Toelichting bij COM(2003)676 - Voortzetting van de uitbreiding - Strategiedocument en Verslag van de Europese Commissie inzake de vorderingen op het gebied van de toetreding van Bulgarije, Roemenië en Turkije

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52003DC0676

Voortzetting van de uitbreiding - Strategiedocument en Verslag van de Europese Commissie inzake de vorderingen op het gebied van de toetreding van Bulgarije, Roemenië en Turkije {SEC(2003) 1210, 1211, 1212} /* COM/2003/0676 def. */


voortzetting van de uitbreiding - Strategiedocument en Verslag van de Europese Commissie inzake de vorderingen op het gebied van de toetreding van Bulgarije, Roemenië en Turkije {SEC(2003) 1210, 1211, 1212}

Inhoudsopgave

1.

INHOUDSOPGAVE


Voorwoord

A. Stand van zaken van het uitbreidingsproces

B. Op weg naar toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Unie

2.

1. De door Bulgarije gemaakte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap


3.

2. De door Roemenië geboekte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap


4.

3. Pretoetredingsstrategie voor Bulgarije en Roemenië


5.

4. Een kader voor afronding van de onderhandelingen


6.

4.1 Op weg naar afsluiting van de onderhandelingen


7.

4.2 Schets van een financieel kader


C. Turkije in het uitbreidingsproces - vorderingen en knelpunten

8.

1. De door Turkije gemaakte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor


lidmaatschap

9.

2. Pretoetredingsstrategie voor Turkije


D. Conclusies en aanbevelingen

Bijlagen

Bijlage 1: Referenda en ratificaties betreffende het Toetredingsverdrag van 2003

Bijlage 2: Conclusies van de periodieke verslagen over Bulgarije, Roemenië en Turkije

Bulgarije

Roemenië

Turkije

Bijlage 3: Mensenrechtenverdragen die door de aspirant-lidstaten zijn geratificeerd

Bijlage 4: Jumelageprojecten en collegiale toetsing

Bijlage 5: Status van de onderhandelingen

Bijlage 6: Belangrijkste statistische indicatoren (2002)


Voorwoord

De Europese Unie staat aan de vooravond van een van de belangrijkste ontwikkelingen in haar bestaan. Over zes maanden wordt het aantal leden uitgebreid van 15 tot 25 landen: op 1 mei 2004 komen de nieuwe lidstaten Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en de Tsjechische Republiek erbij. Bovendien zijn er onderhandelingen gaande met Bulgarije en Roemenië met het oog op hun lidmaatschap in 2007 en is de uitvoering van de pretoetredingsstrategie voor Turkije geïntensiveerd.

Deze uitbreiding, de vijfde sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap 50 jaar geleden, bewijst weer eens hoe aantrekkelijk het Europese model is voor jonge democratieën.

Toch is deze uitbreiding anders dan alle voorgaande. Nooit eerder zijn zoveel landen tegelijk toegetreden. Nooit eerder zijn zij zo goed voorbereid geweest, door middel van een grondige hervorming van de economie en maatschappij van de kandidaat-lidstaten. Stabiele democratieën en functionerende markteconomieën hebben vaste voet gekregen in Midden- en Oost-Europa, en de eer voor dit succes komt vooral toe aan de regeringen en volkeren van die landen, gesteund door het vooruitzicht van het EU-lidmaatschap.

Vanuit historisch perspectief gezien is de komende uitbreiding meer dan zomaar een uitbreiding van de EU: ze vertegenwoordigt de toepassing op een heel werelddeel van een Europees model van vreedzame en vrijwillige integratie tussen vrije volkeren. Het is in feite de realisatie van een droom van de grondleggers van de Europese integratie: de hereniging van het Europese continent, dat verdeeld raakte in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.

De toetredende landen moeten zich ook aanpassen aan hun toekomstige rol als lid van de EU, met volledige en gelijke rechten. Tot nu toe bestond hun taak op weg naar Europa uit het overnemen en uitvoeren van het gemeenschappelijke beleid; vanaf de toetreding wordt het hun taak hun stem te laten gelden bij het opstellen van dit beleid. Maar ook de EU-instellingen en -lidstaten moeten zich voorbereiden op de uitbreiding, door het afronden van het Constitutioneel Verdrag teneinde een toereikend kader te scheppen voor het functioneren van de uitgebreide Europese Unie.

De onderhandelingen met Bulgarije en Roemenië over toetreding zijn in een vergevorderd stadium, en worden voortgezet op basis van de beginselen die ook de leidraad vormden bij de onderhandelingen met de tien toetredende landen, zonder dat aan de reeds bereikte resultaten wordt getornd. Dit is ook vastgelegd in het Toetredingsverdrag.

Turkije maakt belangrijke vorderingen bij de voorbereiding van het lidmaatschap; deze worden volgens dezelfde toetredingscriteria beoordeeld als bij de andere landen.

Het toetredingsproces, dat in de nu toetredende landen reeds als katalysator gewerkt heeft voor veranderingen, biedt grote voordelen op het gebied van stabiliteit en welvaart. Voor de westelijke Balkanlanden heeft zich een Europees perspectief geopend. Eén daarvan, Kroatië, heeft onlangs het lidmaatschap aangevraagd.

Het uitbreidingsproces is een uitdaging die de EU vrijwillig op zich heeft genomen. De huidige lidstaten hebben eensgezind besloten de in West-Europa behaalde voordelen met anderen te delen door het vormen van een politieke en economische zone waarin een oorlog onmogelijk is geworden. De toekomstige lidstaten wenden zich tot ons voor garanties op het gebied van stabiliteit, vrede en welvaart, en voor de mogelijkheid om samen met ons deel te nemen aan de eenwording van Europa. Voor deze nieuwe democratieën is Europa een krachtig symbool, dat hun fundamentele waarden en aspiraties tot uitdrukking brengt.


10.

A. Stand van zaken van het uitbreidingsproces


In het strategiedocument van vorig jaar, 'Naar uitbreiding van de Unie', deed de Commissie de aanbeveling de toetredingsonderhandelingen af te sluiten met de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije . De Europese Raad van Brussel in oktober 2002 onderschreef de bevindingen en aanbevelingen van de Commissie en bevestigde vastbesloten te zijn de toetredingsonderhandelingen met deze landen af te ronden op de Europese Raad in Kopenhagen in december 2002, gezien het feit dat deze landen in staat geacht mogen worden vanaf begin 2004 te voldoen aan de toetredingscriteria. Ook heeft de Raad de algemene vorderingen in aanmerking genomen die gemaakt zijn bij de toetredings onderhandelingen en bij het omzetten en uitvoeren van het acquis, en de door de aspirant-lidstaten gedane toezeggingen tijdens de onderhandelingen.

Vervolgens is men de laatste fase van de onderhandelingen met deze tien landen ingegaan in de maanden voor de Europese Raad van Kopenhagen in december 2002. Het definitieve resultaat, een billijk en evenwichtig pakket, is goedgekeurd in Kopenhagen, de plaats waar in 1993 de criteria van Kopenhagen voor toetreding werden vastgelegd.

Het Toetredingsverdrag is op 16 april 2003 ondertekend tijdens een ceremonie in de Stoa van Attalos in Athene. i Het Verdrag is vervolgens voorgedragen voor ratificatie door de huidige lidstaten en de toetredende landen, conform de nationale ratificatieprocedures van de afzonderlijke staten. Dit proces dient onverwijld voortgezet te worden in de resterende staten, opdat het Verdrag op 1 mei 2004 van kracht kan worden, de datum die voor de toetreding tot de Unie is vastgesteld. De voorbereidende werkzaamheden voor de uitvoering ervan zijn in volle gang.

Wat Cyprus betreft heeft de Europese Raad meer dan eens zijn sterke voorkeur uitgesproken voor toetreding door een verenigd Cyprus. Helaas hebben de pogingen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties om een oplossing te vinden voor de kwestie-Cyprus nog geen succes gehad. Op de bijeenkomst van de Europese Raad in Thessaloniki in juni 2003 heeft de Unie opgeroepen tot een zo snel mogelijke hervatting van de vredesbesprekingen op basis van de voorstellen van de secretaris-generaal van de VN, en de bereidheid van de Commissie om mee te helpen aan een snelle oplossing van de kwestie-Cyprus toegejuicht. Gevolg gevend aan de uitnodiging van de Europese Raad van Kopenhagen heeft de Commissie in juni 2003 een mededeling doen uitgaan die erop gericht was het noordelijke deel economisch te ontwikkelen en dit dichter bij de Unie te brengen. Naar het oordeel van de Commissie zijn de omstandigheden gunstig voor beide gemeenschappen om tot een integrale regeling van de kwestie-Cyprus te komen vóór de toetreding van Cyprus tot de EU op 1 mei 2004. De toetreding van een verenigd Cyprus tot de Europese Unie zou van nut zijn voor alle Cypriotische burgers en de onderlinge vrede en verzoening bevorderen. Ook zou deze bijdragen tot de algemene stabiliteit in de regio. Voorts stelt de EU een bedrag van 206 miljoen EUR voor het noordelijke deel van het eiland in het vooruitzicht indien een regeling getroffen wordt.

In alle toetredende landen behalve Cyprus is de toetreding tot de EU het onderwerp geweest van een referendum. Uit de referenda is duidelijk gebleken dat de bevolking de toetreding steunt, en daarmee heeft het volk zijn goedkeuringsstempel gezet op het onderhandelingsresultaat: de opkomst was in alle landen voldoende voor een geldig referendum, en de uitslag was steeds een zeer overtuigende meerderheid. Een overzicht van de referenda en de ratificatie wordt gegeven in Bijlage 1: Referenda en ratificaties betreffende het Toetredingsverdrag van 2003.

De regeringen van de huidige en toetredende lidstaten hebben uitgebreide voorlichtings campagnes opgezet om hun burgers te informeren over de uitbreiding, terwijl de meeste toetredende landen vóór de referenda ook specifieke, intensieve campagnes hebben gehouden. De Commissie heeft gedurende vele jaren praktische en financiële bijstand gegeven in het kader van de communicatiestrategie met betrekking tot de uitbreiding. Tot 30 miljoen EUR per jaar is vastgelegd voor de voorlichting aan het publiek, door middel van speciale informatiecentra, partnerschappen, seminars, brochures, samenwerking met de media, en websites, over het proces en de consequenties van de uitbreiding. De Commissie blijft steun verlenen aan het voorlichtingswerk over de uitbreiding met het oog op de voltooiing van het ratificatieproces.

Nu de lang verbeide datum van toetreding nadert, dienen de tien toetredende landen de laatste voorbereidingen te treffen om onder de best mogelijke omstandigheden lid te worden van de EU. De evaluatie daarvan wordt door de Commissie in een afzonderlijk document gepresenteerd, een uitgebreid toezichtsverslag.

Er zijn speciale informatie- en overlegprocedures ingesteld om ervoor te zorgen dat de vertegenwoordigers van de toetredende landen betrokken worden bij de ontwikkeling van het acquis na afsluiting van de toetredingsonderhandelingen. Zo hebben de toetredende landen vanaf de ondertekening van het Toetredingsverdrag als actieve waarnemers deelgenomen in de organen van de Raad, evenals in de comités die door de Commissie worden voorgezeten. De toetredende landen mogen hun mening geven over de diverse in behandeling zijnde voorstellen, maar niet stemmen. Verder hebben afgevaardigden van de nationale parlementen van de toetredende landen de waarnemersstatus in het Europese Parlement.

De toetredende landen en de huidige aspirant-lidstaten hebben deelgenomen aan de discussie over de toekomst van Europa binnen de Europese Conventie, die haar werkzaamheden heeft afgesloten met een voorstel voor een verdrag tot het instellen van een grondwet voor Europa, ingediend bij de Europese Raad met het oog op de Intergouvernementele Conferentie over de toekomstige institutionele architectuur van de Unie. De tien toetredende landen nemen volwaardig deel aan de op 4 oktober 2003 begonnen Intergouvernementele Conferentie, en het is de bedoeling dat het nieuwe verdrag na hun toetreding wordt ondertekend. De aspirant-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Turkije nemen als waarnemers deel aan de Intergouvernementele Conferentie.

Net als vele andere overeenkomsten die de Unie met derde landen heeft gesloten, dienen de Europa-overeenkomsten met Bulgarije en Roemenië en de associatieovereenkomst met Turkije aangepast te worden met het oog op de uitbreiding. De Commissie gaat over deze aanpassingen onderhandelen met Bulgarije, Roemenië en Turkije op basis van een mandaat van de Raad. De protocollen bij de overeenkomsten waarin de resultaten van deze onderhandelingen worden vastgelegd, dienen zo snel mogelijk na de toetreding te worden aangenomen via een vereenvoudigde procedure waarin het Toetredingsverdrag voorziet. Een van de belangrijkste gebieden waarop de overeenkomsten met Bulgarije en Roemenië aanpassingen vereisen, betreft de concessies voor de handel in landbouwproducten, zowel bewerkte als onbewerkte. De laatste jaren zijn de concessies tweemaal verbeterd als uitkomst van de double zero en double profit onderhandelingen. Ter voortzetting van dit proces van geleidelijke marktintegratie in de pretoetredingsperiode voorziet de Commissie nog een liberaliseringsronde van de handel. Een ander gebied waarop ontwikkelingen nodig zijn in de komende periode is de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling, door middel van protocollen inzake de Europese overeenstemmingsbeoordeling.

Bij de instellingen van de EU wordt gewerkt aan de bestuurlijke voorbereidingen voor de uitbreiding, opdat op de toetredingsdatum alle noodzakelijke maatregelen genomen zijn. Daarbij gaat het onder meer om de beoordeling van personeelsbehoeften en voorbereiding van wervingscampagnes, levering van vertaal- en tolkcapaciteit in de bijkomende talen, gereedmaken van gebouwen, en scholen. De Commissie heeft vooral de behoefte aan extra personeel vastgesteld; aanstelling vindt geleidelijk plaats vanaf 2004 en moet ongeveer in 2008 voltooid zijn i. Het Bureau voor Personeelsselectie van de EG is in januari 2003 operationeel geworden, en de eerste campagnes voor personeel uit de toetredende landen zijn in de eerste helft van 2003 gestart. De Commissie heeft indicatieve streefcijfers voor de werving vastgesteld voor een overgangsperiode van zeven jaar. Bovendien zijn reeds in 2003 maximaal 500 tijdelijke arbeidsplaatsen ter beschikking gesteld om te voorzien in de toegenomen behoefte aan personeel vóór de toetreding op bepaalde beleidsterreinen zoals landbouw, structuurbeleid en de taalkundige diensten. Deze tijdelijke medewerkers, meestal staatsburgers van de toetredende landen, zijn nu begonnen hun functies in de diensten van de Commissie te bekleden.

De delegaties van de Commissie in de nieuwe lidstaten worden per 1 mei 2004 omgevormd tot persbureau en vertegenwoordiging en gaan zich dan concentreren op hun nieuwe rol van informatievoorziening aan burgers en media in de betreffende lidstaat. Niettemin wordt voor de begeleiding bij de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingsbijstand, naar behoefte een aantal gespecialiseerde medewerkers aangehouden gedurende een beperkte overgangsperiode.

Op 20 februari 2003 heeft Kroatië een aanvraag voor toetreding tot de Europese Unie ingediend. Tijdens de vergadering van 14 april 2003 heeft de Raad besloten de procedure genoemd in artikel 49 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie ten uitvoer te leggen, en de Commissie verzocht haar standpunt inzake deze aanvraag aan de Raad mede te delen. In juli is aan de Kroatische autoriteiten een reeks vragen gesteld teneinde een nauwkeurig beeld van de situatie te krijgen, en in oktober hebben de Kroatische autoriteiten hierop geantwoord. Het standpunt van de Commissie is in voorbereiding en wordt naar verwachting in het voorjaar van 2004 bekendgemaakt.

De Unie heeft bij diverse gelegenheden gesteld te willen voorkomen dat de uitbreiding leidt tot nieuwe scheidingslijnen in Europa. Met het oog op deze zorg heeft de Commissie in maart 2003 een mededeling doen uitgaan betreffende een nieuw kader voor betrekkingen met onze ooster- en zuiderburen i. De Commissie bracht hierin een ambitieuze nieuwe visie naar voren: totstandbrenging van een groter gebied met vrede, stabiliteit en welvaart met inbegrip van de buurlanden in het oosten en zuiden die momenteel geen uitzicht hebben op het lidmaatschap van de EU, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en vergaande integratie. Als tegenprestatie voor concrete vorderingen bij het invoeren van politieke, economische en institutionele hervormingen zouden de buurlanden van de EU kunnen profiteren van nauwere economische en politieke banden met de EU. De Commissie stelde voor een gedifferentieerde en progressieve aanpak met duidelijke ijkpunten te kiezen voor de uitvoering van het initiatief, en voor elk land specifieke actieplannen te ontwikkelen. Het initiatief werd zowel door de lidstaten als de buurlanden algemeen toegejuicht.

In juli heeft de Commissie ook een mededeling doen uitgaan betreffende een nieuw nabuurschapsinstrument i. Hierin wordt de aanpassing van de communautaire bijstand in de grensregio's aan het nieuwe buurlandenbeleid geschetst, op basis van een aanpak in twee stappen: in de aanvangsfase tot 2006 dienen pragmatische en dynamische oplossingen gezocht te worden waardoor de bestaande instrumenten beter samengaan en de grensoverschrijdende en regionale samenwerking op basis van het bestaande wettelijke kader doeltreffender en zichtbaarder worden. In een later stadium zou dan een verdergaande oplossing overwogen kunnen worden voor de periode na 2007, na beoordeling van de relevante juridische en begrotingsaspecten.

De Commissie blijft nadenken over en werken aan een algemene methodiek om het idee van de grotere Europese nabuurschap in praktijk te brengen. Dit omvat onder andere een grondige evaluatie van onze huidige relaties met de betreffende landen en het maken van de eerste actieplannen. Op basis van de conclusies van Thessaloniki zal de Commissie volgend jaar een uitgebreid verslag aan de Raad aanbieden met daarin voorstellen voor concrete acties.

De rest van dit verslag betreft de drie aspirant-lidstaten die niet op 1 mei 2004 toetreden, Bulgarije, Roemenië en Turkije. De periodieke verslagen van 2003 over deze landen geven een gedetailleerde analyse van hun vorderingen gedurende het afgelopen jaar op de weg naar toetreding. Deze vorderingen worden beoordeeld op dezelfde criteria en volgens dezelfde methodiek als die welke consequent gebruikt zijn bij alle aspirant-lidstaten. Ingevolge de conclusies van Europese Raden van Kopenhagen (1993) en Madrid (1995) besteedt het verslag aandacht aan zowel de veranderingen in de wetgeving als aan de bestuurlijke capaciteit van deze landen om het acquis uit te voeren en te handhaven. De verslagen tonen aan dat Bulgarije, Roemenië en Turkije vooruit zijn gegaan op alle drie de reeksen van criteria (de politieke, economische en acquis-criteria) vastgesteld door de Europese Raad van Kopenhagen in 1993.


11.

B. Op weg naar toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Unie


12.

1. De door Bulgarije gemaakte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap


Bulgarije voldoet nog steeds aan de politieke criteria van Kopenhagen. Er zijn vorderingen geboekt bij het aannemen van een programma en een actieplan voor uitvoering van de strategie tot modernisering van het landsbestuur, maar de inspanningen dienen gecontinueerd te worden als Bulgarije zijn doelstelling wil realiseren om op middellange termijn over een competent en doelmatig ambtenarenapparaat te beschikken. Het algemene hervormingsproces van de rechterlijke macht is voortgezet. Met name de amendementen op de grondwet betreffende de status van de magistratuur betekenen een belangrijke stap vooruit. Corruptie is nog steeds een probleem; Bulgarije dient zich over de hele breedte te blijven inspannen om maatregelen op dit gebied te treffen.

Bulgarije blijft de mensenrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen. Het wettelijke kader voor politiek asiel, kinderbescherming, gelijke kansen en antidiscriminatiebeleid is aanzienlijk verbeterd. De leefomstandigheden van kinderen en verstandelijk gehandicapten in instellingen zijn echter niet verbeterd. Ook zijn meer maatregelen nodig om vernederend optreden door de politie en mensenhandel tegen te gaan. Het nieuwe actieplan voor uitvoering van het kaderprogramma voor de integratie van de Roma in de samenleving is een stap in de goede richting, maar er moet permanent en doelgericht gewerkt worden om discriminerend denken en gedrag te bestrijden. Een overzicht van de door Bulgarije geratificeerde verdragen met betrekking tot de mensenrechten is te vinden in

Bijlage 3: Mensenrechtenverdragen die door de aspirant-lidstaten zijn geratificeerd.

Wat de economische criteria betreft: Bulgarije is een functionerende markteconomie. Het land moet in de nabije toekomst in staat geacht worden het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie, mits de uitvoering van het hervormingsprogramma wordt voortgezet om de resterende moeilijkheden uit de weg te ruimen.

De Bulgaarse economie heeft een hoge mate van stabiliteit bereikt en heeft goede vorderingen geboekt bij de structurele hervormingen. Dit garandeert dat de markt functioneert en dat de middelen steeds doelmatiger worden ingezet. De flexibiliteit van de goederenmarkt en de arbeidsmarkt dient echter verder verhoogd te worden. Met name de doelmatigheid van het bestuur en de rechtspraak dient verbeterd te worden teneinde een stabieler en voorspelbaarder kader voor economische actoren te scheppen. Het wachten is nog op voltooiing van het privatiseringsprogramma en verdere stroomlijning van de bestuurlijke procedures waar ondernemingen mee te maken hebben. Een selectie van statistische indicatoren is te vinden in

Bijlage 6 - Belangrijkste statistische indicatoren (2002).

In het afgelopen jaar heeft Bulgarije op de meeste gebieden weer goede vorderingen geboekt bij het overnemen van het acquis; bij het huidige voortgangstempo ligt het op schema bij het voltooien van de vereiste omzetting van de wetgeving voor de geplande toetredingsdatum. Bijzonderheden over de vorderingen op het gebied van de verschillende hoofdstukken van het acquis zijn te vinden in de conclusies van het periodieke verslag over Bulgarije.

Bulgarije dient te blijven werken aan de ontwikkeling van voldoende bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit voor het invoeren en handhaven van het acquis. Naast voortzetting van de horizontale hervorming van het openbaar bestuur dient men zich vooral te richten op ontwikkeling van de capaciteit om deel uit te maken van de interne markt en om het acquis toe te passen op gebieden als landbouw, milieu en regionaal beleid. Voortdurende inspanningen zijn vereist om tot de noodzakelijke bestuurlijke capaciteit te komen voor een verantwoord en doelmatig beheer van EU-middelen.

13.

De volledige conclusies van het periodieke verslag over Bulgarije zijn te vinden in



>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 2: Conclusies van de periodieke verslagen over Bulgarije, Roemenië en Turkije.

14.

2. De door Roemenië geboekte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap


Roemenië voldoet nog steeds aan de politieke criteria. Het afgelopen jaar zijn er enkele positieve initiatieven genomen om het openbaar bestuur en de rechterlijke macht te hervormen. Roemenië dient zijn aandacht te richten op de effectieve uitvoering van deze maatregelen en dient voort te bouwen op deze pogingen om iets te doen aan de omslachtige bestuurlijke procedures, beperkte doorzichtigheid en beperkte capaciteit voor beleidsuitvoering. Het land dient een strategie te ontwikkelen en uit te voeren voor de hervorming van het beleidsvormings- en wetgevingsproces. Corruptie blijft breed verspreid in RoemeniEen aantal markante maatregelen is genomen, maar aan dit punt dient beduidend harder gewerkt te worden.

Roemenië eerbiedigt nog steeds de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en heeft vooral goede vorderingen gemaakt bij de discriminatiebestrijding, kinderbescherming en nationale minderheden. De uitvoering van de Roma-strategie dient voortgezet te worden. Op enkele andere gebieden zijn hervormingen in voorbereiding, maar de grote uitdaging voor de toekomst wordt toch de doeltreffende uitvoering van deze initiatieven. Een overzicht van de door Roemenië geratificeerde verdragen met betrekking tot de mensenrechten is te vinden in

Bijlage 3: Mensenrechtenverdragen die door de aspirant-lidstaten zijn geratificeerd.

Wat de economische criteria betreft kan Roemenië beschouwd worden als een functionerende markteconomie als de gemaakte goede vorderingen definitief blijken te beklijven. Daarnaast is een krachtige en aanhoudende uitvoering van het structurele hervormingsprogramma vereist om Roemenië in staat te stellen in de nabije toekomst het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie.

Er is verdere vooruitgang geboekt op het gebied van macro-economische stabiliteit, de privatisering en herstructurering van staatsbedrijven is versneld, en de regelingen voor het binnenkomen en verlaten van de markt zijn verbeterd. Men dient echter een voorzichtig begrotings- en loonbeleid te blijven voeren, hervorming van de uitgaven te bevorderen en de belastingdiscipline te verbeteren. Bij voorrang dient de financiële discipline van ondernemingen verbeterd te worden, vooral door de voortdurende accumulatie van betalingsachterstanden aan te pakken. Herstructurering en privatisering in belangrijke sectoren zoals energie, mijnbouw en vervoer, dienen bevorderd te worden. Een selectie van statistische indicatoren is te vinden in

Bijlage 6 - Belangrijkste statistische indicatoren (2002).

Roemenië vordert gestaag met het overnemen van het acquis en ligt bij het huidige voortgangstempo op schema met het omzetten van de nodige wetgeving vóór de geplande toetredingsdatum. Vanwege enkele zwakke punten in het wetgevingsproces is de omgezette wetgeving wisselend van kwaliteit en in sommige gevallen zal herziening nodig zijn voordat de wetten uitgevoerd kunnen worden. Bijzonderheden over de vorderingen op het gebied van de verschillende hoofdstukken van het acquis zijn te vinden in de conclusies van het periodieke verslag over Roemenië.

In enkele belangrijke sectoren blijft er een discrepantie bestaan tussen de vorderingen bij de omzetting van wetgeving en de beperkte globale capaciteit van het openbaar bestuur voor het uitvoeren en handhaven van de nieuw ingevoerde wetgeving. Dit is een grote handicap bij de Roemeense voorbereidingen op toetreding, en om hier iets aan te doen is een uitgebreide structurele hervorming noodzakelijk van zowel het openbaar bestuur als de justitie. Deze zorgpunten gaan verder dan alleen het overnemen van het acquis en hebben ook betrekking op het beheer van de financiële bijstand van de EU. Er worden nog steeds vorderingen gemaakt bij het verwezenlijken van de door het acquis vereiste institutionele organen, hoewel de resultaten tot nu toe wisselend zijn.

15.

De volledige conclusies van het periodieke verslag over Bulgarije zijn te vinden in



>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 2: Conclusies van de periodieke verslagen over Bulgarije, Roemenië en Turkije.

16.

3. Pretoetredingsstrategie voor Bulgarije en Roemenië


Zoals aanbevolen in het strategiedocument van vorig jaar heeft de Raad gedetailleerde routekaarten en herziene toetredingspartnerschappen aangenomen voor Bulgarije en Roemenië. Deze toetredingspartnerschappen zijn gebaseerd op de bevindingen van de periodieke verslagen van 2002 en bevatten een lijst van concrete taken die uitgevoerd moeten worden ter voortzetting en voltooiing van de voorbereidingen op het EU-lidmaatschap. Het doel van de toetredingspartnerschappen is het vastleggen in één kader van de prioriteitsgebieden voor de verdere werkzaamheden zoals vastgesteld in het periodieke verslag van de Commissie, de beschikbare financiële middelen voor hulp aan de aspirant-lidstaten bij het uitvoeren van deze prioriteiten, en de voorwaarden die voor deze hulp gelden.

Institutionele opbouw, evenals investeringen in met het acquis samenhangende ontwikkeling, dienen het voornaamste aandachtspunt te blijven van de communautaire bijstand, met name bij het Phare-programma. In deze context zijn collegiale toetsing en jumelage de voorkeursinstrumenten, en hiervan wordt intensief gebruik gemaakt (zie de tabellen in

Bijlage 4: Jumelageprojecten en collegiale toetsing). Deze lijn moet worden voortgezet.

De tweede belangrijke doelstelling van de communautaire bijstand is nog steeds de bevordering van economische en sociale cohesie, met een duidelijke nadruk op het voorbereiden van het Bulgaarse en Roemeense overheidsapparaat en de begunstigden op toekomstige acties in het kader van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds.

De routekaarten voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië, voorgesteld door de Commissie en goedgekeurd door de Europese Raad van Kopenhagen, voorzien in een aanzienlijk verhoogde financiële bijstand aan beide landen in de periode 2004-2006 (1.360 miljoen EUR in 2004, 1.502 miljoen EUR in 2005 en 1.650 miljoen EUR in 2006). Deze verhoging, die vervolgens opgenomen is in de herziene versie van het door de begrotingsautoriteiten vastgestelde Financieel Perspectief 2000-2006, is bedoeld om Bulgarije en Roemenië te steunen bij het nemen van de resterende maatregelen om te voldoen aan de criteria voor het lidmaatschap en om zich verder voor te bereiden op de deelname in de Structuurfondsen.

Voorwaarden voor de verhoogde bijstand zijn dat er voldoende vorderingen geboekt worden bij de uitvoering van de prioriteiten van de routekaart en het toetredings partnerschap, en dat de capaciteit van de landen om middelen doeltreffend te beheren en te gebruiken aanzienlijk verbeterd wordt. De voorbereidingen voor invoering eind 2004 van een uitgebreid gedecentraliseerd uitvoeringssysteem (EDIS) voor Phare en ISPA moeten doorgaan. Voorts dienen Bulgarije en Roemenië te zorgen voor doeltreffende organen om mogelijke gevallen van fraude en corruptie te voorkomen, te ontdekken en te bestraffen.

17.

4. Een kader voor afronding van de onderhandelingen


18.

4.1 Op weg naar afsluiting van de onderhandelingen


Bulgarije en Roemenië hebben 2007 als streefdatum gesteld voor toetreding. Sinds de Europese Raad van Kopenhagen in december 2002 is deze datum een gemeenschappelijke doelstelling van de Unie, afhankelijk van de vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor het lidmaatschap. De uitdrukkelijke doelstelling van de Unie om Bulgarije en Roemenië in 2007 als lidstaten te verwelkomen moet het vaste richtpunt blijven bij de voorbereidingen van deze beide landen, en de Commissie zal hen steunen bij het bereiken van dit doel.

De toetredingsonderhandelingen vorderen tot nu toe gestadig. Alle hoofdstukken van het acquis zijn met Bulgarije en Roemenië geopend. Van de 31 te onderhandelen hoofdstukken zijn er met Bulgarije 26 voorlopig afgesloten en met Roemenië 20. Een overzicht van de stand van zaken bij de onderhandelingen wordt gegeven in de tabel in

Bijlage 5 - Status van de onderhandelingen.

De onderhandelingen dienen tot aan de volledige afsluiting door te gaan op basis van de beginselen die aan het begin van de onderhandelingen zijn vastgesteld. Zoals de Raad van Europa van Thessaloniki heeft verklaard, zullen de onderhandelingen doorgaan op dezelfde basis en volgens dezelfde beginselen als toegepast op de tien toetredende landen.

Het basisprincipe van de onderhandelingen is dat elk land afhankelijk van de eigen merites verdergaat. Dat houdt in dat het tempo van de onderhandelingen evenals in het verleden bepaald wordt door de concrete vorderingen: de vorderingen van de onderhandelende landen bij het opnemen van het acquis in hun wetgeving en bij het opbouwen van capaciteit om het acquis uit te voeren en doeltreffend te handhaven. Het meten van deze vorderingen is precies het doel van de periodieke verslagen van de Commissie, die als basis dienen voor de besluitvorming over het voeren van de onderhandelingen. De Commissie blijft toezien op de mate waarin de onderhandelende landen zich aan hun toezeggingen houden. De vorderingen bij de onderhandelingen blijven gelijke tred houden met de concrete vorderingen.

Daarnaast zijn de feitelijke vorderingen bij de onderhandelingen en de voorlopige afsluiting van onderhandelingshoofdstukken afhankelijk van de mate waarin alle partijen de nodige bijdragen leveren. Voor de aspirant-lidstaten betekent dit het indienen van uitgebreide statusrapporten waaruit blijkt welke vorderingen in elk hoofdstuk gemaakt zijn bij de omzettings- en uitvoeringscapaciteit in de periode sinds de vorige onderhandelingsronde, en waarin geloofwaardige toezeggingen gedaan worden voor de resterende werkzaamheden. Van de zijde van de Commissie wordt voortgegaan met het opstellen van de nodige voorstellen voor de nog openstaande hoofdstukken, zodat de Unie gemeenschappelijke standpunten kan formuleren jegens de aspirant-lidstaten.

Om de toetreding in 2007 te kunnen laten plaatsvinden, dient uiterlijk eind 2005 een gezamenlijk Toetredingsverdrag voor Bulgarije en Roemenië ondertekend te worden, hetgeen betekent dat de onderhandelingen tijdig voor die datum afgerond moeten zijn. Daaraan vooraf gaat de definitieve aanbeveling van de Commissie over de vraag of Bulgarije en Roemenië klaar zijn voor toetreding. De Europese Raad van Thessaloniki steunde Bulgarije en Roemenië in hun streven de onderhandelingen in 2004 af te ronden, en gaf hen in overweging de concrete voorbereidingen te intensiveren. Of deze doelstelling gehaald wordt, zal afhangen van de werkelijke concrete vorderingen en de voortgang van het onderhandelingsproces afhankelijk van de eigen merites van elk land.

19.

4.2 Schets van een financieel kader


Net als bij de onderhandelingen met de tien toetredende landen in 2002 is het scheppen van een samenhangend financieel kader een van de eerste en belangrijkste taken bij het effenen van de weg naar voltooiing van de onderhandelingen. Daarmee wordt het mogelijk de onderhandelingen af te ronden over de hoofdstukken landbouw en regionaal beleid, die belangrijke consequenties hebben voor de begroting en verband houden met het hoofdstuk over financiële en begrotingsvoorzieningen.

Voor de toetredende landen wordt het financiële pakket voor toetreding grotendeels bepaald door het financiële kader voor de periode 2000-2006, overeengekomen op de Europese Raad van Berlijn in maart 1999. Voor Bulgarije en Roemenië bestaat nog geen dergelijk algemeen financieel kader waarin de consequenties van hun toetreding voor de begroting geplaatst kunnen worden. De Europese Raad van Thessaloniki in juni heeft echter verklaard dat discussies of afspraken over toekomstige beleidshervormingen, of het nieuwe financiële perspectief, geen belemmering mogen vormen voor de voortzetting en afronding van de toetredingsonderhandelingen, noch voortijdig negatief beoordeeld mogen worden op grond van de resultaten van deze onderhandelingen.

De voorstellen van de Commissie zullen dan ook gebaseerd zijn op het huidige acquis, alsmede op de beginselen en methodiek die ten grondslag liggen aan het financiële kader dat ontwikkeld is voor de onderhandelingen met de tien toetredende landen. Daarbij geldt in het bijzonder het volgende.

- Op het gebied van de landbouw dient de doelstelling van geleidelijke invoering van rechtstreekse betalingen aan boeren in de nieuwe lidstaten gedurende een periode van tien jaar gehandhaafd te blijven, beginnend bij 25% van het niveau dat op dat moment van toepassing is op de EU van 15. De hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid die inmiddels heeft plaatsgevonden, dient tot uitdrukking te komen in de onderhandelingspositie van de EU. De middelen voor plattelandsontwikkeling voor Bulgarije en Roemenië worden berekend op basis van dezelfde criteria als die welke gebruikt zijn voor de verdeling van de middelen voor plattelandsontwikkeling tussen de tien toetredende landen. De extra met de markt samenhangende uitgaven voortvloeiend uit de toetreding van Bulgarije en Roemenië dienen toegevoegd te worden aan het totale plafond voor begrotingsonderdeel 1.A van de EU van 25. i

- De structuurmaatregelen dienen gebaseerd te zijn op een aandeel van een derde van de middelen voor het Cohesiefonds en op een totaal budget vastgesteld volgens een soortgelijke aanpak als voor de tien toetredende landen, waarbij onder andere een progressieve toename van de bijdrage uit de Structuurfondsen is ingecalculeerd met het oog op de toenemende bestedingsmogelijkheden in deze landen. Daarbij hoort een aftopping van de overmakingen tot 4% van het verwachte bruto nationaal inkomen in een bepaald jaar. Zodra overeenstemming is bereikt over het totale budget worden de bedragen per land en per beleidsterrein voornamelijk bepaald op basis van de methodiek die toegepast is voor de huidige lidstaten voor de periode 2000-2006. Dit zouden dan indicatieve toewijzingen zijn, die kunnen veranderen afhankelijk van de resultaten van de beleidshervormingen, zonder dat het totaal van de gereserveerde financiële middelen verandert.

- Naast de voorzieningen voor volledige deelname van Bulgarije en Roemenië aan het interne beleid van de Gemeenschap, dienen extra middelen gereserveerd te worden voor institutionele opbouw tot een vergelijkbaar bedrag als voor de toetredende landen (met name de overgangsfaciliteit).

- Bulgarije en Roemenië mogen bij de toetreding niet in een netto begrotingspositie terechtkomen die slechter is dan de situatie in het jaar vóór toetreding als ontvangers van pretoetredingsfondsen.

- Er dienen middelen gereserveerd te worden voor het aanpakken van specifieke problemen, met name de buitenbedrijfstelling van de installaties van de kerncentrale te Kozloduy.

De continuïteit die in deze aanpak besloten ligt, is billijk jegens zowel de huidige als de toekomstige toetredende landen en is gerechtvaardigd gezien de noodzaak de toekomstige beleidshervormingen en het toekomstige algemene financiële perspectief niet bij voorbaat negatief te beoordelen. Het feit dat het voorstel gedaan wordt op basis van dezelfde beginselen en methodiek als die welke gebruikt zijn voor de tien toetredende landen, zou de onderhandelingen aanzienlijk eenvoudiger kunnen maken.

Hoewel het vanuit het oogpunt van de uitbreiding wenselijk is dat deze continuïteit in het nieuwe algemene perspectief voor de Unie vanaf 2007 bewaard blijft, in elk geval als uitgangspunt, valt het niet uit te sluiten dat het financiële kader voor Bulgarije en Roemenië op belangrijke punten aangepast moet worden aan toekomstige beleids hervormingen of fundamentele wijzigingen in het algemene financiële perspectief ten opzichte van het huidige perspectief. Het is daarom verstandig en passend om de duur van het financiële kader voor Bulgarije en Roemenië te beperken tot een periode van drie jaar na de toetreding. In feite besloegen de onderhandelingen met de tien toetredende landen eenzelfde periode, die beperkt was tot het huidige financiële perspectief dat in 2006 afloopt.

Indien het financiële kader voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië aanpassing behoeft na de afsluiting van de onderhandelingen, dient een procedure beschikbaar te zijn om deze landen naar behoren bij de besluitvorming te betrekken. Zonodig kan deze procedure opgenomen worden in het Toetredingsverdrag.

De Commissie zorgt ervoor dat de Raad deze onderwerpen begin 2004 kan bespreken in een gemeenschappelijk financieel kader voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië. Op basis hiervan doet de Commissie dan voorstellen aan de Raad betreffende gemeenschappelijke onderhandelingsposities op het gebied van landbouw, regionaal beleid en begrotingsaangelegenheden conform de hierboven beschreven aanpak.


20.

C. Turkije in het uitbreidingsproces - vorderingen en uitdagingen


21.

1. De door Turkije gemaakte vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap


In december 2002 heeft de Europese Raad van Kopenhagen nog eens gewezen op zijn besluit van 1999 in Helsinki dat Turkije is voorbestemd om lid van de Unie te worden op basis van dezelfde criteria als toegepast op de andere aspirant-lidstaten. De Raad was vol lof over de belangrijke stappen die Turkije heeft gezet op weg naar het voldoen aan de criteria van Kopenhagen, en moedigde het land aan om het hervormingsproces krachtig door te zetten. Men concludeerde dat als de Europese Raad in december 2004 besluit, op basis van een verslag en een aanbeveling van de Commissie, dat Turkije voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen, de Europese Unie onverwijld toetredingsonderhandelingen met Turkije zal aangaan.

Op de bijeenkomst in Thessaloniki in juni 2003 prees de Europese Raad de vastberadenheid van de Turkse regering om het hervormingsproces voort te zetten, met name de resterende wetgevingswerkzaamheden tegen het eind van 2003, en steunde haar voortdurende inspanningen om te voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen voor het openen van toetredingsonderhandelingen met de Unie.

In het afgelopen jaar heeft de Turkse regering grote inzet aan de dag gelegd bij het versnellen van het tempo van de hervormingen van de wetgeving op de gebieden die onder de politieke criteria vallen. Ook heeft zij belangrijke maatregelen genomen om de doeltreffende uitvoering ervan te waarborgen, zodat de Turkse burgers fundamentele vrijheden en mensenrechten kunnen genieten volgens Europese normen. Deze inspanningen betekenen een belangrijke stap vooruit bij het voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen.

Enkele hervormingen raken gevoelige onderwerpen, zoals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vreedzame samenkomst, culturele rechten en burgerlijke controle op de strijdkrachten, en tonen de vastberadenheid van de Turkse regering om vooruit te komen. Turkije heeft twee belangrijke VN-verdragen geratificeerd, inzake burgerrechten en politieke rechten en inzake sociale en economische rechten. Verscheidene gevangenen die veroordeeld waren wegens geweldloze meningsuiting, zijn vrijgelaten. De wetgeving tot bestrijding van foltering is aanzienlijk verscherpt, en geïsoleerde opsluiting is afgeschaft. Veel van de prioriteiten voortvloeiend uit de politieke criteria in het herziene toetredingspartnerschap zijn aangepakt.

Toch is de Commissie van mening dat Turkije, ondanks de inzet van de regering, nog niet volledig voldoet aan de politieke criteria van Kopenhagen. Er is nog geen duidelijk kader voor het waarborgen van de politieke, economische, sociale, culturele en burgerrechten, en er moet nog meer gedaan worden om de samenhang tussen de wettelijke bepalingen en de praktijk te verbeteren.

Wat het wet- en regelgevingskader betreft, dient bijzondere aandacht besteed te worden aan versterking van de onafhankelijkheid en het functioneren van de rechterlijke macht, het algemene kader voor uitoefening van de fundamentele vrijheden (vereniging, meningsuiting en godsdienst), verdere aanpassing van de verhouding tussen burgers en strijdkrachten aan de Europese gebruiken, en de toestand in het zuidoosten. De culturele rechten dienen gegarandeerd te worden voor alle Turkse burgers, ongeacht hun afkomst.

De uitvoering van de hervormingen dient versterkt te worden; daarvoor is het nodig dat alle betrokken instellingen en personen de geest van de hervormingen aanvaarden. De verantwoordelijkheid voor het handhaven van de hervormde wetgeving met betrekking tot fundamentele vrijheden, bepalingen betreffende herziening van een proces, eerbiediging van uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de mens, en maatregelen ter bestrijding van foltering, berust voornamelijk bij rechters en officieren van justitie. Anderzijds zijn ook de uitvoerende organen op alle niveaus verantwoordelijk voor het doorvoeren van de politieke hervormingen. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld met betrekking tot culturele rechten en vrijheid van godsdienst, hebben deze organen de draagwijdte van de hervormingen verminderd door beperkende voorwaarden in te stellen, waardoor het moeilijker werd de aanvankelijke doelstellingen te bereiken. Bemoedigend in dit verband is de oprichting door de regering van een werkgroep voor toezicht op de hervormingen, teneinde de doeltreffende uitvoering van de hervormingen te waarborgen en bureaucratische weerstand te overwinnen.

De vergaande veranderingen in het Turkse politieke en rechtsstelsel in het afgelopen jaar maken deel uit van een historisch proces op langere termijn, en het Turkse volk zal over een aantal jaren volledig profijt hebben van deze hervormingen. Het kost tijd om de geest van de hervormingen volledig tot uiting te laten komen in het gedrag van de uitvoerende en justitiële organen, op alle niveaus en overal in het land, zodat van een doeltreffende tenuitvoerlegging gesproken kan worden. Niettemin zijn er reeds duidelijke tekenen van verbetering op het gebied van de uitoefening van de mensenrechten en de elementaire vrijheden. Het is echter uiterst zorgwekkend dat Turkije nog niet veel uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de mens heeft uitgevoerd, door het betalen van smartengeld of door het terugdraaien van besluiten die indruisen tegen Europees Mensenrechtenverdrag .

De Commissie memoreert dat de inspanningen om de kwestie-Cyprus op te lossen deel uitmaken van de intensievere politieke dialoog tussen de Europese Unie en Turkije. Zoals herhaaldelijk benadrukt door de Europese Raad is het voor Turkije, evenals alle andere betrokken partijen, van essentieel belang om ferme steun te verlenen aan inspanningen gericht op een integrale regeling van de kwestie-Cyprus. Naar het oordeel van de Commissie zijn de omstandigheden gunstig voor beide gemeenschappen om tot een integrale regeling van de kwestie-Cyprus te komen vóór de toetreding van Cyprus tot de EU op 1 mei 2004. Het ontbreken van zo'n regeling zou een ernstig obstakel kunnen worden voor de Turkse aspiraties naar het EU-lidmaatschap.

De Commissie memoreert ook de conclusies van de Europese Raad van Helsinki waarin er bij de aspirant-lidstaten op wordt aangedrongen alles te doen om eventuele bestaande grensconflicten en aanverwante zaken op te lossen op basis van het beginsel van vreedzame bijlegging van geschillen conform het handvest van de Verenigde Naties.

Wat de economische criteria betreft heeft Turkije het functioneren van de markteconomie aanzienlijk verbeterd, hoewel er op enkele punten nog geen sprake is van macro-economisch evenwicht. Verdere doortastende maatregelen ter bevordering van de macro-economische stabiliteit en structurele hervormingen zullen ook de Turkse capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie vergroten.

De economische stabiliteit is toegenomen door voortzetting van het proces van terugdringing van de inflatie, en er is vooruitgang geboekt bij de structurele hervormingen en de modernisering van de Turkse marktregelgeving en marktinstellingen. Het inflatiebestrijdings- en hervormingsproces dient volgehouden te worden, vooral door handhaving van de begrotingsdiscipline, door herstructurering en verdere privatisering van het bankwezen en door deregulering van markten. Om de groeimogelijkheden van de economie te verbeteren dient de toestroming van directe buitenlandse investeringen aangemoedigd te worden door resterende belemmeringen weg te nemen. Een selectie van statistische indicatoren is te vinden in

Bijlage 6 - Belangrijkste statistische indicatoren (2002).

Op de meeste gebieden zijn vorderingen geboekt bij de aanpassing aan het acquis in Turkije, maar voor vele hoofdstukken is deze nog in een pril stadium. Het verst gevorderd is men bij de hoofdstukken met betrekking tot de douane-unie tussen de EG en Turkije, maar op dit terrein voldoet Turkije niet volledig aan de verplichtingen. De aanpassing is ook verder gevorderd op gebieden waar men al andere internationale verplichtingen heeft soortgelijk aan die van het acquis. Op alle gebieden moet verder gewerkt worden aan de wetgeving, en Turkije dient zich te concentreren op een stelselmatiger uitvoering van het nationale programma voor overneming van het acquis op alle hoofdstukken. Ook mag nieuwe wetgeving niet afwijken van het acquis. Bijzonderheden over de vorderingen op het gebied van de verschillende hoofdstukken van het acquis zijn te vinden in de conclusies van het periodieke verslag over Turkije.

De tenuitvoerlegging is in vele opzichten zwak. Op verscheidene terreinen dient de bestuurlijke capaciteit versterkt te worden teneinde te waarborgen dat het acquis doeltreffend uitgevoerd en gehandhaafd wordt. In sommige gevallen dient de bestuurlijke hervorming de oprichting van nieuwe organen in te houden, bijvoorbeeld op het gebied van staatssteun en regionale ontwikkeling. Indien nieuwe regelgevende organen opgericht worden, dient de autonomie daarvan gewaarborgd te worden en dienen zij te worden voorzien van voldoende personeel en financiële middelen.

22.

De volledige conclusies van het periodieke verslag over Turkije zijn te vinden in



>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 2: Conclusies van de periodieke verslagen over Bulgarije, Roemenië en Turkije.

23.

2. Pretoetredingsstrategie voor Turkije


Het afgelopen jaar heeft de Europese Unie de pretoetredingsstrategie voor Turkije aanzienlijk versterkt. De Commissie blijft deze strategie op de diverse terreinen uitvoeren, meer bepaald met het oog op het verslag en de aanbeveling betreffende Turkije die de Commissie volgend jaar presenteren.

Op 19 mei 2003 is door de Raad een herzien toetredingspartnerschap aangenomen. Het doel hiervan is de Turkse autoriteiten te helpen bij hun inspanningen om te voldoen aan de toetredingscriteria, met bijzondere nadruk op de politieke criteria. Het partnerschap vormt ook de basis voor programmering van de pretoetredingsbijstand uit de EG-fondsen.

De versterkte politieke dialoog is intensief voortgezet onder het Deense, Griekse en Italiaanse voorzitterschap. De besproken onderwerpen zijn onder andere de politieke hervormingen in Turkije, de mensenrechten, Cyprus, en de vreedzame beslechting van geschillen, alsmede bredere internationale onderwerpen. Sinds 2003 vult de Commissie de versterkte politieke dialoog aan met regelmatig gedetailleerd overleg met de Turkse autoriteiten over de vorderingen van Turkije bij het voldoen aan de politieke criteria. Deze aanpak wordt verder ontwikkeld om een beter wederzijds begrip van de betreffende onderwerpen te waarborgen. De versterkte economische dialoog tussen de EU en Turkije over zaken betreffende de macro-economische prestaties en stabiliteit en de economische hervormingen wordt intensief voortgezet.

Het proces van nauwkeurig onderzoek van de wetgeving, uitgevoerd in de subcommissies van het associatieverdrag, wordt aangevuld met TAIEX-seminars en technische vergaderingen of workshops over specifieke onderwerpen.

De onderhandelingen over de uitbreiding van de douane-unie tussen de EG en Turkije met diensten, en over de wederzijdse openstelling van de aanbesteding van overheidsopdrachten, worden voortgezet; de afronding is gepland in 2004.

In 2003 is Turkije toegetreden tot het Europese Milieuagentschap en de volgende EG-programma's: ondernemingen en ondernemerschap, gelijkheid van mannen en vrouwen, bestrijding van discriminatie, bestrijding van sociale uitsluiting, stimulerings maatregelen op het gebied van werkgelegenheid, en het zesde kaderprogramma voor onderzoek. De voorbereidingen voor deelname aan enkele andere programma's, waaronder volledige deelname aan de onderwijsprogramma's in 2004, zijn in volle gang.

In april 2003 is overeenstemming bereikt tussen het Europese Parlement, de Raad en de Commissie om Turkije op te nemen in het begrotingsonderdeel voor pretoetreding van de financiële perspectieven en aanzienlijk meer financiële bijstand te verlenen voor de periode 2004-2006, namelijk 1.050 miljoen EUR voor deze drie jaar. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het verlenen van bijstand aan zowel gouvernementele als niet-gouvernementele organisaties op gebieden die verband houden met de politieke criteria.

In het algemeen is het effect van de EG-bijstand aan Turkije steeds positiever. Sinds oktober 2003 is de uitvoering van de pretoetredingsprogramma's voor financiële bijstand gedelegeerd aan de Turkse autoriteiten in het kader van het gedecentraliseerde uitvoeringssysteem (Decentralised Implementation System, DIS). Ondertussen behoudt de Commissie de verantwoordelijkheid voor een groot aantal lopende projecten. De achterstand in de vastlegging van EU-gelden voor Turkije is in 2003 verder ingelopen. De Commissie gaat controleren of Turkije aan zijn verplichtingen in het kader van DIS voldoet en haar vertegenwoordiging in Turkije versterken teneinde het succes van de financiële samenwerkingsprogramma's te continueren.


24.

D. Conclusies en aanbevelingen


Gelet op het bovenstaande zijn de conclusies en aanbevelingen van de Europese Commissie als volgt.

De periodieke verslagen van dit jaar tonen aan dat Bulgarije en Roemenië in het afgelopen jaar weer aanzienlijke vorderingen gemaakt hebben bij de tenuitvoerlegging van de toetredingscriteria. Deze landen voldoen nog steeds aan de politieke criteria en zijn dichter bij het punt gekomen waarop voldaan is aan de criteria betreffende de economie en het acquis.

De toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië worden voortgezet op dezelfde basis en volgens dezelfde beginselen als toegepast op de tien toetredende landen, met name het beginsel van de eigen merites. Net als in het verleden wordt het tempo van de onderhandelingen vooral bepaald door de vorderingen die de onderhandelende landen maken bij het overnemen van het acquis in hun wetgeving en bij het opbouwen van de capaciteit om deze wetten doeltreffend uit te voeren en te handhaven. De Commissie blijft toezien op de mate waarin de onderhandelende landen zich aan hun toezeggingen houden.

Het is de uitdrukkelijke doelstelling van de Unie om Bulgarije en Roemenië in 2007 als lidstaat te verwelkomen, afhankelijk van de vorderingen bij het voldoen aan de criteria voor lidmaatschap. Deze doelstelling dient het vaste richtpunt te blijven bij de voorbereidingen van beide landen, en de Commissie zal hen steunen bij het bereiken van deze doelstelling. Om de toetreding in 2007 te kunnen laten plaatsvinden, dient uiterlijk eind 2005 een gezamenlijk Toetredingsverdrag voor Bulgarije en Roemenië ondertekend te worden, hetgeen betekent dat de onderhandelingen tijdig voor die datum afgerond moeten zijn. Daaraan vooraf gaat de definitieve aanbeveling van de Commissie over de vraag of Bulgarije en Roemenië klaar zijn voor toetreding. De Europese Raad van Thessaloniki steunde Bulgarije en Roemenië in hun streven de onderhandelingen in 2004 af te ronden, en gaf hen in overweging de concrete voorbereidingen te intensiveren. Of deze doelstelling gehaald wordt, zal afhangen van de werkelijke concrete vorderingen en bij het onderhandelingsproces afhankelijk van de eigen merites van elk land.

Begin 2004 zal de Commissie aan de Raad een driejarig gemeenschappelijk financieel kader presenteren voor de toetreding van Bulgarije en Roemenië teneinde de weg te effenen voor voltooiing van de onderhandelingen. In overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki mogen discussies of afspraken over toekomstige beleidshervormingen, of het nieuwe financiële perspectief, geen belemmering vormen voor de voortzetting en afronding van de toetredingsonderhandelingen, noch voortijdig negatief worden beoordeeld op grond van de resultaten van deze onderhandelingen. Teneinde de billijkheid te waarborgen ten opzichte van zowel de huidige als de toekomstige toetredende landen, en om de onderhandelingen te vereenvoudigen, dient dit financiële kader naar het oordeel van de Commissie gebaseerd te worden op de beginselen en methodiek die ontwikkeld zijn voor de onderhandelingen met de tien toetredende landen. Op basis hiervan doet de Commissie dan voorstellen aan de Raad voor gemeenschappelijke onderhandelingsposities over wat dit in financiële zin gaat betekenen op het gebied van landbouw, regionaal beleid en begrotingsaangelegenheden.

In het afgelopen jaar heeft Turkije het tempo van de hervormingen opgevoerd en daarmee op vastberaden wijze aanzienlijke vorderingen geboekt bij het voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen en aan de economische criteria. Ook heeft Turkije verdere vorderingen gemaakt bij het voldoen aan de criteria betreffende het acquis, hoewel er op diverse gebieden nog veel gedaan moet worden. Veel van de prioriteiten voortvloeiend uit de politieke criteria in het herziene toetredingspartnerschap zijn aangepakt. Verdere inspanningen zijn echter noodzakelijk. Daarbij gaat het met name om versterking van de onafhankelijkheid en het functioneren van de rechterlijke macht, het algemene kader voor uitoefening van de fundamentele vrijheden (vereniging, meningsuiting en godsdienst), verdere aanpassing van de verhouding tussen burgers en strijdkrachten aan de Europese gebruiken, de toestand in het zuidoosten en de culturele rechten. Turkije dient de volledige en doeltreffende uitvoering van de hervormingen te garanderen zodat de Turkse burgers fundamentele vrijheden en mensenrechten kunnen genieten volgens Europese normen.

Zoals verzocht door de Europese Raad van Kopenhagen, beoordeelt de Commissie volgend jaar de vorderingen van Turkije bij het voldoen aan de toetredingscriteria. De Commissie zal vóór eind oktober 2004 een verslag uitbrengen en een aanbeveling doen over de vraag of Turkije aan de politieke criteria van Kopenhagen voldoet. Op grond hiervan kan de Europese Raad tijdens de vergadering in december 2004 een besluit nemen over het eventuele aangaan van toetredingsonderhandelingen met Turkije.

Wat Cyprus betreft heeft de Europese Raad meer dan eens zijn sterke voorkeur uitgesproken voor toetreding door een verenigd Cyprus. Naar het oordeel van de Commissie zijn de omstandigheden gunstig voor beide gemeenschappen om tot een integrale regeling van de kwestie-Cyprus te komen vóór de toetreding van Cyprus tot de EU op 1 mei 2004. Daarom dient de EU nogmaals een beroep te doen op alle partijen, met name Turkije en de Turks-Cypriotische leiders, om de besprekingen te hervatten op basis van het voorstel van de secretaris-generaal van de VN. Het ontbreken van een regeling zou een ernstig obstakel kunnen worden voor de Turkse aspiraties naar het EU-lidmaatschap. De Europese Raad van Thessaloniki heeft verklaard dat de Unie bereid is zich te schikken in de bepalingen van een regeling mits deze in overeenstemming zijn met de beginselen waarop de EU gegrondvest is. De Commissie is bereid te helpen bij het vinden van een snelle oplossing.


25.

Bijlagen


Bijlage 1 - Referenda en ratificaties betreffende het Toetredingsverdrag van 2003

(per eind oktober 2003)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

26.

Bijlage 2: Conclusies van de periodieke verslagen over Bulgarije, Roemenië en Turkije


Bulgarije

Bulgarije voldoet nog steeds aan de politieke criteria van Kopenhagen.

Er zijn vorderingen geboekt bij het aannemen van een programma en een actieplan voor uitvoering van de strategie tot modernisering van het landsbestuur, waarmee beoogd wordt het wettelijke kader op dit gebied te verstevigen. Men dient zich te blijven inspannen om de hervorming van het openbare bestuur verder door te voeren en om de doelstelling van Bulgarije te realiseren om op middellange termijn over een competent en doelmatig ambtenarenapparaat te beschikken, zodat het acquis doeltreffend toegepast en gehandhaafd kan worden wanneer Bulgarije lid wordt van de Unie.

Het algemene hervormingsproces van de rechterlijke macht is voortgezet conform het actieplan uit 2002. Met name de grondwetswijzigingen betreffende de status van magistratuur betekenen een belangrijke stap voorwaarts. Andere wetgevings maatregelen beogen de duur van rechtszaken te bekorten en de gerechtelijke controle op besluiten van de uitvoerende macht te versterken. Er moet echter nog het een en ander gedaan worden aan reorganisatie van de opsporing als onderdeel van de uitvoerende macht volgens goed gebruik in de lidstaten. Bulgarije dient er ook voor te zorgen dat de justitiebegroting voldoende is voor een goed functioneren van de rechtsspraak.

Corruptie is nog steeds een probleem; Bulgarije dient zich over de hele breedte te blijven inspannen om maatregelen op dit gebied te treffen. De strijd tegen de corruptie is hoog op de politieke agenda gebleven en er zijn verdere maatregelen op dit gebied genomen.

Bulgarije blijft de mensenrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.

Het wettelijke kader voor politiek asiel en kinderbescherming is aanzienlijk verbeterd. De leefomstandigheden van in inrichtingen geplaatste kinderen zijn het afgelopen jaar echter weinig verbeterd. Wat de verstandelijk gehandicapten betreft, ontbreekt het benodigde wettelijke kader nog steeds, met name een verbod op willekeurige opsluiting. Ondanks enkele pogingen om de situatie te verbeteren, zijn de leefomstandigheden in de inrichtingen voor verstandelijk gehandicapten zwaar en zijn er weinig mogelijkheden voor herstel en therapie. Ook zijn meer maatregelen nodig om vernederend optreden door de politie en mensenhandel tegen te gaan. Wat betreft maatschappelijke en economische rechten kunnen vorderingen gemeld worden op het gebied van gelijke kansen en discriminatiebestrijding.

Het nieuwe actieplan voor uitvoering van het kaderprogramma voor integratie van de Roma in de Bulgaarse samenleving is een stap in de goede richting, gezien de specifieke begrotingssteun voor maatregelen op het gebied van discriminatie bestrijding, onderwijs, cultuur, huisvesting, werkgelegenheid en sociale bescherming. Er moet permanent en doelgericht gewerkt worden om discriminatie in denken en gedrag te bestrijden en iets te doen aan de sociale achterstelling waarmee de Roma-gemeenschap te kampen heeft.

Bulgarije is een functionerende markteconomie. Het land moet in de nabije toekomst in staat geacht worden het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie, mits de uitvoering van het hervormingsprogramma wordt voortgezet om de resterende moeilijkheden uit de weg te ruimen.

De Bulgaarse economie heeft een hoge mate van macro-economische stabiliteit bereikt dankzij een uitgebalanceerd beleid dat tot stand is gekomen door de currency board-regeling, een strak begrotingsbeleid en loonmatiging. Door de economische stabiliteit en de goede vorderingen bij de structurele hervormingen kunnen de marktmechanismen zorgen voor een doelmatiger aanwending van middelen die, bij afwezigheid van een nominale wisselkoers als instrument voor aanpassing, de basis vormt voor een proces van duurzame groei. Dit geldt in het bijzonder voor de toenemende rol van de particuliere sector door middel van privatisering en de vermindering van de staatssubsidies, de positieve ontwikkeling van het bankwezen en enkele verbeteringen in de regelgeving.

De flexibiliteit van de goederenmarkt en de arbeidsmarkt dient echter verder verhoogd te worden. Met name de doelmatigheid van het bestuur en de rechtspraak dient verbeterd te worden teneinde een stabieler en voorspelbaarder kader voor economische actoren te scheppen, en hen de mogelijkheden te geven om hun eigendomsrechten te doen gelden. Het privatiseringsprogramma dient voltooid te worden. Het wachten is ook op verdere stroomlijning van de regelgeving en bestuurlijke procedures waar ondernemingen mee te maken hebben, om een gezonder klimaat te scheppen voor het midden- en kleinbedrijf. De herstructurering en liberalisering van de netwerkindustrieën dienen doorgezet te worden teneinde de subsidies te kunnen verminderen, de kwaliteit te verbeteren en een prijsverlaging van de betreffende diensten mogelijk te maken. De huidige terugdringing van de werkloosheid dient verder ondersteund te worden door de flexibiliteit van de arbeidsmarkt te vergroten en het onderwijsstelsel te verbeteren. De uitvoering van deze hervormingsmaatregelen zal bijdragen tot een hoger niveau van overheids- en particuliere investeringen, en dus tot duurzame groei en concurrentie vermogen binnen de Unie.

In het afgelopen jaar heeft Bulgarije op de meeste gebieden weer goede vorderingen geboekt op de meeste onderdelen van het acquis; bij het huidige voortgangstempo ligt het land op schema met het voltooien van de vereiste omzetting van de wetgeving voor de geplande toetredingsdatum.

Op de meeste gebieden wat de binnenlandse markt betreft, heeft Bulgarije vorderingen gemaakt. Bij het vrije verkeer van goederen zijn verdere vorderingen geboekt bij het overnemen van sectorspecifieke wetgeving op dit gebied in het kader van de richtlijnen van de nieuwe aanpak. In de sectoren die vallen onder de richtlijnen van de oude aanpak is vooral vooruitgang geboekt bij de gegevensbescherming inzake farmaceutische producten. Ondanks de vorderingen op het gebied van voedselveiligheid, moet er meer gedaan worden aan zowel de omzetting van wetgeving als de opbouw van bestuurlijke capaciteit. Op het niet-geharmoniseerde gebied dient Bulgarije door te gaan met het onderzoek naar maatregelen die wellicht onverenigbaar zijn met het beginsel van het vrije verkeer van goederen. Wat de overheidsaanbestedingen betreft, moet er verder gewerkt worden aan de aanpassing aan het acquis en aan de opbouw van de nodige bestuurlijke capaciteit.

Wat het vrije verkeer van personen betreft zijn de vorderingen beperkt gebleven en moet nog heel wat werk verzet worden op het gebied van de wederzijdse erkenning van kwalificaties (vooral wat betreft studieprogramma's en opleidingseisen) en de oprichting van de nodige bestuursorganen voor de toekomstige coördinatie van sociale zekerheidsstelsels. Wat het recht van vestiging en het vrije verkeer van diensten betreft, heeft Bulgarije verdere vooruitgang geboekt op het gebied van het niet-discriminerende regime voor de nationale behandeling van buitenlanders die economische activiteiten verrichten in Bulgarije. De oprichting van de commissie voor financieel toezicht is een belangrijke stap in de richting van versterking van het toezicht. Er moet nog verder gewerkt worden aan de gegevensbescherming en de diensten op het gebied van de informatiemaatschappij. Wat het vrije verkeer van kapitaal betreft heeft Bulgarije goede vorderingen gemaakt bij het aannemen van nieuwe wetgeving inzake het kapitaalverkeer en betalingen, en voor de bestrijding van witwaspraktijken.

Het vennootschapsrecht is verder aangepast aan het acquis. De aandacht dient nu gericht te worden op handhaving van de wetten op de bescherming van het intellectuele en industriële eigendomsrecht, met name door betere coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten. Verdere vorderingen konden worden opgetekend op het gebied van het mededingingsbeleid, waar het wettelijke kader voor zowel het antikartelbeleid als de staatssteun versterkt is. Er moet nog gewerkt worden aan verbetering van de wetshandhaving op het gebied van de staatssteun. Ook dient Bulgarije de staalsector te herstructureren conform de betreffende bepalingen van de Europaovereenkomst.

Op landbouwgebied heeft Bulgarije aanzienlijke vorderingen gemaakt bij het aannemen van wetgeving, met name op het gebied van diergeneeskundige en fytosanitaire onderwerpen. De bestuurlijke organen zijn verder geconsolideerd en versterkt, al zijn er nog wel verbeteringen noodzakelijk. Er ligt nog veel werk in het verschiet voordat Bulgarije voldoet aan de EU-normen op het gebied van diergeneeskundige en fytosanitaire controle en hygiëne. De Bulgaarse wetgeving op het gebied van de visserij is inmiddels in redelijke mate aangepast aan het acquis. Niettemin zijn verdere vorderingen nodig met betrekking tot de technische capaciteit van inspectie- en controlesystemen, alsmede de naleving van EU-eisen op het gebied van hygiëne en gezondheid.

Bulgarije heeft opnieuw vorderingen geboekt bij het aanpassen van de vervoerswetgeving aan het acquis, en heeft pogingen gedaan de veiligheid in de scheepvaart te verbeteren. Hiermee dient men door te gaan. De bestuurlijke organen op het gebied van wegen, spoorwegen en scheepvaart dienen te worden versterkt. Aandacht dient besteed te worden aan het zekerstellen van de financiering van belangrijke investeringen die in deze sector noodzakelijk zijn, met name voor verbetering van het wegennet.

Wat de belastingen betreft, zijn er positieve ontwikkelingen te melden op het gebied van de BTW en accijnzen, waarvoor nieuwe wetten zijn aangenomen. Er moet echter nog veel gedaan worden aan verbetering van de belastingdienst. Aandacht dient besteed te worden aan het verbeteren van de belastinginning en van de interne controle, het operationeel maken van het geautomatiseerde belastinginformatiesysteem, en het voorbereiden van de koppeling met de IT-systemen van de EU.

Op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid zijn enige vorderingen geboekt, met name bij de discriminatiebestrijding. Verdere omzetting van wetten is echter nodig, vooral op het gebied van de arbeidswetgeving, gezondheid en veiligheid op het werk en volksgezondheid. De bestuurlijke capaciteit dient versterkt te worden.

De hervormingen in de energiesector zijn voortgezet, hoewel belangrijke wetten ter voorbereiding van de interne markt en voor het scheppen van een kader voor energiebesparing nog niet zijn aangenomen. De voorbereidingen voor privatisering van de distributiemaatschappijen zijn verder gevorderd. Bulgarije dient zijn toezeggingen gestand te doen op het gebied van nucleaire veiligheid, met name wat betreft de sluiting van de kerncentrale te Kozloduy en de zorg voor een hoog veiligheidsniveau in nucleaire installaties.

Bulgarije heeft aanzienlijke vorderingen gemaakt bij de aanpassing aan het acquis op het gebied van telecommunicatie, door het aannemen van een nieuwe telecommunicatiewet. De aandacht dient nu gericht te worden op de uitvoering en op verdere versterking van de capaciteit van de regelgevende instantie.

Op het gebied van regionaal beleid en coördinatie van structurele instrumenten heeft Bulgarije enige vorderingen gemaakt met de voorbereidingen voor de invoering van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds, met name bij de institutionele organen en de programmering. Er zijn nog flinke inspanningen nodig om de institutionele organen te ontwikkelen, te consolideren of te voltooien, en om de bestuurlijke capaciteit (personeel, opleiding) en procedures op het vereiste niveau te brengen. Ook dient prioriteit gegeven te worden aan de invoering van doelmatige en volledig doorzichtige systemen voor aanbestedingen en voor financieel beheer en controle, alsmede aan toezicht- en evaluatiesystemen en aan de versterking van de interministeriële coördinatie.

Bulgarije heeft een behoorlijk niveau bereikt bij de aanpassing aan het acquis op milieugebied, en heeft voor elke verordening specifieke uitvoeringsplannen en financierings strategieën ontwikkeld. De voortdurende inspanningen voor het ontwikkelen van bestuurlijke capaciteit, met name op plaatselijk niveau, en het verder uitwerken van regelingen voor het toezicht op een doeltreffende uitvoering, dienen op gang te blijven. De uitvoering is nog steeds een zware opgave, net als de vergroting van de bestuurlijke capaciteit en de kosten van de aanpassingen.

Er zijn enige vorderingen geboekt bij het aanpassen van de Bulgaarse wetgeving aan het acquis op het gebied van consumentenbescherming en volksgezondheid. Bulgarije moet het wetgevingskader voltooien, vooral wat betreft maatregelen op andere gebieden dan veiligheid. Er dient verder gewerkt te worden aan het instellen van een doelmatige markttoezichtsregeling.

Er konden weer goede vorderingen opgetekend worden op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. Doordat nieuwe wetgeving is aangenomen op het gebied van gegevensbescherming, visums, grensoverschrijding, asiel en witwassen, is de aanpassing aan het acquis vrijwel voltooid. Er moet nog hard gewerkt worden aan verdere versterking van de justitie, door voortzetting van de hervormingen. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan de bestrijding van drugs en illegale grensoverschrijding.

Op douanegebied is een behoorlijk niveau van wetsaanpassing bereikt en zijn vorderingen geboekt op het gebied van de bestuurlijke en operationele capaciteit en de automatisering. Hiermee dient doorgegaan te worden. Er zijn maatregelen genomen in het kader van de strategie ter bestrijding van corruptie.

Er zijn aanzienlijke vorderingen geboekt bij het versterken van de financiële controle in Bulgarije, door het verder ontwikkelen van de gehele wettelijke grondslag en de nodige bestuurlijke capaciteit. De verdere werkzaamheden dienen nu gericht te worden op de uitvoering van de wetgeving en verdere versterking van de vereiste institutionele organen, onder andere voor de bescherming van de financiële belangen van de EU.

Bij de overige hoofdstukken van het acquis worden gestaag vorderingen gemaakt.

Bulgarije dient zich te blijven inspannen voor het ontwikkelen van voldoende bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit om het acquis uit te voeren en te handhaven. Naast voortzetting van de horizontale hervorming van het openbaar bestuur, dient men zich vooral te richten op het ontwikkelen van de nodige capaciteit om deel uit te maken van de interne markt en om het acquis toe te passen op gebieden zoals landbouw, milieu en regionaal beleid. Voortdurende inspanningen zijn vereist voor het realiseren van de noodzakelijke bestuurlijke capaciteit om een verantwoord en doelmatig beheer van de EU-middelen te garanderen.

Bij de toetredingsonderhandelingen zijn 26 hoofdstukken voorlopig afgesloten. Bij de toezeggingen die tijdens de onderhandelingen zijn gedaan, is uitgegaan van toetreding in 2007. Over het algemeen worden deze nagekomen, hoewel op bepaalde gebieden vertragingen geconstateerd zijn.

27.

Roemenië


Roemenië voldoet nog steeds aan de politieke criteria.

De politieke wil om de bestuurlijke en gerechtelijke hervormingen aan te pakken is er; het afgelopen jaar is een aantal positieve initiatieven genomen tot hervorming van het openbaar bestuur en het justitieel apparaat. Zo is het ambtenarenreglement herzien en een grote reorganisatie van het stelsel van gerechten is geïnitieerd. Het hervormingsproces bevindt zich echter nog in een pril stadium. Het Roemeense overheidsapparaat wordt nog steeds gekenmerkt door omslachtige procedures, beperkte doorzichtigheid en een beperkte capaciteit voor beleidsuitvoering. Bij justitie dient het beheer van rechtszaken en de consistentie van uitspraken te verbeteren, en de rechters moeten onafhankelijker worden. Dit zijn hoofdpunten die met spoed aangepakt moeten worden.

Roemenië moet nog een strategie ontwikkelen voor de hervorming van het beleidsvormings- en wetgevingsproces. Er zijn vorderingen gemaakt bij de beperking van het gebruik van noodverordeningen. De wetten inzake de vrijheid van informatie en doorzichtigheid in het wetgevingsproces vormen ook positieve ontwikkelingen, doch zijn slechts voor een deel ten uitvoer gelegd. Een grondwettelijke hervorming van het parlementair stelsel dient gepaard te gaan met maatregelen ter vergroting van de capaciteit van het parlement om wetsontwerpen doeltreffend en kritisch te bestuderen.

De wijdverbreide corruptie in Roemenië blijft alle aspecten van het maatschappelijk leven aantasten. In de verslagperiode is een aantal markante maatregelen genomen, maar het anticorruptiebeleid als geheel is slechts in beperkte mate uitgevoerd. De genomen maatregelen hebben nog geen effect gehad en er zijn aanzienlijk grotere inspanningen noodzakelijk.

Roemenië eerbiedigt nog steeds de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en heeft goede vorderingen gemaakt op een aantal belangrijke gebieden.

Er zijn organen opgericht om de antidiscriminatiewetgeving uit te voeren, en een aantal gevallen van discriminatie is bestraft. De capaciteit van het bureau van de ombudsman is versterkt. De in het rapport van vorig jaar gemelde goede vorderingen bij de hervorming van de kinderbescherming zijn gecontinueerd, en er zijn verdere initiatieven genomen om de rechten van de nationale minderheden te bevorderen. De uitvoering van de Roma-strategie is voortgezet, hoewel door een gebrek aan middelen de resultaten enigszins beperkt zijn gebleven. Evenzo is het proces van de teruggave van eigendommen voortgezet, maar het is nog lang niet voltooid.

Op enkele andere gebieden zijn hervormingen geïnitieerd: modernisering van de politie, verbetering van de gehandicaptenzorg, vermindering van de maatschappelijke uitsluiting, en verbetering van de maatschappelijke dialoog. Tot nu toe heeft het meeste werk op deze gebieden bestaan uit het ontwikkelen van strategieën en het voorbereiden van kaderwetgeving. De uitdaging voor de toekomst is nu de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze initiatieven. Al betekenen de voorstellen tot hervorming van het wetboek van strafrecht een positieve ontwikkeling, toch moet er meer gedaan worden aan versterking van de vrijheid van meningsuiting. Ook zijn extra maatregelen nodig om de overbevolking van de gevangenissen verder terug te dringen.

Roemenië kan beschouwd worden als een functionerende markteconomie als de gemaakte goede vorderingen definitief blijken te beklijven. Daarnaast is een krachtige en aanhoudende uitvoering van het structurele hervormingsprogramma vereist om Roemenië in staat te stellen in de nabije toekomst het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie.

Er zijn vorderingen gemaakt op de weg naar macro-economische stabiliteit, daar de inflatie is blijven dalen vanaf een betrekkelijk hoog niveau ondanks verdere aanpassing van gereguleerde prijzen. De positie ten opzichte van het buitenland is houdbaar gebleven en het fiscaal beleid verstandig. Er worden steeds meer maatregelen ingevoerd om de belastingadministratie te verbeteren. De toezeggingen om de totale loonkosten in de openbare sector in toom te houden zijn grotendeels gestand gedaan, en er zijn enkele acties ondernomen om financiële discipline bij bedrijven af te dwingen, met name een maatregel om energiegebruikers met een betalingsachterstand wat eerder af te sluiten. De privatisering en herstructurering van staatsbedrijven is versneld. Ook is het staatseigendom afgenomen in het bankwezen, dat zijn bemiddelende rol verder ontwikkeld heeft. Er zijn administratieve verbeteringen doorgevoerd in de regelingen voor het binnenkomen en verlaten van de markt, naast diverse initiatieven om het ondernemingsklimaat te verbeteren.

De autoriteiten dienen nu de op deze gebieden gemaakte vorderingen te consolideren, en tevens de punten waarop onvoldoende vooruitgang is geboekt krachtiger aan te pakken. Teneinde de vaart erin te houden bij het vergroten van de macro-economische stabiliteit dient de recente verscherping van het monetaire beleid gepaard te gaan met een verstandig begrotings- en loonbeleid, alsmede een verdere terugdringing van het quasi-fiscaal tekort van verliesgevende staatsbedrijven??????. De vooruitzichten voor de begroting op middellange termijn dienen ook verbeterd te worden door hervorming van de bestedingen te bevorderen en de belastingdiscipline te verbeteren. Dit zou bijdragen tot verbetering van de financiële discipline van bedrijven, wat nog een belangrijk onopgelost probleem is. De maatregelen dienen gericht te zijn op de grondoorzaken van de steeds hoger oplopende achterstanden op de begroting en op de energiesector. Acties om de marktwerking te verbeteren dienen aangevuld te worden met een grotere bereidheid om verlieslijdende ondernemingen te liquideren en aardgasprijzen vast te stellen die een behoorlijke afspiegeling vormen van de kosten op korte en lange termijn. Na voltooiing van de aanvangsfasen dienen de herstructurering en privatisering in belangrijke sectoren als energie, mijnbouw en vervoer voorrang te krijgen. Dit zou een belangrijke ruggensteun betekenen bij de ontwikkeling van een functionerende markteconomie en van het Roemeense vermogen om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie.

Roemenië vordert gestaag met het overnemen van het acquis en ligt bij het huidige voortgangstempo op schema met het omzetten van de nodige wetgeving vóór de geplande toetredingsdatum. Vanwege enkele zwakke punten in het wetgevingsproces is de omgezette wetgeving wisselend van kwaliteit en in sommige gevallen zal herziening nodig zijn voordat de wetten uitgevoerd kunnen worden.

Op het gebied van de interne markt maakt Roemenië nog steeds vorderingen bij de omzetting van sectorspecifieke wetgeving betreffende het vrije verkeer van goederen en de overheidsaanbestedingen. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan ontwikkeling van het vermogen om het acquis op het gebied van de overheids aanbestedingen, de levensmiddelen en de voedselveiligheid toe te passen. Roemenië dient ook door te gaan met het onderzoek naar maatregelen die wellicht onverenigbaar zijn met het beginsel van het vrije verkeer van goederen. Bij het vrije verkeer van personen zijn slechts beperkte vorderingen gemaakt, en de extra inspanningen dienen nu gericht te worden op de voorbereidingen voor invoering van het acquis betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. Er is verder gewerkt aan het opsporen van belemmeringen voor het vrije verkeer van diensten, hoewel slechts enkele restricties zijn weggenomen. Hoewel de aanpassing aan het acquis betreffende het vrije verkeer van kapitaal gestadig verbetert, zijn grotere inspanningen nodig voor verbetering van betalingssystemen en in de strijd tegen het witwassen van zwart geld.

Roemenië heeft vorderingen gemaakt op het gebied van het vennootschapsrecht als zodanig. De invoering van nieuwe boekhoud- en controleregels dient voorrang te krijgen. Er moet meer gedaan worden aan de bescherming van industriële en intellectuele eigendomsrechten. Hoewel de Roemeense mededingingswetgeving in het algemeen voldoet aan de antikartelregels van de EG, is er nog onvoldoende controle op de staatssteun. In de staalindustrie dient Roemenië te blijven voldoen aan zijn verplichtingen om inzicht te geven in de directe en indirecte staatssteun.

Er zijn verdere vorderingen geboekt bij het omzetten van het landbouwacquis en bij de herstructurering van de landbouw. Handhaving van de wetten wordt bemoeilijkt door de beperkte beheers- en bestuurscapaciteit. Daarom dient bijzondere aandacht besteed te worden aan versterking van de bestuurlijke capaciteit om het acquis in te voeren en te handhaven, met name op veterinair en fytosanitair gebied. In de visserijsector zijn slechts beperkte vorderingen gemaakt en zijn er vertragingen opgetreden bij de omzetting van het acquis, met name bij het register van vissersschepen. De bestuurlijke capaciteit dient aanzienlijk versterkt te worden.

Roemenië blijft goede vorderingen maken bij de omzetting van het vervoersacquis en bij het opzetten van de vereiste bestuurlijke organen, maar de veiligheid in de scheepvaart blijft een punt van zorg. Prioriteit dient gegeven te worden aan het ontwikkelen van instellingen om de nieuwe wetgeving te handhaven en aan het vinden van de financiële middelen die voor de grote investeringen benodigd zijn.

Roemenië heeft enige vorderingen geboekt bij de aanpassing aan het acquis betreffende de belastingen, en nu dient vooral aandacht besteed te worden aan modernisering van de belastingdienst en verbetering van IT-systemen. Het aannemen van de wet op de arbeid is een belangrijke stap voorwaarts geweest in de omzetting van het acquis inzake het sociaal beleid en werkgelegenheid. Toekomstige inspanningen dienen vooral gericht te zijn op het waarborgen van de uitvoering van de verschillende initiatieven die genomen zijn en op het versterken van de bestuurlijke capaciteit. Het wetgevingsproces in de energiesector dient aangepast te worden door oprichting van doeltreffende uitvoeringsorganen, voortzetting van structurele hervormingen en verbetering van het functioneren van de binnenlandse energiemarkt.

De bouwstenen voor een modern industriebeleid zijn nu aanwezig; de belangrijkste taak is nu de uitvoering daarvan, omdat enkele structureel zwakke punten de capaciteit voor wetshandhaving beperken. Er is hard gewerkt aan verbetering van het ondernemingsklimaat, maar het midden- en kleinbedrijf verkeert nog in een moeilijke situatie. Roemenië heeft aanzienlijke vorderingen geboekt op het gebied van telecommunicatie door de oprichting van een regelgevende instantie, de liberalisering van de telecommunicatiemarkt en de omzetting van het nieuwe acquis inzake telecommunicatie.

Het institutionele kader voor regionaal beleid en coördinatie van structurele instrumenten is nog steeds niet duidelijk omschreven en er dienen nog specifieke regelingen getroffen te worden voor financieel beheer en controle. Er moet nog hard gewerkt worden om de bestuurlijke capaciteit op het vereiste niveau te brengen. Op het gebied van het milieu heeft Roemenië weliswaar aan flink aantal wetten omgezet, maar de voor deze sector bestemde bestuurlijke capaciteit en financiële middelen zijn nog onvoldoende.

De aanpassing van de wetgeving betreffende consumentenbescherming en volksgezondheid is voortgezet, en Roemenië heeft enige vorderingen geboekt op het terrein van de markttoezichtactiviteiten en de coördinatie van controleactiviteiten tussen de bevoegde ministeries en autoriteiten.

Er zijn vorderingen gemaakt met de wetgeving op de meeste gebieden van justitie en binnenlandse zaken, met name migratie, georganiseerde misdaad, witwassen van geld, en justitiële samenwerking in civielrechtelijke aangelegenheden. De uitvoeringscapaciteit blijft echter een zwak punt op bijna alle gebieden, en Roemenië dient zich meer in te spannen om de bestuurlijke capaciteit en de coördinatie tussen de instanties te verbeteren.

Ook zijn vorderingen geboekt op het gebied van de douane, hoewel er meer gedaan moet worden om de corruptie bij de douanedienst te bestrijden en zich op de toepassing van maatregelen die ingevoerd worden op het moment van de toetreding voor te bereiden. Op het gebied van de financiële controle zijn aanzienlijke vorderingen gemaakt. In het vervolg dient men zich te concentreren op het invoeren van goede financiële controlesystemen, het voltooien van de aanpassing van de wetgeving, en het versterken van de bestuurlijke capaciteit.

Bij de overige hoofdstukken van het acquis worden gestaag vorderingen gemaakt.

In enkele belangrijke sectoren blijft er een discrepantie bestaan tussen de vorderingen bij de omzetting van wetgeving en de beperkte globale capaciteit van het openbaar bestuur voor het uitvoeren en handhaven van de nieuw ingevoerde wetgeving. Dit is een grote handicap bij de Roemeense voorbereidingen op toetreding, en om hier iets aan te doen is een uitgebreide structurele hervorming noodzakelijk van zowel het openbaar bestuur als de rechtsspraak. Deze zorgpunten gaan verder dan alleen het overnemen van het acquis en hebben ook betrekking op het beheer van de financiële bijstand van de EU. Er worden nog steeds vorderingen gemaakt bij het verwezenlijken van de door het acquis vereiste institutionele organen, hoewel de resultaten tot nu toe wisselend zijn.

Bij de toetredingsonderhandelingen zijn 20 hoofdstukken voorlopig afgesloten. Bij de toezeggingen die tijdens de onderhandelingen zijn gedaan, is uitgegaan van toetreding in 2007. Over het algemeen worden deze nagekomen, hoewel op bepaalde gebieden vertragingen geconstateerd zijn.

28.

Turkije


In het afgelopen jaar heeft de Turkse regering grote vasthoudendheid aan de dag gelegd bij het versnellen van het tempo van de hervormingen, welke tot ingrijpende veranderingen in het politieke en justitiële stelsel hebben geleid. Ook heeft de regering belangrijke stappen gezet om de doeltreffende uitvoering ervan te waarborgen, zodat de Turkse burgers fundamentele vrijheden en mensenrechten kunnen genieten volgens Europese normen. Er zijn vier grote pakketten politieke hervormingen aangenomen, die wijzigingen met zich meebrengen op diverse gebieden van de wetgeving. Enkele hervormingen zijn van grote politieke betekenis, daar zij onderwerpen betreffen die in Turkije gevoelig liggen, zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van demonstratie, culturele rechten en burgerlijke controle op de strijdkrachten. Veel van de prioriteiten voortvloeiend uit de politieke criteria in het herziene toetredingspartnerschap zijn aangepakt.

Er worden vorderingen geboekt bij het stroomlijnen van het functioneren van het openbaar bestuur. De regering heeft in het bijzonder hervormingen geïnitieerd ter bevordering van een doorzichtiger personeelsbeheer bij het ambtenarenapparaat. Deze dienen tevens om de strijd tegen de corruptie te versterken.

De taken en bevoegdheden en het functioneren van de nationale veiligheidsraad (NSC) zijn aanzienlijk gewijzigd, waardoor het kader van de verhouding tussen burgers en militairen meer lijkt op wat in de EU-lidstaten gebruikelijk is. De rol van de secretaris-generaal van de NSC is herzien en de uitvoerende taken van de raad zijn afgeschaft. Er hebben nog steeds vertegenwoordigers van de NSC zitting in burgerlijke bestuursorganen zoals de nationale raad voor de media (RTÜK) en de nationale onderwijsraad (YÖK). Volledige parlementaire controle op de militaire uitgaven dient gewaarborgd te worden door middel van goedkeuring van de begroting en boekhoudkundige controle.

Er moet nog gewerkt worden aan verbetering van de doelmatigheid en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Het justitieel apparaat is reeds versterkt door de invoering van een nieuw systeem van familierechtbanken. De bevoegdheid van militaire rechtbanken om burgers te berechten, is afgeschaft. Er zijn positieve veranderingen aangebracht in het stelsel van rechtbanken voor de staatsveiligheid, met name de afschaffing van de geïsoleerde opsluiting. Het functioneren van deze rechtbanken is echter nog niet in overeenstemming met de Europese normen, met name wat betreft de rechten van de verdediging en het beginsel van eerlijke procesvoering.

Concreet is de uitvoering van de hervormingen van wisselende kwaliteit. In enkele gevallen hebben uitvoerende en justitiële organen belast met de uitvoering van de door het parlement goedgekeurde politieke hervormingen betreffende de fundamentele vrijheden, de draagwijdte van deze hervormingen verminderd door beperkende voorwaarden in te stellen, waardoor het moeilijker werd de aanvankelijke doelstellingen te bereiken. De regering heeft onderkend dat de hervormingen niet systematisch in praktijk worden gebracht, en heeft een werkgroep voor toezicht op de hervormingen ingesteld teneinde de uitvoering ervan te waarborgen.

Turkije heeft het Europese verdrag inzake strafrechtelijke samenwerking ter bestrijding van corruptie geratificeerd, zodat het land op 1 januari 2004 lid wordt van de raad van de Europese groep van staten tegen corruptie (GRECO). Ondanks verscheidene initiatieven blijft de corruptie echter op een hoog niveau, wat invloed heeft op vele aspecten van het openbare leven.

Turkije heeft belangrijke internationale en Europese verdragen geratificeerd, zoals het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Internationale verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, en protocol 6 van het Europese Mensenrechtenverdrag.

Het is echter uiterst zorgwekkend dat Turkije nog niet veel uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft uitgevoerd, door het betalen van smartengeld of door het terugdraaien van besluiten die indruisen tegen Europees Mensenrechtenverdrag. Een voorbeeld hiervan is de zaak-Loizidou; het is inmiddels vijf jaar geleden dat het Hof hierin uitspraak gedaan heeft.

De strijd tegen folteringen en slechte behandeling is versterkt en het Turkse recht is op dit punt dichter tot de Europese normen genaderd. Folteringen komen minder vaak voor, maar er worden nog steeds specifieke gevallen gemeld, wat aanleiding geeft tot bezorgdheid.

De hervorming van het gevangenisstelsel is voortgezet en de rechten van de gedetineerden zijn verbeterd. In de praktijk is men niet altijd verzekerd van rechtsbijstand.

De mogelijkheid van herziening van een proces is ingevoerd, maar in de praktijk zijn slechts enkele zaken opnieuw voorgekomen. In de zaak-Zana en andere zaken heeft het nieuwe proces tot nu toe slechts geleid tot een herhaling van het eerdere proces, hetgeen aanleiding geeft tot aanhoudende zorg over de rechten van de verdediging.

De goedkeuring van de hervormingspakketten heeft geleid tot de opheffing van verscheidene beperkingen op de vrijheid van meningsuiting. Toepassing van de herziene bepalingen van het Wetboek van Strafrecht heeft geleid tot vele vrijspraken, hoewel er nog steeds zaken voorkomen tegen personen die op geweldloze wijze hun mening hebben geuit. Verscheidene personen die gevangen zaten wegens geweldloze meningsuiting, op grond van bepalingen die nu zijn afgeschaft, zijn vrijgelaten.

Er zijn opmerkelijke vorderingen geboekt op het gebied van de vrijheid van demonstratie en vreedzame samenkomst, waar verscheidene beperkingen zijn opgeheven. Niettemin hebben de autoriteiten bij enkele vreedzame demonstraties onevenredig veel geweld gebruikt.

Wat de vrijheid van vereniging betreft, zijn enkele beperkingen versoepeld, maar verenigingen hebben nog steeds te maken met omslachtige procedures. Vervolging van verenigingen en vooral mensenrechtenactivisten komt nog steeds voor.

De wet op de politieke partijen is gewijzigd om een verbod op partijen moeilijker te maken. Desondanks is HADEP verboden door het constitutionele hof en staat DEHAP een proces te wachten gericht op opheffing.

Wat de vrijheid van godsdienst betreft hebben de veranderingen ten gevolge van de hervormingspakketten nog niet het gewenste effect gesorteerd. Uitvoerende organen blijven een zeer beperkte interpretatie van de betreffende bepalingen hanteren, zodat vrijheid van godsdienst onderhevig is aan ernstige beperkingen vergeleken met de Europese normen. Dit betreft vooral het ontbreken van rechtspersoonlijkheid, onderwijs en scholing van kerkelijk personeel, alsmede beperkte eigendomsrechten van godsdienstige gemeenschappen.

Er zijn maatregelen genomen om het verbod op radio- en TV-uitzendingen en onderwijs in andere talen dan het Turks op te heffen. Tot nu toe hebben de op deze gebieden goedgekeurde hervormingen in de praktijk weinig effect gehad.

De opheffing van de noodtoestand in het zuidoosten heeft in het algemeen de spanningen onder de bevolking verminderd. De tolerantie voor culturele evenementen is toegenomen. Het programma voor de terugkeer naar de dorpen vordert zeer traag. Er moet serieus en op een breed front gewerkt worden aan het probleem van de binnenlands ontheemden, de sociaal-economische ontwikkeling van de regio en de culturele rechten in het algemeen.

In de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki en in het toetredingspartnerschap wordt Turkije opgeroepen krachtige steun te verlenen aan de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN om tot een vergelijk te komen in de kwestie-Cyprus. Bij verschillende gelegenheden heeft Turkije zijn steun betuigd voor een vergelijk in de kwestie-Cyprus. Turkije heeft aangegeven dat een overeenkomst gericht op de totstandkoming van een douane-unie met het noordelijke deel van Cyprus niet van kracht zal worden.

De betrekkingen tussen Turkije en Griekenland zijn verder verbeterd. Er wordt voortdurend gewerkt aan de uitvoering van nieuwe maatregelen die het wederzijds vertrouwen stimuleren. Ook de verkennende contacten over het Egeïsche-Zeegebied tussen de twee ministeries van Buitenlandse Zaken zijn voortgezet.

Turkije heeft besloten als NAVO-lid in te stemmen met de modaliteiten van deelname van Europese bondgenoten buiten de EU aan door de EU geleide operaties waarbij van NAVO-middelen gebruik wordt gemaakt. Hiermee is een probleem opgelost dat tot nu toe de feitelijke invoering van het Europese veiligheids- en defensiebeleid in de weg heeft gestaan.

In het algemeen heeft Turkije het afgelopen jaar weer indrukwekkende inspanningen geleverd op het gebied van wetgeving, waarmee een belangrijke stap vooruit is gedaan bij het voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen. Turkije dient de in dit verslag genoemde onafgedane zaken aan te pakken, met bijzondere aandacht voor de onafhankelijkheid en het functioneren van de rechterlijke macht, het algemene kader voor uitoefening van de fundamentele vrijheden (vereniging, meningsuiting en godsdienst), verdere aanpassing van de verhouding tussen burgers en strijdkrachten aan de Europese gebruiken, de toestand in het zuidoosten en de culturele rechten. Turkije dient de hervormingen volledig en doeltreffend uit te voeren, zodat de Turkse burgers mensenrechten en fundamentele vrijheden kunnen genieten volgens Europese normen.

Voorts dient Turkije vastberaden steun te verlenen aan pogingen om tot een integrale oplossing van de kwestie-Cyprus te komen.

Turkije heeft het functioneren van de markteconomie aanzienlijk verbeterd, hoewel er op enkele punten nog geen sprake is van macro-economisch evenwicht. Verdere belangrijke stappen op de weg naar macro-economische stabiliteit en structurele hervormingen zullen ook een gunstig effect hebben op de Turkse capaciteit om het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie.

De economische stabiliteit en voorspelbaarheid zijn toegenomen door een verdere afname van de inflatiedruk, hoewel deze nog steeds hoog is, en door modernisering van de marktregels en marktorganisaties in Turkije. Mede door de positieve effecten van aangenomen en geleidelijk ingevoerde structurele hervormingen heeft het land de Irakese crisis doorstaan zonder grote economische tegenslagen. De onafhankelijke regelgevende en toezichthoudende instanties hebben hierbij een cruciale rol gespeeld. Het toezicht op de financiële sector is versterkt en de basis is gelegd voor een moderne wetgeving inzake directe buitenlandse investeringen. De doorzichtigheid en doelmatigheid van het beheer van de overheidsfinanciën zijn verbeterd.

Het huidige hervormingsproces dient voortgezet te worden. Begrotingsdiscipline en een op stabiliteit gericht economisch beleid zijn de hoekstenen voor versterking van het vertrouwen in de markt en voor een duurzaam beheer van de overheidsfinanciën. Voor een evenwichtige en gezonde economie is het noodzakelijk dat de inflatiebestrijding doorgaat. De herstructurering van het bankwezen is nog niet voldoende gevorderd, en het proces van aanpassing van de toezichts- en zorgvuldigheidsnormen aan internationale normen dient voltooid te worden. De privatisering van staatsbanken en -ondernemingen alsmede de deregulering van de markt dienen versneld te worden, en structurele storende invloeden dienen aangepakt te worden. Voldoende overheids- en particuliere investeringen in productieve toepassingen en bijzondere aandacht voor het onderwijs zijn van belang voor het vergroten van de concurrentiekracht en het groeipotentieel van de economie. De toestroming van directe buitenlandse investeringen dient aangemoedigd te worden door de resterende belemmeringen weg te nemen.

Op de meeste gebieden zijn vorderingen geboekt bij de aanpassing aan het acquis in Turkije, maar voor vele hoofdstukken is deze nog in een pril stadium. Het verst gevorderd is men bij de hoofdstukken met betrekking tot de douane-unie tussen de EG en Turkije, maar ook op dit terrein voldoet Turkije niet volledig aan de verplichtingen. Ook is de aanpassing verder gevorderd op gebieden waar men al andere internationale verplichtingen heeft soortgelijk aan die van het acquis. Op alle gebieden moet verder gewerkt worden aan de wetgeving; Turkije dient zich te concentreren op een stelselmatiger uitvoering van het nationale programma voor overneming van het acquis op alle hoofdstukken. Ook mag nieuwe wetgeving niet afwijken van het acquis.

Op het gebied van het vrije verkeer van goederen heeft Turkije vorderingen gemaakt, vooral bij de sectorspecifieke wetgeving, maar er moet nog heel wat gedaan worden aan zowel de aanpassing aan het acquis als de uitvoering van de nieuwe en oude wetten inzake productveiligheid en productspecificaties, zowel van industriële producten als bewerkte voedselproducten, inclusief voedselveiligheid. Er zijn slechts beperkte vorderingen gemaakt bij het instellen van regelingen en organisaties voor overeenstemmings beoordeling en marktbewaking, en het systeem van wettelijke metrologie dient versterkt te worden. Door wijziging van de wetten op het gebied van de overheidsaanbestedingen heeft Turkije een stap terug gedaan bij het voldoen aan het acquis. Op korte termijn dient Turkije te streven naar goedkeuring van instrumenten om technische belemmeringen voor de handel weg te nemen. Er moet nog veel werk verzet worden om een correcte uitvoering van het acquis en nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit het besluit betreffende de douane-unie, dat per 31 december 2000 van toepassing is, te kunnen waarborgen.

Wat het vrije verkeer van personen betreft zijn er in de verslagperiode enige vorderingen geboekt, vooral op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, maar de aanpassing van Turkije aan het acquis is nog steeds beperkt. Wat het vrije verkeer van diensten betreft heeft Turkije enige vorderingen gemaakt met betrekking tot het bankwezen, evenals de investeringsdienstverlening en de effectenmarkten. Op het gebied van de professionele dienstverlening zijn beperkte vorderingen gemaakt. Bij het verzekeringswezen moet veel werk verzet worden om de wetgeving te harmoniseren met het acquis en om de bestuurlijke capaciteit te versterken. De inspanningen om wetgeving aan te nemen betreffende de gegevensbescherming dienen voortgezet te worden, en er moeten meer op het acquis afgestemde wetten komen inzake diensten betreffende de informatiemaatschappij. Bij het vrije verkeer van kapitaal vordert de aanpassing aan het acquis, met name wat betreft de liberalisering van het kapitaalverkeer, maar er is nog meer werk te doen.

Ondanks de in voorgaande jaren genomen maatregelen is de aanpassing aan het acquis op het gebied van het vennootschapsrecht, inclusief het intellectueel en industrieel eigendom, nog steeds beperkt. Maatregelen op het gebied van zowel wetgeving als wetshandhaving zijn nodig om piraterij en inbreuken op intellectuele en industriële eigendomsrechten aan te kunnen pakken. Bij het mededingingsbeleid moet gewerkt worden aan versterking van de voorzieningen voor toezicht op de staatssteun en aan de oprichting van een toezichtsorgaan voor de staatssteun.

Wat de landbouw betreft zijn enige vorderingen gemaakt op diergeneeskundig en fytosanitair gebied, vooral bij de bestrijding van dierziekten, de identificatie en registratie van rundvee en schadelijke organismen in aardappelen. Er moet nog veel gedaan worden aan vergroting van de bestuurlijke capaciteit en modernisering van de controle- en inspectiesystemen, en aan modernisering van voedingsmiddelenbedrijven, voordat in deze sectoren geheel voldaan wordt aan de eisen. Er dient een strategie voor plattelandsontwikkeling te komen. Op het gebied van de visserij zijn beperkte vorderingen geboekt, maar er zijn enige voorbereidende werkzaamheden afgerond, met name op het gebied van inspectie en controle. De aanpassing aan het acquis van belangrijke wetten en de institutionele hervormingen liggen echter nog voor ons.

Bij het vervoer zijn weinig vorderingen gemaakt. In bepaalde sectoren, met name het wegvervoer en de veiligheid op zee, houdt het bereikte niveau van aanpassing verband met de omzetting van verscheidene internationale verdragen. Er moet veel gedaan worden op het gebied van de veiligheid in de scheepvaart en het vervoer over de weg en per spoor. Er zijn beperkte vorderingen geboekt bij de belastingen, op het gebied van zowel wetgeving als bestuurlijke capaciteit. Wat de wetgeving betreft zijn nog verdere aanpassingen nodig wat de BTW betreft, waarbij aandacht moet worden besteed aan de omvang van de ontheffingen en de toepassing van gereduceerde tarieven. Wat de accijnzen betreft zijn de heffingen nog steeds lager dan de EU-minima, al is er bij alcohol en tabak sprake van enige toenadering. Ook dient Turkije het duty-suspension movement regime uit te voeren.

Turkije heeft enige vorderingen gemaakt op alle gebieden van de statistiek, maar er moet nog meer gedaan worden om aan de belangrijkste eisen van de aanpassing te voldoen. De huidige wetgeving dient in overeenstemming met het acquis gebracht te worden ter invoering van de fundamentele beginselen van onpartijdigheid en betrouwbaarheid van gegevens, doorzichtigheid van statistieken en vertrouwelijkheid van persoonsgegevens. Op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid heeft Turkije enige vorderingen gemaakt. De bestuurlijke capaciteit is versterkt, en er zijn maatregelen genomen om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen op het gebied van de arbeidswetgeving en het werkgelegenheidsbeleid. Er moet verder gewerkt worden aan de maatschappelijke dialoog en de arbeidsomstandigheden. Wat energie betreft is aanzienlijke vooruitgang geboekt door het aannemen van diverse bepalingen ter uitvoering van de kaderwetten inzake de elektriciteits- en gasmarkt. Ook bij de aanpassing aan het acquis op het gebied van energiebesparing en duurzame energie zijn vorderingen geboekt. Op alle onderdelen van de energievoorziening moet nog meer werk verzet worden om volledige aanpassing te waarborgen.

Wat het industriebeleid betreft heeft Turkije vorderingen gemaakt op het gebied van hervorming van de openbare sector, evenals bij het aannemen van een nieuwe wet op de directe buitenlandse investeringen. Er moet nog verder gewerkt worden aan de herstructurering van de staatsbedrijven. Herstructurering van de staalindustrie heeft nog steeds hoge prioriteit. Turkije heeft enige vorderingen gemaakt bij het beleid inzake het midden- en kleinbedrijf. De invoering van vereenvoudigde procedures voor het inschrijven en vestigen van een nieuw bedrijf is een positieve ontwikkeling. Turkije is gezegend met vele centra voor technologieontwikkeling. De volledige associatie van Turkije met het zesde kaderprogramma wijst op een positieve houding tegenover wetenschap en onderzoek, al is de Turkse deelname aan EU-programma's nog maar net begonnen. Turkije dient meer te investeren in wetenschap en onderzoek. Er zijn enige vorderingen geboekt op het gebied van onderwijs en scholing. Turkije dient zich meer in te spannen om de voorbereidingen voor deelname aan de drie EG-programma's te voltooien, en ervoor te zorgen dat er maatregelen worden uitgevoerd.

Ondanks enige vorderingen is de aanpassing van de wetgeving aan het telecommunicatie-acquis nog onvoldoende en zijn verdere inspanningen noodzakelijk, met name op het gebied van universele dienstverlening, nummertoekenning, huurlijnen en gegevens bescherming. De uitvoering en handhaving van de huidige wetgeving dient verbeterd te worden. Er is een aanzienlijke inspanning nodig op het gebied van liberalisering van de markt voor postdiensten. Turkije heeft vorderingen gemaakt bij de wetgeving inzake cultuur en mediabeleid, met name door het toelaten van uitzendingen in andere talen dan het Turks. Er moet echter nog hard gewerkt worden aan verdere aanpassing aan het acquis, en Turkije wordt aangemoedigd uitvoeringsmaatregelen te nemen betreffende uitzendingen in andere talen.

Op het gebied van het regionaal beleid zijn enige vorderingen geboekt sinds het vorige periodieke verslag, maar er moet nog hard gewerkt worden aan de uitvoering van regionaal beleid op centraal en regionaal niveau. Er dienen de nodige organisaties opgericht te worden, welke dienen te worden voorzien van voldoende personele en financiële middelen. Wat het milieu betreft heeft Turkije op een aantal gebieden beperkte vorderingen gemaakt, en op de meeste gebieden is het algemene niveau van aanpassing aan het acquis nog steeds laag. Er moet harder gewerkt worden aan zowel de wetgeving als de tenuitvoerlegging in alle aspecten van het milieubeleid.

Bij de aanpassing aan het acquis op het gebied van consumentenbescherming en volksgezondheid zijn vorderingen gemaakt, met name door de goedkeuring van een kaderwet. Er dient echter een doeltreffend regiem voor toezicht op de veiligheid ingesteld te worden, en er moeten voldoende middelen beschikbaar gesteld worden om een hoog niveau van bescherming van de consument te waarborgen. Bij het aannemen van initiële strategieën voor de aanpassing aan het acquis op het gebied van justitie en binnenlandse zaken heeft Turkije belangrijke vorderingen geboekt. De samenwerking op vele terreinen is verbeterd, zoals de strijd tegen illegale grensoverschrijding en de georganiseerde misdaad. Turkije dient een begin te maken met de uitvoering van de reeds goedgekeurde strategieën en intensiever te werken aan de aanpassing van het wettelijke en institutionele kader. Turkije dient onderhandelingen met de EU aan te gaan betreffende een hertoelatingsovereenkomst.

Bij het hoofdstuk douane-unie dienen de volgende onafgedane zaken prioriteit te krijgen: de wetgeving inzake de douaneaspecten van controle; nagemaakte en illegaal gekopieerde artikelen; culturele goederen; en niet-douanewetgeving betrekking hebbend op de toepassing van douanebepalingen op vrije zones en douaneprocedures met economische effecten. De bestuurlijke capaciteit is verbeterd, maar Turkije dient door te gaan met de versterking van de onderlinge samenwerking tussen instellingen, de controles na in- of uitklaring en de grenscontroles, teneinde tot een bevredigende uitvoering en handhaving van de aangepaste wetgeving te komen.

Turkije heeft zeer beperkte vorderingen geboekt bij de buitenlandse betrekkingen, waar nog steeds voldaan moet worden aan reeds lang bestaande verplichtingen, met name op het gebied van het stelsel van algemene preferenties. In het kader van bilaterale overeenkomsten dient Turkije zich te blijven inspannen voor het afsluiten van vrijhandelsakkoorden met partners waarmee de EU soortgelijke regelingen heeft. Op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands beleid en veiligheidsbeleid is het Turkse beleid in grote lijnen gelijk gebleven aan dat van de EU. Turkije dient ervoor te zorgen dat het nationale beleid en de uitvoering daarvan overeenstemmen met de gezamenlijke opstelling van de EU, en dat alle sancties en beperkende maatregelen naar behoren kunnen worden uitgevoerd.

Door de vertraging bij de goedkeuring van de wet op het beheer van en de controle op de overheidsfinanciën, zijn weinig vorderingen gemaakt op het gebied van de financiële controle. Turkije dient deze wet aan te nemen en zich te concentreren op verbetering van de doorzichtigheid van de begroting en de boekhoudkundige normen en op uitvoering van de nieuwe codestructuur van de begroting.

De tenuitvoerlegging is in vele opzichten zwak. Op verscheidene terreinen dient de bestuurlijke capaciteit versterkt te worden teneinde te waarborgen dat het acquis doeltreffend uitgevoerd en gehandhaafd wordt. In sommige gevallen dient de bestuurlijke hervorming de oprichting van nieuwe organen in te houden, bijvoorbeeld op het gebied van staatssteun en regionale ontwikkeling. Indien nieuwe regelgevende organen opgericht worden, dient de autonomie daarvan gewaarborgd te worden en dienen zij te worden voorzien van voldoende personeel en financiële middelen.


29.

Bijlage 3: Mensenrechtenverdragen die door de aspirant-lidstaten zijn geratificeerd


(per eind oktober 2003)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1 Nog geen kennisgeving aan de Raad van Europa.


30.

Bijlage 4: Jumelageprojecten en collegiale toetsing


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


31.

Collegiale toetsingen uitgevoerd door het bureau TAIEX van de Europese Commissie, oktober 2002 - september 2003


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Noten:

32.

1 Risicoanalyse en kritische controlepunten; markttoezicht, metrologie


33.

2 Financiële dienstverlening


3 Rundveedatabase, melkquota, diergeneeskundige klinieken, wijn, diervoeding, dierlijk welzijn, zoönosen, classificatie van rundveekarkassen, betalingsinstanties, handelsmechanismen (niet alle onderwerpen in alle landen)

34.

4 Vervoer over zee, over de weg en per spoor


35.

5 Besmettelijke ziekten


36.

6 Postdiensten


37.

7 Voorkoming en bestrijding van industriële vervuiling, natuurbescherming, waterkwaliteit


8 Justitie en binnenlandse zaken, waaronder thema's als: uitvoering van het Actieplan van Schengen en externe grenzen, rechterlijke macht, asiel, drugs, visumbeleid, witwassen, bestrijding van economische en financiële misdaad, fraude en corruptie, politiesamenwerking, vervalsing van de euro


Collegiale toetsing door TAIEX: aantal malen dat een deskundige is ingezet per lidstaat

LidstaatTotaal aantal malen dat een deskundige is
ingezet

//

Oostenrijk // 22

België // 20

Denemarken // 47

Finland // 31

Frankrijk // 48

Duitsland // 47

Griekenland // 7

Ierland // 30

Italië // 19

Luxemburg // 4

Nederland // 45

Portugal // 18

Spanje // 18

Zweden // 25

Verenigd Koninkrijk // 71

//

Totaal // 452

N.B.: De cijfers hebben betrekking op het totaal aantal inzetten, niet het totaal aantal deskundigen.

38.

Bijlage 5 - Status van de onderhandelingen


(per 31 oktober 2003)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

39.

Bijlage 6 - Belangrijkste statistische indicatoren (2002)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bronnen: Eurostat uit nationale bronnen.

2001

1999

Dit cijfer is een benadering op basis van KKS berekend voor de EU15; de KKS is in dit stadium nog niet bekend voor de EU25.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bronnen: Eurostat uit nationale bronnen.

2001

2000

1999