Toelichting bij COM(2010)396 - Machtiging van Italië af te wijken van artikel 285 van de btw-richtlijn

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna 'de btw-richtlijn' genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 10 december 2009, heeft de Italiaanse Republiek verzocht om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 euro van de btw te mogen blijven vrijstellen. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 11 januari 2010 van het verzoek van de Italiaanse Republiek in kennis gesteld. Bij brief van 12 januari 2010 heeft de Commissie de Italiaanse Republiek meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context


Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaald plafond blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige over zijn prestaties geen btw in rekening hoeft te brengen, maar anderzijds ook geen voorbelasting meer kan aftrekken. Deze maatregel werd oorspronkelijk ingevoerd in overeenstemming met de bepalingen van artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG van de Raad. De lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid waarin dit artikel voorzag, konden nadien evenwel, overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder b), van Richtlijn 77/388/EG, thans herschikt tot artikel 285, eerste alinea, van de btw-richtlijn, slechts vrijstelling van btw toekennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 5 000 euro. De Italiaanse Republiek heeft geen gebruik gemaakt van de in artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG van de Raad geboden mogelijkheid. Omdat het land redelijk veel belastingplichtigen met een zeer lage jaaromzet telde, heeft de Italiaanse Republiek in 2007 om een derogatie verzocht, teneinde de btw-verplichtingen voor kleine ondernemingen te vereenvoudigen en de inning van de btw door de nationale belastingdienst te vergemakkelijken. Bij Beschikking 2008/737/EG van de Raad (PB L 249 van 18.9.2008, blz. 13) werd de Italiaanse Republiek gemachtigd om tot 31 december 2010 belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 euro vrij te stellen, met de mogelijkheid om dit drempelbedrag te verhogen om de reële waarde van de vrijstelling te handhaven. De Italiaanse Republiek verzoekt nu om een verlenging van deze maatregel, die facultatief is voor belastingplichtigen. De Commissie heeft in haar richtlijnvoorstel ter vereenvoudiging van de btw-verplichtingen van 29 oktober 2004 (COM(2004) 728 definitief) bepalingen opgenomen op grond waarvan de lidstaten vrijstelling van de btw zouden kunnen verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 100 000 euro, met de mogelijkheid om dit plafond jaarlijks te herzien. Tot dusver heeft de Raad evenwel nog geen overeenstemming over dit voorstel bereikt. Uit door de Italiaanse Republiek verstrekte gegevens blijkt dat de toepassing van de maatregel heeft geleid tot een geraamde vermindering van de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik ten belope van minder dan 0,2 %, hetgeen in overeenstemming is met de ramingen toen de oorspronkelijke derogatie werd verleend. Daarom wordt voorgesteld de derogatie te verlengen tot 31 december 2013 of, indien deze vroeger valt, de datum van inwerkingtreding van een richtlijn waarin een drempelbedrag wordt vastgesteld voor de jaaromzet waaronder een belastingplichtige van de btw kan worden vrijgesteld.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


In 2004 heeft de Commissie voorgesteld (COM(2004) 728 definitief) om het drempelbedrag van de jaaromzet dat de lidstaten kunnen hanteren om belastingplichtigen van de btw vrij te stellen, te verhogen tot 100 000 euro.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Niet relevant.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Het besluit strekt tot verlenging van een vereenvoudigingsmaatregel die ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 euro van vele btw-verplichtingen ontheft, en heeft aldus een potentieel positief effect. Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingduur van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Machtiging van de Italiaanse Republiek tot toepassing van een maatregel die afwijkt van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij een vereenvoudigingsmaatregel wordt verlengd voor ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 euro.

Rechtsgrondslag


Artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: besluit.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het meest geschikte instrument, aangezien een besluit tot individuele lidstaten kan worden gericht.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

4.

Aanvullende informatie



Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel bevat een vervalbepaling.