Toelichting bij COM(2001)625 - Gebruik van het flexibiliteitsinstrument

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)625 - Gebruik van het flexibiliteitsinstrument.
bron COM(2001)625 NLEN
datum 30-10-2001
Doordat de visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en Marokko niet werd verlengd, waren de vissersvloten die in het kader van deze overeenkomst actief waren, gedwongen hun activiteiten te staken.

Per 1 december 1999 werden voorlopige compensatiemaatregelen getroffen voor zes maanden. Deze zijn achtereenvolgens verlengd tot december 2000, juni 2001 en tenslotte tot december 2001  i.

De Europese Raad van Nice van 7 december 2000 heeft de Unie gevraagd haar solidariteit met de betrokken lidstaten te tonen door middel van een extra financiële inspanning, binnen het kader van de huidige financiële vooruitzichten. Daartoe moet een specifiek actieprogramma worden opgesteld voor de herstructurering van de communautaire vloot die zijn visserijactiviteiten in het kader van de overeenkomst met Marokko heeft uitgeoefend.

De Commissie heeft een voorstel ingediend  i dat maatregelen omvat die vergelijkbaar zijn met de maatregelen die worden gefinancierd via het financieringsinstrument voor de visserij (FIOV) en dat uitgaat van dezelfde toepassingsbepalingen als het FIOV, hoewel vanwege het uitzonderlijke karakter van deze actie specifieke aanpassingen van de betrokken vloten zijn voorzien. Deze actie valt dus onder rubriek 2 'structurele maatregelen', subrubriek 'structuurfondsen' van de financiële vooruitzichten  i.

Rekening houdend met de totale kosten van de specifieke actie -281 miljoen euro - en met de middelen die in het kader van de structuurfondsen beschikbaar zijn voor dit soort maatregelen, heeft de Commissie voorgesteld 197 miljoen euro extra toe te wijzen voor deze maatregel.

Overeenkomstig het interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure, is er bij de vastleggingen betreffende de structurele maatregelen geen marge beschikbaar onder het maximum van rubriek 2 van de financiële vooruitzichten.

Punt 24 van het interinstitutioneel akkoord bepaalt dat het flexibiliteitsinstrument, waarvan het jaarlijks maximum 200 miljoen EUR beloopt, is bestemd om 'voor een gegeven begrotingsjaar binnen het maximum van de aangegeven bedragen nauwkeurig bepaalde uitgaven te financieren die niet binnen het beschikbare maximum van een of meer andere rubrieken zouden kunnen worden gefinancierd.' De Commissie stelt daarom voor gebruik te maken van het flexibiliteitsinstrument om de specifieke actie ter omschakeling van de Spaanse en Portugese vissersvloten te financieren.