Toelichting bij COM(2010)489 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2009/021 IE/SR Technics, Ierland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering [2].

Op 9 oktober 2009 heeft Ierland aanvraag EGF/2009/021 IE/SR Technics ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG ingevolge ontslagen bij de onderneming SR Technics Ireland Ltd in Ierland (hierna 'SR Technics').

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:

EFG-referentienummer EGF/2009/021

Lidstaat Ierland

Artikel 2 onder a)

Betrokken onderneming SR Technics Ireland Ltd

Leveranciers en downstreamproducenten Geen

Referentieperiode 3.4.2009 t/m 2.8.2009

Startdatum voor de individuele dienstverlening 25.3.2009

Datum van de aanvraag 9.10.2009

Ontslagen tijdens de referentieperiode 800

Ontslagen voor en na de referentieperiode 335

Totaal aantal voor financiering in aanmerking komende ontslagen 1 135

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 850

Individuele dienstverlening: budget in euro's 11 015 174

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3]: budget in euro's 440 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 3,8

Totaal budget in euro's 11 455 174

EFG-bijdrage in euro's (65%) 7 445 863

1. De aanvraag werd op 9 oktober 2009 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 18 mei 2010 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Ierland argumenteert dat de ontslagen bij SR Technics rechtstreeks verband kunnen houden met de afname van het luchtvervoer ingevolge de wereldwijde financiële en economische crisis. Het heeft statistieken van Eurostat overgelegd waaruit blijkt dat de omzet van de sector van het luchtvervoer tussen 2008/Q1 en 2009/Q3 met meer dan 9% is gekrompen (EU-27). Voor de Eurozone was de daling zelfs groter: tijdens dezelfde periode daalde de omzet namelijk met 15,9%.Door de daling van de omzet van het luchtvervoer ontstond grote druk op de kosten van de luchtvaartmaatschappijen, en werd wereldwijd ook minder aan reparatie, onderhoud en revisie (ROR) gedaan. Reeds vóór de crisis drukten de luchtvaartmaatschappijen hun kosten door hun ROR-diensten in lagerekostenlanden te betrekken. Er werd voorspeld dat de ROR-activiteiten in Oost-Europa tussen 2007 en 2017 met 10,8% per jaar zouden groeien, en die in het Midden-Oosten met 5,3% per jaar. Voor West-Europa werd een groei van 3,8% voorspeld. De redenen die de deskundigen uit de sector aanvoerden, hielden grotendeels verband met de loonkosten in West-Europa. Door de wereldwijde financiële en economische crisis sloegen zelfs deze lage groeiverwachtingen in hun tegendeel om, en was er een sterke daling van de ROR-activiteiten in de EU.

Volgens recentere prognoses, die tijdens een conventie van de ROR-sector in september 2008 werden uiteengezet, zou het marktaandeel van West-Europa met 2% per jaar dalen van 2008 tot en met 2018, terwijl het marktaandeel van de lagerekostenlanden in Oost-Europa met 3% per jaar zou toenemen.

4. De luchtvaartmaatschappijen passen ook een ander model toe: vroeger gaven zij de voorkeur aan ROR-contracten voor een volledige dienstverlening, terwijl zij nu kiezen voor specialisatie en het opsplitsen van contracten. Zo vervangen de luchtvaartmaatschappijen één ROR-contract door verschillende kleinere contracten die zijn geselecteerd op het kostenvoordeel dat zij bieden.

Op deze manier heeft SR Technics twee belangrijke contracten verloren: één met Aer Lingus en één met Gulf Air. Toen het contract met Aer Lingus moest worden hernieuwd, is het in verschillende kleinere contracten opgesplitst en aanbesteed, wat voor Aer Lingus een jaarlijkse besparing van meer dan 20 miljoen euro inhield, maar voor SR Technics een aanzienlijk verlies betekende. Het contract van Gulf Air werd binnengehaald door een onderneming in Bahrain.

Ierland voert aan dat de financiële en economische crisis de reeds moeilijke situatie voor de ROR-operatoren in hogekostenregio's nog heeft verergerd, en de luchtvaartmaatschappijen ertoe heeft aangezet sterker op kosten te besparen.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder a)



5. De aanvraag werd door Ierland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van vier maanden in een onderneming, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten.

6. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 800 ontslagen bij SR Technics tijdens de referentieperiode van vier maanden (van 3 april 2009 tot en met 2 augustus 2009). Alle ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



7. De Ierse autoriteiten stellen dat de economische en financiële wereldcrisis ernstige gevolgen had voor de luchtvaartsector, en dat zowel het aantal passagiers, het aantal luchtmijlen als het aantal vliegtuigen in dienst zijn gedaald. De sector zag er zich bijgevolg toe genoodzaakt kosten te besparen bij reparatie, onderhoud en revisie (ROR), en toen de contracten moesten worden hernieuwd, zochten de luchtvaartmaatschappijen de goedkoopste formule. SR Technics verloor belangrijke contracten met Aer Lingus en Gulf Air tijdens de periode vóór de ontslagen.Hoewel de luchtvaartsector reeds te lijden had gehad van de wereldwijde recessie na de aanslagen van 11 september, was niet voorspeld dat de huidige economische en financiële crisis zo ernstig zou zijn. Het was dan ook niet mogelijk om volgens plan en geleidelijk te reageren. SR Technics had contracten verloren en ondervond sterke concurrentie van lagerekostenregio's, en had bijgevolg geen andere keuze dan de activiteiten in Dublin stop te zetten.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



8. In de aanvraag wordt melding gemaakt van in totaal 1 135 gedwongen ontslagen, die alle bij SR Technics in Dublin zijn gevallen. 800 van deze ontslagen zijn tijdens de referentieperiode van vier maanden gevallen, en 335 daarna, maar deze ontslagen komen eveneens in aanmerking voor steun van het EFG.

Volgens de ramingen van Ierland zullen 850 ontslagen werknemers steun van het EFG ontvangen. Verwacht wordt dat de resterende werknemers op eigen initiatief en zonder de hulp van het EFG werk zullen vinden, dan wel de arbeidsmarkt zullen verlaten.

9. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie Aantal Percentage

Mannen 93,

Vrouwen 6,

EU-burgers 100,

Niet-EU-burgers 0,

15 - 24 jaar 3,

25 - 54 jaar 95,

Ouder dan 54 jaar 1,

10. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie Aantal Percentage

Leidinggevende functies 20,

Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen 2,

Technici en lagere functies 17,

Administratief personeel 11,

Ambachtsberoepen en verwante beroepen 47,

11. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Ierland bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



12. Het betrokken gebied is het noorden van het geografische graafschap Dublin, in de NUTS III-regio IE021 Dublin, bij de luchthaven van Dublin, waar SR Technics gevestigd is. De regio Dublin omvat vier administratieve graafschappen: Dublin City, South Dublin, Fingal en Dun Laoghaire-Rathdown. De meeste werknemers van SR Technics wonen in de regio Dublin en in de graafschappen Meath, Kildare en Louth. De vier administratieve graafschappen van Dublin vormen samen met Kildare en Meath zes van de zeven dichtstbevolkte graafschappen van het land. Zij tellen samen 1 536 342 inwoners en zijn goed voor 36,2% van de nationale bevolking. Van de 639 ontslagen werknemers die de nationale dienst voor opleiding en werkgelegenheid FÁS vóór mei 2009 heeft geïnterviewd, woonden er slechts 17 (2,7%) buiten de hierboven genoemde graafschappen.

13. De belangrijkste betrokkene is het ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid. Op operationeel vlak berust de verantwoordelijkheid bij Foras Áiseanna Saothair (FÁS), de nationale dienst voor opleiding en werkgelegenheid. De kantoren van de 'FÁS Dublin North Region' bieden zowel werkloze werkzoekenden als mensen met een baan in de regio aan de noordzijde van de stad Dublin een reeks arbeidsmarktdiensten en –programma's aan.

Andere belanghebbend zijn: Entreprise Ireland (EI), de overheidsinstantie die Ierse bedrijven helpt groeien door plaatselijk gecontroleerde bedrijven volgens de onestopshop-formule zowel ontwikkelingsadvies als financiering en ondersteuning te bieden; en het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van het onderwijsbeleid en de nationale financiering van het onderwijs. De operationele verantwoordelijkheid voor het volwassenenonderwijs berust bij de Comités voor beroepsonderwijs (Vocational Education Committees – VEC's) voor de lagere kwalificatieniveaus, en bij een aantal instellingen voor hoger onderwijs, waaronder universiteiten en technologie-instituten, voor de hogere kwalificatieniveaus. Deze instellingen voor hoger onderwijs vallen onder de bevoegdheid van de autoriteit voor hoger onderwijs (Higher Education Authority – HEA), die op haar beurt ressorteert onder het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.

De instellingen voor hoger onderwijs – Dublin City University (DCU), Dublin Institute of Technology (DIT), Institute of Technology Blanchardstown (ITB) en Institute of Technology Tallaght (ITTD) – bedienen samen het verzorgingsgebied waar de werknemers van SR Technics wonen. Deze instellingen werken samen aan een aantal initiatieven, zoals de Dublin Region Higher Education Alliance, het Learning Innovation Network en projecten die door het Strategic Innovation Fund van de HEA worden gefinancierd, zoals het project Education in Employment (EIS) en de Roadmap for Employment-Academic Partnership (REAP).

14. De werknemers worden door de vakbonden UNITE, AGEMO, ATGWU, IMPACT, IEI, SIPTU, UCATT en TEEU vertegenwoordigd.

15. Andere belanghebbenden zijn de Fingal Task Force, IDA, North Dublin Development Coalition (NorDubCo), Dublin Area Partnerships en plaatselijke ondernemingsraden (Local Enterprise Boards).

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



16. Ierland verwacht dat de ontslagen plaatselijk aanzienlijke gevolgen zullen hebben. De ontslagen vertegenwoordigen meer dan 1% van de totale arbeidskrachten in het graafschap Fingal. Het Live Register is een graadmeter voor het aantal personen dat een sociale uitkering ontvangt. Het wordt als werkloosheidsbarometer gebruikt in totdat er preciezere kwartaalstatistieken van het centraal bureau voor de statistiek, die in de nationale kwartaalenquête onder de huishoudens zijn opgenomen, beschikbaar zijn. Tijdens de periode van maart tot en met september 2009 is het aantal personen in het Live Register in de 'social welfare'-regio van het noorden van het graafschap Dublin, waar SR Technics gevestigd is, van 7 562 tot 9 057 gestegen (+19,8%). In Ierland werd de grootste stijging in het Live Register tijdens die periode opgetekend bij de plaatselijke 'social welfare'-dienst van Balbriggan, in het noorden van het graafschap Dublin (+21,9%).

17. De periode maart-september 2009 valt samen met de periode waarin 838 werknemers van SR Technics werden ontslagen. Begin oktober 2009 werden 593 voormalige werknemers van SR Technics in het Live Register ingeschreven. Van die 593 wonen er 442 (75%) in een van de regio's van Dublin.

18. Hoewel er bij leveranciers of downstreamproducenten geen ontslagen zijn gemeld die rechtstreeks met SR Technics verband houden, wordt verwacht dat de inkomensderving ingevolge de ontslagen bij SR Technics indirect heel wat banen zal kosten doordat de koopkracht van de ontslagen werknemers daalt en SR Technics lokaal en regionaal geen goederen en diensten meer aankoopt. In 2007 bedroeg de loonsom 69 miljoen euro en werd voor 24,9 miljoen euro aan goederen en 18,1 miljoen euro aan diensten aangekocht, wat aanzienlijke bedragen zijn.

De ontslagen bij SR Technics komen bovenop andere recente ontslaggolven in traditionele productieondernemingen uit de levensmiddelenindustrie in de regio.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



19. Ierland stelt een pakket maatregelen voor de ontslagen werknemers voor dat op vijf pijlers berust: begeleiding en opleiding door de FÁS, alternerende opleiding op en buiten de werkplek voor ontslagen leerlingen, opleiding door de Comités voor beroepsonderwijs (VEC's), ondernemerschap en zich vestigen als zelfstandige, en hoger onderwijs.

20. De pijler begeleiding en opleiding door de FÁS omvat elementaire loopbaanbegeleiding voor het merendeel van de ontslagen werknemers, naast een aantal opleidingen in elementaire computervaardigheden of sociale vaardigheden, of alternatieve loopbaantrajecten voor de werknemers. Alle werknemers die een voltijdse FÁS-opleiding volgen, komen in aanmerking voor een opleidingstoelage.

Naar schatting zullen 850 werknemers van de loopbaanbegeleiding gebruik maken, tegen een geraamde kostprijs van 100 euro per werknemer. Naar schatting 789 werknemers zullen aan FÁS-opleidingen deelnemen, tegen een geraamde kostprijs van 784 euro per werknemer. Naar schatting 70 van die werknemers zullen elk een opleidingstoelage van 3 863 euro ontvangen.

De totale kosten voor deze pijler worden op 973 710 euro geraamd.

21. De pijler alternerende opleiding op en buiten de werkplek voor ontslagen leerlingen moet het leerlingen die bij SR Technics werkten, mogelijk maken hun opleiding op de werkplek te voltooien. Het Standards Based Apprenticeship System is gebaseerd op zeven alternerende fasen van opleiding op de werkplek (oneven nummers) en opleiding buiten de werkplek (even nummers). De leerlingen die bij SR Technics werkten en de fasen 1 tot en met 4 reeds hadden voltooid alvorens SR Technics sloot, moeten de fasen 5 en 7 (opleiding op de werkplek) kunnen voltooien, met een pauze tussenin om fase 6 (opleiding buiten de werkplek) te kunnen inpassen. Verwacht wordt dat 70 leerlingen het onderdeel opleiding op de werkplek zullen voltooien tegen een kostprijs van 7 699 euro per leerling, en 37 leerlingen tegen een kostprijs van 6 886 euro per leerling.

De totale kosten voor deze pijler worden op 793 714 euro geraamd.

22. De pijler opleiding door de Comités voor beroepsonderwijs (VEC's) zal worden georganiseerd door de Comités voor beroepsonderwijs uit de omgeving, onder meer in de graafschappen Dublin, Meath en Louth. Deze pijler omvat activiteiten die op de technische achtergrond van de ontslagen werknemers zijn afgestemd, een introductieprogramma, een programma voor de overdracht van vaardigheden, een programma digitale competenties met het oog op werk, en een module voor ontslagen werknemers die zich als zelfstandige willen vestigen.

Het introductieprogramma, dat voorziet in de erkenning van eerder verworven competenties, psychometrische tests en educatiebegeleiding, zal naar schatting 480 werknemers ten goede komen, tegen een geraamde kostprijs van 250 euro per werknemer.

Dit opleidingspakket omvat ook opleidingen voor de overdracht van vaardigheden op gebieden zoals groene technologie, onderhoud van pc's, bedrijfsvoering en boekhouding, computers in het bedrijfsleven, de certificatie Microsoft Certified Professional, en communicatievaardigheden, voor 162 werknemers tegen een geraamde kostprijs van 7 000 euro per werknemer.

Naar schatting zullen 108 werknemers gebruik maken van het programma digitale competenties met het oog op werk, dat modules omvat over IT en onthaalvaardigheden, IT detailhandel en klantenzorg, warehousing en vaardigheden op het gebied van gegevensverwerking, IT kantooradministratie en -ontwerp, IT en communicatievaardigheden, en communicatie in de e-handel. De kosten per deelnemer worden op 7 000 euro geraamd.

Tot slot zullen naar schatting 90 werknemers deelnemen aan opleidingen zoals computers voor het bedrijfsleven, boekhouding voor kleine ondernemingen, manuele en geïnformatiseerde boekhouding, en communicatie voor bedrijven, zodat zij beter in staat zijn hun eigen bedrijf op te richten. De kosten per werknemer worden op 7 000 euro geraamd.

De totale kosten voor deze pijler worden op 2 640 000 euro geraamd.

23. De pijler ondernemerschap en zich vestigen als zelfstandige wordt georganiseerd door Enterprise Ireland (EI) in samenwerking met de ondernemingsraad van het graafschap Fingal (Fingal County Enterprise Board - CEB) en een aantal andere instanties. Deze pijler omvat een initiële bevordering van ondernemerschap door middel van workshops waarin informatie wordt verstrekt over het opzetten van een bedrijf. Aan die workshops zullen naar schatting 850 werknemers deelnemen tegen een geraamde kostprijs van 50 euro per werknemer.

Naar schatting zullen vier werknemers doorstromen naar het korte ondernemerschapsprogramma van EI/CEB, tegen een kostprijs van 3 000 per werknemer.

Naar schatting zullen vijf werknemers een Enterprise Ireland Feasibility Grant ontvangen, die dient om potentiële promotoren van een start-up die een bedrijfsidee hebben of aan het ontwikkelen zijn, de mogelijkheid te geven na te gaan of er een niche is voor hun productaanbod, en vervolgens het huidige marktaanbod te valideren en hun plannen goed uit te werken alvorens de laatste hand te leggen aan een kant-en-klaar investeringsvoorstel voor investeerders. Van de promotoren wordt verwacht dat zij voor hun plan reeds aanzienlijk achtergrondwerk hebben verricht en voor een sterk managementteam voor het bedrijf hebben gezorgd. De subsidie zal maximaal 15 000 euro bedragen.

Verwacht wordt dat nog eens vijf werknemers zullen deelnemen aan het veeleisender universitaire programma voor coördinatie van onderzoek en ontwikkeling (CORD), dat bestemd is voor ondernemers die een voltijds bedrijfsplatformprogramma op tertiair niveau volgen dat door het Blanchardstown Institute of Technology of het Institute of Technology Tallaght wordt gegeven. Voor dit programma komen alleen start-ups in aanmerking die worden geacht een hoog potentieel te hebben (HPSU – High Potential Start Up: start-ups die het potentieel hebben om binnen drie jaar een omzet (verkoop/export) van 1 miljoen euro te halen en 10 werknemers of meer in dienst te nemen). De ondernemer die na evaluatie door Enterprise Ireland in aanmerking wordt genomen, ontvangt een subsidie van maximaal 30 000 euro (of 50% van de lonen voor de voorgaande drie jaren, indien dat bedrag lager is).

Verwacht wordt dat 20 werknemers een subsidie voor de aanwerving van personeel zullen aanvragen, die tot doel heeft de aanwerving van werknemers door start-ups te stimuleren. De geraamde kostprijs per werknemer bedraagt 10 000 euro.

De totale kosten voor de pijler ondernemerschap en zich vestigen als zelfstandige worden op 479 500 euro geraamd.

24. De vijfde pijler, die bestaat in geschikt tertiair onderwijs voor de ontslagen werknemers, wordt georganiseerd door de instellingen voor hoger onderwijs (HEI's) die samen het gebied bestrijken waar de werknemers van SR Technics wonen: onder meer Dublin City University (DCU), Dublin Institute of Technology (DIT), Institute of Technology, Blanchardstown (ITB) en Institute of Technology Tallaght (ITTD).

Ierland schat dat 250 werknemers van een activiteit van deze pijler gebruik zouden kunnen maken. Aan al deze 250 werknemers zal een voorbereidende opleiding worden aangeboden met seminars, workshops en voorlichtingsbijeenkomsten, over onder meer financiële planning en budgettering, persoonlijke en professionele ontwikkeling, advies en voorbereiding voor wie weer wil gaan studeren, ondernemerschap enz. De kosten van deze voorbereidende opleiding worden op 150 euro per werknemer geraamd.

Er kan worden gekozen uit drie verschillende niveaus van tertiair onderwijs volgens het nationaal kwalificatiekader (NQF), en voor een voltijdse of een deeltijdse opleiding: niveau 6 (Advanced Certificate en Higher Certificate voor de ontwikkeling van diverse beroepsspecifieke vaardigheden en/of algemene vaardigheden van lager leidinggevend personeel), niveau 7 (Ordinary Bachelor Degree), en niveau 8 (Honours Bachelor Degree). Aangezien geen van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, een diploma hoger onderwijs heeft, bevat het pakket geen master- of postdoctorale opleidingen.

De instellingen voor hoger onderwijs zullen voornamelijk programma's en diploma's aanbieden die passen in het kader van Ierlands 'slimme economie'-beleid en vooral de nadruk leggen op bedrijfskunde, engineering en informatica op de drie NFQ-niveaus.

De kosten voor een voltijdse opleiding worden per werknemer op 7 500 euro geraamd. Verwacht wordt dat 20 werknemers zullen deelnemen aan niveau 6, 70 werknemers aan niveau 7 en 110 werknemers aan niveau 8.

De resterende 50 werknemers die van deze activiteit gebruik maken, zullen deelnemen aan deeltijdse opleidingen op niveaus 6, 7 en 8. Hier worden de kosten op 2 750 euro per werknemer geraamd.

Naast de kosten van de opleidingen bevat het pakket ook de kosten van ondersteuning en leermateriaal voor naar raming 163 euro per deelnemer.

Alle 250 deelnemers die voor de pijler hoger onderwijs worden verwacht, zullen een proces van erkenning van eerder verworven competenties (RPL – Recognition of Prior Learning) doorlopen zodat competenties die relevant zijn voor specifieke programma's, kunnen worden geïnventariseerd. Dat proces bestaat uit een algemene voorlichtingsbijeenkomst waar de instellingen voor hoger onderwijs een overzicht geven van hun respectieve aanbod en gedetailleerdere informatie verstrekken over de aangeboden opleidingen en de ondersteuning bij de erkenning van eerder verworven competenties. De werknemers die geïnteresseerd zijn in een tertiaire opleiding, kunnen vervolgens een tweedaags proces van erkenning van eerder verworven competenties doorlopen, waar de leerprestaties worden beoordeeld. De deelnemers zullen worden bijgestaan om hun opleidingsdoelstellingen te definiëren en inzicht te verwerven in de wijze waarop die doelstellingen met de beschikbare opleidingsmogelijkheden kunnen worden gerealiseerd. De individuele werknemers kunnen vervolgens verzoeken om tot een tertiaire opleiding te worden toegelaten. Het proces van erkenning van eerder verworven competenties maakt het elke deelnemer mogelijk zijn formele leerprestaties en ervaring in kaart te brengen om de juiste vakken te kiezen, de equivalente normen voor toegang tot een specifiek diploma te verifiëren, en de resultaten van opleiding of ervaring aan te tonen, teneinde in een gevorderde fase van een programma te stappen. De kosten per deelnemer worden op 750 euro geraamd.

Het pakket omvat eveneens de kosten van de toelagen voor werknemers die tertiair onderwijs volgen. Alle geraamde 250 werknemers zullen elk een dergelijke toelage van 16 900 euro ontvangen.

De totale kosten voor de pijler tertiair onderwijs worden op 6 128 250 euro geraamd.

25. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

26. De door de Ierse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Ierse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 11 015 174 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 440 000 euro (= 3,8% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 7 445 863 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's)

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

FÁS-loopbaanbegeleiding 85

FÁS-opleidingen 618

FÁS-opleidingstoelagen 3 270

Leerlingen - opleiding buiten de werkplek 7 538

Leerlingen - opleiding op de werkplek 6 254

VEC-introductieprogramma 120

VEC-programma voor de overdracht van vaardigheden 7 1 134

VEC-programma digitale competenties met het oog op werk 7 756

VEC-opleiding vaardigheden voor wie zich wil vestigen als zelfstandige 7 630

Bevordering van ondernemerschap door EI/CEB 42

EI-ondernemerschapsprogramma 3 12

EI Feasibility Grants 15 75

Universitair bedrijfsprogramma (CORD) 30 150

EI/CEB-subsidie voor zelfstandigen 10 200

Voorbereidende tertiaire opleidingen 37

Tertiaire opleidingen van NFQ-niveau 6 in informatica, engineering, bedrijfskunde, sociale wetenschappen 7 150

Tertiaire opleidingen van NFQ-niveau 7 in informatica, engineering, bedrijfskunde, sociale wetenschappen 7 525

Tertiaire opleidingen van NFQ-niveau 8 in informatica, engineering, bedrijfskunde, sociale wetenschappen 7 825

Deeltijdse tertiaire opleidingen van NFQ-niveau 6 tot en met 8 in informatica, engineering, bedrijfskunde, sociale wetenschappen 2 137

Steun voor rijpere studenten tertiair onderwijs en leermateriaal 40

Tertiair onderwijs - erkenning van eerder verworven competenties (RPL) 187

Tertiair onderwijs – inkomenssteun 16 4 225

Subtotaal individuele dienstverlening 11 015

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Voorbereiding 40

Beheer 230

Voorlichting en publiciteit 80

Controle 90

Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 440

Totale geraamde kosten 11 455

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 7 445

27. Ierland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. De beheersautoriteit voor het EFG, die ook het ESF beheert, heeft de nodige controleprocedures ingesteld om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



28. Op 25 maart 2009 maakte Ierland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



29. Onmiddellijk na de kennisneming van de geplande ontslagen bij SR Technics heeft FÁS een vergadering met de vakbondsvertegenwoordigers van SR Technics belegd. Terwijl de besprekingen er in de eerste plaats op gericht waren dat SR Technics of andere geïnteresseerden op de luchthaven van Dublin actief zouden blijven, zijn FÁS en het ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid nauw met de vakbondsvertegenwoordigers blijven samenwerken voor alle aspecten van de ontslagen bij SR Technics. De informele gesprekken tussen FÁS en de vakbonden bij SR Technics over het voorgestelde gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening worden voortgezet.

Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn



30. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Ierse autoriteiten in de aanvraag:

31. bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;

32. aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

33. bevestigd dat voor de in de punten 20 tot en met 28 vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



34. Ierland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdragen door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook de financiering door het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Ierland beheren en controleren.

Financiering



35. Op grond van de aanvraag van Ierland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 7 445 863 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Ierland.

36. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het raam van rubriek 1a van het financieel kader.

37. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

38. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerp-voorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

39. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Bron van betalingskredieten



40. Gezien de huidige stand van de implementatie valt te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn in begrotingsonderdeel 01.04 05 'Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)' dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.

41. Volgens voorschrift worden betalingskredieten overgeschreven naar trustrekeningen, zodat het Europees Investeringsfonds (EIF) te allen tijde uitbetalingen kan doen aan de financiële intermediairs. De financiële crisis had grote gevolgen voor het uitbetalingsprofiel van financiële instrumenten, in het bijzonder van die op het gebied van risicokapitaal. Volgens de Europese vereniging voor risicodragend kapitaal (EVCA) zijn investeringen en afstotingen (terugtrekkingen) tussen 2007 en 2009 meer dan gehalveerd in vergelijking met de situatie van voor de crisis. Deze ontwikkelingen hadden ook aanzienlijke gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Als gevolg van de bovenstaande elementen zal in 2010 niet het volledige bedrag van de in de begroting voor 2010 opgenomen betalingskredieten nodig zijn. Bijgevolg kan een bedrag van 7 445 863 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.