Toelichting bij COM(2004)533 - Activiteiten van de EU op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling Jaarverslag 2003

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 2.8.2004

COM(2004) 533 definitief

.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Activiteiten van de Europese Unie op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling
Jaarverslag 2003

{SEC(2004) 1023}.

Dit verslag heeft in principe betrekking op de periode van januari 2002 tot maart 2003.

2002 was het laatste jaar dat het Vijfde Kaderprogramma voor O&O (“KP5”) werd geïmplementeerd. In dat jaar werden ook de onderhandelingen voor het Zesde Kaderprogramma voor onderzoek (EG en Euratom) (“KP6”), de specifieke programma's ter uitvoering ervan en de desbetreffende regels inzake deelneming en verspreiding succesvol en tijdig afgerond. Dit was het resultaat van de zeer goede samenwerking en de consensus tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Het is belangrijk er nota van te nemen dat geen gebruik is gemaakt van de bemiddelingsprocedure voor de in het kader van de medebeslissingsprocedure vastgestelde besluiten van het KP van de EG en de desbetreffende regels inzake deelneming en verspreiding. Eigenlijk werden deze regels, die voor het eerst volgens de medebeslissingsprocedure dienden te worden vastgesteld, reeds in eerste lezing goedgekeurd.

Dit heeft de tijdige start van de uitvoering van het kaderprogramma in belangrijke mate vergemakkelijkt. Eind 2002 heeft de Commissie de werkprogramma’s betreffende de specifieke programma’s vastgesteld en de eerste uitnodigingen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd.

Eveneens een novum in termen van gebruikmaking ervan was het door de Commissie krachtens artikel 169 van het EG-Verdrag ingediende voorstel. Dit artikel staat de Gemeenschap toe deel te nemen aan gezamenlijk door verschillende lidstaten opgezette onderzoeksprogramma’s en deel te nemen aan de voor de uitvoering van die programma’s tot stand gebrachte structuren. In de loop van 2002 werd een aantal potentiële onderwerpen vastgesteld. In de context van KP6 werd door de Commissie één formeel voorstel op grond van artikel 169 in verband met armoedegerelateerde ziekten (AIDS, malaria, tuberculose) in de Derde Wereld ingediend. Het werd door het Europees Parlement en de Raad snel aangenomen in het kader van de medebeslissingsprocedure. Ook hier was er duidelijk brede overeenstemming onder de drie Europese instellingen. Deze eerste praktische toepassing ooit van artikel 169 vormt een van de belangrijke nieuwigheden van KP6 die rechtstreekse invloed heeft op de verwezenlijking van de Europese Onderzoeksruimte.

Een interessant nieuw punt was het onderzoek van de belangrijkste trends van het nationale O&O-beleid in Europa. Het bracht de gemeenschappelijk gerichtheid op bepaalde prioriteiten aan het licht en bevestigde dat het instellen van de Europese Onderzoeksruimte nodig is wil Europa fragmentering van zijn onderzoeksinspannningen voorkomen.

Bovenop deze zeer welkome ontwikkelingen op het gebied van het Zesde Kaderprogramma werden belangrijke inspanningen geleverd voor het creëren van de Europese Onderzoeksruimte. De staats- en regeringsleiders kwamen tijdens de Europese Raad van Barcelona overeen om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling te verhogen van 1,9% van het bruto binnenlands product in 2000 tot 3% in 2010. De Commissie heeft een debat gestart over de kwesties die moeten worden aangepakt en de beleidsmaatregelen die vereist zijn om de doelstelling van Barcelona te bereiken.

Vooruitzichten

De implementatie van het Zesde Kaderprogramma ligt op schema. Het grote aantal reacties van de onderzoeksgemeenschap op de eerste uitnodigingen tot het indienen van voorstellen heeft de belangrijke rol van het kaderprogramma bij de bevordering van de Europese onderzoeksinspanningen aangetoond.

Voorts geeft de actieve bekrachtiging door de lidstaten van het Actieplan betreffende de “3%”-doelstelling een nieuwe impuls aan de inspanningen om de doelstelling te bereiken van een stijging van de O&O-uitgaven in Europa tegen 2010. Samen met de open coördinatiemethode zullen deze hierbij effectieve instrumenten blijken te zijn.

Aanvullende informatiebronnen

Meer details zijn opgenomen in het werkdocument van de Commissie waarvan dit verslag vergezeld gaat. Voor nadere informatie zijn de volgende documenten publiek beschikbaar:

- Jaarlijkse monitoringverslagen: worden elk jaar gepubliceerd voor het kaderprogramma en voor ieder specifiek programma en geven een beknopt, onafhankelijk overzicht van de voortgang en de kwaliteit van de maatregelen die zijn genomen voor de tenuitvoerlegging van de programma's.

- Vijfjarige evaluatieverslagen: worden om de vier jaar gepubliceerd voor het kaderprogramma en voor de specifieke programma's en geven een onafhankelijke evaluatie achteraf van de relevantie, doelmatigheid, resultaten en effecten van de OTO-programma's van de Europese Unie gedurende de voorgaande vijf jaar.

- Het Europees rapport over indicatoren voor wetenschap en technologie: beschrijvingen, statistieken en gedetailleerde analyses van Europese en nationale OTO-activiteiten in de mondiale context.

- Onderzoek en ontwikkeling: jaarstatistieken (Eurostat): een jaarlijkse publicatie met vergelijkbare internationale statistieken over O&O-budgetten, O&O-uitgaven, O&O-personeel en -octrooien in de lidstaten, opgesplitst per regio.

- O&O- en innovatiestatistieken betreffende de kandidaat-lidstaten en de Russische Federatie (Eurostat).

- Statistieken over wetenschap en technologie in Europa, gepubliceerd als onderdeel van de collectie “Panorama van de Europese Unie” (Eurostat).

- Statistics in Focus onder het thema “Science and technology” (Eurostat).

- De jaarlijkse begrotingsdocumenten van de Commissie: voorontwerp van begroting, begroting, geconsolideerde jaarrekening en balans.

- In verband met de communautaire OTO-programma's gepubliceerde studies en analyses die gaan over kwesties die specifiek zijn voor de OTO-gebieden die daarin worden behandeld.

De meeste van deze documenten kunnen worden verkregen of besteld op de internetsites van de Commissie:

- De algemene EUROPA-site van de Commissie: europa.eu.int/

- De CORDIS-site met informatie over het OTO-kaderprogramma: www.cordis.lu/">www.cordis.lu/">www.cordis.luwww.cordis.lu/">

- De site van het Directoraat-generaal Onderzoek van de Commissie:
europa.eu.int/comm/research

- De site van het Directoraat-generaal Informatiemaatschappij van de Commissie:
europa.eu.int/information_society/index_en

- De site van het Directoraat-generaal Ondernemingen van de Commissie: europa.eu.int/comm/dgs/enterprise/

- De site van het Directoraat-generaal Energie en Vervoer van de Commissie europa.eu.int/comm/dgs/energy_transport/index

- De site van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO): www.jrc.cec.eu.int/">www.jrc.cec.eu.int/">www.jrc.cec.eu.int/www.jrc.cec.eu.int/">

- De site van EUROSTAT: europa.eu.int/comm/eurostat.

U vindt op deze sites, overeenkomstig het beleid van de Commissie inzake transparantie en informatie, uitgebreide informatie over het beleid van de Europese Unie, waaronder - op de aan het OTO-kaderprogramma gewijde CORDIS-site, op de sites van het Directoraat-generaal Onderzoek en van de andere relevante Commissiedepartementen - alle referentiedocumenten, de tekst van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en een massa andere informatie.

NL NL