Toelichting bij SEC(2003)255-2 - Sluiting van de overeenkomst met Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | SEC(2003)255-2 - Sluiting van de overeenkomst met Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied ... |
---|---|
bron | SEC(2003)255 |
datum | 21-03-2003 |
De Raad justitie en binnenlandse zaken (JBZ) heeft de Commissie bij besluit van 8 september 2000 machtiging verleend om te onderhandelen over een overname-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Socialistische Republiek Sri Lanka. In januari 2001 heeft de Commissie een ontwerptekst van de overname-overeenkomst aan de autoriteiten van Sri Lanka toegezonden. Na schriftelijke antwoorden van Sri Lanka heeft in juli 2001 in Brussel een formele onderhandelingsronde plaatsgevonden en in maart 2002 een in Colombo, Sri Lanka. De overeenkomst is op 30 mei 2002 in Brussel geparafeerd.
De lidstaten zijn op gezette tijden hiervan op de hoogte gebracht en zijn in alle fasen van de onderhandelingen (informele en formele) geraadpleegd.
Wat de Gemeenschap betreft, vormt artikel 63, lid 3, sub b), juncto artikel 300 VEG de rechtsgrond van de overeenkomst. De bijgevoegde voorstellen vormen het juridisch instrument voor de ondertekening en sluiting van de overeenkomst. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen (artikel 300, lid 2, eerste alinea, juncto artikel 67 VEG). Het Europees Parlement moet in overeenstemming met artikel 300, lid 3, VEG formeel worden geraadpleegd over de sluiting van de overeenkomst.
Het voorgestelde besluit betreffende de sluiting bevat de interne regelingen die nodig zijn voor de praktische toepassing van de overeenkomst. Met name wordt er in bepaald dat de Commissie de Gemeenschap vertegenwoordigt in het Gemengd Comité dat bij artikel 17 van de overeenkomst is ingesteld. Verder wordt bij de overeenkomst een Comité Overname opgericht dat voor bepaalde technische aangelegenheden beslissingen met rechtskracht kan nemen. Gezien de technische aard van die beslissingen, lijkt het aangewezen te voorzien in een vereenvoudigde procedure voor de vaststelling van communautaire standpunten in dergelijke gevallen. Deze procedures zijn dezelfde als die welke door de Raad zijn vastgesteld in het besluit betreffende de sluiting van de overname-overeenkomst met Hong Kong. Daartoe bepaalt het besluit dat de Commissie, in overleg met een door de Raad ingesteld bijzonder comité, het reglement van orde van het Gemengd Comité vaststelt. Met betrekking tot andere besluiten die door het Gemengd Comité moeten worden genomen, bepaalt het besluit dat het standpunt van de Gemeenschap door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid wordt vastgesteld.
2. Resultaten van de onderhandelingen
De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerp-overname-overeenkomst aanvaardbaar is voor de Gemeenschap.
De uiteindelijke inhoud van deze overeenkomst kan als volgt worden samengevat:
- de overeenkomst bevat 8 delen met in totaal 22 artikelen. Zij telt tevens 7 bijlagen die een integrerend deel daarvan uitmaken alsmede vijf gemeenschappelijke verklaringen.
- de in de overeenkomst vervatte overnameverplichtingen (artikelen 2 tot en met 5) zijn op basis van volledige wederkerigheid opgesteld en moeten worden gelezen in samenhang met de definities van artikel 1. Zij hebben betrekking op eigen onderdanen (artikelen 2 en 4) alsook op onderdanen van derde landen en staatlozen (artikelen 3 en 5). De vier artikelen bevatten een formule volgens welke de overname zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn vastgelegd, plaatsvindt;
- aan de verplichting tot overname van onderdanen van derde landen en staatlozen (artikelen 3 en 5) zijn de volgende voorwaarden verbonden: a) de over te nemen persoon was op het ogenblik van binnenkomst in het bezit van een geldige verblijfsvergunning of een geldig visum van de aangezochte partij, of b) de over te nemen persoon is het grondgebied van de verzoekende partij illegaal binnengekomen, rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte partij, dit wil zeggen zonder enige tussenstop. Vrijstelling van deze verplichting genieten alleen personen in luchthaventransit en alle personen waaraan de verzoekende partij een visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn heeft afgegeven. Sri Lanka heeft niet ingestemd met het unilaterale gebruik door de lidstaten van de EU van het standaard-reisdocument van de EU voor verwijderingsdoeleinden doch heeft wel aanvaard een gemeenschappelijk voorlopig reisdocument in te voeren dat in het kader van deze overeenkomst voor de terugkeer kan worden gebruikt (artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 3, artikel 4, lid 2 en artikel 5, lid 4);
- De overeenkomst bevat een deel over doorgeleiding (artikelen 12 en 13);
- Deel III van de overeenkomst (artikelen 6 tot en met 11, juncto bijlagen 1 tot en met 7) bevat de nodige technische bepalingen met betrekking tot de overnameprocedure (overnameverzoek, bewijsmiddelen, termijnen, overdrachtmodaliteiten en wijze van vervoer). De procedure vertoont enige soepelheid omdat in de gevallen waarin de over te nemen persoon in het bezit is van geldige reisdocumenten en vrijwillig wenst terug te keren alleen een schriftelijke mededeling - en geen formele indiening van een overnameverzoek - vereist is (artikel 6);
- Artikelen 14 tot en met 16 bevatten de nodige regels inzake kosten en gegevensbescherming alsook bepalingen inzake de onverminderde toepasselijkheid van andere internationale rechten en verplichtingen die op de partijen van toepassing zijn;
- Artikel 17 bepaalt op welke wijze het comité van deskundigen wordt samengesteld en welke zijn taken en bevoegdheden zijn;
- Om deze overeenkomst in de praktijk uit te voeren machtigt artikel 18 de lidstaten tot het sluiten van bilaterale uitvoeringsprotocollen met de regering van Sri Lanka. De verhouding tussen deze uitvoeringsprotocollen en de overeenkomst wordt in artikel 19 toegelicht;
- De slotbepalingen (artikelen 20 tot en met 22) bevatten de nodige regels inzake de inwerkingtreding, duur, opzegging en de juridische status van de bijlagen bij de overeenkomst.
- De specifieke situatie van Denemarken komt tot uiting in de preambule, artikel 1, sub a), artikel 20 en in een gemeenschappelijke verklaring die aan deze overeenkomst is gehecht. In een gemeenschappelijke verklaring bij de overeenkomst wordt ook gewezen op de nauwe betrokkenheid van Noorwegen en IJsland bij de tenuitvoerlegging, toepassing en ontwikkeling van het Schengenacquis.
3. Conclusies
Rekening houdend met bovengenoemde resultaten, stelt de Commissie voor dat de Raad:
- besluit dat de overeenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de persoon (personen) aan te wijzen die naar behoren gemachtigd is (zijn) de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen;
- na raadpleging van het Europees Parlement de bijgevoegde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Sri Lanka inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, goedkeurt.