Toelichting bij COM(2010)485 - Sluiting van de Overeenkomst met Marokko betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer van landbouw- en visserijproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

In artikel 16 van de op 1 maart 2000 in werking getreden Euromediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds ("de associatieovereenkomst") is bepaald dat de Gemeenschap en Marokko geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het handelsverkeer van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten.

Op 14 oktober 2005 heeft de Raad, rekening houdend met de voortgang die het Koninkrijk Marokko had gemaakt ten aanzien van het in juli 2005 goedgekeurde actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, de Commissie gemachtigd om in het kader van de Euromediterrane Overeenkomst met het Koninkrijk Marokko onderhandelingen te voeren teneinde, in de geest van het proces van Barcelona en overeenkomstig de beginselen van het Europees nabuurschapsbeleid en de conclusies van de euromediterrane conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Luxemburg van 30 en 31 mei 2005, tot een verdere liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten te komen.

In dit verband en op basis van de conclusies van de euromediterrane ministersconferentie over landbouw in Venetiƫ op 27 november 2003, moeten met name de volgende maatregelen een integrerend onderdeel uitmaken van het onderhandelingsproces: sanitaire en fytosanitaire maatregelen, de onderlinge aanpassing van technische normen en de harmonisatie van wetgeving, en de bescherming van geografische aanduidingen.

De Commissie en de Marokkaanse autoriteiten hebben de onderhandelingen op 26 februari 2006 officieel in Rabat geopend en hebben deze op 14 december 2009 in Brussel afgerond.

Voor de tenuitvoerlegging van de resultaten van de onderhandelingen met het Koninkrijk Marokko stelt de Commissie de Raad voor de protocollen nrs. 1, 2 en 3 en de bijlagen daarbij te vervangen, artikel 10 in te trekken en de titel van hoofdstuk II, alsmede de artikelen 7, 15 en 17 en artikel 18, lid 1, te wijzigen.

De bedoeling van beide partijen is dat deze overeenkomst met ingang van 1 januari 2011 van kracht wordt.

Bovendien worden, om de bestaande samenwerking inzake sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden en op het gebied van technische handelsbelemmeringen te versterken, specifieke bepalingen opgenomen in protocol nr. 1, titel II, artikel 3, van deze overeenkomst.

De partijen zijn overeengekomen uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aparte besprekingen te voeren over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen.

De Commissie wordt verzocht voorstellen aan te nemen en voor te leggen voor: 1) een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van de overeenkomst en 2) een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees Parlement worden gevraagd de sluiting van dit protocol goed te keuren.

De Raad wordt verzocht het hierna volgende voorstel voor een besluit goed te keuren, na goedkeuring door het Europees Parlement.