Toelichting bij COM(2010)532 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2009/024 NL/Noord-Holland en Zuid-Holland, afdeling 58, Nederland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer [1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

De regels die van toepassing zijn op de bijdragen uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2].

Op 30 december 2009 heeft Nederland aanvraag EGF/2009/024 NL/Noord-Holland en Zuid-Holland, afdeling 58, ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen in acht bedrijven die vallen onder afdeling 58 van de NACE Rev. 2 ('Uitgeverijen')[3] in de aan elkaar grenzende NUTS II-regio's Noord-Holland (NL32) en Zuid-Holland (NL33) in Nederland.

Deze aanvraag maakt deel uit van een pakket van zes onderling verband houdende aanvragen, die alle betrekking hebben op gedwongen ontslagen in acht verschillende NUTS II-regio's in Nederland in bedrijven waarvan de activiteiten zijn ingedeeld in twee verschillende afdelingen van de NACE Rev. 2, namelijk afdeling 18 ('Drukkerijen, reproductie van opgenomen media') en afdeling 58 ('Uitgeverijen').

Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan.

1.

Samenvatting van de aanvraag en analyse



Belangrijkste gegevens:

EGF-referentienummer EGF/2009/024

Lidstaat Nederland

Artikel 2 onder b)

Betrokken ondernemingen 8

NUTS II-regio's Noord-Holland (NL32) en Zuid-Holland (NL33)

NACE Rev. 2-afdeling 58 ('Uitgeverijen')

Referentieperiode 1.4.2009 t/m 29.12.2009

Startdatum voor de individuele dienstverlening 1.4.2009

Datum van de aanvraag 30.12.2009

Ontslagen tijdens de referentieperiode 598

Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 598

Individuele dienstverlening: budget in euro's 3 436 000,89

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4]: budget in euro's 143 166,70

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 4%

Totaal budget in euro's 3 579 168

EFG-bijdrage in euro's (65%) 2 326 459

1. De aanvraag werd op 30 december 2009 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 31 mei 2010 toegevoegd.

2. De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering of de financiële en economische wereldcrisis



3. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische wereldcrisis heeft Nederland aangevoerd dat de economische crisis een aanzienlijke afname van de vraag in de drukkerij- en uitgeverijsector tot gevolg heeft gehad. De orders van andere economische sectoren voor reclamedrukwerk, dat 35% van de totale omzet van de drukkerij- en uitgeverijsector vertegenwoordigt, is tussen 2008 en 2009 met 5,6% gedaald als gevolg van de door de economische crisis veroorzaakte verlaging van de budgetten voor media- en reclameactiviteiten. In de aanvraag worden verscheidene voorbeelden gegeven. In de sector bouw en onroerend goed is na het begin van de crisis op het budget voor informatie en publiciteit 36,8% bezuinigd, in de sector financiële dienstverlening 33,3% en in de consumentenelektronica 30,6%. Voorts heeft de economische crisis een negatieve uitwerking gehad op de vraag naar diverse soorten gedrukte media: ten opzichte van dezelfde periode in 2008 is in de eerste zes maanden van 2009 de vraag naar publiekstijdschriften met 18,2% gedaald, naar dagbladen met 7,5%, naar gratis verspreide huis-aan-huisbladen met 16,4% en naar vaktijdschriften met 16,5%.

Bewijsstukken voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder b)



4. Deze aanvraag werd door Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan in een lidstaat ten minste vijfhonderd gedwongen ontslagen moeten vallen binnen een periode van negen maanden in ondernemingen van dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio's volgens de NUTS II-indeling in een lidstaat.

5. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 598 gedwongen ontslagen in acht bedrijven die vallen onder dezelfde afdeling van de NACE Rev. 2 tijdens de referentieperiode van negen maanden (van 1 april 2009 tot en met 29 december 2009) en die alle gelegen zijn in de aan elkaar grenzende NUTS II-regio's Noord-Holland (NL32) en Zuid-Holland (NL33). Dertig ontslagen werden berekend overeenkomstig artikel 2, tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 en 568 ontslagen overeenkomstig het tweede streepje.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



6. De Nederlandse autoriteiten stellen dat de financiële en economische crisis en de gevolgen ervan voor de sector niet konden worden voorzien. In de aanvraag wordt meegedeeld dat de drukkerij- en uitgeverijsector in Nederland vóór de crisis een duur herstructureringsproces heeft ondergaan om in technisch opzicht te kunnen blijven concurreren met bedrijven buiten de EU, met name in Turkije, China en India. De sector ging in plaats van vraaggericht aanbodgericht werken. Door de huidige crisis bestaat het gevaar dat de voordelen van de omvangrijke investeringen en inspanningen van de sector worden tenietgedaan.

De bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd



7. De aanvraag maakt melding van 598 gedwongen ontslagen (waarbij voor alle werknemers steun wordt aangevraagd) in de volgende acht bedrijven:

Bedrijven en aantal ontslagen

Audax Publishing BV, Amsterdam TMG distributie BV, Amsterdam

Keesing Nederland BV, Amsterdam Kluwer BV Uitgeverij vestiging Alphen, Deventer

PCM distributie BV, Amsterdam Uitgeverij Lakerveld BV, Wateringen

Reed Business BV, Amsterdam Sanoma Uitgevers, Hoofddorp

Totaal aantal bedrijven: Totaal aantal ontslagen:

8. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd:

Categorie Aantal Percentage

Mannen 389 65

Vrouwen 209 35

EU-burgers 562 94

Niet-EU-burgers 36 6

15 - 24 jaar 108 18

25 - 54 jaar 329 55

55 - 64 jaar 149 25

Ouder dan 65 jaar 12 2

24 werknemers (4%) van de bovengenoemde categorieën hebben een langdurig gezondheidsprobleem of handicap.

9. Uitsplitsing per beroepscategorie:

Categorie Aantal Percentage

Leidinggevende functies 42 7

Intellectuele, wetenschappelijke en

artistieke beroepen 119 20

Technici 126 21

Administratief personeel 72 12

Dienstverlenend personeel en verkopers 72 12

Bedieningspersoneel van machines en installaties,

assembleurs 167 28

10. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland verklaard dat in de verschillende stadia van de tenuitvoerlegging van het EFG en met name bij de toegang ertoe een beleid inzake gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



11. Het betrokken gebied bestaat uit de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. Beide provincies liggen in de Randstad, het dichtstsbevolkte gebied in Nederland. Noord-Holland is ook getroffen door de ontslagen waarop aanvraag EGF/2009/026 NL/Noord-Holland en Utrecht, afdeling 18, betrekking heeft, terwijl Zuid-Holland is getroffen door de ontslagen waarop aanvraag EGF/2009/027 NL/Noord-Brabant en Zuid-Holland, afdeling 18, betrekking heeft. Beide aanvragen houden verband met de drukkerijactiviteiten (afdeling 18 van de NACE Rev.

2) van de grafische branche. De stedelijke agglomeraties met de grootste concentratie aan bedrijven van de grafische branche zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Leiden, Rijswijk en Alphen aan den Rijn.

12. De voornaamste betrokken autoriteiten zijn het ministerie van Sociale Zaken en – in opdracht van de Raad voor Overleg in de Grafimediabranche – de Stichting A&O Fonds Grafimediabranche. Andere belangrijke betrokken partijen zijn het Instituut voor de creatieve industrie (GOC), de voor uitkeringen verantwoordelijke overheidsinstelling (UWV WERKbedrijf), de UWV mobiliteitscentra Amsterdam en Haaglanden, de werkgeversorganisatie MKB-Nederland, de regionale opleidingencentra Amsterdam, Mondriaan en Zadkine, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en de organisaties van de sociale partners: FNV Kiem (vakbond), CNV Media (vakbond), KVGO (werkgeversorganisatie) voor het district Leiden, Haarlem, Amsterdam, Den Haag, NUV (werkgeversorganisatie).

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



13. Volgens de Nederlandse autoriteiten zal de werkgelegenheidsituatie in de grafische branche, die als gevolg van de economische en financiële crisis reeds verslechterd is, door de ontslagen nog ernstiger worden. In de provincie Noord-Holland, die ook is getroffen door de ontslagen waarop aanvraag EGF/2009/026 NL/Noord-Holland en Utrecht, afdeling 18, betrekking heeft, is het werkloosheidscijfer gestegen van 5,7% in oktober 2008 tot 6,5% in oktober 2009. In Zuid-Holland, dat ook is getroffen door de ontslagen waarop aanvraag EGF/2009/027 NL/Noord-Brabant en Zuid-Holland, afdeling 18, betrekking heeft, is dit cijfer gedurende dezelfde periode gestegen van 5,4% tot 6,4%. Het aantal werkzoekenden in Noord-Holland is tussen februari 2009 en februari 2010 met 10,1% toegenomen; voor Zuid-Holland was er in dezelfde periode sprake van een toename met 16,1%. De aanvrager wijst verder op het feit dat in de grafische branche een betrekkelijk hoog percentage werknemers behoort tot de oudere leeftijdsgroepen, die in de beide provincies in kwestie een zeer hoog werkloosheidscijfer kennen.

Gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde acties



14. De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met het oog op de re-integratie van de werknemers in het arbeidsproces. Deze maatregelen zullen de ontslagen werknemers worden aangeboden via een mobiliteitscentrum, Centrum Creatieve Carrières genaamd.

Voorbereiding

- Intake en registratie: omvat een intakegesprek om de ontslagen werknemer te registreren en de meest geschikte soorten maatregelen in kaart te brengen.

- Voorlichting en helpdesk: voorlichting via groepsbijeenkomsten en een helpdesk om de ontslagen werknemers voor te lichten over de beschikbare maatregelen.

Begeleiding

- Werk naar werk begeleiding: omvat een persoonsgebonden programma waaronder screening, de opstelling van een loopbaanactieplan en een actieplan voor beroepsgerichte scholingsmogelijkheden en een kortlopende begeleiding op de nieuwe werkplek.

- Outplacement: beoogt actieve ondersteuning van ontslagen werknemers bij het verkennen van de arbeidsmarkt.

- Sollicitatietraining: deze maatregel omvat een analyse van de sollicitatiemogelijkheden, ondersteuning bij het opstellen van een cv en een sollicitatiebrief en voorbereiding op sollicitatiegesprekken.

- Begeleiding eigen onderneming: deze maatregel is bedoeld om ontslagen werknemers die van plan zijn hun eigen bedrijf op te richten, de helpende hand te bieden. In het kader hiervan worden juridische adviezen, hulp bij het opstellen van een bedrijfsplan en ondersteuning bij het voeren van een administratie geboden.

Opleiding

- Opleiding en omscholing: omvat beroepsopleiding, opleidingen in management- en sociale vaardigheden en specifieke technische omscholing voor werknemers met een verouderde technische opleiding.

- Erkenning van verworven competenties: bij deze maatregel worden verworven kennis en competenties van elke werknemer geëvalueerd en wordt nagegaan op welke gebieden aanvullende scholing noodzakelijk is.

15. De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit.

16. De door de Nederlandse autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 3 436 000,89 euro en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 143 166,70 euro (= 4% van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 2 326 459 euro (65% van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's) *

Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 )

1. Voorbereiding 1.1. Intake en registratie 193, 115 456,

1.2. Voorlichting en helpdesk 85, 51 313,

2. Begeleiding 2.1. Werk naar werk begeleiding 3 465, 859 474,

2.2. Outplacement 4 465, 1 085 102,

2.3. Sollicitatietraining 1 415, 437 302,

2.4. Begeleiding eigen onderneming 5 264, 163 189,

3. Opleiding 3.1. Opleiding en omscholing 2 488, 485 248,

3.2. Erkenning verworven competenties 1 389, 238 912,

Subtotaal individuele dienstverlening 3 436 000,

Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006)

Beheer 35 791,

Informatie en publiciteit 35 791,

Controle 71 583,

Subtotaal van de uitgaven voor de implementatie van het EFG 143 166,

Totale geraamde kosten 3 579

EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) 2 326

*Door het afronden klopt het totaal niet exact.

17. Nederland bevestigt dat de hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met de uit de structuurfondsen gefinancierde acties, met name met een aantal ESF-opleidingsprojecten voor werknemers in de grafische branche, waarvan de timing samenvalt met de periode van de implementatie van het EFG. De beheersautoriteit voor het EFG, die ook het ESF beheert, heeft de nodige controleprocedures ingesteld om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten.

Datum/data waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen



18. Op 1 april 2009 heeft Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit het EFG in aanmerking komen.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



19. De sociale partners zijn geraadpleegd via de Stichting A&O Fonds Grafimediabranche, die met het oog op de crisis akkoord ging met de oprichting van een mobiliteitscentrum voor de sector, C3 (Centrum Creatieve Carrières) genaamd. Dit mobiliteitscentrum heeft tot doel om in overleg met de sociale partners de diverse arbeidsmarktmaatregelen te coördineren.

20. De Nederlandse autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn



21. In verband met de criteria van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten in de aanvraag:

- bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen;

- aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

- bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen.

Beheers- en controlesystemen



22. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die de financiering van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Nederland beheren en controleren. Het Agentschap van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Agentschap SZW) zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit.

Financiering



23. Op grond van de aanvraag van Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening 2 326 459 euro (65% van de totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de informatie van Nederland.

24. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financieel kader.

25. Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

26. Met haar voorstel om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds de andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen.

27. De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2010 specifieke vastleggings- en betalingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006.

Bron van betalingskredieten



28. Gezien de huidige stand van de implementatie is te verwachten dat de betalingskredieten die in 2010 beschikbaar zijn in begrotingsonderdeel 01.0404 "Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie – Programma voor ondernemerschap en innovatie" dit jaar niet volledig zullen worden opgebruikt.

29. Dit begrotingsonderdeel omvat namelijk de uitgaven voor de implementatie van het financiële instrument van dit programma, dat als hoofddoel heeft de toegang van het mkb tot financiële middelen te vergemakkelijken. Er verloopt enige tijd tussen de overschrijvingen naar de door het Europees Investeringsfonds beheerde trustrekeningen en de uitbetalingen aan de begunstigden. De financiële crisis heeft ingrijpende gevolgen voor de voor 2010 geraamde uitbetalingen. Om het aanhouden van te grote saldi op de trustrekeningen te vermijden, is de methode voor het berekenen van de betalingskredieten dan ook herzien, rekening houdend met de verwachte uitbetalingen. Bijgevolg kan een bedrag van 2 326 459 euro voor overschrijving beschikbaar worden gesteld.