden de richtsnoeren voor werkgelegenheid en economisch beleid gepresenteerd als twee afzonderlijke – maar wezenlijk samenhangende – rechtsinstrumenten:
- een aanbeveling van de Raad betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie – Deel I van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020;
- een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten – Deel II van de geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020.
Deze rechtsinstrumenten omvatten samen de geïntegreerde richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie.
De geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020 vormen het kader voor de Europa 2020-strategie en de hervormingen op lidstaatniveau. Om te zorgen voor samenhang en duidelijkheid is gekozen voor een beperkt aantal richtsnoeren, die de conclusies van de Europese Raad weerspiegelen. De richtsnoeren zijn geïntegreerd om te waarborgen dat de nationale en EU-beleidsplannen leiden tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Door de richtsnoeren gelijktijdig te volgen, kunnen de lidstaten – met name binnen de eurozone – profiteren van de positieve spill-overeffecten van gecoördineerde structurele hervormingen.
Op grond van de richtsnoeren stellen de lidstaten nationale hervormingsprogramma's op, waarin zij beschrijven welke maatregelen zij in het kader van de nieuwe strategie zullen nemen. De inspanningen zullen vooral gericht zijn op het halen van de nationale streefcijfers. Voortbouwend op het toezicht van de Commissie en het in de Raad verrichte werk, zal de Europese Raad jaarlijks de algehele voortgang beoordelen die op het niveau van de EU en dat van de lidstaten geboekt is bij de tenuitvoerlegging van de strategie. De macro-economische en structurele ontwikkelingen, de concurrentiepositie en de algehele financiële stabiliteit zullen tegelijkertijd worden onderzocht.
De geïntegreerde richtsnoeren van Europa 2020 zijn:
Richtsnoer 1: De kwaliteit en houdbaarheid van de overheidsfinanciën waarborgen
Richtsnoer 2: Macro-economische onevenwichtigheden verhelpen
Richtsnoer 3: Onevenwichtigheden in de eurozone beperken
Richtsnoer 4: De steun voor O&O en innovatie optimaliseren, de kennisdriehoek intensiveren en het potentieel van de digitale economie benutten
Richtsnoer 5: Zuiniger omgaan met hulpbronnen en de uitstoot van broeikasgassen beperken
Richtsnoer 6: Het ondernemings– en consumentenklimaat verbeteren en de industriële basis moderniseren
Richtsnoer 7: De arbeidsmarktparticipatie opvoeren en de structurele werkloosheid terugdringen
Richtsnoer 8: Een geschoolde beroepsbevolking ontwikkelen die in de behoeften van de arbeidsmarkt voorziet, arbeidsvoorwaarden verbeteren en een leven lang leren bevorderen
Richtsnoer 9: De prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels op alle niveaus verbeteren en deelname aan tertiair onderwijs vergroten
Richtsnoer 10: Sociale integratie bevorderen en armoede bestrijden