Toelichting bij COM(2006)578 - Sluiting van een Overeenkomst inzake samenwerking tussen Euratom vertegenwoordigd door de Commissie en de regering van Korea bij onderzoek op het gebied van fusie-energie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 18 april 2005 heeft de Raad richtsnoeren aangenomen voor de door de Commissie te voeren onderhandelingen met het oog op de sluiting van een Overeenkomst (de 'overeenkomst') inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM), vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en de regering van de Republiek Korea (gezamenlijk 'de partijen' genoemd) bij onderzoek en ontwikkeling op het gebied van fusie-energie.

2. Deze richtsnoeren waren gebaseerd op een ontwerp-overeenkomst, die was besproken en goedgekeurd op het niveau van de Gemeenschappelijke Groep Atoom- en onderzoeksvraagstukken, alvorens aan de Commissie mandaat werd verleend krachtens een punt A-besluit van de Raad. Tijdens de onderhandelingen is deze ontwerp-overeenkomst, afgezien van typografische aanpassingen, niet meer gewijzigd.

3. Het Raadgevend Comité voor de uitvoering van het specifiek programma (Euratom) voor onderzoek op het gebied van kernenergie (Fusie) (CCE-FU) steunt het voornemen om een dergelijke overeenkomst te sluiten.

4. Wat de EGA betreft voorziet de nieuwe overeenkomst in de volgende vormen van samenwerking:

5. technisch verenigbaar met de wetenschappelijke en technologische doelstellingen die relevant zijn voor kernfusie, als vastgelegd in het besluit van de Raad van 29 augustus 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de EGA voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten (2002-2006)[1], en met de wetenschappelijke en technologische doelstellingen die relevant zijn voor kernfusie, als vastgelegd in het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het specifiek programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma (2007-2011) van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie[2].

6. budgettair verenigbaar met het financieel referentiebedrag voor fusie-energie als vastgelegd in hetzelfde besluit van de Raad van 29 augustus 2002 en in het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het specifiek programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma (2007-2011) van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie[3].

7. Alle samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst vinden plaats op gebieden die deel uitmaken van de EU-programma's en zullen als zodanig worden gefinancierd via de relevante financieringsstelsels (zoals de associatiecontracten tussen de Commissie en de lidstaten, de overeenkomst inzake personeelsmobiliteit en andere financieringsregelingen voor de uitvoering van fusie-energie-onderzoek in de EU). De voorgestelde overeenkomst zal derhalve geen andere financiële gevolgen hebben voor de Gemeenschap dan administratieve kosten.

8. De overeenkomst moet door de Commissie worden gesloten in overeenstemming met artikel 101, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de EGA.

9. Gezien het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad, overeenkomstig de tweede alinea van artikel 101 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zijn goedkeuring hecht aan de sluiting door de Commissie van het aangehechte ontwerp-voorstel voor een Overeenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vertegenwoordigd door de Commissie en de regering van de Republiek Korea bij onderzoek op het gebied van fusie-energie.