Toelichting bij SEC(2007)139 - Advies van de Raad overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening 1466/97 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2006-2010

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Algemene achtergrond

Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Bij de hervorming van het pact in 2005 werd het nut ervan bij het verankeren van begrotingsdiscipline erkend, maar werd tevens versterking van de doeltreffendheid en de economische onderbouwing, alsook waarborging van de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn beoogd.

In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, die deel uitmaakt van het pact, is bepaald dat de lidstaten bij de Raad en de Commissie stabiliteits- of convergentieprogramma's moeten indienen, alsook jaarlijkse actualiseringen daarvan (lidstaten die de gemeenschappelijke munt al hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's in en lidstaten die deze nog niet hebben aangenomen dienen (geactualiseerde) convergentieprogramma's in). Het eerste convergentieprogramma van Hongarije is ingediend in mei 2004. Overeenkomstig de verordening bracht de Raad op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité op 5 juli 2004 hierover advies uit. Geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's worden volgens dezelfde procedure door de Commissie beoordeeld en door hogervermeld Comité onderzocht, terwijl ook de Raad over de mogelijkheid beschikt deze programma's te evalueren.

1.

Achtergrond voor de beoordeling van het geactualiseerde programma


De Commissie heeft het op 1 december 2006 ingediende meest recente geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije onderzocht en een aanbeveling voor een advies van de Raad aangenomen (zie het kader voor de belangrijkste beoordelingspunten).

Om de achtergrond te schetsen waartegen de begrotingsstrategie in het geactualiseerde convergentieprogramma wordt beoordeeld, bevatten de volgende punten een overzicht van:

1. de economische en budgettaire resultaten over de afgelopen tien jaar;

2. de positie van het land overeenkomstig het corrigerende deel van het stabiliteits- en groeipact (buitensporigtekortprocedure);

3. de meest recente beoordeling van de positie van het land overeenkomstig het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact (samenvatting van het advies van de Raad over de vorige actualisering van het convergentieprogramma); en

4. de beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma van oktober 2006.

2.

Recente economische en budgettaire resultaten


De afgelopen 10 jaar heeft de Hongaarse economie een behoorlijk krachtige groei te zien gegeven, met een vanaf 2003 steeds evenwichtiger samenstelling. De werkgelegenheid en de arbeidsparticipatie blijven evenwel tot de laagste in de EU behoren en de laatste jaren beginnen er zich diverse onevenwichtigheden af te tekenen die op het expansieve begrotingsbeleid terug te voeren zijn. Het zeer hoge en nog steeds stijgende begrotingstekort resulteerde in een forse toename van de overheidsschuld. Tegen deze achtergrond, alsook in het licht van de verwachte stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven op lange termijn loopt Hongarije ernstig risico wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft. De vooral vanaf 2001 toenemende loonkosten hebben bijgedragen tot een stagnerende werkgelegenheid. Bovendien hebben de stimuleringsregelingen de werknemers onvoldoende aangemoedigd om op de arbeidsmarkt te blijven, en sluiten de vaardigheden die via de onderwijs- en opleidingsstelsels worden verworven, onvoldoende aan bij de behoeften van de nieuwe productiestructuren. Tevens lijkt het expansieve begrotingsbeleid de particuliere investeringen te hebben verdrongen. Dit beleid heeft tegelijkertijd bijgedragen tot de bestendiging van hoge externe tekorten en tot een forse toename van de nettoschuld tegenover het buitenland. Deze ontwikkeling gaat sinds kort vergezeld van een toename van de niet-afgedekte verplichtingen in vreemde valuta's van de huishoudens, waardoor deze sterker aan wisselkoersfluctuaties zijn blootgesteld.

3.

De buitensporigtekortprocedure ten aanzien van Hongarije


Op 5 juli 2004 heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, een beschikking aangenomen waarin werd geconstateerd dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestond. Tegelijkertijd richtte de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, een aanbeveling tot Hongarije om het buitensporige tekort uiterlijk in 2008 te verhelpen overeenkomstig het aanpassingstraject dat was vermeld in het Hongaarse convergentieprogramma van mei 2004. Op grond van artikel 104, lid 8, besloot de Raad op 18 januari 2005 evenwel dat hoewel enige maatregelen waren genomen om het tekort in 2004 en 2005 terug te dringen, Hongarije geen gevolg had gegeven aan de aanbevelingen van juli 2004, aangezien werd verwacht dat de doelstelling voor zowel 2004 als 2005 bij lange na niet zou worden gehaald.

Op 8 maart 2005 richtte de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, een nieuwe aanbeveling tot Hongarije omdat dit land nog geen lid is van het eurogebied en de volgende twee stappen van de buitensporigtekortprocedure (geregeld bij artikel 104, leden 9 en 11) derhalve niet van toepassing zijn. De Raad beval aan dat 'de Hongaarse autoriteiten uiterlijk 8 juli 2005 zorgen voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van aanvullende, zo mogelijk structurele maatregelen om de in het geactualiseerde convergentieprogramma vastgestelde tekortdoelstelling voor 2005 te halen'. Tevens dienden de termijn voor een belastingverlaging en de verlaging zelf afhankelijk te worden gesteld van het halen van de tekortdoelstellingen van de in december 2004 ingediende actualisering van het convergentieprogramma.

Op 8 november 2005 besloot de Raad voor de tweede keer op grond van artikel 104, lid 8, dat Hongarije geen gevolg had gegeven aan de nieuwe aanbevelingen die overeenkomstig artikel 104, lid 7, waren gedaan. Hij hield daarbij met name rekening met het feit dat de tekortdoelstellingen voor 2005 en 2006 bij lange na niet zouden worden gehaald en dat het doorvoeren van de belastingverlagingen vanaf 2006 strijdig was met de aanbeveling van de Raad van maart 2005.

Op 10 oktober 2006 richtte de Raad voor de derde keer overeenkomstig artikel 104, lid 7, een aanbeveling tot Hongarije waarin de termijn voor het verhelpen van het buitensporige tekort met een jaar werd verlengd tot 2009, hetgeen passend is daar zulks neerkomt op een forse correctie van het structurele tekort met ruim 6½% van het BBP over drie jaar. De Raad vroeg Hongarije het tekort op geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen en erop toe te zien dat de bruto overheidsschuld in overeenstemming met het in het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 uitgestippelde meerjarentraject voor tekortreductie op een sterk neerwaarts pad wordt gebracht. Voorts werd Hongarije verzocht de geplande structurele hervormingen goed te keuren en onverwijld door te voeren, mede teneinde een blijvende verbetering van de openbare financiën te bewerkstelligen. Tenslotte werd Hongarije gevraagd de controle op de begroting te verbeteren door de begrotingsregels aan te scherpen en het institutionele kader te versterken. Hongarije krijgt tot 10 april 2007 de tijd om effectief gevolg aan deze aanbevelingen te geven. Na het verstrijken van deze termijn zal de Commissie de door de Hongaarse autoriteiten genomen maatregelen beoordelen.

4.

Beoordeling in het advies van de Raad over het vorige programma


Op 10 oktober 2006 heeft de Raad advies uitgebracht over het aangepaste geactualiseerde convergentieprogramma van september 2006 voor de periode 2005-2009. Deze aanpassing werd ingediend in reactie op de evaluatie van de Raad van de actualisering van december 2005. Volgens de Raad was het antwoord op de vraag "of de geplande tekortreductie daadwerkelijk wordt gerealiseerd, (…) sterk afhankelijk van de strikte tenuitvoerlegging van de voorgenomen structurele hervormingen, de handhaving van de uitgavenbeheersing vanaf de eerste programmajaren en een versterking van het institutionele kader van de openbare financiën in Hongarije, stuk voor stuk aspecten waarvoor de Raad van de Hongaarse regering grote inspanningen verlangt". Het advies van de Raad bevatte geen specifieke beleidsaanbevelingen aangezien de Raad tegelijkertijd overeenkomstig artikel 104, lid 7, een aanbeveling tot Hongarije richtte (zie afdeling 2.2).

5.

Beoordeling van de Commissie van het nationale hervormingsprogramma


Het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma van Hongarije in het kader van de vernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, dat de vorm aannam van een herzien nationaal hervormingsprogramma, is op 13 oktober 2006 ingediend. In het herziene nationale hervormingsprogramma van Hongarije worden de in het nationale hervormingsprogramma van 2005 vermelde essentiële uitdagingen gehandhaafd en aangevuld met een nieuwe prioriteit op het gebied van energie en milieu. Tevens wordt sterker het accent gelegd op een actief arbeidsmarktbeleid en worden plannen ontvouwen om op korte termijn een houdbare begrotingssituatie tot stand te brengen, hetgeen bevorderlijk is voor de groei en de werkgelegenheidsschepping op middellange termijn.

Uit de beoordeling door de Commissie van dit programma (goedgekeurd als onderdeel van het jaarlijkse voortgangsverslag van december 2006 i) blijkt dat Hongarije weinig vorderingen heeft gemaakt bij de tenuitvoerlegging van zijn nationale hervormingsprogramma van 2005. Na aanzienlijke begrotingsontsporingen zag de regering zich verplicht haar budgettaire aanpassingstraject ingrijpend te herzien en heeft zij budgettaire consolidatiemaatregelen aangenomen en ten uitvoer gelegd. Op het gebied van de werkgelegenheid en de micro-economie zijn enige hervormingen doorgevoerd, maar zowel op deze gebieden als ter verbetering van de macro-economische stabiliteit is er nog veel te doen.

Gezien de onderkende sterke en zwakke punten werd Hongarije aanbevolen actie te ondernemen op de volgende terreinen: geloofwaardige reductie van het overheidstekort en de bruto overheidsschuld; hervorming van het openbaar bestuur, de gezondheidszorg en de pensioen- en onderwijsstelsels; actief arbeidsmarktbeleid en vergroting van de stimulansen om aan het werk te gaan; gelijke toegang tot onderwijs van goede kwaliteit en afstemming van de onderwijs- en opleidingsstelsels op de behoeften.

Kader: Belangrijkste beoordelingspunten Overeenkomstig artikel 5, lid 1, (voor stabiliteitsprogramma´s) en artikel 9, lid 1, (voor convergentieprogramma´s) van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad wordt beoordeeld: of de economische hypothesen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn; de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) van de lidstaat en of het aanpassingstraject richting de MTD passend is; of de met het oog op de naleving van dit aanpassingstraject genomen of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de MTD gedurende de cyclus te halen; of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd en in economisch slechte tijden juist een minder zware inspanning toelaatbaar is, en - voor de lidstaten van het eurogebied en het WKM II – of de lidstaat een jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, met 0,5% van het BBP als benchmark nastreeft om zijn MTD te bereiken; bij de bepaling van het aanpassingstraject richting de MTD (voor de lidstaten die deze doelstelling nog niet bereikt hebben) en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de MTD (voor landen die de doelstelling wel hebben bereikt): de uitvoering van grote structurele hervormingen die op lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben (mede doordat zij de potentiële groei verhogen) en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn hebben (met dien verstande dat een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de referentiewaarde van 3% van het BBP gewaarborgd moet zijn en dat een terugkeer naar de MTD binnen de programmaperiode wordt verwacht), waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat; of het economisch beleid van de betrokken lidstaat strookt met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van de macro-economische hypothesen wordt gekeken naar de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie en wordt ook gebruikgemaakt van de algemeen aanvaarde methode voor de raming van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi. De consistentie met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid wordt getoetst aan de globale richtsnoeren voor het economisch beleid op het gebied van de openbare financiën, zoals opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008. Voorts worden beoordeeld: de ontwikkeling van de schuldquote en de vooruitzichten voor de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, waaraan volgens het verslag van de Raad van 20 maart 2005 over de verbetering van de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact 'bij het toezicht op de begrotingssituatie voldoende aandacht' zou moeten worden geschonken. In een mededeling van de Commissie van 12 oktober 2006 wordt de aanpak voor de toetsing van de houdbaarheid op lange termijn uiteengezet i; de mate van integratie met het nationale hervormingsprogramma van de lidstaten in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid. In zijn begeleidende nota van 7 juni 2005 aan de Europese Raad over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de periode 2005-2008 heeft de Raad (Ecofin) verklaard dat de nationale hervormingsprogramma´s moeten stroken met de stabiliteits- en convergentieprogramma´s; de inachtneming van de gedragscode i, die voor de stabiliteits- en convergentieprogramma´s onder meer een gemeenschappelijke structuur en een reeks gegevenstabellen voorschrijft.

- Aanbeveling voor een

ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2006-2010

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

5. Op [27 februari 2007] heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2006-2010 behandeld.

6. In het macro-economische scenario dat in het programma wordt geschetst, wordt ervan uitgegaan dat de economische activiteit in de jaren 2007 en 2008 zal vertragen als gevolg van de budgettaire consolidatiemaatregelen, maar dat de groei in 2009 wederom het niveau van voor de consolidatie zal hebben bereikt. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario voor de jaren tot en met 2008 aannemelijk en zelfs enigszins aan de voorzichtige kant te zijn, terwijl het voor de laatste programmajaren nogal optimistisch lijkt. Volgens het programma zal de inflatie in 2007 een opflakkering te zien geven en daarna weer snel teruglopen. Het voor de gehele programmaperiode voorspelde inflatieverloop doet echter enigszins optimistisch aan.

7. Het overheidstekort voor 2006 wordt in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie geraamd op 10,1% van het BBP. Dit percentage spoort met de herziene doelstelling van de actualisering van september 2006 i, maar steekt af bij het streefcijfer van 6,1% van het BBP in het geactualiseerde convergentieprogramma van december 2005. De overschrijding van de oorspronkelijke tekortdoelstelling heeft zich bijna volledig aan de uitgavenzijde voorgedaan (ongeveer 5% van het BBP). Zij was vooral toe te schrijven aan de operationele kosten van centrale begrotingsinstellingen, de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg en investeringen van lokale overheden. Zij is ook het gevolg van het feit dat een investering in snelwegen in de overheidsrekeningen is opgenomen (1,1% van het BBP). Het in de zomer van 2006 goedgekeurde pakket corrigerende begrotingsmaatregelen ter grootte van 1½% van het BBP bestaat uit inkomstenverhogende maatregelen in combinatie met een aantal onmiddellijke uitgavenreducties op het gebied van gezondheidszorg, gasprijssubsidies en openbaar bestuur. Verwacht wordt dat van deze maatregelen (met uitzondering van de volledige opneming van de algemene begrotingsreserve van 0,3% van het BBP) ook in 2007 en latere jaren belangrijke effecten zullen uitgaan.

8. De actualisering heeft als voornaamste doelstelling het buitensporige tekort in 2009 te verhelpen (door het tekort terug te dringen van 10,1% van het BBP in 2006 tot 3,2% van het BBP in 2009 i), in overeenstemming met de actualisering van september 2006 en tegen de achtergrond van een algemeen genomen vergelijkbaar macro-economisch scenario, waarbij in 2010 een verdere reductie wordt nagestreefd. De beoogde verbetering van het primaire saldo is van dezelfde orde van grootte. De geplande aanpassing vindt vooral aan het begin van de programmaperiode plaats, waarbij bijna de helft van de tekortreductie in 2007 zou worden gerealiseerd. De tijdens de programmaperiode geplande nominale aanpassing zou worden bewerkstelligd door de ontvangstenquote met bijna 1 procentpunt te verhogen en de uitgavenquote met 6,5 procentpunt te verminderen. Aanvankelijk wordt in 2007 de belastingdruk met 1,6 procentpunt van het BBP verhoogd, maar deze ingreep wordt geleidelijk vervangen door maatregelen aan de uitgavenzijde. Benevens de sinds de zomer van 2006 goedgekeurde uitgavenreducties en begrotingsbeperkingen hebben de autoriteiten een aanvang gemaakt met de striktere handhaving van de uitgavenbeheersing en de versterking van het institutionele kader van de openbare financiën. Bovendien wordt in het convergentieprogramma een veelomvattend programma van structurele hervormingen gepresenteerd om ervoor te zorgen dat vooral in de laatste jaren van de programmaperiode de tekortdoelstellingen wel degelijk worden gehaald.

9. Aangenomen wordt dat het structurele saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), berekend overeenkomstig de algemeen aanvaarde methode, zal verbeteren van 9¾% van het BBP in 2006 tot ongeveer 3% van het BBP aan het einde van de programmaperiode. In het programma wordt als middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie een structureel tekort van 0,5% van het BBP gehanteerd, maar er wordt niet naar gestreefd om deze doelstelling binnen de programmaperiode te bereiken. Deze MTD is iets ambitieuzer dan die in het vorige geactualiseerde programma, waarin een structureel tekort tussen 0,5% en 1% van het BBP als MTD werd gehanteerd. De MTD houdt afdoende rekening met de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn. Aangezien de MTD ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een structureel tekort van circa 1½% van het BBP), mag worden aangenomen dat de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge tegen het ontstaan van een buitensporig tekort zal bieden.

10. De feitelijke begrotingsresultaten kunnen slechter uitvallen dan in het programma wordt voorspeld. Dit geldt met name voor 2008. De uit de macro-economische vooruitzichten voortvloeiende risico's voor het tekorttraject zijn tot 2008 min of meer in evenwicht, maar een lager dan verwachte BBP-groei in de laatste programmajaren zou in een hoger tekort kunnen resulteren. Hoewel de uitgavenreducties op korte termijn en de tijdelijke begrotingsbeperkingen volgens plan in de begroting voor 2007 zijn opgenomen, heerst er nog steeds enige onzekerheid over de daadwerkelijke handhaving van de uitgavenbevriezingen (mede omdat in de periode 2004-2006 aan soortgelijke beheersingsmaatregelen onvoldoende de hand is gehouden). Of de nieuwe begrotingsregels en de eerste stappen die zijn gezet in de richting van een meerjarenkader voor de begroting daadwerkelijk een kentering kunnen brengen in het patroon van regelmatige uitgavenoverschrijdingen zal nog moeten blijken. De regering heeft besluiten genomen over een aantal maatregelen tot hervorming van het openbaar bestuur, de gezondheidszorg, de pensioenen, de prijssubsidies en de onderwijsstelsels. Gelet op deze maatregelen kunnen de begrotingsresultaten dichter in de buurt van de tekortdoelstellingen voor 2007 en 2008 liggen dan in de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie wordt voorspeld. De nog te treffen structurele hervormingsmaatregelen die nodig zijn ter vervanging van de uitgavenbeperkende maatregelen die eind 2008 aflopen, moeten evenwel nog steeds volledig worden gespecificeerd en uitgevoerd. Zoals in het verleden reeds is gebleken, bestaat in de laatste programmajaren bovendien het gevaar dat de budgettaire teugels worden gevierd in de aanloop naar de verkiezingen. Tenslotte zij erop gewezen dat mochten de herstructureringsplannen van de openbaarvervoerbedrijven niet de verhoopte resultaten opleveren, de zich opstapelende verliezen van deze bedrijven tot een tijdelijke toename van het tekort kunnen leiden.

11. Gezien deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie in grote lijnen in overeenstemming te zijn met de door de Raad aanbevolen correctie van het buitensporige tekort in 2009, mits de begrotingsstrategie onverkort ten uitvoer wordt gelegd. Dit houdt met name in dat de in de begroting voor 2007 en in het nieuwe programma aangekondigde consolidatiemaatregelen volledig moeten worden uitgevoerd en dat de aangekondigde aanvullende structurele hervormingsmaatregelen nader moeten worden gespecificeerd en tijdig moeten worden aangenomen. Na de geplande correctie van het buitensporige tekort dient in 2010 het uit het programma blijkende aanpassingstempo in de richting van de MTD te worden opgevoerd. Dit zou tevens een eerste stap zijn in het bieden van een veiligheidsmarge die groot genoeg is om te voorkomen dat de tekortdrempel van 3% van het BBP bij normale macro-economische fluctuaties wordt overschreden.

12. De bruto overheidsschuld zou in 2006 67½% van het BBP hebben bedragen, waarmee zij boven de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 60% van het BBP is uitgekomen. Het programma voorspelt een stijging van de schuldquote tot 71¼% in 2008. Na 2008 wordt wederom een daling van de schuldquote verwacht tot 67½% in 2010. In het licht van de bovenbeschreven risico's die aan de begrotingsdoelstellingen verbonden zijn, is het geenszins uitgesloten dat de schuldquote een minder gunstige ontwikkeling te zien geeft dan in het programma wordt voorspeld. Gezien deze risicobeoordeling is het mogelijk dat de schuldquote tot het einde van de programmaperiode in onvoldoende mate afneemt in de richting van de referentiewaarde.

13. In Hongarije gaat van de vergrijzing een veel groter langetermijneffect op de begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt met name doordat de pensioenuitgaven als percentage van het BBP op lange termijn een forse stijging zullen vertonen. Hoewel reeds belangrijke eerste stappen zijn gezet, dienen de in het programma geplande verdere hervormingsmaatregelen ter beteugeling van de sterke toename van de leeftijdsgebonden uitgaven onverkort te worden doorgevoerd om de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën te helpen verminderen. Belangrijk is bovendien dat de zwakke budgettaire uitgangspositie, die fel is verslechterd in vergelijking met 2005, een risico voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën vormt, zelfs als de langetermijngevolgen van de vergrijzing voor de begroting buiten beschouwing worden gelaten. Daarbij komt nog dat de brutoschuld momenteel hoger is dan de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde. Indien de begroting zoals gepland verder wordt geconsolideerd, dan zou dit bijdragen tot een vermindering van de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën. Alles samen lijkt Hongarije ernstig risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft.

14. Het convergentieprogramma bevat een kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het herziene nationale hervormingsprogramma van Hongarije van oktober 2006 binnen het kader van de algemene strategie op middellange termijn. Daarnaast verschaft het enige informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten of besparingen van de voornaamste hervormingen waarin het nationale hervormingsprogramma voorziet, maar in de begrotingsprognoses wordt niet expliciet rekening gehouden met de gevolgen van alle in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen voor de openbare financiën. De in het convergentieprogramma opgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën lijken aan te sluiten bij de in het kader van het nationale hervormingsprogramma voorgenomen acties. Met name de structurele hervormingsplannen en de recentelijk goedgekeurde maatregelen die in het convergentieprogramma worden geschetst, stemmen volledig overeen met de hervormingsagenda die in het nationale hervormingsprogramma wordt gepresenteerd. Het betreft meer in het bijzonder de hervormingsmaatregelen die zijn goedgekeurd op het gebied van het openbaar bestuur, de gezondheidszorg, de pensioen- en onderwijsstelsels, en diverse subsidieregelingen.

15. De in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie is grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen.

16. Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, bevat het programma alle verplichte en de meeste facultatieve gegevens i.

De algemene conclusie luidt dat met het programma wordt beoogd de hoge tekorten van de afgelopen jaren terug te dringen door middel van een aanpassingsinspanning waarvan het zwaartepunt in de eerste programmajaren ligt, en dat het programma in grote lijnen strookt met de doelstelling om het buitensporige tekort in 2009 te corrigeren, de uiterste termijn die door de Raad is vastgesteld. Sinds de zomer van 2006 is een reeks inkomstenverhogende en uitgavenbeperkende maatregelen genomen. Tevens zijn de eerste stappen gezet in de richting van een hervorming van het openbaar bestuur, de gezondheidszorg en de pensioen- en onderwijsstelsels. De verwezenlijking van de tekort- en schulddoelstellingen is echter vooral vanaf 2008 aan risico's onderhevig.

Gezien bovenstaande beoordeling en ook gezien de aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, van 10 oktober 2006 wordt Hongarije verzocht om:

i) de begroting voor 2007 strikt ten uitvoer te leggen en passende actie te ondernemen om het buitensporige tekort in 2009 te verhelpen, indien nodig door aanvullende maatregelen te treffen, en ervoor te zorgen dat de bruto schuldquote bij voorkeur vóór 2009 op een sterk neerwaarts pad wordt gebracht;

ii) de controle op de begroting te verbeteren door de begrotingsregels aan te scherpen en het institutionele kader voor de openbare financiën te versterken, voortbouwend op de eerste stappen die in de begroting voor 2007 zijn gezet;

iii) de uitgaven blijvend te verminderen door de aangekondigde stroomlijning van het openbaar bestuur en de gezondheidszorg en de voorgenomen hervorming van het onderwijsstelsel goed te keuren en onverwijld door te voeren;

iv) in het licht van het schuldniveau en de stijging van de leeftijdsgebonden uitgaven de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te bevorderen door passende vooruitgang te boeken in de richting van de MTD en door aanvullende hervormingsmaatregelen op het gebied van pensioenen te nemen, zoals is aangekondigd.

6.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses




Reëel BBP (Verandering in %) CP dec 4, 4, 2, 2, 4, 4,

COM nov 4, 4, 2, 2, n.b. n.b.

CP sep 4, 4, 2, 2, 4, n.b.

CP dec 4, 4, 4, 4, n.b. n.b.

HICP-inflatie (%) CP dec 3, 3, 6, 3, 3, 2,

COM nov 3, 3, 6, 3, n.b. n.b.

CP sep 3, 3, 6, 3, 3, n.b.

CP dec 3, 2, 3, 2, n.b. n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) CP dec 0, 0, -0, -1, -0, 0,

COM nov 0, 1, 0, -0, n.b. n.b.

CP sep 0, 0, -0, -0, 0, n.b.

CP dec -1, -0, -0, 0, n.b. n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) CP dec -7, -10, -6, -4, -3, -2,

COM nov -7, -10, -7, -5, n.b. n.b.

CP sep -7, -10, -6, -4, -3, n.b.

CP dec -7, -6, -4, -3, n.b. n.b.

Primair saldo (% van het BBP) CP dec -3, -6, -2, 0, 0, 1,

COM nov -3, -6, -2, -1, n.b. n.b.

CP sep -3, -6, -2, -0, 0, n.b.

CP dec -3, -2, -1, -0, n.b. n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) CP dec -8, -10, -6, -3, -3, -2,

COM nov -8, -10, -7, -5, n.b. n.b.

CP sep -7, -10, -6, -3, -3, n.b.

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Structureel saldo2 (% van het BBP) CP dec -8. -9. -5. -3. -3, -2,

COM nov -8. -10. -6. -5. n.b. n.b.

CP sep -7. -9. -5. -3. -3, n.b.

CP dec n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) CP dec 61, 67, 70, 71, 69, 67,

COM nov 61, 67, 70, 72, n.b. n.b.

CP sep 62, 68, 71, 72, 70, n.b.

CP dec 61, 63, 63, 62, n.b. n.b.

Noten:

1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie.

2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen.

3 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit het programma (0,7% van het BBP in 2006, 1,0% van het BBP in 2007 en 0,1% van het BBP in 2008; alle met een tekortverhogend effect).

4 Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (0,4% van het BBP in 2005, met een tekortverminderend effect; en 0,3% van het BBP in 2006, 0,9% van het BBP in 2007 en 0,3% van het BBP in 2008, alle met een tekortverhogend effect).

5 Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 3,7%, 3,6%, 3,4% en 3,2% in de periode 2005-2008. 6 Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de begrotingsgegevens van het convergentieprogramma van december 2005 aangepast om rekening te houden met de kosten die met de pensioenhervorming verband houden.

Bron:

Convergentieprogramma (CP); economische najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.
gew3 [afbeelding - zie origineel document]zigd b3 [afbeelding - zie origineel document] Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleeg8.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: europa.eu.int/comm/economy_finance/about
gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op: europa.eu.int/comm/economy_finance/about
"… in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert ", de Raad en de Commissie de nettokosten van een pensioenhervorming waarbij een pijler met volledige kapitaaldekking wordt ingevoerd, gedurende een overgangsperiode van vijf jaar op een lineair degressieve basis in aanmerking dienen te nemen, met inachtneming van de uitvoeringsbepalingen van de gedragscode).