Toelichting bij COM(2010)446 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/011 NL/NXP Halfgeleiders uit Nederland - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)446 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/011 NL/NXP Halfgeleiders uit Nederland. |
---|---|
bron | COM(2010)446 |
datum | 31-08-2010 |
De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering [2].
Op 26 maart 2010 heeft Nederland aanvraag EGF/2010/011 NL/NXP Halfgeleiders ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij NXP Semiconductors Netherlands BV ("NXP") in Nederland.
Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.
Belangrijkste gegevens:
EFG-referentienummer EGF/2010/011
Lidstaat Nederland
Artikel 2 a)
Betrokken onderneming NXP Semiconductors Netherlands BV
Leveranciers en downstreamproducenten Geen
Referentieperiode 1/10/2009 tot en met 31/1/2010
Startdatum voor de individuele dienstverlening 1/10/2009
Datum van de aanvraag 26/3/2010
Ontslagen tijdens de referentieperiode 590
Ontslagen voor of na de referentieperiode 0
Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 512
Individuele dienstverlening: budget in euro's 2 672 395
Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3]: budget in euro's 111 350
% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 4%
Totaal budget in euro's 2 783 745
EFG-bijdrage in euro's (65%) 1 809 434
1. De aanvraag werd op 26 maart 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 3 juni 2010 toegevoegd.
2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.
Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis
3. Nederland legt het verband tussen de ontslagen en de structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de markt voor halfgeleiders[4] een zeer concurrerende wereldmarkt is met een beperkt aantal grote marktdeelnemers. In 2009 vertegenwoordigden de 20 grootste producenten 63% van de wereldmarkt[5]. Daardoor staan de producenten permanent onder druk om hun kosten te verlagen. Nederland verwijst naar de veel lagere loonkosten van producenten van halfgeleiders in Azië. De directe loonkosten liggen in Nederland bijvoorbeeld 54% hoger dan in Singapore; voor de indirecte loonkosten bedraagt het verschil 47%. Volgens de jaarlijkse verkoopgegevens die de iSuppli Corporation heeft verstrekt, is het marktaandeel van Europa gekrompen van 14,9% in 2005 tot 11,2% in 2009, terwijl dat van de grootste marktdeelnemers in Azië is toegenomen van 39,7% in 2005 tot 43,3% in 2009. De wisselkoers EUR/USD veroorzaakte nog een comparatief nadeel voor de Europese producenten, aangezien de kosten in EUR worden gemaakt en de producten in USD worden verkocht.
4. Nederland voert voorts aan dat de gevolgen van de veranderingen in de wereldhandel verder zijn verergerd door de economische en de financiële crisis, aangezien de halfgeleidermarkt erg gevoelig is voor veranderingen in de economische groei. In april 2009 daalde de wereldwijde omzet van halfgeleiders met 25,1% ten opzichte van april 2008.
Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder a)
5. De aanvraag werd door Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.
6. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 590 ontslagen bij één enkele onderneming – NXP – tijdens de referentieperiode van vier maanden (van 1 oktober 2009 tot en met 31 januari 2010). 473 van deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend, en 117 in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Het onvoorziene karakter van deze ontslagen
7. De Nederlandse autoriteiten voeren aan dat, ondanks het feit dat NXP de laatste jaren aanzienlijke inspanningen heeft geleverd om zijn productiekosten te drukken en concurrerend te blijven op de wereldmarkt, niet kon worden voorzien dat de producenten van halfgeleiders in Azië hun concurrentiepositie zozeer zouden verbeteren. De kostenverlagingen door NXP waren onvoldoende om het comparatief voordeel door de lage loonkosten in Azië te compenseren. De huidige economische en financiële crisis is een extra factor die niet kon worden voorzien.
De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd
8. In de aanvraag wordt melding gemaakt van in totaal 590 gedwongen ontslagen in één onderneming – NXP – en wordt voor 512 werknemers steun aangevraagd. Verwacht wordt dat de resterende werknemers op eigen initiatief en zonder de hulp van het EFT werk zullen vinden, dan wel de arbeidsmarkt zullen verlaten.
9. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:
Categorie Aantal Percentage
Mannen 425 83
Vrouwen 87 17
EU-burgers 486 95
Niet-EU-burgers 26 5
15 - 24 jaar 1 > 0
25 - 54 jaar 450 88
55 - 64 jaar 61 12
In de bovenstaande categorieën gaan 7 werknemers (1,3%) gebukt onder langdurige gezondheidsproblemen of een handicap.
10. Uitsplitsing per beroepscategorie:
Categorie Aantal Percentage
Leidinggevende functies 10 2
Specialisten 20 4
Technici 24 4
Administratief personeel 14 3
Dienstverlenende en commerciële functies 4 1
Bedieningspersoneel van installaties en machines, assembleurs 440 86
11. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.
Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden
12. NXP is gevestigd in Nijmegen in de provincie Gelderland (NUTS II-regio NL22) en in Eindhoven in de provincie Noord-Brabant (NUTS II-regio NL41). Nijmegen en omgeving zijn het zwaarst getroffen door de gedwongen ontslagen doordat de meeste ontslagen bij de productie-eenheid van NXP in Nijmegen zijn gevallen.
13. De verantwoordelijke autoriteit is het Nederlands ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. NXP is gemachtigd om de maatregelen via zijn mobiliteitscentrum 'NXT Job' uit te voeren. Andere betrokkenen zijn de gemeenten Nijmegen en Eindhoven; de vakbonden FNV Bondgenoten (Federale Nederlandse Vaksbeweging), CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland), Dienstenbond, De Unie en VHPP (Belangen Vereniging Hoger opgeleid Personeel); de kantoren in Nijmegen en Eindhoven van de overheidsorganisatie die de uitkeringen uitbetaalt (UVW Werkbedrijf - Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen); de regionale opleidingscentra in Nijmegen en Eindhoven (Hoge School Arnhem Nijmegen, Avans Hogescholen, Technische Universiteit Eindhoven); en de organisatie 'Leren en Werken Nijmegen'.
Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid
14. Van de 590 ontslagen vielen er 526 in Nijmegen en 76 in Eindhoven. De Nederlandse autoriteiten voeren aan dat de ontslagen in Nijmegen plaatselijk grote gevolgen zullen hebben, aangezien NXP de grootste industriële werkgever is in de regio. De onderneming verschafte werk aan heel wat laaggeschoolde werknemers, die er decennialang hebben gewerkt. Het gebrek aan werkgelegenheid in vergelijkbare ondernemingen in de regio zal in het bijzonder een probleem vormen voor werknemers met hooggespecialiseerde productie-ervaring. Volgens Nederland is de situatie in Eindhoven, waar de ontslagen hoofdzakelijk O&O-activiteiten betreffen, enigszins anders. Deze ontslagen werknemers van NXP beschikken over ervaring, maar die is slechts binnen een beperkt marktsegment relevant. Bovendien lijden de andere O&O-ondernemingen in de regio onder de economische en financiële crisis.
15. De Nederlandse autoriteiten voorspellen dat de economische situatie in alle Nederlandse provincies in 2010 door de economische en financiële crisis slechter zal zijn dan in de jaren vóór de crisis. De ontslagen bij NXP hebben de situatie alleen maar verergerd.
Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties
16. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces. Deze maatregelen zullen worden uitgevoerd door NXT Job, het door NXP opgericht mobiliteitscentrum.
17. Startfase en begeleiding van werk naar werk: deze maatregel omvat collectieve voorlichtingsvergaderingen over de beschikbare maatregelen, een eerste interview en de registratie van de ontslagen werknemers, de toewijzing van een individuele mentor voor de duur van hun re-integratie, en de vaststelling van het soort maatregelen dat het meest geschikt is. Onder deze maatregel valt ook de begeleiding van werk naar werk, die op maat gesneden programma's omvat zoals screening, de opstelling van een loopbaanactieplan en van een actieplan voor beroepsgerichte scholingsmogelijkheden, sollicitatietraining, informatie over vacatures en het actief contacteren van potentiële nieuwe werkgevers.
18. Scholing en herscholing: deze maatregel omvat beroepsopleiding. De individuele opleidingstrajecten zijn gebaseerd op de vraag op de arbeidsmarkt en worden vastgesteld in nauwe samenwerking met de ontslagen werknemers, de organisaties van sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) en de betrokkenen in de regio.
19. Erkenning van eerder verworven competenties: deze maatregel omvat de evaluatie van de eerder verworven kennis en ervaring van elke individuele werknemer, alsook de vaststelling van de gebieden waar extra opleiding nodig is.
20. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.
21. De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 2 672 395 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 111 350 euro ( = 4% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 809 434 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.
Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro)
Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Startfase en begeleiding van werk naar werk 3 1 834
Scholing 3 763
Erkenning van eerder verworven competenties – EVC 1 74
Subtotaal individuele dienstverlening 2 672
Uitgave voor de implementatie van het EGF (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Beheer 27
Voorlichting en publiciteit 27
Controle 55
Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EGF 111 350 *
Totale geraamde kosten 2 783
EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 1 809
* Door het afronden klopt het totaal niet exact.
22. Nederland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met de maatregelen die door de structuurfondsen worden gefinancierd, en met name met een specifiek ESF-opleidingsproject[6] voor werknemers in ondernemingen die halfgeleiders vervaardigen en waarvan de timing gedeeltelijk samenvalt met de implementatieperiode van het EGF. De beheersautoriteit voor het EGF, die ook het ESF beheert, heeft de nodige controleprocedures ingesteld om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten.
Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen
23. Op 1 oktober 2009 maakte Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.
Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd
24. De sociale partners (FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond, De Unie en VHPP) zijn bij de totstandkoming en de goedkeuring van het maatregelenpakket betrokken. De verantwoordelijkheid voor het mobiliteitscentrum ligt wij de werkgever (NXP). De vakbondsorganisaties zijn vertegenwoordigd in een stuurgroep, die de voortgang van de maatregelen moet monitoren, alsook in een begeleidend comité, dat de werkmethode van NXT Job en de implementatie van het sociaal plan moet monitoren.
25. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.
Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn
26. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de aanvraag:
27. bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
28. aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
29. bevestigd dat voor de vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.
Beheers- en controlesystemen
30. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdragen door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook de financiering door het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Nederland beheren en controleren. Het Agentschap SZW (het Agentschap van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit. Aangezien voorts het gecoördineerde pakket van individuele maatregelen door NXP zal worden uitgevoerd, is op 5 maart 2010 tussen het ministerie van Sociale Zaken en NXP een convenant gesloten waarin de verplichtingen van NXP zijn vastgelegd wat de organisatie en de verifieerbaarheid van de desbetreffende administratieve dossiers betreft.
Financiering
31. Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 1 809 434 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Nederland.
32. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 1a van de financiële vooruitzichten.
33. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
34. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.
35. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.
Bron van betalingskredieten
36. Gezien de huidige stand van de implementatie valt te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn onder begrotingsonderdeel 01.0404 "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie" dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.
37. Dit begrotingsonderdeel dekt namelijk de uitgaven in verband met de implementatie van de financiële instrumenten van dit programma, dat als hoofddoel heeft de toegang van het mkb tot financiering te vergemakkelijken. Er verloopt enige tijd tussen de overschrijvingen naar de trustrekeningen die door het Europees Investeringsfonds worden beheerd en de uitbetaling aan de begunstigden. De financiële crisis heeft grote gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Om het aanhouden van te grote saldi op de trustrekeningen te vermijden, is de methode voor de berekening van de betalingskredieten dan ook herzien, rekening houdend met de verwachte uitbetalingen. Bijgevolg kan een bedrag van 1 809 434 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.