Toelichting bij SEC(2004)489 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 3/2004

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52004SC0489

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 3/2004 /* SEC/2004/0489 def. */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nr. 3/2004


2.

1. Maandelijkse ontwikkeling van de te vergoeden uitgaven


De onderstaande tabellen geven de maandelijkse ontwikkeling van de te vergoeden uitgaven ten opzichte van het uitgavenprofiel aan. De cijfers zijn gebaseerd op de uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 2003 tot en met 31 januari 2004.

3.

1.1. Subrubriek 1a: Beleidsterreinen 05 (landbouw), 11 (visserij) en 17 (gezondheidszorg en consumentenbescherming)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>


4.

1.2. Subrubriek 1b: Beleidsterrein 05 (landbouw) - Plattelandsontwikkeling (artikel 05 04 01)


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5.

2. Besteding van de kredieten (voorlopige cijfers)


De besteding van de kredieten (voorlopige cijfers) voor de eerste drie maanden van het begrotingsjaar 2004 is aangegeven in de volgende tabel:


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

6.

3. Toelichting


7.

3.1. Besteding van de kredieten voor maart 2004


Per einde maart 2004 (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 2003 tot en met 31 januari 2004) is van de kredieten van rubriek 1 van de begroting 27 545,6 miljoen euro besteed, dat is 61,5% van die kredieten. De uitgaven liggen

- voor subrubriek 1a 66,0 miljoen euro boven de indicator, en

- voor subrubriek 1b 283,8 miljoen euro onder de indicator.

8.

3.2. Monetaire factoren


Dollarpariteit van de euro

De bovenvermelde uitgaven zijn inclusief de gevolgen van de schommelingen van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Voor een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, met name die voor granen en suiker, en voor bepaalde vormen van interne steun, zoals die voor katoen, is het uitgavenpeil afhankelijk van de ontwikkeling van de dollarkoers.

Overeenkomstig de verordening van de Raad over de begrotingsdiscipline (Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000) is de nota van wijzigingen bij de landbouwbegroting 2004 opgesteld op basis van de gemiddelde dollarpariteit van de euro voor juli, augustus en september 2003, dat wil zeggen EUR 1 = $ 1,12. In de periode van 1 augustus 2003 tot en met 31 januari 2004 bedroeg de koers van de euro ten opzichte van de dollar gemiddeld 1 euro = 1,18 $, waarmee hij dus hoger was dan de koers die voor de opstelling van de begroting 2004 is gebruikt.

9.

3.3. Marktfactoren


Subrubriek 1a

Het bestedingstempo voor subrubriek 1a ligt bij dierlijke producten boven en bij plantaardige producten onder de indicator. De onderbesteding voor plantaardige producten is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de begrotingsartikelen suiker, granen, tabak en overige plantaardige producten/maatregelen. Bij dierlijke producten zijn de begrotingsartikelen rundvlees en schapenvlees verantwoordelijk voor de overbesteding. Over een en ander dienen de volgende opmerkingen te worden gemaakt:

Artikel 05 02 01: Marktmaatregelen voor granenVerschil: -51 miljoen euro
(-9,4%)

10.

// (uitgaven: 171 miljoen euro)


(indicator: 222 miljoen euro)

De belangrijkste reden voor de onderbesteding is dat het niveau van de door de lidstaten aangegeven steunbetalingen voor zetmeel lager lag dan de indicator. Dit is toe te schrijven aan het feit dat de productierestitutie voor zetmeel vanwege de gunstige marktvoorwaarden op nul is vastgesteld. Indien deze situatie blijft duren, is het mogelijk dat tegen het einde van het begrotingsjaar sprake zal zijn van een onderbesteding van de begrotingskredieten voor deze regeling.

Artikel 05 02 03: Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassenVerschil: +95 miljoen euro
(+0,6%)

11.

// (uitgaven: 16 803 miljoen euro)


(indicator: 16 708 miljoen euro)

De oorzaak van de overbesteding is dat de rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen in een sneller tempo zijn verricht dan op basis van de indicator was verwacht. De lidstaten hebben sinds 31 januari 2004 (uiterste datum voor de betaling van deze steun) reeds 98,5% van de totale voor deze regeling vereiste steun uitbetaald; dit totale steunbedrag is geraamd op basis van de mededelingen die de lidstaten op 15 september 2003 aan de Commissie hebben verstuurd.

Artikel 05 02 05: SuikerVerschil: -236 miljoen euro
(-13,8%)

12.

// (uitgaven: 474 miljoen euro)


(indicator: 710 miljoen euro)

De oorzaak van de onderbesteding is dat op dit moment minder suiker met restitutie is uitgevoerd dan op basis van de indicator was verwacht, nl. niet meer dan 66% van de verwachte hoeveelheid.

Artikel 05 02 08: Groenten en fruitVerschil: 43 miljoen euro
(+2,7%)

13.

// (uitgaven: 589 miljoen euro)


(indicator: 546 miljoen euro)

De oorzaak van de overbesteding is dat de communautaire steun ten voordele van de actiefondsen van de telersverenigingen in een sneller tempo is verleend dan op basis van de indicator voor deze periode was verwacht. Indien deze situatie blijft duren, is het mogelijk dat tegen het einde van het begrotingsjaar sprake zal zijn van een overbesteding van de begrotingskredieten voor deze regeling.

Artikel 05 02 10: TabakVerschil: -37 miljoen euro
(-3,9%)

14.

// (uitgaven: 523 miljoen euro)


(indicator: 560 miljoen euro)

De oorzaak van de onderbesteding is dat de betalingen voor de premies voor tabak in een trager tempo zijn verricht dan op basis van de indicator voor deze periode was verwacht.

Artikel 05 02 11: Overige plantaardige producten/overige
maatregelenVerschil: -33 miljoen euro
(-4,2%)

15.

// (uitgaven: 253 miljoen euro)


(indicator: 286 miljoen euro)

De oorzaak van de onderbesteding is dat de tenuitvoerlegging van de POSEI-programma's trager verloopt dan op basis van de indicator was verwacht.

Artikel 05 03 01: Melk en zuivelproductenVerschil: -125 miljoen euro
(-4,4%)

16.

// (uitgaven: 760 miljoen euro)


(indicator: 885 miljoen euro)

De oorzaken van de onderbesteding zijn:

- de vertraging in de uitvoer van gecondenseerde melk, waardoor minder aan uitvoerrestituties is betaald, en

- de betaling door Italiƫ - overeenkomstig Beschikking 2003/530/EG van de Raad van 16 juli 2003 - van de eerste jaartranche van zijn openstaande schuld met betrekking tot de extra melkheffing. Deze betaling leidt tot een vermindering van de uitgaven voor de andere maatregelen in de zuivelsector en heeft bijgevolg een invloed op de uitvoering van het gehele begrotingsartikel.

Artikel 05 03 02: RundvleesVerschil: +255 miljoen euro
(+3,2%)

17.

// (uitgaven: 3 193 miljoen euro)


(indicator: 2 938 miljoen euro)

In verband met de zomerdroogte in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1621/2003 van 16 september 2003 toestemming gegeven om het voorschot op bepaalde rundvleespremies voor 2003 reeds te betalen in het begrotingsjaar 2003 in plaats van in het begrotingsjaar 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het bovengenoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe begrotingsjaar sneller zijn blijven betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

Artikel 05 03 03: Schapen- en geitenvleesVerschil: +246 miljoen euro
(+16,1%)

18.

// (uitgaven: 1 219 miljoen euro)


(indicator: 973 miljoen euro)

In verband met de zomerdroogte in sommige lidstaten heeft de Commissie die lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1621/2003 van 16 september 2003 toestemming gegeven om de ooien- en geitenpremie voor 2003 reeds in 2003 te betalen in plaats van in 2004. Uit de overbesteding in vergelijking met de indicator voor het bovengenoemde artikel van de begroting 2004 blijkt dat de betrokken lidstaten die premies aan het begin van het nieuwe begrotingsjaar sneller zijn blijven betalen. Op dit moment wordt verwacht dat deze overbesteding van tijdelijke aard zal zijn.

19.

4. Conclusies


Besteding van de kredieten in de periode tot en met 31 maart 2004

Blijkens de in de periode tot en met maart 2004 te vergoeden uitgaven (uitgaven van de lidstaten in de periode van 16 oktober 2003 tot en met 31 januari 2004) is voor subrubriek 1a sprake van een overbesteding. Deze overbesteding is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de begrotingsartikelen 05 03 02 en 05 03 03 en zal, naar men op dit moment verwacht, van tijdelijke aard zijn. De onderbesteding voor subrubriek 1b geeft op dit moment geen aanleiding tot opmerkingen.