Toelichting bij SEC(2002)960 - Ontwerp voor een Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Comissie inzake de financiering van het solidariteitsfonds van de EU en de voorwaarden voor het gebruik ervan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Wanneer zich in de Europese Unie of in de kandidaat-lidstaten waarmee over toetreding wordt onderhandeld, een grote ramp voordoet, zou de EU over de middelen moeten beschikken om een bijdrage te leveren aan noodhulp en een snel herstel van de basisvoorwaarden voor normale levensomstandigheden in de rampgebieden.

Om deze reden heeft de Commissie voorgesteld een solidariteitsfonds van de Europese Unie op te richten om rampen te bestrijden.

Het jaarlijkse maximumbedrag waarover het fonds zou kunnen beschikken, is 1 miljard euro.

Om te zorgen voor de nodige financiële flexibiliteit en om snel optreden mogelijk te maken, moeten de kredieten van het fonds beschikbaar worden gesteld boven de jaarlijkse maxima van de betrokken rubrieken van de financiële vooruitzichten, en moet voor het aanspreken ervan een snelle procecure gelden.


Ontwerp voor een Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Comissie inzake de financiering van het solidariteitsfonds van de Europese Unie en de voorwaarden voor het gebruik ervan


1. Het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie hebben overeenstemming bereikt over het volgende flexibiliteitsmechanisme betreffende een solidariteitsfonds van de Europese Unie  i (hierna: 'het fonds').

Het fonds heeft als doel snelle financiële bijstand mogelijk te maken wanneer zich op het grondgebied van een lidstaat of een kandidaat-lidstaat waarmee over toetreding tot de Europese Unie wordt onderhandeld, een grote ramp voordoet.

2. Het jaarlijks beschikbare bedrag van het fonds is 1 miljard euro. Op 1 oktober van elk jaar moet een vierde van het jaarlijkse bedrag nog beschikbaar zijn om de behoeften te dekken die tot het einde van het begrotingsjaar ontstaan.

3. Wanneer het fonds wordt aangesproken overeenkomstig de voorwaarden waarin het basisbesluit betreffende dit instrument voorziet, worden de bijbehorende uitgaven in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van de financiële vooruitzichten zoals neergelegd in bijlage I bij het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure  i.

4. Om het fonds aan te spreken dient de Commissie een voorontwerp van gewijzigde begroting in. Tegelijkertijd brengt de Commissie een trialoogprocedure op gang, zo nodig in vereenvoudigde vorm, om toestemming van de twee takken van de begrotingsautoriteit te verkrijgen om het fonds aan te spreken en het gevraagde bedrag te besteden. Op basis van de resultaten van deze trialoog verbinden de twee takken van de begrotingsautoriteit zich ertoe de gewijzigde begroting in één lezing door elk van beide betrokken instellingen goed te keuren.

5. Dit Interinstitutioneel Akkoord is van toepassing vanaf het begrotingsjaar 2002 en voor de duur van de huidige financiële vooruitzichten zoals vastgesteld in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

Gedaan te Brussel, [...]

Voor het Europees Parlement Voor de Raad Voor de Europese Commissie

De Voorzitter De Voorzitter De Voorzitter

[...] [...] [...]