Toelichting bij COM(2004)543 - Versterkt partnerschap voor de ultraperifere regio’s : balans en vooruitzichten (COM(2004) 343 Mededeling van de Commissie van 26 mei 2004)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 6.8.2004

COM(2004) 543 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

over een versterkt partnerschap voor de ultraperifere regio’s : balans en vooruitzichten (COM(2004) 343 Mededeling van de Commissie van 26 mei 2004)

{SEC(2004) 1030}

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

over een versterkt partnerschap voor de ultraperifere regio’s : balans en vooruitzichten (COM(2004) 343 Mededeling van de Commissie van 26 mei 2004)

De Europese Raad van Sevilla heeft de Commissie verzocht een verslag voor te leggen waarin een integrale en coherente aanpak van de bijzondere kenmerken van de situatie in de ultraperifere regio’s wordt beschreven en de middelen worden aangereikt om, door een verdiepte toepassing van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag daarop in te spelen.

De Commissie heeft op dit verzoek gereageerd en op 26 mei 20041 een mededeling aangenomen over een versterkt partnerschap voor de ultraperifere regio’s. De Commissie heeft bij die gelegenheid toegezegd in een verslag een gedetailleerde balans voor te leggen, met een evaluatie van de sinds 2000 met betrekking tot de ultraperifere regio's genomen maatregelen, overeenkomend met het laatste samenvattingsverslag van de Commissie over dit onderwerp. Met het in bijlage bij deze mededeling als document van de diensten van de Commissie gevoegd verslag wordt deze toezegging vervuld. Dit verslag bestaat uit twee delen, de balans en de vooruitzichten.

De balans bevat en analyseert de recente gegevens betreffende de sociaal-economische ontwikkeling in de ultraperifere regio's, en geeft zo de vooruitgang weer die in deze regio's is geboekt alsook de uitdagingen waaraan zij nog het hoofd moeten bieden. Ook wordt de werking beschreven van de structuurinstrumenten en van de verschillende communautaire beleidslijnen die sinds drie jaar een belangrijke rol gespeeld hebben. Dit deel is onderverdeeld in hoofdstukken die telkens betrekking hebben op een communautair beleidsterrein: regionaal beleid en cohesie, mededinging, landbouw, visserij, bedrijven, vervoer, onderzoek, informatiemaatschappij, belastingen en douane, milieu, internationale handel en justitie en binnenlandse zaken.

In het gedeelte over de vooruitzichten wordt de strategie gevolgd die op 26 mei 2004 door de Commissie is aangenomen, en worden de drie door de Commissie gekozen actieprioriteiten geïllustreerd. Er zij op gewezen dat dit deel geen enkele nieuwe maatregel ten opzichte van de mededeling van 26 mei 2004 bevat.

De drie actieprioriteiten die werden gekozen zijn :

Vermindering van de nadelen wat toegankelijkheid betreft en compensatie van andere beperkingen waarmee ultraperifere regio’s te kampen hebben.

Verbetering van de algemene voorwaarden voor het concurrentievermogen van hun economie, met name in de zin van de strategie van Lissabon en Göteborg.

Integratie in de regionale zone: uitbreiding van het natuurlijke sociaal-economische en culturele invloedsgebied van de ultraperifere regio's, waarbij de obstakels die de mogelijkheden van uitwisseling met het geografische milieu van deze regio’s beperken, verkleind worden.

De strategie voor de ontwikkeling van de ultraperifere regio’s past in het kader van de hervorming van het cohesiebeleid voor de programmeringsperiode 2007-20132. Bovendien bevat zij aanbevelingen voor de tenuitvoerlegging van andere communautaire beleidsmaatregelen in deze regio’s.

Aangezien het verslag een gedetailleerde balans bevat van de met betrekking tot de ultraperifere regio’s genomen maatregelen en de inhoud van de door de Commissie vastgestelde strategie illustreert, is het een onontbeerlijke aanvulling van de mededeling van de Commissie van 26 mei 2004, waarmee volledig tegemoet is gekomen aan het verzoek van de Europese Raad van Sevilla.

1COM(2004) 343 def. van 26.5.2004.

2COM(2004) 492, 493, 494 en 495 def. van 14.7.2004.

NL NL