Toelichting bij COM(2010)616 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/004 PL/Wielkopolskie automobielsector uit Polen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2010)616 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2010/004 PL/Wielkopolskie automobielsector uit Polen. |
---|---|
bron | COM(2010)616 |
datum | 29-10-2010 |
De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].
Op 5 februari 2010 heeft Polen aanvraag EGF/2010/004 PL/Wielkopolskie automobielsector voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in twee bedrijven die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers)[3] in de NUTS II-regio Wielkopolskie (PL41) in Polen ingediend.
Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.
Belangrijkste gegevens:
EFG-referentienummer EGF/2010/004
Lidstaat Polen
Artikel 2 onder b)
Betrokken ondernemingen SEWS Polska Sp. z o.o.; Leoni Autokabel Polska Sp. z o.o.
NUTS II-regio Wielkopolskie (PL41)
NACE Rev. 2-afdeling 29 (vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers)
Referentieperiode 1.3.2009 t/m 30.11.2009
Startdatum voor de individuele dienstverlening: 11.5.2009
Datum van de aanvraag 5.2.2010
Ontslagen tijdens de referentieperiode 1 104
Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 590
Individuele dienstverlening: budget in euro's 926 345
Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4]: budget in euro's 47 620
% uitgaven voor de implementatie van het EFG 4,8
Totaal budget in euro's: 973 965
EFG-bijdrage in euro's (65%) 633 077
1. De aanvraag werd op 5 februari 2010 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 6 juli 2010 toegevoegd.
2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.
Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis
3. Polen heeft aangevoerd dat de gedwongen ontslagen in de automobielsector direct toe te schrijven zijn aan de financiële en economische wereldcrisis. Het haalt statistieken aan waaruit blijkt dat in 2008 en in 2009 het aantal registraties van nieuwe personenauto's in Europa respectievelijk met ongeveer 8% en 6,6% is gedaald.
Aangezien een aanmerkelijk deel (ca. 17,6 miljard euro per jaar) van de productie van de Poolse automobielindustrie wordt geëxporteerd, voornamelijk binnen de EU, heeft een daling van de vraag in het buitenland grote gevolgen voor de productiebedrijven in Polen. De bovengenoemde trend heeft ertoe geleid dat de productie van auto's in Polen in de eerste helft van 2009 slechts 48,7% bedroeg van de productie in dezelfde periode in 2008, en dat de productie in de vrachtwagensector slechts 27% bedroeg van die in dezelfde periode in 2008.
De economische en financiële crisis heeft geleid tot een daling van de verkopen en het aantal orders, niet alleen voor nieuwe auto's maar ook voor onderdelen daarvan; bijgevolg hebben veel toeleveranciers banen moeten schrappen en zijn sommigen van hen failliet gegaan. Toch was de omvang van de gedwongen ontslagen bij de automobielfabrikanten en hun leveranciers niet even groot als de terugval in de productie omdat werkgevers niet graag werknemers ontslaan. Zij zijn immers bang dat ze na de crisis moeilijk weer hooggekwalificeerd personeel kunnen werven. Poolse ondernemers proberen de kosten terug te dringen en tegelijkertijd hun werknemers te beschermen door ze in de periode met verminderde productie met vakantie te sturen en een opleiding te laten volgen, waardoor de werkgelegenheid voor een groot deel van het personeel behouden is gebleven en toch de productie bij een toenemende vraag snel weer kon worden verhoogd.
Voor minder gekwalificeerde werknemers, en met name degenen met een kortlopend contract, was de situatie echter moeilijker. Veel werkgevers hebben geprobeerd de kosten te verlagen door de productie tijdelijk stil te leggen en werknemers met een kortlopend contract te laten gaan. Automobielbedrijven maakten gebruik van tijdelijke arbeidskrachten in verband met het seizoensgebonden karakter van de productie en de opkomst van kortlopende contracten. Toch zorgde de terugval van de wereldwijde vraag naar automobielproducten ervoor dat sommige Poolse fabrikanten gedwongen waren een aantal van hun vaste medewerkers te ontslaan.
Als gevolg van de wereldwijde crisis is het aantal personen dat in Polen in de particuliere sector werkzaam is, met 2,1% (ofwel met 118 000) afgenomen. De afname van de werkgelegenheid in de automobielindustrie was echter sterker. Aan het einde van de eerste zes maanden van 2009 bedroeg het aantal werknemers in de industrie 179 000, wat neerkomt op ongeveer 16,4% (of 35 000) minder dan in dezelfde periode in 2008. 29,7% van de werknemers die in de eerste helft van 2009 in de particuliere sector hun baan verloren, waren werkzaam in de automobielindustrie. Dit is in overeenstemming met de algemeen waargenomen tendensen die onder meer worden vermeld in OECD Economic Outlook No. 86 van november 2009: de economische cyclus in de automobielindustrie komt overeen met de cyclus van de gehele economie, maar de schommelingen zijn groter dan die in de economie als geheel of de be- en verwerkende industrie als geheel. Sommige fabrikanten van auto-onderdelen overwegen de mogelijkheid om hun productie te verplaatsen naar Afrikaanse landen omdat Polen het concurrentievoordeel kwijt is. Dit zal leiden tot een verdere daling van de werkgelegenheid in de automobielindustrie.
Ten aanzien van de bedrijven waar de aanvraag betrekking op heeft, kan worden gemeld dat het productiebedrijf SEWS Polska de productie heeft geconsolideerd in de fabriek in Leszno (eveneens in Polen) en in Roemenië. Leoni Autokabel Polska heeft de activiteiten verplaatst naar een locatie buiten de EU in Oekraïne.
Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)
4. Deze aanvraag werd door Polen ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 9 maanden in een NACE Rev. 2-afdeling in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling.
5. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 1 596 gedwongen ontslagen die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 (vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers) in de NUTS II-regio Wielkopolskie (PL41) tijdens de referentieperiode van negen maanden van 1 maart 2009 tot en met 30 november 2009. Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend.
Het onvoorziene karakter van deze ontslagen
6. De Poolse autoriteiten stellen dat de economische en financiële wereldcrisis niet was voorzien en, zoals hierboven beschreven, ernstige gevolgen heeft gehad voor de automobielindustrie.
De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd
7. De aanvraag maakt melding van in totaal 1 104 gedwongen ontslagen in twee niet-verbonden ondernemingen die vallen onder afdeling 29 van de NACE Rev. 2 in Wielkopolskie tijdens de referentieperiode:
Onderneming Gedwongen ontslagen
SEWS Polska Sp. z o.o.
Leoni Autokabel Polska Sp. z o.o.
Totaal 1
Polen raamt het aantal ontslagen werknemers dat hulp zal ontvangen uit het EFG op 590. Verwacht wordt dat de resterende werknemers op eigen initiatief en zonder de hulp van het EFG werk zullen vinden, dan wel de arbeidsmarkt zullen verlaten.
8. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:
Categorie Aantal Percentage
Mannen 24,
Vrouwen 75,
EU-burgers 100,
Niet-EU-burgers 0,
15-24 jaar 24,
25-54 jaar 71,
Ouder dan 54 jaar 4,
9. Uitsplitsing per beroepscategorie:
Categorie Aantal Percentage
Metaalarbeiders, machinemonteurs e.d. 55,
Bedieningspersoneel van machines en assembleurs 31,
Administratieve medewerkers 3,
Vakspecialisten op het gebied van natuurwetenschappen en engineering 2,
Natuurwetenschappers, wiskundigen en engineers 2,
Andere specialisten 2,
Overige ambachtsberoepen en verwante beroepen 1,
Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de industrie en het vervoer 0,
Chauffeurs en bedieners van mobiele installaties 0,
Lagere beroepen in de verkoop en dienstverlening 0,
10. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Polen bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe.
Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden
11. Het betrokken gebied is de voivodship (provincie) Wielkopolskie (NUTS II-regio PL41 Wielkopolskie), en in het bijzonder de powiats (gewest/district) Ostrzeszów (in de NUTS III-subregio PL416 Kalisz), Leszno en Rawicz (in de NUTS III-subregio PL417 Leszno).
De provincie Wielkopolskie is qua oppervlakte de tweede en qua bevolkingsgrootte de derde van de zestien Poolse provincies, met een oppervlakte van 29 826 vierkante kilometer en een inwonertal van bijna 3,4 miljoen. De hoofdstad is Poznań. De drie betrokken districten liggen allemaal in het zuidelijk deel van de provincie.
Het district Ostrzeszów, met een oppervlakte van 772 km², heeft 54 490 inwoners (in 2006);het district Leszno, met een oppervlakte van 805 km², heeft 50 024 inwoners (in 2006);het district Rawicz, met een oppervlakte van 553 km², heeft 59 375 inwoners (in 2006).
12. Tot de belangrijkste belanghebbenden behoren de provinciale en plaatselijke overheden die via het Provinciaal Arbeidsbureau in Poznań en de arbeidsbureaus van de districten waarin de bedrijven gevestigd zijn, betrokken zijn bij de hulp aan ontslagen werknemers. Daarnaast krijgen de ontslagen werknemers ondersteuning van het belastingkantoor, de afdeling promotie en ontwikkeling van de gemeente (gmina), de socialeverzekeringsinstelling (ZUS) en de Nationale Arbeidsinspectie (PIP).
13. De sociale partners die betrokken zijn bij de implementatie van het EFG zijn de ondernemingsorganisatie van de vakbond Solidarność (Solidariteit) in het bedrijf SEWS Polska, alsmede de Provinciale werkgelegenheidsraad in Poznań, met inbegrip van:
- Werkgeversorganisaties: de Kamer voor Ambachten van Wielkopolska in Poznań; de Poolse Bond van Particuliere werkgevers Lewiatan; het Verbond van Particuliere werkgevers van Wielkopolska; de Kamer voor Ambachten en Nijverheid in Kalisz; de Bond van Poolse werkgevers; de Poolse Kamer van Koophandel voor Importeurs, Exporteurs en Samenwerking; de Federatie van Werkgevers van Wielkopolska.
- Vakbondsorganisaties: de vakbond Solidarność , regio Wielkopolska; de landbouwvakbond Samoobrona (zelfverdediging); de vakbond Solidarność , regio Zuid-Wielkopolska; de Nationale Poolse Alliantie van Vakbonden en het Forum van Vakbonden.
Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid
14. Polen verwacht dat de gevolgen van de gedwongen ontslagen lokaal aanzienlijk zullen zijn. De ontslagen hebben bijgedragen aan een stijging van de werkloosheid in de betreffende districten. De ontslagen werknemers van de twee in de aanvraag genoemde bedrijven vormden 9% van het totale aantal werklozen in het district Leszno, 14,8% in het district Rawicz, 33,4% in het district Ostrzeszów en 1,2% van het totale aantal werklozen in de provincie aan het eind van de maand december 2009.
Het aantal geschrapte arbeidsplaatsen vormde 0,7% van de totale werkgelegenheid in het district Leszno, 1,8% in het district Rawicz, 3,2% in het district Ostrzeszów en 0,1% van het totale aantal werkenden in de provincie aan het eind van de maand december 2009. In de getroffen districten van de provincie is het aantal werklozen in het jaar van december 2008 tot december 2009 aanzienlijk gestegen: met 57,4% in het district Leszno, met 56,2% in het district Rawicz en met maar liefst 87,1% in het district Ostrzeszów. Deze stijgingen waren hoger dan het gemiddelde voor de gehele provincie (46,1%).
Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties
15. Polen stelt een pakket van vijf afzonderlijke maar gecoördineerde maatregelen voor ten behoeve van de ontslagen werknemers. Deze activiteiten hebben tot doel de activiteit en de mobiliteit van de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te vergroten, ondernemerschap bij de werknemers te bevorderen en hun kansen op het vinden van een baan te verbeteren, onder meer door hun kwalificaties te laten aansluiten bij de vraag op de arbeidsmarkt. Het betreft de volgende maatregelen:
16. Scholing en herscholing op maat : De maatregel bestaat in een diagnose van de opleidingsbehoeften van de werkzoekenden, vergoeding van opleidingskosten (inclusief van postuniversitaire studies), reiskosten of kosten van onderdak en maaltijden tijdens een opleiding, vergoeding van de kosten van medische of psychologische onderzoeken voor het verkrijgen van certificaten, diploma's, bepaalde beroepskwalificaties of beroepstitels, alsmede de kosten van het verkrijgen van de vereiste vergunningen voor een baan. Naar schatting zullen 406 werknemers van deze maatregel profiteren. De kosten bedragen 645 euro per werknemer.
17. Bevordering van ondernemerschap en steun voor zelfstandigen: De maatregel bestaat in eenmalige subsidies voor start-ups, inclusief de kosten van rechtshulp, overleg over en advies bij het beginnen van een bedrijf. Het bedrag van de steun is gelimiteerd tot zes maal het bedrag van het gemiddelde salaris en, indien de activiteit wordt ontplooid volgens de voorwaarden van de sociale coöperaties, mag het bedrag van de middelen die de werkloze worden toegekend niet meer zijn dan viermaal het gemiddelde salaris voor een oprichter van aangesloten coöperaties, en driemaal het gemiddelde salaris voor iemand die zich aansluit na de vorming van een sociale coöperatie. Naar schatting zullen 97 werknemers van deze maatregel profiteren. De kosten bedragen 4 895 euro per werknemer.
18. Opleidingstoelagen: Aan naar schatting 27 werknemers zullen toelagen van maximaal 120% van het tarief van de werkloosheidsuitkering (ca. 900 Poolse zloty per maand) worden verstrekt terwijl zij een opleiding volgen. De geraamde kosten bedragen 750 euro per werknemer.
19. Apparatuur en herinrichting van werkplekken : Werkgevers die een ontslagen werknemer in dienst nemen die naar hen is verwezen door het gewestelijk arbeidsbureau, komen in aanmerking voor vergoeding van de kosten van apparatuur en herinrichting van de werkplek voor die persoon. Het bedrag moet worden gespecificeerd in het contract tussen de werkgever en het gewestelijk arbeidsbureau; het mag echter niet meer bedragen dan zesmaal het gemiddelde maandsalaris. Naar schatting zullen 42 werknemers van deze maatregel profiteren. De kosten bedragen 3 735 euro per werknemer.
20. Opleiding op de werkplek : Ontslagen werknemers die door het provinciaal arbeidsbureau zijn doorverwezen, komen gedurende maximaal 12 maanden in aanmerking voor een uitkering ter hoogte van 120% van de werkloosheidsuitkering terwijl zij een opleiding op de werkplek volgen; het betreft een opleidingsuitkering die moet worden vastgelegd in het contract met de werkgever. De geraamde kosten bedragen 1 140 euro per werknemer. Naar schatting zullen 11 werknemers van deze maatregel profiteren.
21. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.
22. De door de Poolse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Poolse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 926 345 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 47 620 euro (= 4,9% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 633 077 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.
Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's)
Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Scholing en herscholing 261
Steun voor zelfstandigen 4 474
Opleidingstoelagen 20
Apparatuur en herinrichting van werkplekken 3 156
Opleiding op de werkplek 1 12
Subtotaal individuele dienstverlening 926
Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)
Voorbereiding 2
Beheer 28
Voorlichting en publiciteit 15
Controle 2
Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 47
Totale geraamde kosten 973
EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 633
23. Polen bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties. Polen heeft de nodige mechanismen ingesteld om te zorgen voor financiële scheiding van de maatregelen die worden uitgevoerd door het EFG en de structuurfondsen en dat elk risico van dubbele financiering wordt uitgesloten.
Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen
24. Op 11 mei 2009 maakte Polen ten behoeve van de getroffen werknemers een begin met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.
Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd
25. Op de bijeenkomst van de provinciale Commissie voor Maatschappelijke Dialoog in Poznań op 29 december 2009 heeft het team dat belast is met het toezicht op de arbeidsmarkt en de economische situatie in Wielkopolskie de mogelijkheid besproken van steun uit het EFG voor de ontslagen werknemers in de drie getroffen districten.
Op de bijeenkomst van de provinciale werkgelegenheidsraad in Poznań op 17 februari 2010 is het doel van het EFG besproken, evenals de mogelijkheid van een beroep op het EFG voor Wielkopolskie en vormen van steun zoals opgenomen in de aanvraag voor een financiële bijdrage van het EFG ten behoeve van de werknemers die bij SEWS Polska en Leoni Autokabel Polska zijn ontslagen.
Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn
26. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Poolse autoriteiten in de aanvraag:
- bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;
- aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;
- bevestigd dat voor de hierboven in de punten 15 tot en met 24 vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.
Beheers- en controlesystemen
27. Polen heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Polen beheren en controleren.
Financiering
28. Op grond van de aanvraag van Polen bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 633 077 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de door Polen verstrekte informatie.
29. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen in het kader van rubriek 1a van het financieel kader.
30. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
31. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerp-voorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.
32. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.
Bron van betalingskredieten
33. Gezien de huidige stand van de implementatie valt te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn onder begrotingsonderdeel 01.0404 "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie" dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.
34. Dit begrotingsonderdeel dekt namelijk de uitgaven in verband met de implementatie van het financiële instrument van dit programma, dat als hoofddoel heeft de toegang van het mkb tot financiering te vergemakkelijken. Er verloopt enige tijd tussen de overschrijvingen naar de trustrekeningen die door het Europees Investeringsfonds worden beheerd en de uitbetaling aan de begunstigden. De financiële crisis heeft ingrijpende gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Om het aanhouden van te grote saldi op de trustrekeningen te vermijden, is de methode voor het berekenen van de betalingskredieten dan ook herzien, rekening houdend met de verwachte uitbetalingen. Bijgevolg kan een bedrag van 633 077 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.