Toelichting bij COM(2004)574 - In antwoord op de opmerkingen en aanbevelingen van het panel op hoog niveau van onafhankelijke deskundigen met betrekking tot de evaluatie van de doeltreffendheid van de nieuwe instrumenten van het zesde kaderprogramma

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52004DC0574

Mededeling van de Commissie in antwoord op de opmerkingen en aanbevelingen van het panel op hoog niveau van onafhankelijke deskundigen met betrekking tot de evaluatie van de doeltreffendheid van de nieuwe instrumenten van het zesde kaderprogramma {SEC(2004) 1057} /* COM/2004/0574 def. */


Brussel, 27.8.2004


COM(2004) 574 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE


in antwoord op de opmerkingen en aanbevelingen van het panel op hoog niveau van onafhankelijke deskundigen met betrekking tot de evaluatie van de doeltreffendheid van de nieuwe instrumenten van het zesde kaderprogramma{SEC(2004) 1057}


CONTEXT


Overeenkomstig het besluit van de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het zesde kaderprogramma en overeenkomstig het specifiek programma 'Integratie', is in oktober 2003 een deskundigenpanel op hoog niveau samengesteld om de doeltreffendheid van de nieuwe instrumenten van het zesde kaderprogramma te beoordelen;


Dit panel is belast met de tussentijdse beoordeling van het effect van de nieuwe instrumenten en de bijdrage ervan tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het kaderprogramma, met name wat betreft:


- de toegevoegde waarde van het communautaire onderzoek ten opzichte van de nationale initiatieven;


- de kritische massa;


- de integratie van de onderzoeksmiddelen;


- de vereenvoudiging van het beheer.


In deze context heeft het panel op 1 juli 2004 officieel zijn rapport bij de Commissie ingediend. Dit rapport bevat, naast een 'executive summary', een inleiding en een overzicht van de verzamelde informatie en van de belangrijkste signalen die door de gemeenschap van gebruikers van het zesde kaderprogramma zijn gegeven, alsmede conclusies en aanbevelingen die zowel betrekking hebben op de resterende periode voor de tenuitvoerlegging van het zesde kaderprogramma als op de vooruitzichten voor de opstelling van het zevende kaderprogramma.


STANDPUNT VAN DE COMMISSIE OVER DE WERKZAAMHEDEN VAN HET PANEL EN BESTAANDE VERPLICHTINGEN


De Commissie is tevreden over de goede kwaliteit van het ingediende rapport, dat gebaseerd is een grondige denkmethode en een uitgebreide raadpleging van de wetenschappelijke gemeenschap. De Commissie benadrukt overigens dat de meeste conclusies van het panel grotendeels overeenstemmen met haar eigen vaststellingen, die - zoals blijkt uit het bijgevoegde document van de Commissiediensten - geleid hebben tot de vaststelling van corrigerende maatregelen om de tenuitvoerlegging van het zesde kaderprogramma soepeler en gebruiksvriendelijker te maken. Deze corrigerende maatregelen zullen nog worden versterkt tijdens de resterende looptijd van het zesde kaderprogramma. Maatregelen die een wijziging van het bestaande rechtskader vergen (besluit van de Raad tot vaststelling van het kaderprogramma, specifieke programma's, regels voor deelname, besluit van de Commissie tot goedkeuring van het modelcontract), kunnen echter pas in overweging worden genomen bij de opstelling van het zevende kaderprogramma en de juridische uitvoeringsbepalingen daarvan.


STANDPUNT VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLINGEN IN HET RAPPORT VAN HET PANEL


De eerste belangrijke vaststelling van het panel stemt de Commissie tot tevredenheid. Ze bevestigt namelijk de analyses die de Commissie tijdens de opstelling van het zesde kaderprogramma heeft uitgevoerd: de doelstellingen van de nieuwe instrumenten zijn waardevol, vooral wat de verwachte bijdrage ervan tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte betreft, en de opzet van de instrumenten is aangepast aan deze doelstellingen.


De Commissie stemt ook volledig in met de conclusie van het panel dat er binnen de wetenschappelijke gemeenschap een duidelijke behoefte aan continuïteit van de ter beschikking gestelde instrumenten bestaat. Dit geldt evenzeer voor de instandhouding van de zogenaamde 'traditionele' instrumenten, en dan vooral voor de specifieke projecten voor gericht onderzoek en andere coördinatieacties, als voor de voortzetting van de 'nieuwe instrumenten' zoals geïntegreerde projecten en topnetwerken in het zevende kaderprogramma.


Dit stemt trouwens helemaal overeen met de richtsnoeren die de Commissie heeft vastgesteld in haar mededeling van 16 juni 2004 'Wetenschap en technologie, sleutels tot de toekomst van Europa - Richtsnoeren voor het beleid ter ondersteuning van het onderzoek in de Unie' i.


De derde belangrijke vaststelling van het panel heeft betrekking op de tenuitvoerlegging van denieuwe instrumenten in diverse fasen: van het indienen van een voorstel tot het sluiten van een contract. De Commissie beseft dat de tenuitvoerlegging van de nieuwe instrumenten op bepaalde punten nog moet worden verbeterd en heeft met het oog daarop al een aantal 'corrigerende maatregelen' vastgesteld en toegepast. Sommige van deze corrigerende maatregelen zullen trouwens nog worden versterkt tijdens de tenuitvoerlegging van het zesde kaderprogramma. De Commissie kan echter niet alle stellingnames in het rapport onderschrijven, met name wat betreft de vrijheid van de deelnemers om zelf hun doelstellingen en instrumenten te kiezen of bepaalde verklaringen van deelnemers betreffende de kwaliteit van de procedure voor de beoordeling van de voorstellen.


De Commissie herinnert er ook aan dat deze exercitie moet worden gezien in het kader van de voorbereiding van het zevende kaderprogramma. Zij wijst in dit opzicht ook op de verbintenis die zij is aangegaan in haar mededeling van 16 juni 2004 'Wetenschap en technologie, sleutels tot de toekomst van Europa - Richtsnoeren voor het beleid ter ondersteuning van het onderzoek in de Unie': "De financiële en administratieve bepalingen moeten worden herzien en vereenvoudigd in het licht van de ervaring met de huidige praktijken. Een proces in die zin zal worden begonnen, waarbij de gebruikers van de programma's en de nationale onderzoeksstructuren worden betrokken. De financiële regels zullen worden heronderzocht en er zullen voorstellen worden ingediend bij de Raad en het Europees Parlement in het kader van de voorstellen voor besluiten van de Commissie betreffende het volgende kaderprogramma en de regels voor de deelname eraan".


De Commissie gaat ook na op welke wijze de verplichtingen die de deelnemers uit hoofde van de financieringsmechanismen moeten naleven, verder kunnen worden versoepelt, zonder dat dit ten koste gaat van de noodzakelijke transparantie bij het gebruik van overheidsmiddelen.


Het bijgevoegde document bevat, voor elke aanbeveling met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de instrumenten, een gedetailleerde analyse van de situatie, het standpunt van de Commissie en eventueel de corrigerende maatregelen die al zijn vastgesteld, die zijn gepland of - wanneer ze een wijziging van het bestaande rechtskader vergen - die zijn voorgesteld in de context van het zevende kaderprogramma.