Toelichting bij SEC(2004)277 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 4 bij de begroting voor 2004 - Algemene staat van ontvangsten - Staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling Afdeling I - Parlement Afdeling II - Raad Afdeling III - Commissie Afdeling IV - Hof van Justitie Afdeling V - Rekenkamer Afdeling VI - Economisch en Sociaal Comité Afdeling VII - Comité van de Regio's Afdeling VIII, Deel A - Europese Ombudsman Afdeling VIII, Deel B - Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit voorontwerp van gewijzigde begroting is bedoeld om alle afdelingen van de begroting voor 2004 aan te passen aan de wijzigingen die voortvloeien uit de herziening van het statuut van de ambtenaren en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden. Omdat bij de kredieten van de begroting voor 2004 globaal al rekening is gehouden met de budgettaire gevolgen van de hervorming, gaat het in dit voorontwerp van begroting hoofdzakelijk om de personeelsformaties, die op de datum van inwerkingtreding van het nieuwe statuut (1 mei 2004) heringedeeld moeten zijn, en om een aanpassing van de begroting aan de nieuwe bepalingen van het statuut (invoering van de nieuwe personeelscategorie 'arbeidscontractant'). Ook wordt in het voorontwerp een aantal begrotingstoelichtingen en verwijzingen naar rechtsgronden in verband met deze hervorming bijgewerkt. De wijzigingen in de begroting zullen tegelijk met het nieuwe statuut in werking treden.

Het Financieel Reglement (de artikelen 46 en 47 over de personeelsformatie) en het door de Commissie op 18 november 2003 goedgekeurde gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen i, met name bijlage XIII voor de overgangsperiode waarin het hervormingspakket voorziet, liggen aan deze gewijzigde begroting ten grondslag.


Inhoudsopgave

1.

I. Parlement


In het voorontwerp van raming van het Bureau van het Parlement van 9 februari heeft een technische aanpassing van de personeelsformatie van het Europees Parlement aan het nieuwe statuut plaatsgevonden. Daarbij zijn de ambten systematisch omgezet in de nieuwe carrièrestructuur voor de overgangsperiode. Ook is een nieuw 'p.m.'-begrotingsonderdeel gecreëerd ter dekking van de uitgaven voor personeel op contractbasis. In het nieuwe statuut is dit een nieuwe categorie van niet in vaste dienst aangesteld personeel. Dit personeel zal normaalgesproken onder toezicht van ambtenaren of tijdelijk personeel worden ingezet voor niet-kerntaken en uiteindelijk de hulpfunctionarissen en de ambtenaren van categorie D in de instellingen vervangen.

2.

II. Raad


II.1 Wijziging van de personeelsformatie

Het secretariaat-generaal heeft aan de hand van een met de Commissie gecoördineerde methode een eenvoudige omzettingstechniek toegepast die geen gevolgen heeft voor de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde begroting voor 2004 (situatie na wijziging van de personeelsformatie in het kader van de door het Coreper op 18 februari 2004 goedgekeurde gewijzigde begroting) en die gebaseerd is op de volgende uitgangspunten:

a) de aparte rangen voor linguïsten zijn geschrapt; deze zijn uit artikel 5 en bijlage I van het statuut verdwenen;

b) in de overgangsperiode van twee jaar (tot 30 april 2006) worden de vier verschillende categorieën in de personeelsformatie voor vaste en tijdelijke ambten gehandhaafd, maar wel van een andere aanduiding voorzien. Daarbij worden de volgende regels toegepast:

- de bestaande ambten worden omgezet overeenkomstig artikel 2, lid 1, van bijlage XIII bij het nieuwe statuut. Dit artikel geeft aan hoe de categorie en de rang van ambtenaren die onder het statuut vallen, moeten worden aangepast;

- de door de begrotingsautoriteit in het kader van de uitbreiding toegestane nieuwe ambten i worden omgezet aan de hand van artikel 11, lid 3, tweede streepje, dat een schakelschema voor de rang van het vergelijkend onderzoek en de rang bij de aanwerving (na 1 mei) bevat, voorzover deze ambten niet vóór 1 mei 2004 moeten worden ingevuld.


3.

II.2 Wijziging van de opzet van de begroting


Het nieuwe statuut voorziet in een nieuwe personeelscategorie: de arbeidscontractant. Daarom is het nodig om

- een nieuw begrotingsonderdeel te creëren: post 1115, arbeidscontractanten, met als toelichting: dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de eventuele inschakeling van arbeidscontractanten;

- de begrotingsonderdelen voor de verschillende rechten van deze contractanten te wijzigen (artikel 115).

4.

II.3 Toelichting op de begroting


Overeenkomstig het nieuwe statuut

- moet de toelichting bij post 1149 'Overige toelagen en vergoedingen' worden voorzien van een extra streepje:

"- vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen ";

- moeten in de toelichting bij de verschillende begrotingsonderdelen de verwijzingen naar het statuut en de regeling van toepassing op de andere personeelsleden worden aangepast.

5.

III. Commissie


III.1 Aanpassing van de personeelsformatie van de Commissie, met inbegrip van de bureaus, OLAF en OPOCE en het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

De Commissie heeft een eenvoudige omzettingstechniek toegepast die geen gevolgen heeft voor de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde begroting voor 2004. Zij heeft de personeelsformatie (huishoudelijke begroting, onderzoeksbegroting en begroting voor de bureaus) omgezet op basis van de volgende uitgangspunten:

- de aparte rangen voor linguïsten en het wetenschappelijk en technisch personeel zijn met onmiddellijke ingang geschrapt; deze zijn uit artikel 5 en bijlage I van het statuut verdwenen.

- in de overgangsperiode van twee jaar worden de vier verschillende categorieën in de personeelsformatie voor vaste en tijdelijke ambten gehandhaafd, maar wel van een andere aanduiding voorzien. Daarbij worden de volgende regels toegepast:

- de bestaande ambten worden omgezet overeenkomstig artikel 2, lid 1, van bijlage XIII bij het nieuwe statuut. Dit artikel geeft aan hoe de categorie en de rang van ambtenaren die onder het statuut vallen, moeten worden aangepast.

De door de begrotingsautoriteit voor 2004 goedgekeurde personeelsformatie houdt al rekening met de ingeschatte gevolgen van de promoties volgens de oude carrièrestructuur en behoeft geen aanpassing;

- de door de begrotingsautoriteit in het kader van de uitbreiding toegestane nieuwe ambten i worden omgezet aan de hand van artikel 11, lid 3, tweede streepje, dat een schakelschema voor de rang van het vergelijkend onderzoek en de rang van de aanwerving (na 1 mei) bevat, voorzover deze ambten niet vóór 1 mei 2004 moeten worden ingevuld. Van deze regeling zijn uitgezonderd:


- nieuwe ambten met rang A1 en A2;

- nieuwe ambten die in het kader van de uitbreiding aan de kabinetten zijn toegekend.

Op deze uitgezonderde ambten past de Commissie artikel 2 van bijlage XIII toe, dat voor de reeds bestaande ambten geldt. Zo wordt dezelfde carrièrestructuur verkregen. Voor de kabinetten geldt bovendien dat bepaalde nieuwe kabinetsleden vóór 1 mei 2004 eventueel tijdelijk worden aangesteld, zodat in dat geval artikel 11 sowieso niet van toepassing is.

Deze uitgangspunten zijn toegepast op de gehele personeelsformatie, ongeacht of het om de huishoudelijke begroting, onderzoeksbegroting of de begroting voor de bureaus gaat.

Ook voor OPOCE zijn de zes nieuwe ambten op leidinggevend niveau, die voor 2004 zijn toegestaan om het management te versterken na de forse uitbreiding van het externe personeel als gevolg van de voorbereidingen in de afgelopen jaren op de uitbreiding, omgezet op basis van artikel 2 van bijlage XIII.

Alle nieuwe ambten van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie zullen worden ingevuld met tijdelijk personeel. Daarom is de omzettingstabel voor vaste ambten volledig gewijzigd na toepassing van artikel 2 van bijlage XIII van het statuut (overeenkomstig artikel 5, lid 4, van bijlage XIII inzake de al bestaande reservelijsten van tijdelijk personeel). Verder wordt voor twee nieuwe ambten rang A5 van het oude statuut (A*11) en voor drie nieuwe ambten rang A6 (A*10) gehandhaafd.

De volgende tabellen geven de wijzigingen weer voor de personeelsformatie van de Commissie, met inbegrip van de bureaus. Voor de tijdelijke ambten, die in 2004 niet worden uitgebreid, is geen tabel noodzakelijk omdat ze zonder uitzondering worden omgezet volgens artikel 2, lid 1, van bijlage XIII.

De nieuwe personeelsformatie bevat alle systematisch volgens dezelfde uitgangspunten gewijzigde voetnoten, behalve die van de technische bijlage bij 'Algemene staat van ontvangsten C - Personeelsformatie' in afdeling III - Commissie.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.

III.2 Begrotingstoelichting


Artikel 29 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement bepaalt ten aanzien van de begrotingstoelichting:

"De begrotingstoelichting omvat met name de volgende elementen:

a) de verwijzing naar het basisbesluit, indien voorhanden,

7.

b) een passende uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten."


Naar analogie van de praktijk bij de rest van de begroting en in het kader van de (bij de indiening van deze gewijzigde begroting nog niet definitief goedgekeurde) herziening van het statuut van de ambtenaren en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, stelt de Commissie voor om in de begrotingstoelichting geen verwijzing meer op te nemen naar bepaalde artikelen en/of bijlagen en de toelichting bij de begrotingsonderdelen als volgt te standaardiseren:

8.

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen


Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

De uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten in de begrotingsonderdelen blijft ongewijzigd.

Hieronder volgt een overzicht van de verwijzingen in de begroting voor 2004 naar het statuut van de ambtenaren en naar de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

9.

III.3 Begrotingstoelichting voor arbeidscontractanten


De verschillende begrotingstoelichtingen voor het externe personeel moeten zo nodig worden aangevuld, zodat arbeidscontractanten (een nieuwe personeelscategorie die in het kader van de hervorming van het statuut is ingesteld) in dienst genomen kunnen worden. Het eindvoorstel voor het statuut voorziet in twee groepen arbeidscontractanten: personeel voor niet-kerntaken en personeel voor hulptaken. De laatste groep vervangt geleidelijk de hulpfunctionarissen. Waar in de begroting momenteel middelen zijn uitgetrokken voor de aanwerving van hulpfunctionarissen (of het nu gaat om kredieten voor extern personeel (XX 01 02) of om bepaalde ondersteunende uitgaven voor programma's (XX 01 04) i, moet dus worden voorzien in de aanwerving van arbeidscontractanten. Alle voorgestelde wijzigingen zijn in de technische bijlage opgenomen.


10.

III.4 Aanpassing van de personeelsformatie voor gedecentraliseerde agentschappen


In april 2004 heeft de Commissie het voorontwerp van begroting 2004 met de bedragen voor de EU-15 en EU-25, alsmede de personeelsformatie voor de agentschappen voor de EU-15 en EU-25 ingediend. Hoewel de besprekingen van de begrotingsautoriteit gericht waren op de EU-15 én EU-25, bleef de in december 2003 goedgekeurde definitieve begroting beperkt tot de EU-15. Op 3.2.2004 heeft de Commissie een gewijzigde begroting voor de EU-25 (GB 1/2004) ingediend, die uitsluitend was gebaseerd op de cijfers die de begrotingsautoriteit al had besproken en goedgekeurd. Wel blijft deze begroting, zoals afgesproken met de begrotingsautoriteit, beperkt tot de financiële middelen.

De volgende stap is de gewijzigde begroting 4/2004 in verband met de wijziging van het statuut. Daarin is de omzetting van de personeelsformatie voor de agentschappen van de EU-15 naar de EU-25 opgenomen en zijn daarnaast de nieuwe rangen na de hervorming voor de EU-25-personeelsformatie opgenomen. Omwille van de transparantie stelt de Commissie voor om in de begroting voor de EU-25 per agentschap twee verschillende overzichten op te nemen:

- in het eerste overzicht ("oude" personeelsformatie) wordt de oude personeelsindeling gebruikt om de toename van het statutair personeel bij de uitbreiding van de EU-15 naar de EU-25 te laten zien, om een vergelijking mogelijk te maken;

- in het tweede overzicht (personeelsformatie volgende de nieuwe indeling) wordt de voorgestelde personeelsformatie voor de EU-25 omgezet in het nieuwe rangenstelsel, dat na de hervorming op 1.5.2004 van kracht wordt.

Het voorstel van de Commissie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

de 'oude' personeelsformatie:

- in principe de formatie voor de EU-25, zoals de Commissie deze al in het kader van het voorontwerp van begroting 2004 heeft voorgesteld. Als van dit uitgangspunt wordt afgeweken, wordt dit steeds aangegeven;

11.

bij de personeelsformatie volgens de nieuwe indeling wordt er rekening mee gehouden dat


- de bestaande ambten die in de Gemeenschapsbegroting 2003 zijn goedgekeurd, in principe artikel 2 van bijlage XIII van het nieuwe statuut volgen. Dit houdt in dat de huidige ambten (zie 'Toegestaan aantal ambten' in de begroting 2003) een hogere rang krijgen. Een aantal agentschappen heeft voorgesteld om de nog vacante ambten van 2003 ook een lagere rang te geven;

- toegestane ambten in de Gemeenschapsbegroting 2004 voor de EU-15 die in vergelijking met de Gemeenschapsbegroting 2003 voor deze landen nieuw zijn of erbij zijn gekomen, in principe artikel 11, lid 3, van bijlage XIII bij het nieuwe statuut volgen en een lagere rang krijgen tenzij volgens een agentschap redelijkerwijs kan worden aangenomen dat vóór 1 mei 2004 tot aanwerving wordt overgegaan;

- ambten in de Gemeenschapsbegroting 2004 voor de EU-25 (nieuwe in de personeelsformatie voor de EU-25 toegestane ambten in verband met de uitbreiding) die in vergelijking met de Gemeenschapsbegroting 2004 voor de EU-15 nieuw zijn of erbij zijn gekomen, artikel 11, lid 3, van bijlage XIII volgen en een lagere rang krijgen. Het spreekt vanzelf dat deze ambten niet vóór 1 mei 2004 ingevuld kunnen worden, omdat daarvoor geen middelen zijn uitgetrokken.

12.

III.4.1 Personeelsformatie die inhoudelijk met het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25 overeenkomt


- Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

- Europees Milieuagentschap

- Europese Stichting voor opleiding

- Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

- Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

- Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

- Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

- Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

- Europees Spoorwegbureau voor veiligheid en interoperabiliteit

III.4.2 Personeelsformatie met een aantal inhoudelijke wijzigingen in vergelijking met het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25

- Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

Het overzicht in het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25 is gewijzigd en omvat nu 38 ambten.

- Europees Bureau voor wederopbouw

Het agentschap heeft zijn ramingen herzien. In plaats van 120 ambten (in het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25) staan nu 114 ambten gepland.

- Eurojust

Het agentschap heeft zijn ramingen herzien. In plaats van 76 ambten (in het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25) staan nu 69 ambten gepland.

- Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

Bij de 34 geplande personeelsleden wordt een D-ambt vervangen door een C-ambt.

- Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid

De personeelsformatie omvat evenals in het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25 vijftien ambten. Er staan echter geen vaste, maar tijdelijke ambten gepland.

13.

Financieel autonome agentschappen


- Harmonisatiebureau voor de Interne Markt (Merken, Tekeningen en Modellen)

De voorgestelde personeelsformatie komt overeen met het totale aantal personeelsleden in het voorontwerp van begroting 2004 voor de EU-25, maar binnen dit kader worden tien vaste ambten in tijdelijke ambten omgezet (van 460 vaste en 215 tijdelijke ambten in het voorontwerp van begroting naar 450 vaste en 225 tijdelijke ambten in de gewijzigde begroting 4/2004).

- Communautair Bureau voor plantenrassen

Het bureau heeft zijn prognose met 2 ambten verhoogd en heeft nu een personeelsformatie van 37 ambten.

14.

III.4.3 Overige


- Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Hoewel Verordening nr. 1860/76 van 29 juni 1976 als personeelsstatuut op dit agentschap van toepassing is, stelt de Commissie voor om omwille van de homogeniteit en de transparantie de personeelsformatie in overeenstemming te brengen met het hervormde statuut voor de Commissie en de andere agentschappen.

15.

IV. Hof van Justitie


IV.1. Aanpassing van de personeelsformatie van het Hof van Justitie

Het Hof van Justitie heeft een eenvoudige technische omzetting verricht, die geen afbreuk doet aan de goedkeuring van de begroting 2004 door de begrotingsautoriteit. De aanpassing van de personeelsformatie geschiedt op grond van de volgende beginselen:

- Onmiddellijke opheffing van het onderscheid in verband met de groep voor de talendienst, gezien de in artikel 5 van het Statuut bedoelde verdwijning van die groep.

- Gedurende de overgangsperiode van twee jaar worden de vier categorieën (A, B, C, D) waarin de vaste en tijdelijke ambten van de personeelsformatie zijn ingedeeld, gehandhaafd, maar de rangen worden gewijzigd, hetgeen een omzetting van ambten vereist:

- De bestaande ambten (buiten uitbreiding) worden omgezet door toepassing van artikel 2, lid 1, van bijlage XIII bij het toekomstige Statuut. Dit artikel bepaalt hoe de rang van de ambtenaren in een statutaire positie een nieuwe benaming krijgt. Opgemerkt zij, dat de door de begrotingsautoriteit voor 2004 goedgekeurde personeelsformatie al rekening houdt met de geraamde gevolgen van de bevorderingen 'oude loopbaan' voor 2004, en derhalve geen aanpassing vereist.

- De nieuwe ambten die de begrotingsautoriteit in 2003 en 2004 met het oog op de uitbreiding heeft toegekend i, worden omgezet door toepassing van artikel 11, lid 3, tweede streepje, van bijlage XIII, dat een correspondentietabel bevat tussen de rang van het vergelijkend onderzoek en de rang van de aanwerving vanaf 1 mei, met uitzondering echter van de volgende ambten:


- een ambt van directeur in de rang A2 bij de vertaaldienst en een ambt van LA3 bij de tolkendienst,

- de tijdelijke ambten die zijn toegekend voor de kabinetten van de nieuwe Leden.

Voor deze ambten geschiedt deze omzetting volgens de bepalingen van artikel 2 van richtlijn XIII, net zoals voor de bestaande ambten: daar het gaat om twee ambten A2 en LA3, is deze wijze van omzetting noodzakelijk om erin te kunnen voorzien en, wat de ambten bij de kabinetten betreft, om de gelijke behandeling van de medewerkers van de huidige en de toekomstige Leden te verzekeren.

- Bovendien worden, overeenkomstig artikel 12, lid 2, van bijlage XIII bij het toekomstige Statuut, de 238 ambten LA7 van jurist-linguïst, bestemd voor de nieuwe vertaalafdelingen, omgezet in 238 ambten in de rang A*8.

De navolgende twee tabellen geven de wijzigingen in de personeelsformatie van het Hof van Justitie aan, die voortvloeien uit de toepassing van de hierboven geformuleerde beginselen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

16.

IV.2 Verwijzing naar de rechtsgrondslag


Op het tijdstip van indiening van deze gewijzigde begroting is het nieuwe Statuut nog niet goedgekeurd. Daarom wordt voorgesteld, de bijwerking van de verwijzingen in de toelichtingen op de begroting, om ze met het nieuwe Statuut in overeenstemming te brengen, uit te stellen tot de goedkeuringsprocedure van de begroting 2005.

17.

IV.3 Instelling van een nieuwe begrotingspost voor de arbeidscontractanten


Het nieuwe Statuut kent twee soorten arbeidscontractanten: arbeidscontractanten voor niet-kerntaken en arbeidscontractanten voor hulptaken. Deze laatsten zullen geleidelijk hulpfunctionarissen vervangen. In dit kader dient een nieuwe begrotingspost, getiteld 'Arbeidscontractanten', te worden ingesteld om de uitgaven betreffende de nieuwe arbeidscontractanten te financieren. Deze post zal 'pro memorie' worden ingeschreven en in deze gewijzigde begroting niet van kredieten worden voorzien, aangezien in dit stadium niet is te bepalen of, en in welke mate, de Instelling reeds dit jaar een beroep zal doen op arbeidscontractanten.

18.

HOOFDSTUK 11 - PERSONEEL IN ACTIEVE DIENST


19.

111 Andere personeelsleden


20.

1115 Arbeidscontractanten


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid artikel 3 en titel IV.

Dit krediet is bestemd ter dekking van de uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

21.

V. Rekenkamer


Naar verwachting zal het nieuwe statuut op 1 mei 2004 in werking treden. Derhalve moeten met het oog op dit statuut technische wijzigingen worden aangebracht in de begroting voor 2004. Met name moet

a) met het oog op de nieuwe tijdelijke rangen in het statuut de personeelsformatie systematisch worden aangepast;

b) een nieuw 'p.m.'-begrotingsonderdeel 1115 worden toegevoegd om arbeidscontractanten in plaats van hulpfunctionarissen te kunnen aanstellen;

c) in de toelichting bij onderdeel 1149 ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen worden opgenomen.

d) De toelichting bij de begrotingsonderdelen met verwijzingen naar het nieuwe statuut worden nu nog niet gewijzigd omdat daarvoor pas een rechtsgrond bestaat als het nieuwe statuut is goedgekeurd. Vanzelfsprekend dienen verwijzingen naar het oude statuut als verwijzingen naar de desbetreffende bepalingen van het nieuwe statuut te worden gezien.

22.

V.1 Wijzigingen in de personeelsformatie


De volgende tabel laat zien hoe de personeelsformatie is omgezet:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De herziene personeelsformatie, die de plaats inneemt van het overzicht in de door het Europees Parlement op 18 december 2003 goedgekeurde begroting, is opgenomen in de technische bijlage bij dit document.

23.

Specifiek probleem als gevolg van het nieuwe statuut


Van tijd tot tijd organiseert de Rekenkamer interne vergelijkende onderzoeken om een beperkt aantal personeelsleden met de juiste kwalificaties en/of beroepservaring de mogelijkheid te bieden om in een hogere categorie te komen. Degenen die voor dit onderzoek slagen, worden in de laagste aanwervingsrang van de hogere categorie ingedeeld en ontvangen in de meeste gevallen een compensatie totdat hun salaris na bevorderingen binnen deze categorie gestegen is tot het bedrag dat ze zouden hebben ontvangen als ze in de lagere categorie waren gebleven. Dit verschijnsel doet zich voor omdat het basissalaris in een hogere rang van een lagere categorie (bv. D1) hoger is dan dat in een lagere rang van een hogere categorie (bv. C5).

Met het nieuwe statuut worden de B-, C- en D-rangen samengevoegd tot één lineaire carrièrestructuur en wordt onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid geboden om van het equivalent van de huidige B-rang over te stappen naar de A-rang. Daar de regeling in het nieuwe statuut gunstiger is dan de huidige regeling van de Rekenkamer voor de overgang naar een hogere categorie na een intern vergelijkend onderzoek, wordt een aantal van de huidige personeelsleden van de Rekenkamer benadeeld. In feite kan het nieuwe statuut discriminerend zijn voor personeelsleden die fors hebben geïnvesteerd in hun carrière en in de efficiency van de instelling als zodanig. Personeel met een carrièreontwikkeling volgens het nieuwe statuut kan hoger worden ingeschaald, ook al zou het eigenlijk pas later op een vergelijkbaar niveau uitkomen.

Omdat deze gewijzigde begroting van zuiver technische aard is, wordt dit verschijnsel niet gecorrigeerd. Wel maakt de Rekenkamer van deze gelegenheid gebruik om de begrotingsautoriteit ervan op de hoogte te brengen dat zij in de begrotingsprocedure voor 2005 mogelijkerwijs om een eenmalige correctie zal verzoeken. Zo kan het zijn dat ongeveer vier ambten die in deze gewijzigde begroting bij A*8 worden heringedeeld, de rang van A*10 en een vergelijkbaar aantal C*2-ambten de rang van C*3 of C*4 moeten krijgen.

24.

VI. Economisch en Sociaal Comité


In verband met de invoering van het nieuwe statuut in mei 2004 moet de nomenclatuur en personeelsformatie van de begroting voor 2004 worden gewijzigd. In de door het Europees Parlement op 18 december 2003 goedgekeurde begroting voor 2004 van het Economisch en Sociaal Comité was nog geen rekening gehouden met deze veranderingen, omdat ze niet waren voorzien.

25.

VI.1 Hervorming van het statuut


Na het witboek over de hervorming uit 2000 heeft de Commissie in april 2002 haar goedkeuring gehecht aan een uitgebreid hervormingsvoorstel voor het statuut. Daarna is overleg gevoerd met de andere instellingen en met de vertegenwoordigers van het personeel. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een herzien voorstel van de Commissie van 18 november 2003. Het voorontwerp van gewijzigde begroting is gebaseerd op dit voorstel, dat op 1 mei 2004 in werking zal treden.

26.

VI. 2 Wijzigingen in de personeelsformatie


De nieuwe personeelsformatie is het resultaat van de omzetting van alle op 31 december 2003 bestaande ambten volgens artikel 2 van bijlage XIII van het ontwerp van het nieuwe statuut.

Voor de ambten die de begrotingsautoriteit voor 2004 heeft toegestaan, geldt het volgende:

- de middenkaderambten (LA3 en A5) zijn eveneens omgezet volgens artikel 2 van bijlage XIII van het nieuwe statuut. Als rekening wordt gehouden met de omvang van het EESC, kan duidelijk worden gesteld dat de kaderrangen, die in verband met de uitbreiding van essentieel belang zijn, zich op een getalsmatig lager niveau bevinden dan bij de Commissie. De omzetting bij het EESC wijkt dus niet af van het uitgangspunt dat de Commissie voor de nieuwe kaderambten heeft gehanteerd;

- de nieuwe ambten met een rang op aanvangsniveau (A7, B5 en C5) zijn volgens artikel 11 van bijlage XIII van het nieuwe statuut omgezet in de nieuwe aanvangsrang, op zeven ambten na, waarop artikel 2 van bijlage XIII van dit ontwerp van toepassing is omdat ze vóór 1 mei worden ingevuld. Het gaat om een zeer gering aantal ambten. Ook moet worden bedacht dat het EESC in vorige begrotingsjaren in tegenstelling tot andere instellingen geen enkel aan de uitbreiding gerelateerd ambt toegewezen heeft gekregen. De ambten die vóór 1 mei 2004 worden ingevuld, houden verband met werkzaamheden die vóór de feitelijke uitbreiding met name in de directie voor personele middelen moeten worden aangevat.

Verder zijn de in artikel 6, lid 2, van het nieuwe statuut genoemde vermenigvuldigingsfactoren toegepast om de rangen die volgens het huidige statuut als eindrang worden beschouwd ([L]A4, B1, C1 en D1) vanaf 2004 te deblokkeren. Het gaat dus om A*13 (5%), B*11 (5%), C*7 (5%) en D*5 (5%). In de artikelen 9 en 10 van bijlage XIII worden de gehanteerde percentages vermeld. Het is geen beleid van het EESC om de datum van inwerkingtreding systematisch vóór 1 mei 2004 te laten vallen. De meeste bevorderingen vinden juist na 1 mei 2004 plaats. Het ontwerp van het nieuwe statuut voorziet in de toepassing van artikel 6 (met de in de artikelen 9 en 10 van bijlage XIII vermelde percentages) in de loop van het eerste jaar. Daarom moeten nu al de carrières bij het EESC worden gedeblokkeerd. Er moet immers worden voorkomen dat het personeel wordt gediscrimineerd ten opzichte van ambtenaren van instellingen die de datum van inwerkingtreding van bevorderingen veel vaker vervroegen.

Het EESC stelt voor 2004 een personeelsformatie voor met een (ongewijzigd) totaal aantal van 618 vaste en tijdelijke ambten. De formatie is ook gewijzigd om vanaf 1 mei 2004 te zorgen voor gelijkwaardigheid met de gemiddelde carrière onder de oude carrièrestructuur.

Voor de begroting zijn er geen financiële gevolgen.

27.

VI.3 Verwijzing naar de rechtsgrond


Artikel 29 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement bepaalt ten aanzien van de begrotingstoelichting:

"De begrotingstoelichting omvat met name de volgende elementen:

a) de verwijzing naar het basisbesluit, indien voorhanden,

28.

b) een passende uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten."


Naar analogie van de praktijk bij de rest van de begroting en in het kader van de (bij de indiening van deze gewijzigde begroting nog niet definitief goedgekeurde) herziening van het statuut van de ambtenaren en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, stelt de Commissie voor om in de begrotingstoelichting geen verwijzing meer op te nemen naar bepaalde artikelen en/of bijlagen en de toelichting bij de begrotingsonderdelen als volgt te standaardiseren:

29.

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen


Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

De uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten in de begrotingsonderdelen blijft ongewijzigd.

Bijlage 1 bevat een overzicht van de verwijzingen in de begroting voor 2004 naar het statuut van de ambtenaren en naar de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

30.

VI. 4 Begrotingstoelichting voor arbeidscontractanten


De verschillende begrotingstoelichtingen voor het externe personeel moeten zo nodig worden aangevuld, zodat arbeidscontractanten (een nieuwe personeelscategorie die in het kader van de hervorming van het statuut is ingesteld) in dienst genomen kunnen worden. Het eindvoorstel voor het statuut voorziet in twee groepen arbeidscontractanten: personeel voor niet-kerntaken en personeel voor hulptaken. De laatste groep vervangt geleidelijk de hulpfunctionarissen. Waar in de begroting momenteel middelen zijn uitgetrokken voor de aanwerving van hulpfunctionarissen (d.w.z. vooral onder de posten 1110 en 1114), moet dus worden voorzien in de aanwerving van arbeidscontractanten.

Ook moet overeenkomstig de artikelen 79 tot 115 van het nieuwe statuut een nieuw begrotingsonderdeel worden gecreëerd. Vooralsnog wordt in dit onderdeel de vermelding 'p.m.' opgenomen.

Verder wordt voorgesteld om het woord 'arbeidscontractanten' toe te voegen aan de toelichting bij de volgende onderdelen:

31.

1149 Overige toelagen en vergoedingen


32.

115 Overuren


VI.5 Toelichting bij ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen

In verband met het in het nieuwe ambtenarenstatuut opgenomen artikel 42 bis over ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen moet de volgende toelichting worden toegevoegd:

"Deze post dient ter dekking van de toelage voor ouderschapsverlof of verlof om gezinsredenen."

33.

VII. Comité van de Regio's


VII.1 Wijzigingen in de personeelsformatie

Het nieuwe overzicht van de personeelsformatie is het resultaat van een systematische omzetting van alle rangen (nieuwe statuut, bijlage XIII, afdeling 1, artikel 2), met uitzondering van de nieuwe ambten die vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe statuut (1 mei 2004) aangeworven moeten worden. Deze nieuwe ambtenaren moeten worden ingedeeld in de nieuwe aanvangsrang, dus volgens bijlage XIII, afdeling 1, artikel 11, van het nieuwe statuut, tenzij het de bedoeling is om ze vóór 1 mei aan te werven.

Het Comité van de Regio's stelt voor 2004 een personeelsformatie voor met een (ongewijzigd) totaal aantal van 408 vaste en tijdelijke ambten, waarvan 270 ambten overeenkomstig artikel 2 en de 138 nieuwe ambten overeenkomstig artikel 11 van bijlage XIII zijn gewijzigd. De formatie is ook gewijzigd om vanaf 1 mei 2004 te zorgen voor gelijkwaardigheid met de gemiddelde carrière onder de oude carrièrestructuur.

34.

VII.2 Wijzigingen in de nomenclatuur in verband met het nieuwe statuut en de arbeidscontractanten


Nieuwe post

Ook moet een nieuw begrotingsonderdeel worden gecreëerd voor de arbeidscontractanten (artikelen 79 tot 115 van het nieuwe statuut), die de plaats innemen van de hulpfunctionarissen. In dit onderdeel wordt de vermelding 'p.m.' opgenomen.

35.

HOOFDSTUK 11 - PERSONEEL IN ACTIEVE DIENST


Artikel 111 - Andere personeelsleden

Nieuw artikel

Post 1115 Arbeidscontractanten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

36.

Toelichting


Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de eventuele inschakeling van arbeidscontractanten.

37.

1.1.1. Verwijzing naar rechtsgrond


In verband met de inwerkingtreding van het nieuwe statuut op 1 mei 2004 moeten bepaalde verwijzingen naar rechtsgronden worden aangepast.

38.

Artikel 1820 Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en voorlichting van het personeel


De rechtsgrond in de toelichting:

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 24, derde alinea,

wordt vervangen door:

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 24 bis en de artikelen 11 tot 14 van bijlage VII.

39.

Artikel 1113 Bijzondere adviseurs


De rechtsgrond in de toelichting:

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name de artikelen 5, 82 en 83,

door:

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name de artikelen 5, 119 en 120.

40.

VIII Deel A. Europese Ombudsman


Overeenkomstig artikel 37 van het Financieel Reglement kunnen de instellingen in geval van onvermijdbare, uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden gewijzigde begrotingen (GB's) doorgeven aan de Commissie.

De indiening van deze GB wordt door onvoorziene en onvermijdbare omstandigheden gerechtvaardigd. In dit geval gaat het om het politieke akkoord inzake de herziening van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden (RTA). De wijzigingen in deze regelingen zijn vooral van invloed op de personeelsformatie van de verschillende instellingen, die wordt aangepast aan de nieuwe carrièrestructuur. In deze GB gaat het vooral om de aanpassing van de formatie voor de overgangsperiode waarin bijlage XIII van het statuut voorziet, en om de invoering van een begrotingsonderdeel waaruit de aanstelling van arbeidscontractanten (een nieuwe personeelscategorie in de RTA) kan worden gefinancierd.

41.

VIII.1 Wijzigingen in de personeelsformatie


Voor de oude ambten worden de oude categorieën en rangen automatisch omgezet volgens artikel 2 van bijlage XIII van het statuut van de ambtenaren. Dit geldt ook voor de twee leidinggevende ambten die met speciale toestemming van de begrotingsautoriteit op een hoog carrièreniveau zijn ingesteld (ambt A2 voor de secretaris-generaal van de ombudsman en ambt A4 voor de hoofdadministrateur financiële en administratieve zaken). Alleen door handhaving van dit hoge carrièreniveau in de nieuwe carrièrestructuur kan immers aan de doelstelling worden voldaan die de begrotingsautoriteit bij de instelling van deze ambten voor ogen had, namelijk aanwerving van uit de andere instellingen afkomstige hooggeplaatste ambtenaren met de beroepservaring en de noodzakelijke kwaliteiten om deze taken op hoog niveau te kunnen vervullen.

Op de nieuwe ambten, die met name met het oog op de uitbreiding zijn ingesteld voor 2004, wordt artikel 11 van bijlage XIII toegepast, tenzij ze vóór 1 mei worden ingevuld.

42.

VIII.2 Wijzigingen in de nomenclatuur in verband met de arbeidscontractanten in het nieuwe statuut


Voor alle instellingen moet voor de arbeidscontractanten in een nieuw begrotingsonderdeel worden voorzien dat afwijkt van dat voor de hulpfunctionarissen. Voor de Europese Ombudsman zou het gaan om de volgende onderdelen:

43.

111: Andere personeelsleden


44.

1110: Hulpfunctionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de werkgeversbijdragen aan het socialezekerheidsstelsel van hulpfunctionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs die vallen onder de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

45.

1115: Arbeidscontractanten


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

46.

Toelichting


Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de eventuele inschakeling van arbeidscontractanten.

47.

VIII Deel B. Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


In het kader van de gewijzigde begroting 2/2004 heeft de Commissie voorgesteld om voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een nieuwe afdeling te creëren met personele en financiële middelen om hem in staat te stellen zijn taken te vervullen.

In dat verband is een personeelsformatie op basis van het huidige statuut voorgesteld. Deze formatie moet nu worden omgezet in verband met de hervorming van het statuut, die op 1 mei 2004 van kracht wordt. Deze wijzigingen in de begroting worden op dezelfde datum van kracht als het nieuwe statuut.

De Commissie stelt een eenvoudige omzettingstechniek voor die niet van invloed is op de goedkeuring van de begrotingsautoriteit.

In de overgangsperiode van twee jaar worden de vier verschillende categorieën in de personeelsformatie voor vaste en tijdelijke ambten gehandhaafd, maar ze worden aan de hand van artikel 2, lid 1, van bijlage XIII van het hervormde statuut wel van een andere aanduiding voorzien. Dit artikel geeft aan hoe de categorie en de rang van ambtenaren die onder het statuut vallen, moeten worden aangepast. Voorzover het formatie-overzicht vóór 1 mei in werking is getreden, stelt de Commissie voor om dit artikel op alle ambten toe te passen waarin de formatie voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voorziet.

Omzetting op basis van artikel 2:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

48.

VIII.1 Verwijzing naar de rechtsgrond


Artikel 29 van de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement bepaalt ten aanzien van de begrotingstoelichting:

"De begrotingstoelichting omvat met name de volgende elementen:

a) de verwijzing naar het basisbesluit, indien voorhanden,

49.

b) een passende uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten."


Naar analogie van de praktijk bij de rest van de begroting en in het kader van de (bij de indiening van deze gewijzigde begroting nog niet definitief goedgekeurde) herziening van het statuut van de ambtenaren en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, stelt de Commissie voor om in de begrotingstoelichting voor de Europese Toezichthouder geen verwijzing meer op te nemen naar bepaalde artikelen en/of bijlagen en de toelichting bij de begrotingsonderdelen als volgt te standaardiseren:

50.

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen


Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen

De uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten in de begrotingsonderdelen blijft ongewijzigd.

Bijlage 2 bevat een overzicht van de verwijzingen in de begroting voor 2004 naar het statuut van de ambtenaren en naar de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

51.

VIII.2 Wijzigingen in de nomenclatuur in verband met de arbeidscontractanten in het nieuwe statuut


Voor alle instellingen moet voor de arbeidscontractanten in een nieuw begrotingsonderdeel worden voorzien dat afwijkt van dat voor de hulpfunctionarissen. Voor de Europese Toezichthouder worden de twee desbetreffende onderdelen vermeld in de technische bijlage.