Toelichting bij COM(2002)731-2 - Sluiting van een overeenkomst met Canada, met het oog op de wijziging, wat granen betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT-overeenkomst 1994

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 26 juli 2002 heeft de Raad de Commissie gemachtigd de WTO mee te delen dat de Europese Gemeenschap voornemens was voor de posten 1001 10 50 (durumtarwe), 1001 90 95 (spelt, zachte tarwe en mengkoren, met uitzondering van spelt, bestemd voor zaaidoeleinden), 1002 00 00 (rogge), 1003 00 50 (gerst), 1005 (maïs, met uitzondering van hybrid zaaigoed), 1007 00 90 (graansorgho, met uitzondering van hybriden bestemd voor zaaidoeleinden) de concessies te wijzigen die zijn opgenomen in lijst CXL van de Europese Gemeenschap, gehecht aan de GATT-overeenkomst. Zo heeft de Europese Gemeenschap de WTO op 26 juli 2002 in kennis gesteld van haar voornemen om bepaalde concessies in EG-lijst CXL te wijzigen (document G/SECRET/15).

2. De Commissie heeft deze onderhandelingen gevoerd in overleg met het 'Comité 133' en aan de hand van de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren.

3. De Commissie heeft met de Verenigde Staten van Amerika, het WTO-lid dat hierbij een belang heeft als voornaamste leverancier van producten van de posten 1001 90 95 (spelt, zachte tarwe en mengkoren, met uitzondering van spelt bestemd voor zaaidoeleinden) en 1003 00 50 (gerst), overeenstemming bereikt over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, met het oog op de wijziging van enkele concessies in EG-lijst CXL.

De briefwisseling is door de Commissie geparafeerd op 12 november 2002.

4. In dit voorstel wordt de Raad verzocht de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika goed te keuren.

5. Toepassing van deze overeenkomst houdt in dat wordt afgeweken van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad, die bijgevolg moet worden gewijzigd. Om te garanderen dat deze overeenkomst wordt toegepast met ingang van 1 januari 2003, wordt de Commissie bij dit besluit gemachtigd om gedurende een overgangsperiode, namelijk tot de inwerkingtreding van de wijziging, en uiterlijk tot en met 30 juni 2003, van de betrokken bepalingen af te wijken.

De Commissie zal tegelijkertijd een voorstel voor de noodzakelijke wijziging van de verordening van de Raad indienen.