Toelichting bij COM(2010)563 - Toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de visserijovereenkomst met de Comoren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Overeenkomstig het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met de Unie van de Comoren onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren, van 6 oktober 2006. Op basis van deze onderhandelingen is op 21 mei 2010 een nieuw protocol geparafeerd dat een periode van drie jaar beslaat vanaf de aanneming van het desbetreffende besluit van de Raad inzake de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van het protocol en na het verstrijken van het huidige protocol op 31 december 2010.

Het nieuwe protocol bij de partnerschapsovereenkomst is aan de Raad meegedeeld met het oog op de goedkeuring van de ondertekening en van de voorlopige toepassing ervan. Het is ook aan de Raad en het Parlement meegedeeld met het oog op het sluiten ervan.

In het kader van het nieuwe protocol wordt aan 45 vaartuigen voor de ringzegenvisserij en 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug een vismachting verleend. Overeenkomstig het Verdrag moet worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten worden verdeeld.

De Commissie stelt de Raad voor deze verordening vast te stellen.