Toelichting bij COM(2005)486 - Uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar van personen met een handicap 2003 (Ingediend door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13 van Besluit 2001/903/EG)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

1.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN


Brussel, 13.10.2005

COM(2005) 486 definitief


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling
van het Europees Jaar van personen met een handicap 2003
(Ingediend door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 13 van Besluit 2001/903/EG van de Raad)

{SEC(2005) 1252}

INHOUDSOPGAVE

2.

Uitvoering en belangrijkste acties op EU-niveau 3


Uitvoering en belangrijkste acties op nationaal niveau 8

Belangrijkste resultaten van de EJPH-campagne 10

Annex 1: Background 12

Annex 2: Financial issues 14

Annex 3: Detailed breakdown of expenditure commitments in 2002 and 2003 (Budget Line 04 04 05 ex B5 806) 15

Annex 4: Overall assessment and long-term policy outlook 16

Annex 5: External evaluation of the EYPD Campaign 17


Uitvoering en belangrijkste acties op EU-niveau

Bij de vaststelling van de prioriteiten voor de campagne van het Europees Jaar van personen met een handicap (EJPH) en de uitvoering daarvan op EU-niveau zijn alle belanghebbenden betrokken. Dat vereiste een goede coördinatie tussen het EU-niveau en de nationale niveaus. Een aantal sleutelpartners moest daarbij worden betrokken, met name het Europees Gehandicaptenforum – de niet-gouvernementele koepelorganisatie die personen met een handicap op Europees niveau vertegenwoordigt. Als integrerend onderdeel van de aanpak van het Jaar door de Commissie en als fundamenteel beginsel op het gebied van de gehandicaptenproblematiek moesten de personen met een handicap en hun vertegenwoordigers worden betrokken bij alle sleutelaspecten van het opzetten en het uitvoeren van de EJPH-campagne.

Aangezien de impuls voor de organisatie van een Europees Jaar van personen met een handicap vooral van de personen met een handicap zelf is uitgegaan, heeft de Commissie na het nodige lobbywerk door het Europees Gehandicaptenforum haar relaties met dit forum in 2002 versterkt en deze en andere organisaties uitgebreid geraadpleegd tijdens de voorbereiding van het Jaar en de uitvoering daarvan in 2003. Dit zorgde ervoor dat rekening werd gehouden met de mening van de personen met een handicap en dat hun eigen vertegenwoordigers de belangrijkste uit te dragen boodschappen zelf konden opstellen. De Commissie wilde de EJPH-campagne ook aangrijpen voor het bevorderen van haar aanpak van de gehandicaptenproblematiek en het onderstrepen van de beleidskwesties waarmee zij zich op EU-niveau bezighield. De flexibiliteit van de voor het EJPH gekozen aanpak en het gevoel van betrokkenheid dat door de gedecentraliseerde aanpak werd gecreëerd, zorgden ervoor dat alle organisaties tijdens de campagne hun standpunt naar voren konden brengen, ook al waren zij het niet altijd met elkaar eens.

Als kader voor de uitvoering en de ontwikkeling van het EJPH heeft de Commissie in samenwerking met haar partnerorganisaties (met name het Europees Gehandicaptenforum) een specifieke promotie- en voorlichtingscampagne gelanceerd. Het hoofddoel van deze campagne was het EJPH een duidelijke identiteit te geven, zowel visueel als in termen van een boodschap die niet alleen de EU-aard van het initiatief maar ook de op nationaal, regionaal en lokaal niveau ondernomen acties moest versterken. De campagne werd beheerd door de pr-consultants Ogilvy.

Het kernconcept van de campagne was de ondersteuning van een één jaar durende mars van personen met een handicap door Europa. Dit was gebaseerd op het idee dat, aangezien gehandicaptenrechten mensenrechten zijn, de personen met een handicap zelf op de voorgrond van een campagne voor verandering moesten worden geplaatst. Door het vermijden van een traditionele promotiecampagne die van buiten af wordt gevoerd, heeft de Commissie getracht de personen met een handicap warm te maken voor het concept van het EJPH. Zij heeft er daarom voor gezorgd dat de personen met een handicap direct bij de promotie betrokken werden en zij heeft hun inzet voor en deelname aan de campagne aangemoedigd. De slogan “Stap in en doe mee!” werd voor de campagne ontwikkeld om de participatieve aard van het EJPH te benadrukken. Ter ondersteuning van de campagne reed een speciale campagnebus in 2003 van land naar land. De bus benadrukte de Europese aard van de campagne door alle nationale campagnes en boodschappen samen te brengen en te onderstrepen dat de gehandicaptenproblematiek een kwestie is die de gehele EU aanbelangt, ondanks de specifieke inherente verschillen tussen de deelnemende landen. In 2003 was de campagnebus aanwezig op 211 evenementen in 181 steden of gemeenten in 16 landen en legde hij 45 000 km af.

Het voor de campagne gekozen logo was duidelijk herkenbaar en identificeerbaar. Het was op een aantal internetsites beschikbaar in de huidige 20 communautaire talen, plus die van Bulgarije, Roemenië en Turkije. Volgens de campagneregels werden alle organisaties en individuele personen die bij de EJPH-campagne betrokken wilden worden, aangemoedigd om het logo te gebruiken.

Ter ondersteuning van de gehele EJPH-campagne en als hulpmiddel voor de organisaties en individuele personen die aan het EJPH wilden deelnemen, werd een EU-wijde website opgezet. Deze website (www.eypd2003.org/">www.eypd2003.org) was volledig interactief en gemakkelijk toegankelijk1, en alle sleutelaspecten en functies waren in alle communautaire talen beschikbaar. In tegenstelling tot vorige campagnes voor Europese jaren maakte de website het mogelijk dat pagina’s werden gecreëerd door derden die bekendheid wilden geven aan hun acties en evenementen, documenten wilden oploaden en contacten wilden leggen. Dit stelde degenen die normaliter niet de nodige faciliteiten hebben in staat om tijdens de duur van het EJPH op internet aanwezig te zijn. Naast basisinformatie over het EJPH bevatte de website ook links naar de officiële EJPH-sites in de deelnemende landen en een dagboek- en fotosectie, die dagelijks werd bijgewerkt met nieuws over de EJPH-mars en -bus.

De Commissie heeft ook twee oproepen tot het indienen van voorstellen op EU-niveau gepubliceerd. De eerste oproep had betrekking op het voeren van voorlichtingscampagnes op EU-niveau ter ondersteuning van de hoofdcampagne van het EJPH en was gericht op specifieke populaties binnen de algemene doelgroep van de campagne. Een voorbeeld hiervan was een door de Europese Vereniging voor Doven opgezette innovatieve campagne2, waarbij een specifieke website voor het EJPH werd opgezet met informatie in de belangrijkste gebarentalen van de deelnemende landen. De tweede oproep had betrekking op transnationale projecten. In het kader daarvan heeft de Commissie een klein aantal grote projecten financieel gesteund om begunstigden uit een aantal lidstaten in staat te stellen gezamenlijk een project ter ondersteuning van de doelstellingen van het EJPH op te zetten.

Een andere door de Commissie op EU-niveau uitgevoerde belangrijke actie ter ondersteuning van het EJPH was het Corporate Participation Programme (programma ter bevordering van de deelname van bedrijven). Met de steun van de pr-consultant, Ogilvy, had dit programma ten doel grote bedrijven bij de EJPH-campagne te betrekken door hen deel te laten nemen aan een uniek project en door hen aan te moedigen bij te dragen tot de bewustmaking van het belang van en de verwerving van steun voor het EJPH, en specifieke acties uit te voeren. Deze acties werden aangemoedigd om de reeds bestaande positieve aanpak van de gehandicaptenproblematiek te versterken en om op sociaal verantwoordelijke wijze om te gaan met personen met een handicap door het bevorderen van hun arbeids- en opleidingsmogelijkheden, het ontwikkelen van “design-for-all”-producten en -diensten, het verbeteren van de toegankelijkheid, enz.

Hoewel de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de EJPH-campagne en de acties op EU-niveau bij directoraat-generaal Werkgelegenheid en sociale zaken van de Commissie lag, was het mogelijk een beroep te doen op de medewerking van alle diensten die met de gehandicaptenproblematiek te maken hadden en kon ervoor worden gezorgd dat het EJPH als bijzondere prioriteit voor actie in 2003 werd aangemerkt. Dat was met name het resultaat van het engagement van diverse commissarissen en directoraten-generaal om bij te dragen aan de doelstellingen van het EJPH en de wens om de mainstreaming van de gehandicaptenproblematiek in het algemeen te ondersteunen. Voorbeelden omvatten de verhoging van de financiering van specifieke projecten in het kader van de verschillende actieprogramma’s op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugdzaken en cultuur; de goedkeuring door de Commissie van een herziene gedragscode inzake werkgelegenheid voor gehandicapten (C(2003)4362); acties op het gebied van de relaties met de toenmalige kandidaat-lidstaten, waarbij bijzondere aandacht werd besteed aan de gehandicaptenproblematiek; en een aantal acties op het gebied van het beleid inzake de informatiemaatschappij, waaronder een specifieke conferentie over e-toegankelijkheid3. Dit laatste thema werd uit het oogpunt van het technisch onderzoek ook behandeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de EG. Een groot gedeelte van dit werk werd met succes gecoördineerd door een interdepartementale groep inzake gehandicaptenkwesties, waardoor werd gezorgd voor een optimale complementariteit tussen de verschillende beleidsterreinen van de Gemeenschap.

Om de sleutelboodschappen te benadrukken en het engagement van de EU aan te tonen hebben veel belangrijke Europese evenementen en conferenties de EJPH-campagne ook gebruikt als sleutelonderdeel door uitsluitend te focussen op de gehandicaptenproblematiek of door bepaalde gehandicaptenkwesties in een breder programma op te nemen. Tijdens de Europese mobiliteitsweek4 in 2003 werd bijvoorbeeld bijzondere aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor personen met een handicap. Ook EU-agentschappen werden bij het EJPH betrokken en voerden specifieke acties ter ondersteuning van de doelstellingen van het Jaar5. Een aantal EU-instellingen heeft ook een specifieke bijdrage aan het EJPH geleverd via acties (zoals nieuw toegankelijke websites of onderzoeken naar de toegankelijkheid van hun gebouwen) of via specifieke evenementen. Daartoe behoorden het in de gebouwen van het Europees Parlement en met steun van het Europees Gehandicaptenforum en de Commissie georganiseerde Europees Parlement van personen met een handicap6, een door het Comité van de Regio’s georganiseerde conferentie over de regionale dimensie van het gehandicaptenbeleid7 en een door het Europees Economisch en Sociaal Comité georganiseerd evenement8 over de integratie van personen met een handicap in de Europese samenleving en de arbeidswereld. Andere Europese organisaties hebben ook een eigen bijdrage aan het EJPH geleverd via specifieke acties en evenementen. Het Europees Agentschap voor de ontwikkeling van het bijzonder onderwijs (EADSNE) heeft met steun van DG EAC in het Europees Parlement een hoorzitting voor jongeren met bijzondere onderwijsbehoeften georganiseerd. Jongeren uit 22 landen hadden daarbij de gelegenheid om uiting te geven aan hun gevoelens, ideeën en wensen met betrekking tot hun onderwijs en hun toekomst. Naar aanleiding van de hoorzitting werd een tentoonstelling van voorlichtingsmateriaal gehouden en werd informatie verstrekt door speciaal daartoe uitgenodigde vertegenwoordigers van EG-projecten in het kader van Leonardo, Jeugd, Minerva en Grundtvig, alsook door vertegenwoordigers van het EASDNE en de UNESCO. Europe 21 organiseerde een evenement over maatschappelijk verantwoord ondernemen en de gehandicaptenproblematiek9 en tijdens een door de Europese normalisatieorganisaties georganiseerde conferentie werd nagegaan hoe hun werkzaamheden kunnen bijdragen aan de verbetering van de toegankelijkheid voor allen101112. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de honderden specifieke acties en evenementen die op EU-niveau hebben plaatsgevonden.

Om veel van deze verschillende activiteiten te coördineren en met name om de acties op EU-niveau te coördineren met de specifieke EJPH-activiteiten en -campagnes op nationaal niveau heeft de Commissie reeds begin januari 2002 een raadgevend comité opgericht. Dit comité bleef functioneren tot eind 2004. Het had tot taak de voorbereiding van maatregelen en de financiële steun voor het EJPH te coördineren, toezicht te houden op de promotie- en informatiecampagne voor het EJPH en de sleutelboodschappen in verband met de gehandicaptenproblematiek te ontwikkelen. Het was samengesteld uit vertegenwoordigers van de deelnemende landen, waarnemers van de toenmalige kandidaat-lidstaten, vertegenwoordigers van het Europees Gehandicaptenforum13 en andere betrokken partners, zoals de European Association of Service Providers for People with Disabilities (Europese vereniging van dienstverleners voor personen met een handicap)14. De sociale partners werd verzocht deel uit te maken van dit comité, maar zij gingen niet op het verzoek in.

Het comité nam belangrijke beslissingen over de toekenning van globale subsidies aan de deelnemende landen ter ondersteuning van de medefinanciering van EJPH-projecten en -acties. Het keurde sleutelelementen van de campagne goed zoals de keuze van het logo (dat voor de eerste keer in een EU-campagne werd gekozen via een opiniepeiling op internet) en de promotieartikelen, en het stelde een reeks gemeenschappelijke criteria vast voor de selectie van de mede te financieren projecten om ervoor te zorgen dat rekening werd gehouden met de in het besluit van de Raad vastgestelde hoofddoelstellingen voor het EJPH. Met deze aanpak werd ook getracht te zorgen voor een billijke behandeling van degenen die in de deelnemende landen een medefinancieringsaanvraag hadden ingediend. De leden van het comité vervulden ook een liaisonfunctie tussen de uitvoering van het EJPH op EU-niveau en de uitvoering op nationaal niveau, met name door het coördineren van hun werkzaamheden met die van de nationale coördinatieorganen. Het comité werkte ook nauw samen met de twee EU-voorzitterschappen (Italië en Griekenland) in 2003 en zorgde er aldus voor dat de EJPH-campagne in het kader van de acties van de voorzitterschappen een duidelijk politiek profiel kreeg.

Het comité speelde een sleutelrol bij het welslagen van het EJPH. De besluiten over alle belangrijke kwesties werden hoofdzakelijk bij consensus genomen en het comité profiteerde daarbij van de ervaring en het engagement van allen die aan zijn werkzaamheden deelnamen. Dat vereiste een grote inzet en betrokkenheid van alle leden in het gehele voorbereidings-, uitvoerings- en follow-up-proces van het EJPH.

Uitvoering en belangrijkste acties op nationaal niveau

Op nationaal niveau moesten de deelnemende landen een nationaal coördinatieorgaan oprichten. Overeenkomstig het besluit van de Raad tot vaststelling van het EJPH was dit orgaan verantwoordelijk voor de ontwikkeling van nationale strategieën/prioriteiten voor het EJPH en de uitoefening van toezicht op de implementatie van de globale subsidie. Het nationale coördinatieorgaan moest er verder voor zorgen dat personen met een handicap aan de besluitvormingsprocessen deelnamen en het was ook belast met het beheer van de oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de verlening van financiële steun aan specifieke acties ter ondersteuning van het EJPH. In 2002 speelden de nationale coördinatieorganen een belangrijke rol bij de uitvoering van voorbereidende acties, de bewustmaking van het belang van de doelstellingen van het EJPH en, in de meeste gevallen, de organisatie van het nationale evenement ter lancering van het EJPH in 2003. In de meeste deelnemende landen was het coördinatieorgaan gelieerd aan of ondergebracht in een nationaal ministerie. In alle landen maakten vertegenwoordigers van de personen met een handicap deel uit van deze organen, zoals voorgeschreven in het besluit van de Raad.

Het werk van deze nationale organen was van essentieel belang voor het welslagen van de EJPH-campagne en de verruiming van de werkingssfeer met het oog op de aanpassing van het EJPH aan de nationale context en de specifieke situatie van personen met een handicap. De structuur van de nationale coördinatieorganen varieerde sterk van land tot land. Sommige landen kozen voor de oprichting van vrij grote organen met vertegenwoordigers van verscheidene belangengroepen. Andere landen legden de nadruk op de inbreng van een aantal sleutelpersonen met specifieke ervaring op het gebied van de gehandicaptenproblematiek. De nationale organen kregen vaak steun van regionale en lokale groepen die speciaal waren opgericht om aan de EJPH-campagne deel te nemen, voor een maximale bewustmaking op lokaal niveau te zorgen en de gehandicaptenorganisaties er met name toe te bewegen een actieve rol in het EJPH te spelen.

De externe evaluatie van het EJPH bevestigt het enorme engagement van de medewerkers in de nationale coördinatieorganen, van wie velen onbezoldigd hebben gewerkt, en hun vitale bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Jaar op een niveau dat zo dicht mogelijk bij de burger stond. Velen moesten met beperkte middelen werken en grote aantallen aanvragen om deel te nemen aan de campagne verwerken. Een aantal deelnemende landen richtte speciale lokale comités op om de projecten en activiteiten tijdens het gehele jaar te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de belangrijkste gehandicaptenorganisaties bij de uitvoering daarvan werden betrokken. De meeste in de coördinatieorganen geraadpleegde personen waren van mening dat de persoonlijke betrokkenheid van de personen met een handicap het pad effende voor een grotere samenwerking tussen de gehandicaptenorganisaties en de regeringen. Bovendien namen veel landen organisaties van plaatselijke overheden en vertegenwoordigers van de sociale partners op nationaal niveau in de coördinatieorganen op. Als afspiegeling van de situatie op EU-niveau werd in sommige landen de deelname van bedrijven op nationaal niveau aangemoedigd. In andere landen namen vertegenwoordigers van artistieke verenigingen en vrijwilligersorganisaties aan de werkzaamheden van de nationale coördinatieorganen deel en in nog andere landen maakten ook politieke partijen daarvan deel uit.

In alle deelnemende landen werden oproepen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd om initiatiefnemers aan te moedigen een medefinancieringsaanvraag in te dienen voor de ondersteuning van specifieke acties en maatregelen in lijn met de verschillende doelstellingen van het EJPH. Ook hier verschilde de aanpak van land tot land. Sommige landen gaven de voorkeur aan grote projecten, vaak op nationale of regionale schaal, om specifieke resultaten te boeken. Andere landen richtten zich daarentegen op kleinere plaatselijke projecten, waardoor een groter aantal organisaties in staat werd gesteld aan het EJPH deel te nemen. In de meeste landen werden duizenden projectaanvragen ontvangen en aan bijna 800 projecten werd financiële steun van de EU in het kader van het EJPH toegekend. Veel landen verleenden echter bijkomende financiële steun ter ondersteuning van aanvullende projecten. Uit de externe evaluatie bleek dat in veel landen projecten die niet uit EU- en nationale bronnen konden worden gefinancierd, toch financiële middelen uit andere bronnen hebben ontvangen. Bovendien kon de beschikbare financiële steun door projectfinanciering uit andere acties en programma’s van de EU worden vergroot. Op die manier kon door de gedecentraliseerde aanpak voor een enorme steun voor het EJPH worden gezorgd en kon het gevoel van betrokkenheid bij de campagne worden vergroot. Voor de Commissie creëerde deze aanpak specifieke coördinatieproblemen, aangezien zij zich aan de specifieke aanpak in elk deelnemend land moest aanpassen. De gedecentraliseerde aanpak maakte het opzetten van transnationale projecten ook zeer moeilijk, aangezien rekening moest worden gehouden met de verschillende financieringsregelingen en prioriteiten in elk land. De vertegenwoordigers van de coördinatieorganen gaven echter te kennen dat zij in hoge mate tevreden waren met de opzet en de gedecentraliseerde structuur van het EJPH en met de coördinatie door de Commissie.

Een andere taak van de meeste nationale coördinatieorganen was het helpen plannen van de route van de EJPH-bus, die elk deelnemend land aandeed. De route werd door veel coördinatieorganen zo uitgetekend dat de bus aanwezig kon zijn op specifieke evenementen of acties van het EJPH. Door deze evenementen werden duizenden toeschouwers en deelnemers bereikt. De bus zorgde bovendien voor speciale belangstelling in de media en zo werden bijvoorbeeld duizenden krantenartikelen en televisiebijdragen aan de EJPH-bus gewijd. De Commissie wierf in elk land ook specifieke campagneondersteuners aan, die volledig verantwoordelijk waren voor de bus en zijn route, zolang hij op hun grondgebied aanwezig was. De meeste campagneondersteuners werden aangewezen door het Europees Gehandicaptenforum. De pr-consultant van de Commissie organiseerde specifieke opleidingen om hen in staat te stellen zoveel mogelijk te profiteren van de aanwezigheid van de bus. Ter ondersteuning van de promotie van de campagne zetten de meeste deelnemende landen ook speciale nationale websites op met links naar de hoofdwebsite van het EJPH en met specifieke informatie voor een nationaal publiek. Bovendien richtte de Commissie in de lidstaten een medianetwerk op met een groep van deskundigen, die de media-activiteiten van het nationale coördinatieorgaan ondersteunde en de EJPH-campagne promootte.

Uit de externe evaluatie van het EJPH blijkt dat de keuze voor een gedecentraliseerde aanpak de doeltreffendheid en de resultaten van de campagne vergrootte en het algemene effect van het Jaar op nationaal niveau versterkte. Tegelijkertijd werd de algemene EU-dimensie van het Jaar gehandhaafd door de gemeenschappelijke criteria voor de selectie van voorstellen, het logo en de slogan van de EJPH-campagne en de EJPH-bus. Zoals hieronder aangegeven kon door de nationale aandachtspunten van de campagne ook het financiële effect van het Jaar worden gemaximaliseerd, zodat duizenden organisaties in staat werden gesteld om deel te nemen aan en een specifieke bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het EJPH.


Belangrijkste resultaten van de EJPH-campagne

Een van de belangrijkste uitdagingen van de EJPH-campagne was de bevordering van een beter begrip en een betere acceptatie van de gehandicaptenproblematiek. Bij de opiniepeiling over het EJPH, die in september 2003 namens de Commissie werd uitgevoerd15, werden de EU-burgers gevraagd naar hun mening over de gehandicaptenproblematiek in de context van het EJPH. Uit de peiling bleek dat een derde van de EU-bevolking op de hoogte was van het EJPH en het doel daarvan. Gezien de aard van deze campagne, het aantal internationale evenementen dat in 2003 de aandacht van het publiek heeft getrokken en de beschikbaarheid van middelen op Europees en nationaal niveau om de campagne uit te voeren, kan dit als een zeer positief resultaat worden beschouwd.

De reis van de campagnebus door de EU was een sleutelelement dat de Europese aard van de EJPH-campagne heeft benadrukt. Dankzij de reis konden de personen met een handicap en hun organisaties hun acties promoten en belichten en op aanzienlijke mediabelangstelling rekenen, zoals bijvoorbeeld bleek uit het grote aantal artikelen in de pers waarin sprake was van de bus. Dankzij de bus konden ook veel kleinere steden en gemeenten in de deelnemende landen worden bereikt en kon de boodschap van het EJPH worden uitgedragen onder een publiek dat niet vaak direct bij dergelijke Europese campagnes betrokken wordt.

In termen van mediavolume liet de namens de Commissie uitgevoerde analyse, waarbij speciaal werd gekeken naar de gedrukte media en internet, zien dat de EU-wijde verslaggeving over gehandicaptenkwesties verdrievoudigd of zelfs meer dan vertienvoudigd was. De verslaggeving over gehandicaptenkwesties in de lidstaten nam gemiddeld met 600% toe, waarbij de EJPH-campagne in meer dan de helft van de artikelen speciaal werd vermeld. De EJPH-website bleek ook een succes te zijn. Hij was een belangrijke vector in de campagne: in bijna 40 percent van de mediaverslaggeving werd gebruik gemaakt van materiaal, logo’s of beelden van de site en in meer dan de helft van de artikelen en bijdragen werd naar de site verwezen of werd het adres daarvan aangegeven. Deze situatie deed zich ook op nationaal niveau voor, waarbij met name werd verwezen naar de nationale EJPH-websites. Ook andere gegevens over de officiële EJPH-site bevestigen het succes daarvan: gemiddeld meer dan 2 000 unieke bezoeken per dag en meer dan een half miljoen unieke bezoeken in 2003.

Het Corporate Participation Programme kan ook als een positief resultaat van het EJPH worden beschouwd. Veel deelnemende bedrijven zijn als gevolg van het programma een gehandicaptenbeleid op de lange termijn gaan voeren of hebben hun beleid terzake versterkt. In dit verband heeft een aantal aan het programma deelnemende bedrijven besloten om hun samenwerking op dit gebied via een netwerk op Europees niveau voort te zetten.

Op nationaal niveau kan de gedecentraliseerde aanpak van het EJPH, waarbij nationale prioriteiten voor het EJPH worden vastgesteld en ervoor wordt gezorgd dat de personen met een handicap tijdens de gehele campagne bij de uitvoering daarvan betrokken worden, worden beschouwd als een belangrijk resultaat en als één van de hoofdfactoren van het succes van deze campagne. De samenwerking en raadpleging zal goeddeels blijven bestaan, aangezien veel al langer bestaande of in 2003 opgerichte organen hebben besloten hun werkzaamheden ook na 2003 voort te zetten. De door de deelnemende landen verstrekte gegevens over de projecten die tijdens het EJPH financieel werden gesteund met EU-middelen, nationale middelen, een combinatie van beide, of middelen uit andere financieringsbronnen, hebben bijzonder positieve resultaten laten zien. In sommige landen zal een aantal projecten ook na 2003 financiële steun blijven ontvangen. De gedecentraliseerde aanpak van de financiering, waartoe door de Commissie in samenwerking met de deelnemende landen is besloten, heeft duidelijk een bijzonder sterk hefboomeffect in de campagne gehad.

Gezien de gedecentraliseerde aanpak van het EJPH en de bestaande verantwoordelijkheden voor de uitvoering van acties en maatregelen op nationaal, regionaal en lokaal niveau is het niet mogelijk de concrete resultaten van deze campagne op te sommen of te beschrijven. In de deelnemende landen en daarbuiten zijn duizenden resultaten geboekt. Zij nemen verschillende vormen aan:

- nieuwe partnerschappen tussen publieke, particuliere en niet-gouvernementele organisaties;

- door mainstreaming-organen en -organisaties aangegane verbintenissen om de rechten, de participatie en de integratie van personen met een handicap op een groot aantal terreinen te bevorderen (werkgelegenheid, opleiding, onderwijs, cultuur, sport, politiek, enz.)

- acties ter bevordering van een beter bewustzijn en een beter begrip van de gehandicaptenproblematiek;

- maatregelen ter verbetering van de fysieke toegankelijkheid van de bebouwde omgeving, waaronder transportsystemen;

- maatregelen ter verbetering van de toegang tot en ter bestrijding van de uitsluiting uit de informatiemaatschappij en ter bevordering van een betere e-toegankelijkheid;

- nieuwe nationale wetgeving ter bescherming van de rechten van de personen met een handicap en ter bevordering van non-discriminatie;

- regelmatige verslaglegging over gehandicaptenkwesties op verschillende niveaus;

- ontwikkeling van maatregelen om de gezinnen van personen met een handicap beter te ondersteunen.

In dit opzicht heeft het EJPH zijn doelstellingen bereikt, namelijk grotere bewustmaking, uitwisseling en verspreiding van goede praktijken en versterking van de samenwerking tussen de verschillende belanghebbenden.

Annex 1: Background

2003 was designated the European Year of People with Disabilities (EYPD) by the European Union16, with the aim of raising awareness about the rights of the EU’s disabled citizens to participate fully and equally within society. The EYPD was also about laying the foundation for action over the longer term and providing a new political impetus across Europe to achieve equality of rights for people with disabilities.

All of the then 15 EU Member States formally participated in the EYPD, together with Norway, Iceland and, latterly, Liechtenstein (hereinafter “the participating countries”), and its overall implementation in the EU Member States and the EEA countries was the responsibility of the European Commission. Although no formal requests to participate were received from the then candidate countries for EU accession, many of these countries and other states beyond, such as Switzerland, Turkey, Romania and Bulgaria, developed campaigns and undertook a wide range of activities and actions in support of the EYPD.

In contrast to previous European Years, the Commission proposed that much of the responsibility for the implementation of the EYPD should be decentralised to the level of the participating countries. To this end, each country was required to appoint and set up a national coordinating body, composed of a representative range of organisations representing people with disabilities and other relevant stakeholders. Much of the EU funding made available to support the actions and activities undertaken in the EYPD was awarded directly to national authorities to be spent in cooperation with the national coordinating body.

Although the main target audience of the EYPD campaign was the public at large, from the outset the Commission was committed to ensuring that 2003 should be a year of and not for people with disabilities. In all the key decisions and actions carried out during the EYPD, the involvement of people with disabilities themselves, at all levels, was of crucial importance. The Commission therefore ensured that representatives of people with disabilities at European level were involved in the development of priorities for the EYPD, the actions to be supported and the main messages for the campaign. At national level, the participating countries had to ensure that representatives of people with disabilities were part of the national coordinating body, and in particular that preference was given to organisations representing or defending the rights of people with disabilities when awarding co-funding. One of the aims of the EYPD campaign was to ensure that people with disabilities realised that 2003 was their year, during which they could become involved so as to guarantee that the issues of most interest to them were high on the political agenda.

The EYPD budget at EU level was initially agreed at €12 million. However, following a budgetary amendment adopted by the European Parliament in December 2002, a further €780 000 was added to the EU budget allocated for this action. Together with the contribution from the EEA countries, the final budget for the EYPD was almost €12.977 million.

At EU level, the Commission established an advisory committee (the “Disability Advisory Committee”), composed of official representatives of the participating countries, representatives of European disability organisations and other organisations concerned. The social partners at EU level were also invited to sit on this committee. At EU level, the Commission also contracted and managed an EU-wide promotional campaign, which sought to create an overall identity for the Year, to mobilise all key stakeholders and to support the campaigns developed at national level.

At national level, in line with the specific priorities they adopted, the national coordinating bodies had responsibility for using EU co-funding to promote the aims of the EYPD and to support projects at local, regional, national and transnational level. Additionally, the Commission awarded funding to participating countries to organise launch events at the start of 2003, and additionally to the two countries holding the EU Presidency in 2003 (Greece and Italy) for the EYPD opening and closing events and a conference on the media and disability.

Overall, it can be considered that the EYPD was successful. The campaign was able to mobilise large numbers of organisations and individuals across Europe in support of the aims of the EYPD and it acted as a catalyst for, or in support of, a number of major actions and policy measures. These served to create a vast amount of general awareness about the rights of the EU’s disabled citizens and increase the visibility of issues related to disability. This was reflected especially in the media coverage of disability issues in general and the EYPD campaign in particular, through the written press and through television and radio coverage. Moreover, the global grants awarded to each participating country to support projects had a particularly important leverage effect, generating huge interest in undertaking actions during 2003 and creating a ‘snowball’ effect as envisaged in the original Commission proposal.

Annex 2: Financial issues

As stated above, an amount of almost € 13 million was made available from the Community budget to support actions and activities for the EYPD. Almost two thirds of this amount was passed directly to the participating countries in the form of the global grants awarded to each country to co-finance projects and actions at national, regional and local level, or to support the national launch events, opening and closing events (organised by the EU Presidency countries) and one thematic conference. In accordance with the Council Decision, this funding was awarded to the designated authority in each participating country – a public-law body nominated by the state to take responsibility for managing the funds awarded. In most countries, the designated authority was the ministry with the main policymaking responsibility for disability issues.

In accordance with the Council Decision, all Community funds awarded as global grants and for national launch events could be used to finance up to 50 percent of the eligible costs of actions. Community funds awarded for the opening and closing events and thematic conference did not represent more than 80 percent of the total eligible costs. In order to manage the Community funds awarded as global grants, a funding agreement was signed between the Commission and each designated authority, setting out the measures to be implemented, the criteria for choosing beneficiaries, the conditions and rates of assistance, and the arrangements for monitoring, evaluating and controlling the use of the global grant.

Generally, Community co-funding for projects in the participating countries was significantly less than 50 percent. In fact, the average across the 17 participating countries was around 20 percent. The other main sources of funding at national level were the national, regional and local authorities. In some of the participating countries, the designated authority required project beneficiaries to supply the additional funding either from their own resources or from other sources, such as sponsoring.

From figures supplied to the external EYPD evaluators17 it appears that for every 1 euro from the Community budget 4.5 euros were invested at national level in specific EYPD projects. Given the very large number of projects submitted in many of the participating countries, it is clear that limiting the EU financing rate to a maximum of 50 percent was a positive and effective approach in this particular instance.

At EU level, the Commission took responsibility for managing all the calls for tenders and calls for proposals for actions at EU level (with the exception of the Presidency and Media conferences). The overall commitment rate achieved for all actions supported from the Community budget was 98 percent (see annex 1).

Annex 3: Detailed breakdown of expenditure commitments in 2002 and 2003
(Budget Line 04 04 05 ex B5 806)

DescriptionAmount

(in €1000)
Total EU contribution to co-financed projects and actions in the participating countries8,299
Global grants6,686
National Launch events685
Opening ceremony300
Media and Disability Conference228
Closing ceremony400
Total EU contributions to co-financed projects at EU level1,144
NGO information campaigns337
Transnational Projects582
Parliament of Disabled Persons225
Total EU contributions to promotional activities2,403
EU Information and Promotional Campaign2,400
EDDP Postcards3
Total EU spend on evaluation and study activities809
Evaluation of the European Year194
Eurobarometer survey165
Study on situation of disabled people in institutions450
GRAND TOTAL12,655


Annex 4: Overall assessment and
long-term policy outlook

Through the EYPD campaign, the Commission wanted not just to draw attention to all the barriers that persons with disabilities face, but also to identify new ways of overcoming barriers, as well as new methods and approaches to do so. As part of its follow-up to the EYPD and in order to ensure the production of sustainable results beyond 2003, the Commission adopted the Communication on the policy follow-up to the EYPD – ‘Equal opportunities for people with disabilities: A European Action Plan’18. In particular, the Communication puts forward an Action Plan for the Commission with a time horizon of 2010.

The objective of the Action Plan is to provide a reference point and a framework for mainstreaming of disability rights and issues into relevant Community policies and for developing practical measures in crucial areas to enhance the integration of people with disabilities. In this respect, the Commission has made a specific commitment to ensuring that the impetus created by the EYPD will continue well beyond 2003, and has delivered its own considerable contribution to ensuring the longer-term policy effects of many of the key objectives of the EYPD. Building on the contributions of a large number of Commission departments during 2003, supported by the Commission’s Disability Inter-service Group, the work to integrate a mainstreamed approach on disability issues across Community action and to enable people with disabilities to participate equally in Community programmes and initiatives will continue. Moreover, the momentum created since 2003 has certainly contributed to raise awareness on disability issues in the scientific community and is triggering high quality research proposals.

The EYPD campaign has also succeeded in underscoring the European dimension of disability issues (through the very strong EU identity of the campaign, the march and bus route through all the participating countries). Across the whole EU, disabled people have used the EYPD campaign to put the issues of most concern high up the political agenda and in the forefront of the public mind. In many of the participating countries, particularly through the considerable media coverage of disability in 2003 and the strong and positive images portrayed, disability and the situation of people with disabilities has been, for the first time, a major subject of attention and a high level of public awareness has been achieved. This has reinforced the messages at all levels that disability does not mean inability, nor does it equate to lack of ability.

As indicated in the Commission’s Communication on the follow-up to the EYPD, all of the then Member States adopted new legislation or developed the new policy measures which were implemented or announced in 2003. These concern not only the updating of existing laws and the passing of new ones, but also the promotion of new approaches, innovative methods and positive measures. It is clear that the EYPD has provided the impetus in Member States for new policy developments towards achieving equal opportunities for people with disabilities, triggering a definitive shift towards more pro-active measures in favour of people with disabilities, while laying the foundations on which future long-term action can be built.

Annex 5: External evaluation of the EYPD Campaign

The Commission engaged an external contractor to evaluate the EYPD campaign. In view of the decentralised approach to the EYPD, this was a particularly difficult task. The very nature of a transfer of responsibility to the national level, and the efforts made by those involved at all levels to encourage ownership of the EYPD and mobilise the largest possible number of organisations and individuals in the campaign, meant that it was not possible to monitor the implementation or impact of these actions directly and individually. Therefore, the methodology adopted for the external evaluation required by the Council Decision was to analyse all the key products of the EYPD campaign and interview many of the key players at EU and national levels. The evaluator also undertook a number of case studies, looking at the approach to the EYPD in some of the participating countries or specific actions at European level, and circulated a questionnaire to all of the projects which received EU co-funding. The summary of the evaluation report is attached in Annex 2 below.

The overall conclusion of the evaluation was that the approach taken with respect to the establishment of an overall EU campaign with decentralisation of some of the implementation of the EYPD to national level was the correct one. This, in particular, allowed the EU to address and focus on many of the challenges which people with disabilities still face on a daily basis in all participating countries. At the same time, the approach helped to create a campaign that was very relevant and appropriate within its broad overall objectives, while addressing national priorities and the evolving needs within the participating countries. The evaluation concludes that the approach also allowed maximum involvement by people with disabilities in the EYPD and supported the prioritisation of resources in line with the key issues identified at national level. However, it is clear that overall resources to support the EYPD campaign were often limited and the backing of a number of key EU and national organisations and individuals was vital to the success of the campaign.

The evaluation report also found that the EYPD campaign acted as an important lever for disability issues at different levels, as it was able to influence and define actions, prompt various decision-makers to focus upon disability issues and put disability higher up the political agendas. However, the evaluators consider that attention should have been focused more on highlighting good practice and innovation, and on identifying ways in which actions could be replicated and transferred to other contexts. The report also established that all key players in the implementation of the EYPD (the Commission, disability organisations, national coordinating bodies, government authorities etc) implemented it in line with the Council Decision establishing the EYPD and, given the limited human and financial resources available at different levels, managed to achieve the participation of a wide variety of stakeholders including national, regional and local authorities, social partners, and most importantly disability organisations and other NGOs. The report notes a similar involvement, especially of disability organisations, in the projects co-financed from the Community budget. Finally, the report concludes that the decentralised approach and delivery mechanism adopted by the Commission was a strong vehicle and a significant factor in the success of the EYPD campaign.

1WAI-AA-norm – een AAA-rating was wegens de beschikbare middelen en de interactieve aard van de site niet mogelijk

2www.eudeaf2003.org/">www.eudeaf2003.org/

3europa.eu.int/rapid
europa.eu.int/rapid
voice.jrc.it/events/ev2003/eaccessibilityeuropa.eu.int/rapid

4europa.eu.int/rapid

5europe.osha.eu.int/good_practice/person

6www.europarl.eu.int/comparl/empl/conferences">www.europarl.eu.int/comparl/empl/conferences

7www.cor.eu.int/document/en/rioja_16_17_dec.pdf">www.cor.eu.int/document/en/rioja_16_17_dec.pdf

8www.esc.eu.int/pages/en/acs/events">www.esc.eu.int/pages/en/acs/events

9europa.eu.int/rapid

10www.cenelec.org/NR/exeres">www.cenelec.org/NR/exeres

11www.cenorm.be/cenorm/news/pressreleases">www.cenorm.be/cenorm/news/pressreleases

12europa.eu.int/rapid

13www.edf-feph.org/">www.edf-feph.org/

14www.easpd.org/">www.easpd.org/

15www.europa.eu.int/comm/employment_social/index">www.europa.eu.int/comm/employment_social/index

16Council Decision of 3 December 2001 (2001/903/EC)

17Rambøll management – see annex 2

18europa.eu.int/comm/employment_social/news/2003

NL NL