Toelichting bij COM(2005)543-1 - Werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen met betrekking tot verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Rekening houdende met haar studie over de heffing van vennootschapsbelasting in de interne markt9 heeft de Commissie in haar mededeling van 2001 "Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen - Een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffings­grondslag aan ondernemingen voor de vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU10" voorgesteld om een “Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen” (hierna “het Forum” genoemd) in het leven te roepen. In zijn conclusies van 11 maart 2002 heeft de Raad dit initiatief gunstig onthaald. De Commissie heeft het Forum officieel opgericht in juni 2002.

Een eerste mededeling van de Commissie11 over de werkzaamheden van het Forum van oktober 2002 tot april 2003 is verschenen in april 2004 en goedgekeurd door de Raad in december 2004. Deze mededeling omvatte ook een voorstel voor een gedragscode voor een efficiënte toepassing van het Arbitrageverdrag12 en bepaalde daaraan gerelateerde kwesties op het gebied van regelingen voor onderling overleg in het kader van dubbelbelastingverdragen tussen lidstaten.

Gelet op de positieve resultaten en de belangrijke nog openstaande vraagstukken in het werkprogramma van het Forum heeft de Commissie in 2004 besloten de oorspronkelijke termijn van twee jaar die voor de werkzaamheden van het Forum was uitgetrokken, tot eind 2006 te verlengen.

Het tweede punt op het werkprogramma waarover het Forum zich heeft gebogen, was de verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU. De conclusie luidde dat een gemeenschappelijke EU-brede aanpak op het gebied van documentatieverplichtingen voordelig zou zijn voor zowel belastingplichtigen, die hun nalevingskosten zouden zien dalen en minder risico zouden lopen op sancties wegens niet-naleving van documentatie­verplichtingen, als belastingdiensten dankzij de grotere transparantie en samenhang.

Het Forum heeft van gedachten gewisseld over het doel en de inhoud van goede en effectieve documentatie, inclusief het voordeel van risicobeoordeling en de kwestie van de bewijslast, het opstellen, voorleggen en bewaren van documentatie, de vraag naar de taal waarin verrekenprijs­documentatie moet worden gepresenteerd, het gebruik van databanken voor het zoeken naar vergelijkingspunten en de toepassing van verrekenprijsdocumentatie op vaste inrichtingen.

Gelet op de voor- en nadelen van de traditionele documentatiemethoden (een code inzake best practice, gestandaardiseerde EU-brede documentatievoorschriften en gecentraliseerde (mondiaal geïntegreerde) documentatie), met name wat rechtszekerheid en flexibiliteit betreft, heeft het Forum uiteindelijk gekozen voor een nieuw en zeer geschikt concept van gestandaardiseerde “EU-verrekenprijsdocumentatie” (EU‑TPD), dat twee hoofdcomponenten omvat, namelijk (i) één pakket met gestandaardiseerde en samenhangende documentatie die relevant is voor alle EU-onderdelen van een multinationaal concern (de “masterfile”), en (ii) verschillende pakketten gestandaardiseerde documentatie met landenspecifieke gegevens die samengaan met de “masterfile”.

De hoofdkenmerken van de EU‑TPD zijn (i) de standaardisatie van de documentatie­verplichtingen waaraan moet worden voldaan zodat een belastingdienst een risicobeoordeling kan verrichten en over voldoende gegevens kan beschikken voor een beoordeling van de verrekenprijzen van een multinationaal concern, (ii) de mogelijkheid om de basisdocumentatie (de “masterfile”) op concernniveau te centraliseren, en (iii) het feit dat alle betrokken EU-lidstaten kunnen beschikken over gemeenschappelijke gestandaardiseerde verrekenprijsgegevens die relevant zijn voor alle EU-onderdelen van een multinationaal concern.

Het Forum heeft zijn verslag en conclusies bij consensus aangenomen in mei 2005. Van de werkzaamheden van het Forum over verrekenprijsdocumentatie is verslag uitgebracht in een werkdocument van de Commissie13.

Uit de discussies en het verslag van het Forum over de documentatieproblematiek is duidelijk gebleken dat alle partijen (zowel de lidstaten als het bedrijfsleven) behoefte hebben aan een instrument met een aantal aanbevelingen op het gebied van verrekenprijsdocumentatie.

De Commissie sluit zich aan bij de conclusies en de aanbevelingen in het tweede verslag van het Forum. De nieuwe EU‑TPD-aanpak vermindert immers de nalevingskosten en leidt tot grotere eenvoud, samenhang en transparantie op het gebied van verrekenprijzen.

Aangezien het doel van de voorgestelde maatregel, namelijk het opzetten van gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde (mondiaal geïntegreerde) verrekenprijs­documentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU, in overeenstemming moet zijn met het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel, als neergelegd in artikel 5 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en voor bedrijven geen verplichting mag inhouden, wordt een voorstel van de Commissie voor een gedragscode die door de Raad moet worden goedgekeurd, geacht het meest passende rechtsinstrument te zijn.

1.

Voorstel voor een


GEDRAGSCODE

inzake verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

GELET OP de studie van de Europese Commissie “Company Taxation in the Internal Market”14, het voorstel van de Commissie in haar mededeling van 2001 “Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen - Een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffingsgrondslag aan ondernemingen voor de vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU15” voor de oprichting van een “Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen” (hierna “het Forum” genoemd), de conclusies van de Raad van 11 maart 2002 waarin dit initiatief gunstig wordt onthaald, en de oprichting van het Forum in juni 2002,

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

1. De interne markt is een ruimte zonder grenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gegarandeerd.

2. In een interne markt die de kenmerken van een binnenlandse markt heeft, mogen transacties tussen gelieerde ondernemingen uit verschillende lidstaten geen minder gunstige behandeling krijgen dan dezelfde transacties tussen gelieerde ondernemingen uit dezelfde lidstaat.

3. Met het oog op de goede werking van de interne markt is het van wezenlijk belang om de nalevingskosten op het gebied van verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen te verminderen.

4. Deze gedragscode biedt de lidstaten en belastingplichtigen een nuttig instrument voor de implementatie van gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde verrekenprijs­documentatie in de EU, met als doel de verplichtingen met betrekking tot verrekenprijzen ten aanzien van grensoverschrijdende activiteiten te vereenvoudigen.

5. Het gebruik van gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde verrekenprijs­documentatie die in de lidstaten ter onderbouwing van de zakelijkheid van verrekenprijzen moet worden verstrekt, zou de ondernemingen helpen meer profijt te trekken van de interne markt.

6. Verrekenprijsdocumentatie in de EU moet worden bekeken in het kader van de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen.

7. Er dient op flexibele wijze gebruik te worden gemaakt van gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde documentatie rekening houdende met de bijzondere omstandigheden van een bedrijf in kwestie.

8. Een lidstaat kan besluiten helemaal geen regels voor verrekenprijs­documentatie vast te stellen dan wel minder verrekenprijsdocumentatie te verlangen dan die welke in deze gedragscode is opgenomen,

ERKENNENDE dat een gemeenschappelijke EU-brede aanpak inzake documentatie­verplichtingen voordelig is voor zowel belastingplichtigen, die met name hun nalevingskosten zouden zien dalen en minder risico zouden lopen op sancties wegens niet-naleving van documentatieverplichtingen, als belastingdiensten dankzij de grotere transparantie en samenhang,

ZICH VERHEUGEND OVER de mededeling van de Commissie van 2005 over de werkzaamheden van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen met betrekking tot verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU en houdende een voorstel voor een gedragscode inzake verrekenprijs­documentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU,

BENADRUKKEND dat de gedragscode een politieke verbintenis is en geen afbreuk doet aan de rechten en verplichtingen van de lidstaten of de respectieve bevoegdheidsgebieden van de lidstaten en de Gemeenschap die uit het Verdrag voortvloeien,

ERKENNENDE dat de tenuitvoerlegging van deze gedragscode niet in de weg mag staan aan oplossingen op een hoger mondiaal niveau,

HEBBEN DE VOLGENDE GEDRAGSCODE VASTGESTELD:

Onverminderd de respectieve bevoegdheidsgebieden van de lidstaten en de Gemeenschap betreft deze gedragscode de implementatie van gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde verrekenprijsdocumentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU.

1. De lidstaten aanvaarden gestandaardiseerde en ten dele gecentraliseerde verrekenprijs­­documentatie voor gelieerde ondernemingen in de EU, dat wil zeggen de in de bijlage bedoelde “EU‑TPD”, en beschouwen deze als een basispakket van gegevens voor de beoordeling van de verrekenprijzen van een multinationaal concern.

2. Het staat multinationale concerns vrij al dan niet gebruik te maken van de EU‑TPD.

3. Voor de winsttoerekening aan een vaste inrichting hanteren de lidstaten vergelijkbare documentatieverplichtingen als voor verrekenprijzen.

4. De lidstaten houden op passende wijze rekening met de in de bijlage opgenomen algemene beginselen en verplichtingen en laten zich erdoor leiden telkens wanneer dit nodig is.

5. De lidstaten verbinden zich ertoe van kleinere en minder complexe ondernemingen (inclusief kleine en middelgrote ondernemingen) niet evenveel en even ingewikkelde documentatie te verlangen als die welke van grotere en complexere ondernemingen kan worden verwacht.

6. De lidstaten:

a) mogen geen onredelijke nalevingskosten of administratieve lasten veroorzaken wanneer zij van een onderneming eisen dat zij documentatie opstelt of verzamelt;

b) mogen geen documentatie eisen die geen betrekking heeft op de onderzochte transacties; en

c) moeten garanderen dat vertrouwelijke gegevens die in de documentatie zijn opgenomen, niet openbaar worden gemaakt.

7. De lidstaten mogen geen sanctie wegens niet-naleving van documentatie­verplichtingen opleggen wanneer belastingplichtigen de in de bijlage opgenomen eisen inzake gestandaardiseerde en samenhangende documentatie of de nationale documentatieverplichtingen van een lidstaat te goeder trouw, op redelijke wijze en binnen een redelijke termijn nakomen en hun documentatie naar behoren gebruiken om zakelijke verrekenprijzen vast te stellen.

8. Deze gedragscode is gericht tot de lidstaten maar beoogt tevens multinationale concerns ertoe aan te zetten de EU-TPD-aanpak te volgen.

9. Teneinde een uniforme en effectieve toepassing van deze gedragscode te garanderen, wordt de lidstaten verzocht jaarlijks verslag uit te brengen bij de Commissie van alle maatregelen die zij hebben genomen naar aanleiding van deze code en de praktische werking ervan. Op basis van deze verslagen zal de Commissie verslag uitbrengen bij de Raad en kan zij voorstellen de bepalingen van deze code te herzien.

BIJLAGE BIJ DE GEDRAGSCODE

EU-verrekenprijsdocumentatie (EU-TPD)

Afdeling 1

Inhoud van de EU-TPD

1. De gestandaardiseerde en samenhangende EU-TPD van een multinationaal concern omvat twee hoofdcomponenten: (i) één pakket documentatie met gemeenschappelijke gestandaardiseerde gegevens die relevant zijn voor alle EU-onderdelen van een multinationaal concern (de “masterfile”), en (ii) verschillende pakketten gestandaardiseerde documentatie met landenspecifieke gegevens (“landenspecifieke documentatie”). De EU‑TPD moet voldoende gedetailleerd zijn om een belastingdienst in staat te stellen een risicobeoordeling te verrichten voor een case-selectie of bij het begin van een belastingcontrole, relevante en gerichte vragen te stellen met betrekking tot de verrekenprijzen van het concern, en de verrekenprijzen voor de transacties binnen de groep te beoordelen. Behoudens de bepalingen in paragraaf 31 stelt de onderneming voor elke betrokken lidstaat één enkel dossier op dat bestaat uit de gemeenschappelijke masterfile die in alle betrokken lidstaten wordt gebruikt, en het landenspecifieke documentatiepakket voor elke lidstaat apart.

2. In de EU-TPD moeten alle onderstaande gegevens worden verstrekt rekening houdende met de complexiteit van de onderneming en de transacties. In de mate van het mogelijke moet gebruik worden gemaakt van informatie die binnen de groep reeds aanwezig is (bijvoorbeeld voor beheersdoeleinden). Van een multinationaal concern mag evenwel worden geëist dat het voor dit doel documentatie opstelt die anders niet zou bestaan.

3. De EU‑TPD omvat alle in de EU gevestigde concernonderdelen en documenteert tevens concerntransacties tussen buiten de EU gevestigde ondernemingen en in de EU gevestigde concernonderdelen.

2.

4. Masterfile


4.1 De “masterfile” moet bij de economische realiteit van de onderneming aansluiten en een voor alle betrokken EU-lidstaten relevante en beschikbare “blauwdruk” vormen van het multinationale concern en de verrekenprijs­methode die het hanteert.

4.2 De masterfile moet de volgende elementen omvatten:

a) een algemene omschrijving van de onderneming en de bedrijfsstrategie, inclusief wijzigingen van de bedrijfsstrategie ten opzichte van het voorgaande belastingjaar;

b) een algemene omschrijving van de organisatorische, juridische en operationele structuur van het multinationale concern (inclusief een organisatieschema, een lijst van concernonderdelen en een omschrijving van de deelneming van de moedermaatschappij in de dochterondernemingen);

c) de algemene identificatie van de gelieerde ondernemingen die betrokken zijn bij concerntransacties met ondernemingen in de EU;

d) een algemene omschrijving van de concerntransacties met gelieerde ondernemingen in de EU, d.w.z. een algemene omschrijving van:

(i) de transactiestromen (materiële en immateriële activa, diensten, financiële stromen),

(ii) de factuurstromen, en

(iii) de waarde van de transactiestromen;

e) een algemene omschrijving van uitgeoefende functies en gelopen risico’s en een omschrijving van wijzigingen in functies en risico’s ten opzichte van het voorgaande belastingjaar, bijvoorbeeld omschakeling van volledige distributie naar commissiehandel;

f) de eigendom van immateriële activa (octrooien, handelsmerken, merknamen, kennis enz.) en betaalde of ontvangen royalty’s;

g) het verrekenprijsbeleid van het multinationale concern voor transacties binnen de groep of een omschrijving van de verrekenprijsmethode van het concern waarin de zakelijke grondslag van de interne verrekenprijzen wordt verduidelijkt;

h) een lijst van zogenaamde cost contribution agreements, APA’s en rulings inzake verrekenprijsaspecten die betrekking hebben op EU-concernonderdelen; en

i) een verklaring van elke binnenlandse belastingplichtige waarin deze zich ertoe verbindt op verzoek extra informatie te verstrekken binnen een redelijke termijn overeenkomstig de nationale regels.

3.

5. Landenspecifieke documentatie


5.1 De landenspecifieke documentatie vormt een aanvulling op de masterfile. Beide samen vormen het documentatiedossier voor de relevante EU-lidstaat. De landenspecifieke documentatie zou toegankelijk zijn voor de belastingdiensten die er een rechtmatig belang bij hebben dat de transacties waarop de documentatie betrekking heeft, een passende fiscale behandeling krijgen.

5.2 De landenspecifieke documentatie moet, ter aanvulling van de masterfile, de volgende elementen omvatten:

a) een gedetailleerde omschrijving van de onderneming en de bedrijfsstrategie, inclusief wijzigingen van de bedrijfsstrategie ten opzichte van het voorgaande belastingjaar; en

b) informatie over, d.w.z. een omschrijving en een verduidelijking van, landenspecifieke concerntransacties, inclusief:

(i) de transactiestromen (materiële en immateriële activa, diensten, financiële stromen),

(ii) de factuurstromen, en

(iii) de waarde van de transactiestromen;

c) een vergelijkbaarheidsanalyse, d.w.z.:

(i) kenmerken van goederen en diensten,

(ii) functionele analyse (uitgeoefende functies, gebruikte activa, gelopen risico’s),

(iii) contractuele voorwaarden,

(iv) economische omstandigheden, en

(v) specifieke bedrijfsstrategieën;

d) een toelichting op de keuze voor en de toepassing van de verrekenprijs­methode(n), dat wil zeggen de reden waarom voor een specifieke verrekenprijsmethode is gekozen en de wijze waarop deze is toegepast;

e) relevante informatie over interne en/of externe vergelijkingspunten indien deze beschikbaar zijn; en

f) een omschrijving van de implementatie en toepassing van het verrekenprijs­beleid van het concern voor interne transacties.

6. Een multinationaal concern moet de mogelijkheid hebben om elementen in de masterfile op te nemen in plaats van in de landenspecifieke documentatie, waarbij deze evenwel even gedetailleerd moeten blijven als in de landenspecifieke documentatie. De landenspecifieke documentatie moet worden opgesteld in een taal die wordt voorgeschreven door de specifieke lidstaat in kwestie, ook als het concern ervoor kiest de landenspecifieke documentatie in de masterfile op te nemen.

7. Landenspecifieke gegevens en documenten die betrekking hebben op een concern­transactie waarbij een of meer lidstaten zijn betrokken, moeten ofwel in de landenspecifieke documentatie van alle betrokken lidstaten ofwel in de gemeenschappelijke masterfile worden opgenomen.

8. Een multinationaal concern moet de mogelijkheid hebben om de landenspecifieke documentatie op te stellen in de vorm van één documentatiepakket (met informatie over alle bedrijven in dat land) of in aparte dossiers voor ieder bedrijf of geheel van activiteiten in dat land.

9. De landenspecifieke documentatie moet worden opgesteld in een taal die door de specifieke lidstaat in kwestie is voorgeschreven.

Afdeling 2

Algemene voorschriften en verplichtingen voor multinationale concerns met betrekking tot het gebruik van EU‑verrekenprijsdocumentatie

10. Het staat multinationale concerns vrij al dan niet gebruik te maken van de EU‑TPD. Een multinationaal concern mag evenwel niet willekeurig omschakelen tussen de EU‑TPD en andere documentatiemethoden, maar dient deze methode consistent toe te passen in de gehele EU en gedurende het gehele jaar.

11. Een multinationaal concern dat besluit de EU-TPD-methode toe te passen, dient dit in de regel te doen voor alle gelieerde ondernemingen die betrokken zijn bij concerntransacties met ondernemingen in de EU waarvoor verrekenprijs­regels gelden. Behoudens de bepalingen in paragraaf 31 dient een multinationaal concern dat voor de EU-TPD kiest, derhalve de in afdeling 1 genoemde documentatie te bewaren voor alle concernonderdelen in de betrokken lidstaat, inclusief vaste inrichtingen.

12. Wanneer een multinationaal concern besloten heeft in een bepaald belastingjaar de EU-TPD te volgen, moet ieder onderdeel van het concern zijn respectieve belastingdienst daarvan in kennis stellen.

13. Multinationale concerns moeten zich ertoe verbinden de masterfile tijdig op te stellen om aan alle gerechtvaardigde verzoeken van een van de betrokken belastingdiensten te kunnen voldoen.

14. De belastingplichtige in een bepaalde lidstaat moet zijn EU-TPD, op verzoek van een belastingdienst, binnen een redelijke termijn, rekening houdende met de complexiteit van de transacties, ter beschikking stellen.

15. De verplichting om documentatie ter beschikking te stellen van de belastingdienst, berust bij de belastingplichtige die de belastingaangifte moet indienen en die een sanctie zou krijgen indien geen passende documentatie ter beschikking werd gesteld. Dit is ook het geval wanneer de documentatie wordt opgesteld en bewaard door één concernonderdeel ten behoeve van een ander. Wanneer een multinationaal concern voor de EU-TPD kiest, betekent dit dat het zich jegens alle gelieerde ondernemingen in de EU ertoe verbindt om de masterfile en de respectieve landenspecifieke documentatie ter beschikking te stellen van zijn nationale belastingdienst.

16. Wanneer een belastingplichtige in zijn belastingaangifte de winst op zijn jaarrekening corrigeert naar aanleiding van de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel, moet hij de berekening van die correctie kunnen documenteren.

17. De aggregatie van transacties moet op consistente wijze geschieden, inzichtelijk zijn voor de belastingdienst en worden verricht in overeenstemming met paragraaf 1.42 van de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen (volgens welke transacties die zo nauw met elkaar zijn verbonden of elkaar opvolgen dat zij afzonderlijk niet juist kunnen worden beoordeeld, mogen worden geaggregeerd). Deze regels moeten op redelijke wijze worden toegepast, waarbij met name rekening wordt gehouden met het aantal en de complexiteit van de transacties.

Afdeling 3

Algemene voorschriften en verplichtingen voor lidstaten met betrekking tot het gebruik van EU‑verrekenprijsdocumentatie

18. Aangezien de EU‑TPD een basispakket van gegevens voor de beoordeling van de verrekenprijzen van een multinationaal concern is, kan een lidstaat in zijn nationale wetgeving bepalen dat, op verzoek of in het kader van een belastingcontrole, de EU-TPD moet worden aangevuld met verdere gegevens en documenten.

19. De termijn voor het verstrekken van verdere gegevens en documenten op specifiek verzoek (zie paragraaf 18) moet geval per geval worden vastgesteld in het licht van de hoeveelheid en de gedetailleerdheid van de gevraagde gegevens en documenten. Afhankelijk van specifieke plaatselijke regels dient de belastingplichtige een redelijke termijn te krijgen (die kan variëren naar gelang van de complexiteit van de transactie) om de aanvullende gegevens te verzamelen.

20. Belastingplichtigen voorkomen sancties wegens ontoereikende medewerking wanneer zij ermee hebben ingestemd de EU‑TPD-methode te hanteren en zij op specifiek verzoek of bij een belastingcontrole op redelijke wijze en binnen een redelijke termijn aanvullende informatie en documenten verstrekken die niet in EU‑TPD worden verlangd (zie paragraaf 18).

21. Belastingplichtigen dienen hun EU-TPD, dat wil zeggen de masterfile en de landen­specifieke documentatie, slechts bij het begin van een belastingcontrole of op specifiek verzoek aan de belastingdienst voor te leggen.

22. Wanneer een lidstaat eist dat een belastingplichtige bij zijn belastingaangifte informatie over verrekenprijzen verstrekt, mag dit niet meer behelzen dan een korte vragenlijst of een relevant risicobeoordelingsformulier.

23. Documenten hoeven niet noodzakelijk altijd in de landstaal te worden vertaald. Teneinde de kosten en vertragingen als gevolg van vertalingen zo veel mogelijk te beperken, moeten de lidstaten in de mate van het mogelijke documenten in een vreemde taal aanvaarden. Wat de EU-verrekenprijsdocumentatie betreft, dienen de belastingdiensten bereid te zijn de masterfile te aanvaarden in een taal die door alle betrokken lidstaten wordt begrepen. Masterfiles hoeven slechts te worden vertaald wanneer dat absoluut noodzakelijk is en specifiek daarom wordt verzocht.

24. De lidstaten mogen belastingplichtigen niet verplichten om de documentatie langer dan een redelijke termijn te bewaren, die in overeenstemming is met de nationale wettelijke verplichtingen van toepassing op elk concernonderdeel.

25. De lidstaten dienen bij de beoordeling van vergelijkingspunten uit het binnen- of buitenland rekening te houden met de specifieke feiten en omstandigheden van een geval. Zo mogen bijvoorbeeld vergelijkingspunten uit pan-Europese databanken niet automatisch worden verworpen of mag het gebruik van vergelijkingspunten uit het buitenland op zich er niet toe leiden dat een belastingplichtige wordt bestraft wegens het niet-naleven van documentatieverplichtingen.

Afdeling 4

Algemene voorschriften en verplichtingen voor multinationale concerns en lidstaten met betrekking tot het gebruik van EU‑verrekenprijsdocumentatie

26. Wanneer documentatie die is opgesteld voor een tijdvak, ook voor latere tijdvakken relevant blijft en nog steeds de zakelijke grondslag van prijzen onderbouwt, kan het dienstig zijn in de documentatie voor latere tijdvakken te verwijzen naar de vroegere documentatie in plaats van deze opnieuw op te nemen.

27. Het is niet nodig de documentatie die gebruikt is bij onderhandelingen tussen ondernemingen die op zakelijke grondslag optreden (bijvoorbeeld bij de verstrekking van een leenfaciliteit of de afsluiting van een groot contract), in de documentatie te reproduceren, mits deze adequate gegevens omvat waarmee de zakelijke grondslag van de prijsstelling kan worden beoordeeld.

28. De door een onderneming voor te leggen documentatie kan verschillen naargelang zij een dochter‑ dan wel een moedermaatschappij binnen het concern is, dat wil zeggen dat een dochtermaatschappij normaal geen gegevens moet verstrekken over alle grens­overschrijdende verhoudingen en transacties tussen gelieerde ondernemingen binnen een multinationaal concern maar slechts over de verhoudingen en transacties die ter zake doen voor de dochtermaatschappij in kwestie.

29. Het mag voor belastingdiensten geen enkele rol spelen waar een belastingplichtige zijn documentatie opstelt en bewaart, voorzover deze toereikend is en de betrokken belastingdiensten desgevraagd tijdig ter beschikking wordt gesteld. Belastingplichtigen moeten hun documentatie, inclusief hun EU-verrekenprijsdocumentatie, derhalve op gecentraliseerde of gedecentraliseerde wijze kunnen bewaren.

30. Het moet aan de belastingplichtigen worden overgelaten te bepalen hoe de documentatie wordt bewaard – op papier, in elektronische vorm of anderszins -, op voorwaarde dat deze op redelijke wijze aan de belastingdiensten ter beschikking kan worden gesteld.

31. In naar behoren gemotiveerde gevallen, bijvoorbeeld wanneer een multinationaal concern een gedecentraliseerde organisatorische, juridische of operationele structuur heeft of bestaat uit verschillende grote afdelingen die totaal verschillende productgroepen en een eigen verrekenprijsbeleid hebben of geen interne transacties binnen de groep verrichten, en ook in het geval van een pas verworven bedrijf, moet een multinationaal concern de mogelijkheid worden geboden om meer dan een masterfile op te stellen of bepaalde concernonderdelen niet in de EU‑TPD te betrekken.

Afdeling 5

Woordenlijst

Multinationale onderneming en multinationaal concern

Overeenkomstig de OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen is:

- een multinationale onderneming een onderneming die deel uitmaakt van een multinationaal concern;

- een multinationaal concern een groep van gelieerde ondernemingen met bedrijfsvestigingen in twee of meer landen.

Gestandaardiseerde documentatie

Een reeks uniforme EU-brede voorschriften met betrekking tot documentatieverplichtingen volgens welke alle ondernemingen in de EU een eigen specifieke documentatie samenstellen. Doel van deze meer normatieve aanpak is te komen tot een gedecentraliseerd maar gestandaardiseerd documentatiepakket, dat wil zeggen dat iedere eenheid binnen een multinationaal concern zijn eigen documentatie opstelt maar volgens dezelfde regels.

Gecentraliseerde (mondiaal geïntegreerde) documentatie

Eén enkel documentatiepakket (basisdocumentatie) op mondiale of regionale basis, opgesteld door de moedermaatschappij of het hoofdkantoor van een groep ondernemingen op een gestandaardiseerde en consistente wijze voor de gehele EU. Dit documentatiepakket kan dienen als basis voor het opstellen van lokale landendocumentatie aan de hand van lokale en centrale gegevensbronnen.

EU-verrekenprijsdocumentatie (EU‑TPD)

In de EU‑verrekenprijsdocumentatiemethode (EU‑TPD) worden elementen van de gestandaardiseerde en de gecentraliseerde (mondiaal geïntegreerde) documentatiemethode met elkaar gecombineerd. Een multinationaal concern stelt één pakket van gestandaardiseerde en samenhangende verrekenprijsdocumentatie op dat twee hoofdcomponenten omvat: (i) één uniform documentatiepakket met gemeenschappelijke gestandaardiseerde gegevens die relevant zijn voor alle EU-concernonderdelen (de “masterfile”), en (ii) verschillende pakketten gestandaardiseerde documentatie met landenspecifieke gegevens (“landenspecifieke documentatie”). Het documentatiepakket voor een bepaald land zou dus bestaan uit de gemeenschappelijke “masterfile”, aangevuld met de gestandaardiseerde “landenspecifieke documentatie” voor dat land.

Sanctie wegens niet-naleving van documentatieverplichtingen

Een bestuurlijke (of civielrechtelijke) sanctie die wordt opgelegd wegens niet-naleving van de EU‑TPD-verplichtingen of de nationale documentatieverplichtingen van een lidstaat (naar gelang van de verplichtingen waartoe een multinationaal concern zich heeft verbonden) op het tijdstip waarop de EU‑TPD of de door een lidstaat vereiste nationale documentatie ter beschikking van de belastingdienst had moeten worden gesteld.

Sanctie wegens ontoereikende medewerking

Een bestuurlijke (of civielrechtelijke) sanctie die wordt opgelegd wegens het niet tijdig naleven van een specifiek verzoek van een belastingdienst om, aanvullend op de EU‑TPD of de nationale documentatievereisten van een lidstaat (naar gelang van de verplichtingen waartoe een multinationaal concern zich heeft verbonden), verdere gegevens of documenten te verstrekken.

Sanctie naar aanleiding van correctie

Een sanctie die wordt opgelegd wegens niet-naleving van het zakelijkheidsbeginsel, doorgaans in de vorm van een toeslag tegen een vast bedrag of een bepaald percentage van de verrekenprijscorrectie of de niet-aangegeven belastingsom.

1"Company Taxation in the Internal Market", werkdocument van de Commissie, (SEC(2001) 1681 van 23.10.2001).
2Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité - Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen - Een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffingsgrondslag aan ondernemingen voor de vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU (COM(2001) 582 def. van 23.10.2001).
3europa.eu.int/comm/taxation_customs/taxation
4Mededeling over de werkzaamheden van oktober 2002 tot december 2003 van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen en over een voorstel tot Gedragscode voor een efficiënte toepassing van het Arbitrageverdrag (90/436/EEG) van 23 juli 1990 (COM(2004) 297 def. van 23.4.2004).
5SEC(2005) 1477 van 11.11.2005, Verslag van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen inzake verrekenprijs­documentatie.
6Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de werkzaamheden van oktober 2002 tot december 2003 van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen in het kader van de belasting op ondernemingen en over een voorstel tot Gedragscode voor een efficiënte toepassing van het Arbitrageverdrag (90/436/EEG) van 23 juli 1990 (COM(2004) 297 def. van 23.4.2004).
7Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (90/436/EEG) van 23 juli 1990 (PB L 225 van 20.8.1990, blz. 10-24).
8Nog niet in het Publicatieblad verschenen.
9"Company Taxation in the Internal Market", werkdocument van de Commissie, (SEC(2001) 1681 van 23.10.2001).
10Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité - Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen - Een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffingsgrondslag aan ondernemingen voor de vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU (COM(2001) 582 def. van 23.10.2001).
11Mededeling over de werkzaamheden van oktober 2002 tot december 2003 van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen en over een voorstel tot Gedragscode voor een efficiënte toepassing van het Arbitrageverdrag (90/436/EEG) van 23 juli 1990 (COM(2004) 297 def. van 23.4.2004).
12Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (90/436/EEG) van 23 juli 1990 (PB L 225 van 20.8.1990, blz. 10-24).
13SEC(2005) 1477 van 11.11.2005, Verslag van het Gezamenlijk EU-forum over verrekenprijzen inzake verrekenprijsdocumentatie.
14"Company Taxation in the Internal Market", werkdocument van de Commissie, (SEC(2001) 1681 van 23.10.2001).
15Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité - Naar een interne markt zonder belastingbelemmeringen - Een strategie voor het verschaffen van een geconsolideerde heffingsgrondslag aan ondernemingen voor de vennootschapsbelasting op hun activiteiten in de gehele EU (COM(2001) 582 def. van 23.10.2001).

NL NL