Toelichting bij SEC(2005)758 - Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de algemene begroting voor 2005 - Algemene staat van ontvangsten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding 4

2.

2. Eigen middelen 4


3.

2.1. Herziening van de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) en de BTW- en BNI-grondslagen 5


Herziene ramingen van TEM, BTW- en BNI-grondslagen voor 2005 (in miljoenen euro) 7

4.

2.2. Correctie ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor 2001 en 2004 7


5.

2.2.1. Berekening van de correcties 8


6.

2.2.2. Opneming in het VOGB 5/2005 van de eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2004, en van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2001 10


7.

3. Mobilisatie van EU-Solidariteitsfonds 14


8.

3.1. Financiering 15


OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN 16

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

De algemene staat van ontvangsten wordt afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Bij wijze van voorbeeld wordt een taalversie bijgevoegd als technische bijlage.

9.

TOELICHTING


1.

Inleiding



Dit voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting voor 2005 heeft betrekking op:

- De herziene raming van de eigen middelen , zowel van de traditionele eigen middelen (douanerechten, landbouwheffingen en bijdragen en heffingen 'suiker') als van die op basis van de BTW en het BNI; in verband daarmee, de opneming in de begroting en de financiering van de correcties ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, en de consequenties daarvan voor de respectieve eigenmiddelenbijdragen die de lidstaten aan de EU-begroting betalen.

- In artikel 7 van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen is bepaald: '...een overschot van het Garantiefonds als gevolg van externe maatregelen, naar de staat van ontvangsten van de begroting (overgeschreven), (wordt) als eigen middelen beschouwd'. Bij dit VOGB wordt het overschot van het Garantiefonds voor externe leningen per 31 december 2004 derhalve in de algemene begroting opgenomen. Het betreft een bedrag van 187.130.000 EUR.

- Daarbovenop wordt een bedrag van 338 831 402 EUR in de begroting opgenomen als gevolg van een terugboeking in de zin van artikel 1, punt 2, van Verordening (EG,Euratom) nr. 2273/2004 i van 22 december 2004. De verklaring voor dit bijzonder 'overschot' is dat leningen en garanties die vóór de toetreding ten gunste van een toetredingsland zijn verstrekt, niet meer onder de werkingssfeer van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor operaties in derde landen vallen zodra het betrokken land effectief tot de Europese Unie toetreedt. Daardoor wordt de voorziening (ten belope van 9%) voor per 1 mei 2004 uitstaande leningen en garanties aan de 10 nieuwe lidstaten teruggeboekt naar de algemene begroting.

- Mobilisatie van het EU-Solidariteitsfonds in verband met de storm die op 19-20 november 2004 Slowakije trof. Hiervoor is 5 667 578 EUR aan extra vastleggingskredieten noodzakelijk.

10.

2. EIGEN MIDDELEN


De onderstaande overzichtstabel geeft de verdeling over de lidstaten van de totale afdrachten van eigen middelen, respectievelijk voor de Begroting 2005, het voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) 2/2005 (waarbij de begroting 2005 wordt gewijzigd wat betreft de administratieve uitgaven en de overige ontvangsten), het VOGB 4/2005 (waarin het surplus van 2004 is verwerkt) en het VOGB 5/2005.

11.

bedragen in EUR


Begroting VOGB 2/ VOGB 4/ VOGB 5/ VOGB 5/2005 tegenover VOGB 4/ VOGB 4/2005 tegenover VOGB 2/

i i i in % i = i i i = i i

BE 4 035 286 4 034 071 3 958 006 4 090 787 4.01% 132 781 - 76 064

CZ 932 392 932 050 910 633 999 336 0.98% 88 703 - 21 417

DK 2 130 860 2 130 027 2 077 925 2 065 619 2.03% - 12 306 - 52 101

DE 22 218 438 22 209 231 21 633 154 21 313 216 20.90% - 319 938 - 576 076

EE 100 756 100 721 98 532 99 285 0.10% 753 - 2 189

EL 1 882 611 1 881 884 1 836 398 1 848 094 1.81% 11 695 - 45 486

ES 8 957 286 8 953 832 8 737 704 8 901 093 8.73% 163 388 - 216 127

FR 17 303 107 17 296 186 16 863 166 16 888 265 16.56% 25 099 - 433 020

IE 1 341 281 1 340 761 1 308 223 1 366 497 1.34% 58 274 - 32 537

IT 14 359 479 14 353 744 13 994 964 13 995 632 13.73% 667 - 358 780

CY 144 556 144 503 141 186 157 346 0.15% 16 160 - 3 317

LV 115 205 115 161 112 397 125 829 0.12% 13 431 - 2 764

LT 221 997 221 920 217 097 210 703 0.21% - 6 393 - 4 823

LU 241 439 241 342 235 290 237 736 0.23% 2 446 - 6 052

HU 1 003 119 1 002 775 981 242 895 883 0.88% - 85 358 - 21 532

MT 57 409 57 390 56 195 50 902 0.05% - 5 292 - 1 194

NL 5 552 933 5 550 990 5 429 430 5 411 974 5.31% - 17 455 - 121 560

AT 2 308 432 2 307 450 2 246 049 2 208 751 2.17% - 37 298 - 61 401

PL 2 099 087 2 098 288 2 048 307 2 366 512 2.32% 318 205 - 49 980

PT 1 443 049 1 442 480 1 406 887 1 385 150 1.36% - 21 737 - 35 593

SI 299 993 299 881 292 865 284 538 0.28% - 8 326 - 7 016

SK 393 148 393 005 384 036 381 992 0.37% - 2 043 - 8 968

FI 1 544 832 1 544 199 1 504 586 1 512 359 1.48% 7 773 - 39 612

SE 2 832 862 2 831 678 2 757 578 2 816 998 2.76% 59 419 - 74 099

UK 13 739 900 13 732 148 13 247 160 12 338 551 12.10% - 908 609 - 484 987

EU 105 259 468 105 215 727 102 479 020 101 953 058 100.00% - 525 961 - 2 736 707

12.

2.1. Herziening van de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) en de BTW- en BNI-grondslagen


Volgens vaste praktijk stelt de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het Raadgevend Comité Eigen Middelen (RCEM), die normaal ieder jaar in april plaatsvindt.

De herziening heeft betrekking op de raming van de in 2005 aan de begroting af te dragen TEM (douanerechten, landbouwheffingen en bijdragen en heffingen voor suiker) en op de raming van de BTW- en BNI-grondslagen voor 2005. De in de Begroting 2005 (en in de VOGB 1 tot en met 4/2005) opgenomen raming was vastgesteld in de 131e vergadering van het RCEM van 20 april 2004. De herziene raming waarvan dit VOGB 5/2005 uitgaat, is aangenomen in de 133e RCEM-vergadering van 8 april 2005. Door gebruik te maken van herziene eigenmiddelenramingen kunnen de betalingen die tijdens het begrotingsjaar van de lidstaten worden verlangd, preciezer worden bepaald en de onvermijdelijke voorspellingsfouten van het jaar voordien worden verkleind.

Ten opzichte van de goedgekeurde raming van april 2004 is de raming van april 2005 op de volgende punten bijgesteld:

- De totale netto-landbouwheffingen in 2005 blijven ongewijzigd geraamd op 819,4 miljoen EUR (na aftrek van 25% inningskosten). Alleen is de verdeling van het geraamde totaalbedrag over de lidstaten aangepast op basis van de jongst beschikbare gegevens over de in 2004 geïnde nettolandbouwheffingen.

- De totale nettobijdragen en -heffingen voor suiker blijven nagenoeg ongewijzigd geraamd op 793,8 miljoen EUR (na aftrek van 25% inningskosten). Het verschil is, dat de verdeling van het geraamde totaalbedrag over de lidstaten is aangepast – alleen wat de 10 nieuwe lidstaten betreft - op basis van de jongst beschikbare raming van DG AGRI van de bijdragen en heffingen in 2006.

- De totale nettodouanerechten worden voor 2005 nu geraamd op 12,0308 miljard EUR (na aftrek van 25% inningskosten), wat neerkomt op + 11,9% tegenover de raming van april 2004 (10,7499 miljard EUR). De hoofdreden voor deze verhoging is een substantiële opwaartse bijstelling van het voorspelde groeipercentage 2004-2005 van de extracommunautaire invoer (van 7,2% naar 10,5%). Er zij opgemerkt dat de raming van april 2005 voor elke lidstaat afzonderlijk is gemaakt omdat DG ECFIN in zijn voorjaarsprognoses 2005 de groeipercentages van de extracommunautaire invoer heeft gepubliceerd voor de 25 lidstaten.

- De totale niet-afgetopte BTW-grondslag voor de EU in 2005 wordt nu geraamd op 5,0835696 miljard EUR, wat neerkomt op +1,6% in vergelijking met de in april 2004 geraamde 5,0036212 miljard EUR. De totale afgetopte BTW-grondslag i voor de EU in 2005 wordt nu geraamd op 4,893151 miljard EUR, wat neerkomt op +0,4 % in vergelijking met de in april 2004 geraamde 4,8713466 miljard EUR.De totale BNI-grondslag voor de EU in 2005 wordt geraamd op 10,5686966 miljard EUR, wat neerkomt op -0,1% in vergelijking met de in april 2004 geraamde 10,5840366 miljard EUR.

Voor de omrekening van de in nationale valuta luidende BTW- en BNI-grondslagen naar euro (voor de dertien lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 31 december 2004 gebruikt. Doordat dezelfde koers ook wordt gebruikt wanneer de geraamde eigen middelen van euro worden omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen (overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening nr. 1150/2000 van de Raad), voorkomt men distorsies. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat de raming, in euro, van de BTW- en BNI-grondslagen opwaarts is bijgesteld voor de lidstaten waarvan de nationale valuta sinds de RCEM-vergadering van vorig jaar in waarde is gestegen, en vice versa.

De herziene ramingen van de TEM (douanerechten, landbouwheffingen en bijdragen en heffingen voor suiker), de afgetopte BTW-grondslagen en de BNI-grondslagen voor 2005, zoals vastgesteld in de 133e RCEM-vergadering van 8 april 2005, zijn weergegeven in de onderstaande tabel (afgeronde cijfers):

13.

Herziene ramingen van TEM, BTW- en BNI-grondslagen voor 2005 (in miljoenen euro)


Landbouw- heffingen (75 %) Bijdragen/heffingen suiker (75 %) Douane- rechten (75 %) Niet-afgetopte BTW-grondslagen BNI-grondslagen Afgetopte BTW-grondslagen

BE 11. 44. 1 342. 125 470. 299 994. 125 470.

CZ 2. 8. 134. 56 081. 91 639. 45 819.

DK 16. 25. 230. 79 270. 202 208. 79 270.

DE 124. 215. 2 302. 954 066. 2 218 037. 954 066.

EE 0. 0. 15. 5 171. 8 969. 4 485.

EL 7. 10. 188. 101 189. 176 960. 88 480.

ES 40. 21. 1 008. 511 218. 843 306. 421 653.

FR 63. 205. 960. 808 893. 1 693 486. 808 893.

IE 0. 6. 133. 73 298. 132 064. 66 032.

IT 63. 72. 1 271. 606 559. 1 387 628. 606 559.

CY 2. 0. 35. 10 260. 12 829. 6 414.

LV 0. 0. 17. 5 203. 11 707. 5 203.

LT 1. 1. 29. 12 207. 19 134. 9 567.

LU 0. 0. 13. 16 229. 24 153. 12 076.

HU 3. 7. 116. 37 319. 84 093. 37 319.

MT 1. 0. 8. 3 477. 4 400. 2 200.

NL 182. 50. 1 136. 230 749. 472 707. 230 749.

AT 4. 20. 165. 104 603. 239 049. 104 603.

PL 22. 40. 202. 124 808. 225 415. 112 707.

PT 21. 2. 89. 90 762. 137 076. 68 538.

SI 0. 0. 28. 15 032. 27 390. 13 695.

SK 0. 6. 42. 15 429. 36 543. 15 429.

FI 3. 4. 95. 67 268. 155 153. 67 268.

SE 9. 11. 308. 123 447. 298 341. 123 447.

UK 235. 36. 2 151. 905 554. 1 766 404. 883 202.

EU 819. 793. 12 030. 5 083 569. 10 568 696. 4 893 151.

14.

2.2. Correctie ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor 2001 en 2004


De correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten voordele van het Verenigd Koninkrijk (de 'Britse correctie') die in dit VOGB moet worden opgenomen, heeft betrekking op twee jaren: 2001 en 2004. Aangezien de Britse correctie van een bepaald jaar in het volgende jaar moet worden gefinancierd, nemen alle huidige lidstaten met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, aan de financiering van de correctie voor 2004 deel. De correctie voor 2001 wordt daarentegen uitsluitend gefinancierd door de 15 landen die in 2002 lid waren.

Op beide correcties zijn de regels van Besluit 2000/597 van de Raad en het begeleidende werkdocument – de Berekeningsmethode 2000 i – van toepassing.

Overeenkomstig die regels worden de netto 'buitengewone voordelen', of 'meevallers', voor het Verenigd Koninkrijk van de sedert 2001 geldende verhoging van het TEM-percentage dat de lidstaten inhouden als compensatie voor de kosten van inning, geneutraliseerd bij de berekening van de Britse korting, evenals de pretoetredingsuitgaven (PTU) die zijn gefinancierd uit betalingskredieten van het laatste jaar vóór de uitbreiding. Dit correctiemechanisme voor PTU zal bij elke volgende uitbreiding worden toegepast.

Bovendien wordt het respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de financiering van de Britse korting beperkt tot een vierde van wat normaal hun aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten, met uitzondering van het VK. Deze nieuwe financieringsregels hebben een impact op het uniforme BTW-afroepingspercentage, zijnde het verschil tussen het maximale afroepingspercentage (0,50% van de afgetopte BTW-grondslag) en het bevroren percentage (berekend op basis van de Britse correctie voor 2004).

Volgens de bovengenoemde regels wordt het verschil tussen de Britse correctie voor 2001 ( definitief bedrag ) en het eerder (in 2002) in de begroting opgenomen bedrag, alsook de uitkomst van de volledige herberekening van de financiering van het totale correctiebedrag op basis van meest recente gegevens voor 2002 onder hoofdstuk 35 i van de begroting opgevoerd, zonder enige impact op het uniforme BTW-afroepingspercentage. Dit is een vereenvoudiging ten opzichte van de voorheen geldende regels (Verordening 94/728 van de Raad en het begeleidende werkdocument, de Berekeningsmethode 1994 , op grond waarvan het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse korting en het eerder in de begroting opgenomen bedrag, werd geboekt onder hoofdstuk 15 i en de uitkomst van de herberekening van de financiering van het totale correctiebedrag onder hoofdstuk 35 (voor nadere bijzonderheden van de herberekening van de financiering, zie punt 2.2.2.2 hierna).

15.

2.2.1. Berekening van de correcties


In het onderhavige VOGB wordt opgenomen hoe de eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2004 wordt berekend en gefinancierd, en wat het definitieve bedrag is van de correctie voor 2001.

Wat de tweede bijwerking van de Britse correctie voor 2003 en de derde bijwerking van de Britse correctie voor 2002 betreft, zal de Commissie overeenkomstig de Berekeningsmethode 2000 voorstellen om de geactualiseerde bedragen in de begroting op te nemen als zij wezenlijk van de eerder opgenomen bedragen verschillen. De tweede bijwerking van de Britse correctie voor 2003 verschilde niet wezenlijk van in de GB 8/2004 opgenomen eerste bijwerking daarvan, en de derde bijwerking van de Britse correctie voor 2002 verschilde niet wezenlijk van in de GB 4/2003 opgenomen eerste bijwerking daarvan. Deze bijwerkingen worden bijgevolg niet voor opneming in het onderhavige VOGB voorgesteld.

16.

2.2.1.1. Britse correctie voor 2004


In de onderstaande tabel wordt de verschillen samengevat tussen het in de Begroting 2005 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2004 en de in het VOGB 5/2005 op te nemen eerste bijwerking daarvan.

17.

Britse correctie voor Voorlopige cijfers Begroting Eerste bijwerking VOGB 5/ Verschil


Brits aandeel in theoretische niet-afgetopte BTW-grondslag 18.1050% 17.8653% -0.2397%

Brits aandeel in totale toegerekende uitgaven zonder PTU 7.2284% 7.9423% 0.7139%

= i - i 10.8765% 9.9229% -0.9536%

Totale toegerekende uitgaven 84 685 362 92 293 901 7 608 538

Pretoetredingsuitgaven (PTU) 1 713 442 1 716 810 3 367

Totale toegerekende uitgaven zonder PTU = i - i 82 971 920 90 577 091 7 605 170

Oorspronkelijk bedrag Britse correctie = i x i x 0, 5 956 157 5 932 026 - 24 131

Brits voordeel 820 148 725 367 - 94 781

Kernkorting van het VK = i - i 5 136 009 5 206 658 70 649

Meevallers inzake de TEM 20 858 20 975 117

Britse correctie = i - i 5 115 150 5 185 683 70 532

De eerste bijwerking van de Britse correctie 2004 ligt 70,5 miljoen EUR hoger dan het voorlopige bedrag dat in de Begroting 2005 was opgenomen. Het verschil is het resultaat van vijf factoren, waarvan het effect op de Britse correctie 2004 onderscheidenlijk als volgt kan worden gekwantificeerd:

- daling van het Britse aandeel in de theoretische niet-afgetopte BTW-grondslag: correctie min circa 131,2 miljoen EUR;

- toename van het Britse aandeel in de totale toegerekende uitgaven zonder pretoetredingsuitgaven: correctie min circa 382,9 miljoen EUR;

- toename van de totale toegerekende uitgaven zonder pretoetredingsuitgaven: correctie plus circa 498,1 miljoen EUR;

- vermindering van het zogeheten Britse voordeel: correctie plus 94,8 miljoen EUR. Dit is het voordeel, in vergelijking met het eigenmiddelenstelsel dat gold toen de Britse correctie in 1985 werd ingevoerd, dat voor het Verenigd Koninkrijk bij het huidige eigenmiddelenstelsel voortvloeit uit de invoering van de BNP/BNI-middelenbronnen en de aftopping van de BTW-grondslagen.

- toename van de zogeheten 'meevallers' inzake de traditionele eigen middelen: correctie min 0,1 miljoen EUR.

18.

2.2.1.2. Britse correctie voor 2001


In de onderstaande tabel wordt de verschillen samengevat tussen de in de GAB 3/2002 opgenomen eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2001 en het in de VOGB 5/2005 op te nemen definitieve bedrag daarvan.

19.

Britse correctie voor Eerste bijwerking GAB 3/ Definitief bedrag VOGB 5/ Verschil


Brits aandeel in theoretische niet-afgetopte BTW-grondslag 18.6820% 19.1829% 0.5009%

Brits aandeel in totale toegerekende uitgaven zonder PTU 8.1585% 8.5584% 0.3999%

= i - i 10.5234% 10.6245% 0.1010%

Totale toegerekende uitgaven 73 999 164 73 627 809 - 371 354

Pretoetredingsuitgaven (PTU)

Totale toegerekende uitgaven zonder PTU = i - i 73 999 164 73 627 809 - 371 354

Oorspronkelijk bedrag Britse correctie = i x i x 0, 5 139 588 5 162 886 23 297

Brits voordeel 48 290 212 371 164 080

Kernkorting van het VK = i - i 5 091 297 4 950 514 - 140 783

Meevallers inzake de TEM 64 290 54 179 - 10 110

Britse correctie = i - i 5 027 007 4 896 335 - 130 672

Het definitieve bedrag van de Britse correctie 2001 is 130,7 miljoen EUR kleiner dan dat van de eerste bijwerking in de GAB 3/2002. Het verschil is het resultaat van vijf factoren, waarvan het effect op de Britse correctie 2001 onderscheidenlijk als volgt kan worden gekwantificeerd:

- toename van het Britse aandeel in de theoretische niet-afgetopte BTW-grondslag: correctie plus circa 244,6 miljoen EUR;

- toename van het Britse aandeel in de totale toegerekende uitgaven zonder pretoetredingsuitgaven: correctie min circa 195,3 miljoen EUR;

- daling van de totale toegerekende uitgaven zonder pretoetredingsuitgaven: correctie min circa 26,0 miljoen EUR;

- vergroting van het zogeheten Britse voordeel: correctie min 164,1 miljoen EUR;

- vermindering van de zogeheten 'meevallers' inzake de traditionele eigen middelen: correctie plus 10,1 miljoen EUR.

20.

2.2.2. Opneming in het VOGB 5/2005 van de eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2004, en van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2001


21.

2.2.2.1. Britse correctie voor 2004 (onder hoofdstuk 15)


Het onder hoofdstuk 15 van dit VOGB 5/2005 te boeken bedrag van de Britse correctie is dat van de eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2004 (d.i. 5,185683679 miljard EUR, tegenover 5,115150953 miljard EUR in de Begroting 2005).

De financiering ervan geschiedt op basis van de bij dit VOGB herziene BNI-grondslagen. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag onder hoofdstuk 15 van de begroting wordt opgenomen:

22.

Britse correctie voor 2004 Hoofdstuk


BE 253 499

CZ 77 436

DK 170 869

DE 326 677

EE 7 579

EL 149 533

ES 712 604

FR 1 431 018

IE 111 596

IT 1 172 564

CY 10 840

LV 9 893

LT 16 168

LU 20 409

HU 71 059

MT 3 718

NL 69 621

AT 35 207

PL 190 479

PT 115 831

SI 23 145

SK 30 880

FI 131 106

SE 43 940

UK - 5 185 683

Totaal

23.

2.2.2.2. Britse correctie voor 2001 (onder hoofdstuk 35)


De financiering van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2001 wordt opgenomen onder hoofdstuk 35 van dit VOGB 5/2005 en is gebaseerd op de BNI- (en BTW-)grondslagen voor 2002 zoals die eind 2004 bekend waren. In dat bedrag zijn verwerkt:

- de waardecorrecties voor het direct effect , d.i. het verschil tussen het aandeel van elke lidstaat in de definitieve Britse correctie voor 2001 (op basis van de BNI- (en BTW-)grondslagen voor 2002 zoals die eind 2004 bekend waren) en de overeenkomstige bedragen die eerder in de begroting waren opgenomen (d.w.z. in de GAB 3/2002, ter financiering van de eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2001).

- de waardecorrecties voor het indirect effect , d.i. het verschil tussen de impliciete impact i op de BTW- en BNI-afdrachten van de lidstaten voor de definitieve Britse correctie voor 2001 (op basis van de BNI- en BTW-grondslagen voor 2002 zoals die eind 2004 bekend waren) en de impliciete impact op de BTW- en BNI-afdrachten van de lidstaten voor de in de GAB 3/2002 opgenomen eerste bijwerking van de Britse correctie voor 2001 (op basis van de BNI- en BTW-grondslagen voor 2002 zoals vermeld in de GAB 3/2002).

- In de onderstaande tabel wordt samengevat hoe de definitieve Britse correctie voor 2001 onder hoofdstuk 35 van dit VOGB 5/2005 wordt gefinancierd:

24.

Slowakije EUR 194 966 EUR 4 307 EUR 1 360 EUR 5 667


1. Na deze bijstandsverlening blijft ten minste 25% van het EU-Solidariteitsfonds beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening 2012/2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

De nodige betalingskredieten zullen beschikbaar worden gesteld door middel van een overschrijving van kredieten van andere begrotingsonderdelen, die de Commissie te gepasten tijde zal voorstellen aan de begrotingsautoriteit.

25.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN DE FINANCIËLE VOORUITZICHTEN


Financiële vooruitzichtenRubriek/ subrubriek Financiële vooruitzichten Begroting 2005 incl. VOGB 1-4/ VOGB 5/ Begroting 2005 incl. VOGB 1-5/

|VKBKVKBKVKBKVKBK1. LANDBOUW- Landbouwuitgaven44 598 000 42 835 450 42 835 450 42 835 450 42 835 450 - Plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen6 841 000 6 841 000 6 279 400 6 841 000 6 279 400 Totaal51 439 000 49 676 450 49 114 850 49 676 450 49 114 850 Marge1 762 550 1 762 550 2. STRUCTURELE MAATREGELEN- Structuurfondsen37 247 000 37 291 564 29 390 527 37 291 564 29 390 527 -Cohesiefonds5 194 000 5 131 932 3 005 500 5 131 932 3 005 500 Totaal42 441 000 42 423 497 32 396 027 42 423 497 32 396 027 Marge17 502 17 502 3. INTERN BELEID i9 012 000 9 052 000 7 923 781 5 667 9 057 667 7 923 781 Marge-40 000 -40 000 4. EXTERNE ACTIES i5 119 000 5 317 000 5 476 162 5 317 000 5 476 162 Margin-198 000 -198 000 5. ADMINISTRATIE6 360 000 6 292 686 6 292 686 6 292 686 6 292 686 Marge67 313 67 313 6. RESERVES- Reserve voor garanties223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 - Reserve voor noodhulp i223 000 223 000 223 000 223 000 223 000 Totaal446 000 446 000 446 000 446 000 446 000 Marge7. PRETOETREDINGSSTEUN3 472 000 2 081 000 3 286 990 2 081 000 3 286 990 Marge 1 391 000 1 391 000 8. COMPENSATIE1 305 000 1 304 988 1 304 988 1 304 988 1 304 988 Marge 11 11 TOTAAL 119 594 000 114 235 000 116 593 822 106 241 486 5 667 116 599 490 106 241 486 Marge3 000 177 7 993 513 3 000 177 7 993 513

Werkdocument van de Commissie over de berekening, financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie van begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Besluit [2000/597] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU, de zogeheten Berekeningsmethode 2000; zieeuropa.eu.int/comm/budget/pdf/financing