Toelichting bij COM(2006)260 - Ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie - Alarmsysteem nrs. 1-4/2006

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

3. CONCLUSIES 6

1.

1. BEGROTINGSPROCEDURE 2006


In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de begrotingsprocedure 2006 voor rubriek 1 en de manier waarop de bedragen van de kredieten in elk stadium van de procedure zijn aangepast.

Op 27 april 2005 heeft de Commissie met betrekking tot rubriek 1 een voorontwerp van begroting (VOB) goedgekeurd ten bedrage van 51 412,3 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 51 352,6 miljoen euro aan betalingskredieten. Het verschil van 59,7 miljoen euro tussen de twee kredietcategorieën is terug te voeren op het overgangsinstrument voor de nieuwe lidstaten dat, in tegenstelling tot de overige maatregelen in het kader van het EOGFL-Garantie, ten uitvoer wordt gelegd aan de hand van gedifferentieerde kredieten. De kredietraming die in het VOB 2006 voor subrubriek 1a is opgenomen, was gebaseerd op een beoordeling van de omstandigheden op de interne en externe markt voor de verschillende producten en op de geraamde behoeften voor de talrijke andere maatregelen. Het bedrag van de in het VOB 2006 opgenomen kredietraming voor subrubriek 1b is vastgesteld op het voor die subrubriek geldende maximum.

Op 15 juli 2005 slaagde de Raad Economische en Financiële Zaken de ontwerpbegroting (OB) vast te stellen, op basis van een akkoord dat behelsde dat de VOB-kredieten voor alle posten van subrubriek 1a (landbouw) die meer dan 50 miljoen aan kredieten in beslag namen (met uitzondering van de drie lijnen inzake de GLB-hervorming), met in totaal 150 miljoen euro werden verminderd. Het Europees Parlement daarentegen verhoogde na zijn eerste lezing van het VOB de kredieten die de Commissie voor subrubriek 1a in het VOB gevraagd, met circa 38,1 miljoen euro.

In oktober 2005 diende de Commissie nota van wijzigingen nr. 2/2006 bij het VOB 2006 in, met een verzoek om vastleggingskredieten ten bedrage van 51 050,7 miljoen euro en betalingskredieten ten bedrage van 50 991,0 miljoen euro voor rubriek 1 Op basis van een beoordeling van de omstandigheden op de interne en externe marktvoor de verschillende producten vroeg de Commissie 43 279,7 miljoen euro aan vastleggingskredieten voor subrubriek 1a (361,6 miljoen euro minder dan in het VOB). Aan de in het VOB 2006 opgenomen bedragen voor subrubriek 1b werd niets gewijzigd.

Op 30 november 2005 bereikten Europees Parlement, Raad en Commissie een overeenkomst over de goedkeuring van nota van wijzigingen nr. 2/2006 inzake de landbouwuitgaven. Op 15 december 2005 kreeg de begroting 2006 groen licht van het Europees Parlement.

Met betrekking tot rubriek 1 bedroegen de vastleggingskredieten voor het EOGFL-Garantie van de begroting 2006 51 050,7 miljoen euro en de betalingskredieten 50 991,0 miljoen euro. Uitgesplitst zien de cijfers er als volgt uit:

- subrubriek 1a : vastleggings- en betalingskredieten: 43 279,7 miljoen euro. Deze bedragen hebben betrekking op de drie beleidsgebieden van de Commissie die onder deze subrubriek vallen:landbouw (beleidsterrein 05), visserij (beleidsterrein 11) en gezondheidszorg en consumentenbescherming (beleidsterrein 17);

- subrubriek 1b: vastleggingskredieten: 7 771,0 miljoen euro; betalingskredieten: 7 711,3 miljoen euro.

2.

2. TOELICHTING BIJ DE UITVOERING VAN DE BEGROTING 2006


In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de werkelijke begrotingsuitvoering voor de in de periode van 16 oktober 2005 tot en met 28 februari 2006 verrichte betalingen en worden de betrokken uitgaven vergeleken met het uitgavenprofiel (indicator) dat is bepaald op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline i. Hier volgt een beknopte toelichting bij de belangrijkste verschillen tussen het werkelijke en het verwachte uitvoeringsniveau voor een aantal onderdelen van de begroting 2006.

3.

2.1. Monetaire factoren


Koers van de euro ten opzichte van de dollar

De werkelijke uitgaven in de genoemde periode zijn inclusief de gevolgen van schommelingen van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Bij een groot deel van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten, vooral die voor granen en suiker, en bij sommige vormen van interne steun zoals de steun voor katoen wordt de hoogte van de uitgaven mede bepaald door de koers van de euro ten opzichte van de dollar.

De door de begrotingsautoriteit goedgekeurde begroting is overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2040/2000 opgesteld op basis van het gemiddelde van de wisselkoersen tussen de euro en de dollar die op de markt geconstateerd zijn in het meest recente kwartaal (in dit geval: 1 euro = 1,22 dollar in de periodejuli–september 2005). Op te merken valt dat de gemiddelde koers in de periode van 1 augustus 2005 tot en met 28 februari 2006 op ongeveer 1 euro = 1,20 dollar kwam en dus ongeveer 1,6% lager was dan de voor de opstelling van het VOB 2006 gebruikte koers.

2.2. Subrubriek 1a – Marktfactoren

2.2.1. Suiker (+ 154,6 miljoen euro)

De Commissie verwacht dat deze overbesteding tot het einde van het begrotingsjaar zal voortduren, voornamelijk vanwege de openbare opslag van suiker. Er wordt namelijk meer suiker openbaar opgeslagen; bovendien wordt verwacht dat de suikerverkoop de hoeveelheid waarvan men in de begroting 2006 is uitgegaan, niet zal halen. Door een combinatie van deze twee factoren zullen de voorraden openbaar opgeslagen suiker uiteindelijk ook hoger dan normaal uitvallen. De financiële en technische kosten die met deze voorraadbewegingen gepaard gaan, zullen meer bedragen dan de overeenkomstige bedragen in de begroting 2006.

2.2.2. Groenten en fruit (– 88,0 miljoen euro)

De belangrijkste reden voor deze onderbesteding is dat minder tomaten aan de verwerkingsbedrijven zijn geleverd en daarom minder verwerkingssteun voor dit product is betaald. Bovendien lijken de bijdragen die de lidstaten aan de actiefondsen van de telersverenigingen zullen leveren, lager uit te vallen dan het in de begroting opgenomen uitgavenniveau. In deze fase verwacht de Commissie dat de uitvoering van deze maatregel tot besparingen in de groenten- en fruitsector zal leiden.

2.2.3. Wijn (+ 86,9 miljoen euro)

Volgens de Commissie is deze overbesteding van tijdelijke aard en vooral terug te voeren op betalingen als gevolg van de crisisdistillatiemaatregelen in een vroegere fase van het begrotingsjaar.

2.2.4. Melk en zuivelproducten (– 54,0 miljoen euro)

De huidige tendens tot onderbesteding ten opzichte van de indicator verbaast de Commissie niet en zal haars inziens voortduren tot het einde van het begrotingsjaar, als de huidige gunstige omstandigheden op de interne en de externe markten voortduren. Dankzij die gunstige omstandigheden heeft de Commissie de uitvoerrestituties en de steun op de interne markt voor de verschillende producten van deze sector kunnen verlagen, waardoor de uitgaven lager uitvielen dan verwacht.

2.2.5. Varkensvlees (– 22,7 miljoen euro)

De stopzetting van de betaling van uitvoerrestituties voor vers en ingevroren varkensvlees leidt tot een betalingsniveau dat onder de indicator ligt. Indien er zich geen onvoorziene omstandigheden voordoen kan, de onderbesteding volgens de Commissie tot het einde van het begrotingsjaar voortduren.

2.2.6. Rechtstreekse steun (– 865,4 miljoen euro)

Aangezien deze steunmaatregelen grotendeels in het kader van de begroting 2006 werden ingevoerd, is de Commissie bij het vaststellen van de desbetreffende indicatoren uitgegaan van betalingsramingen die door de lidstaten zijn ingediend. Uit de onderbesteding blijkt echter dat de lidstaten niet in staat zijn het door hen bepaalde betalingsritme volledig aan te houden. Bovendien heeft een aantal lidstaten problemen ondervonden bij het vaststellen en betalen van de verschuldigde steunbedragen. De Commissie volgt de uitvoeringssituatie op de voet aan de hand van geregeld door de lidstaten ingediende informatie.

2.3. Subrubriek 1b – Plattelandsontwikkeling (+ 263,6 miljoen euro)

De kredieten voor plattelandsontwikkeling (EU-15) en voor het overgangsinstrument voor de nieuwe lidstaten zijn vastgesteld op het maximum voor deze subrubriek. De overbesteding wordt veroorzaakt door het overgangsinstrument en is tijdelijk van aard, aangezien de desbetreffende indicator is vastgesteld op basis van de hypothese dat alle vastleggingen voor dit instrument in april 2006 plaatsvinden. De diensten van de Commissie zijn echter al voordien met de vastleggingen begonnen. Dit heeft geleid tot een situatie van overbesteding, die naar verwachting in de loop van de volgende maanden zal worden genormaliseerd.

4.

3. CONCLUSIES


Wat subrubriek 1a betreft, hebben de lidstaten in de periode van 16 oktober 2005 tot en met 28 februari 2006 in totaal 29 012,8 miljoen euro besteed, wat overeenkomt met 67,0 % van de beschikbare kredieten. Ten opzichte van de indicator betekent dit een onderbesteding van de begrotingskredieten ten bedrage van circa 883,8 miljoen euro. Dit is volledig terug te voeren op de rechtstreekse-steunmaatregelen; met betrekking tot de marktmaatregelen volgde de uitvoering de desbetreffende indicatoren.

Wat subrubriek 1b betreft, hebben de lidstaten in de periode van 16 oktober 2005 tot en met 28 februari 2006 in totaal 1 299,3 miljoen euro besteed, wat overeenkomt met 16,7% van de beschikbare kredieten. Op dit moment verwacht de Commissie dat de op de begroting 2006 uitgetrokken kredieten voor plattelandsontwikkeling in overeenstemming met die begroting zullen worden besteed.

5.

BIJLAGE 1


[afbeelding - zie origineel document]

BIJLAGE 2 – 15.3.2006

6.

BEGROTINGSJAAR 2006: VOORLOPIGE BESTEDING VAN DE KREDIETEN TEN OPZICHTE VAN DE OORSPRONKELIJK GERAAMDE KREDIETEN VAN HET EOGFL-GARANTIE


Situatie op 28.2.2006 (in miljoen euro)

Oorspr. geraamde begrotingskredieten (**) Vastleggingen nov.—febr. Besteding Uitgavenprofiel in februari Verschil tussen uitvoering en indicator

miljoen euro % % miljoen euro % miljoen euro

a b c = (b*100)/a d e =(d*a)/ f = c – d g = b – e

|Subrubriek 1a: GLB-uitgaven (excl. plattelandsontwikkeling)05 ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET LANDBOUW- EN HET PLATTELANDSONTWIKKELINGSBELEID

05010401, 05010406 en 05010407: Controle en preventie, proefprojecten0,1,4%0,0%0,1,4%0,Totaal 05 01 Administratieve uitgaven voor het landbouw- en het plattelandsontwikkelingsbeleid 4,0,1,4%0,0%0,1,4%0, 05 INTERVENTIES OP LANDBOUWMARKTEN05 02 Granen700,225,32,2 %30,3 %211,2,0 %13,05 02 Rijst4,1,35,9 %30,2 %1,5,7 %0,05 02 Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten415,112,27,1 %38,2 %158,–11,1 %–46,05 02 Voedselprogramma's268,27,10,2 %10,0 %26,0,2 %0,05 02 Suiker1.376,755,54,9 %43,7 %601,11,2 %154,05 02 Olijfolie35,17,50,4 %71,2 %24,–20,8 %–7,05 02 Vezelgewassen969,754,77,9 %77,5 %751,0,3 %3,05 02 Groenten en fruit1.544,619,40,1 %45,8 %707,–5,7 %–88,05 02 Wijnbouwproducten1.494,537,36,0 %30,2 %450,5,8 %86,05 02 Afzetbevordering52,10,19,2 %22,9 %11,–3,7 %–1,05 02 Overige plantaardige producten/Overige maatregelen297,93,31,3 %40,8 %121,–9,5 %–28,05 02 Melk en zuivelproducten858,353,41,2 %47,5 %407,–6,3 %–54,05 02 Rundvlees388,136,35,1 %39,5 %153,–4,4 %–17,05 02 Schapen- en geitenvlees0,0,0,0 %05 02 Varkensvlees, eieren, pluimvee, bijenteeltproducten en andere dierlijke producten164,32,20,0 %33,8 %55,–13,9 %–22,05 02 Terugvorderingen–56,–18,32,8 %46,8 %–26,–14,0 %7,Totaal 05 02 Interventies op landbouwmarkten8.508,3.658,43,0 %43,0 %3.657,0,0 %1, 05 RECHTSTREEKSE STEUN05 03 Ontkoppelde rechtstreekse steun16.375,11.047,67,5 %69,8 %11.429,–2,3 %–382,05 03 Andere rechtstreekse steun18.105,14.082,77,8 %80,3 %14.539,–2,5 %–456,05 03 Extra steunbedragen347,42,12,3 %14,5 %50,–2,2 %–7,05 03 Aanvullende rechtstreekse steun (saldi, kleine producenten, agromonetaire steun, enz.)0,–0,0,0 %05 03 Terugvorderingen–11,–23,212,4 %46,7 %–5,165,7 %–18,Totaal 05 03 Rechtstreekse steun 34.816,25.148,72,2%74,7%26.014,–2,5% –865,05 (1) AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN9,0,2,8 %30,5 %2,–27,7 %–2,05070101, 05070102 en 050702:Controle- en preventiemaatregelen en regeling van geschillenTotaal 05 07 Audit van de landbouwuitgaven9,0,2,8 %30,5 %2,–27,7 %–2,05 (1) BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE BELEIDSTERREINEN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING6,0,1,6 %5,0 %0,–3,4 %–0,050806: Voorlichting over het GLBTotaal 05 08 Beleidsstrategie en –coördinatie voor de beleidsterreinen landbouw en plattelandsontwikkeling6,0,1,6 %5,0 %0,–3,4 %–0,11 (2) VISSERIJMARKTEN33,7,23,5 %25,4 %8,–1,9 %–0,Totaal 11 02 Visserijmarkten33,7,23,5 %25,4 %8,–1,9 %–0, 17 (1) (2) ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING8,0,0,0 %12,6 %1,–12,6 %–1,17010401, 17010404 en 17010405: Fytosanitaire maatregelen – verkennende studies en voeder- en voedselveiligheidTotaal 17 01 Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein gezondheidszorg en consumentenbescherming8,0,0,0 %12,6 %1,–12,6 %–1, 17 (1) (2) VOLKSGEZONDHEID17 03 Gemeenschappelijk Fonds voor tabak – Directe betalingen door de EU14,0,0,0 %61,6 %9,–61,6 %–9,Totaal 17 03 Volksgezondheid14,0,0,0 %61,6 %9,–61,6 %–9, 17 (1) (2) VOEDSELVEILIGHEID, VETERINAIRE MAATREGELEN, DIERENWELZIJN EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN278,195,70,0 %73,2 %204,–3,2 %–9,17 04 01 t/m 07 Veterinaire en fytosanitaire maatregelen, maatregelen op het gebied van dierenwelzijn, volksgezondheid, voeder en voedsel, en andere maatregelenTotaal 17 04 Voedselveiligheid, veterinaire maatregelen, dierenwelzijn en fytosanitaire maatregelen278,195,70,0 %73,2 %204,–3,2 %–9,Totaal 1a (excl. goedkeuring van de rekeningen)43.679,29.010,66,4 %68,4 %29.896,–2,0 %–886, 05 (1) AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN–400,2,–0,6 %0,0 %0,–0,6 %2,05 07 01 Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlaging/opschorting van voorschotten onder subrubriek 1a–70,2,3,3 %0,0%0,–3,3 %2,05 07 01 Rechtmatigheidsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren van gedeelde beheersuitgaven onder subrubriek 1b–330,0,0,0 %0,0 %0,0,0 %0,Totaal 05 07 Audit van de landbouwuitgaven–400,2,–0,6 %0,0 %0,–0,6 %2,Totaal 1a (incl. goedkeuring van de rekeningen)43.279,29.012,67,0 %69,1 %29.896,–2,0 %–883,Subrubriek 1a: Plattelandsontwikkeling 05 04 Plattelandsontwikkeling in het kader van EOGFL-Garantie – EU-5.675,1.022,18,0 %18,3 %1.036,–0,2 %–13,05 04 Plattelandsontwikkeling in het kader van EOGFL-Garantie – EU-10 (3)2.096,276,13,2 %0,0 %0,13,2 %276,Totaal 05 04 Plattelandsontwikkeling7.771,1.299,16,7 %13,3 %1.036,3,4 %263,Totaal 1b (excl. goedkeuring van de rekeningen)7.771,1.299,16,7 %13,3 %1.036,3,4 %263, 05 (1) AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN0,–0,0,0 %05 07 01 Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlaging/opschorting van voorschotten onder rubriek 1b0,–0,0,0 %05 07 01 Rechtmatigheidsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren van uitgaven inzake plattelandsontwikkeling onder subrubriek 1b0,0,0,0 %Totaal 05 07 Audit van de landbouwuitgaven0,–0,0,0 %Totaal 1b (incl. goedkeuring van de rekeningen)7.771,1.299,16,7 %13,3 %1.036,3,4 %263,Subrubrieken 1a en 1bTOTAAL Begroting EOGFL-Garantie (excl. goedkeuring van de rekeningen)51.450,30.310,58,9 %60,1 %30.932,–1,2 %–622,TOTAAL Begroting EOGFL-Garantie (incl. goedkeuring van de rekeningen)51.050,30.312,59,4 %60,6 %30.932,–1,2 %–620, (*) Begrotingsjaar= 16 oktober 2005 t/m 15 oktober 2006, maar de rechtstreekse uitgaven blijven mogelijk tot 31 december 2006.

(**) Vastleggingen.

Dit hoofdstuk heeft niet uitsluitend betrekking op het EOGFL-Garantie.

Dit hoofdstuk behoort niet tot titel 05, maar maakt deel uit van het EOGFL-Garantie.

Gedifferentieerde kredieten – Dit hoofdstuk heeft niet uitsluitend betrekking op het EOGFL-Garantie.