Toelichting bij COM(2006)387 - Van de Comissie aan de Raad en het Europees Parlement - Verslagen van de lidstaten over in 2004 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijke visserijbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52006DC0387

Mededeling van de Comissie aan de Raad en het Europees Parlement - Verslagen van de lidstaten over in 2004 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijke visserijbeleid /* COM/2006/0387 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 14.7.2006


COM(2006) 387 definitief

MEDEDELING VAN DE COMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Verslagen van de lidstaten over in 2004 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijke visserijbeleid

MEDEDELING VAN DE COMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Verslagen van de lidstaten over in 2004 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijke visserijbeleid

1.

Inleiding



Om de transparantie te vergroten over de wijze waarop de lidstaten voldoen aan hun verplichting om de communautaire regels te handhaven, werden de lidstaten bij Verordening (EG) nr. 1447/1999 i verplicht ieder jaar verslag uit te brengen bij de Commissie over het aantal “ernstige” inbreuken dat werd geconstateerd, alsmede de naar aanleiding daarvan opgelegde strafmaatregelen. In deze verordening werd een lijst vastgesteld van 19 soorten overtredingen van de communautaire voorschriften die als bijzonder ernstig worden beschouwd. De lidstaten zien erop toe dat passende maatregelen worden getroffen tegen natuurlijke of rechtspersonen die de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid niet naleven i.De in deze lijst opgenomen inbreuken houden verband met de voornaamste verplichtingen op grond van de communautaire voorschriften inzake instandhouding van de visbestanden, visserijtoezicht en afzet van visserijproducten.

De procedure voor het meedelen van deze gegevens is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 2740/1999 van de Commissie i. Wanneer gegevens langs elektronische weg worden verzonden dient erop te worden gelet dat de lidstaten onderling kunnen worden vergeleken met betrekking tot de doelmatigheid van de systemen voor toezicht op de naleving. Het doel van de wetgever is het geleidelijk creëren van gelijke voorwaarden voor alle vissers zodat hun vertrouwen in de controleautoriteiten overal in de Europese Gemeenschap toeneemt, en zij de communautaire voorschriften betreffende de instandhouding van de visserijbestanden naleven.

In deze mededeling wordt verwezen naar gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid en waarvoor in 2004 een dossier werd geopend. Dit is de vijfde mededeling over dit onderwerp. De Commissie had de meest relevante gegevens over het jaar 2000 al gepubliceerd in haar mededeling van 12 november 2001 i, die over 2001 in haar mededeling van 5 december 2002 i, die over 2002 in haar mededeling van 15 december 2003 i, en die over 2003 in haar mededeling van 20 mei 2005 i.

3.

2. VERSLAGEN VAN DE LIDSTATEN OVER HET JAAR 2004


Bij Verordening nr. 2740/1999 van de Raad zijn gedetailleerde voorschriften vastgesteld voor de mededeling van de gegevens met betrekking tot ernstige inbreuken op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid. De gegevens worden langs elektronische weg ingediend zodat de diensten van de Commissie tabellen kunnen opstellen die als bijlage aan de mededeling worden gehecht. Deze tabellen moeten de meest saillante punten laten zien van de verslagen van de lidstaten.

De vermelde gegevens zijn gegevens die zijn verstrekt door de lidstaten, die de cijfers konden verifiëren voordat de mededeling door de Commissie wordt gepubliceerd.

Het is niet eenvoudig de bijeengebrachte informatie te interpreteren omdat deze hoofdzakelijk bestaat uit reeksen cijfers en sommige gegevens zouden wellicht tot op zekere hoogte misleidend kunnen zijn, zodat de Commissie de lidstaten heeft gevraagd aanvullende gegevens te verstrekken die nodig zijn om een meer gedetailleerde analyse van de cijfers te vergemakkelijken.

Met opmerkingen van de lidstaten werd rekening gehouden en er wordt expliciet verwezen naar eventuele opmerkingen indien relevant.

4.

3. AANTAL ERNSTIGE OVERTREDINGEN IN VERHOUDING TOT HET AANTAL VISSERIJVAARTUIGEN PER LIDSTAAT


Om een aantal kwantitatieve parameters te presenteren, is in de volgende tabel voor elke lidstaat het aantal vaartuigen vermeld dat op 1 januari 2005 was opgenomen in het communautaire vlootregister, alsmede het aantal ernstige inbreuken dat de betrokken lidstaat geconstateerd en gemeld heeft voor (uitsluitend) vaartuigen die zijn vlag voeren. Aan de hand van deze gegevens kan geen onderscheid worden gemaakt tussen inbreuken die zijn begaan door vissers of door andere marktdeelnemers uit de visserijsector dan vissers. De hieronder vermelde ernstige inbreuken hebben derhalve niet uitsluitend betrekking op vissers.

5.

Lidstaat Aantal vissersvaartuigen Aantal ernstige inbreuken


België

Denemarken

Duitsland

Griekenland

Estland Na

Spanje

Frankrijk

Ierland

Italië

Cyprus

Letland

Litouwen Niet beschikbaar

Malta Niet beschikbaar

Nederland

Polen

Portugal

Slovenië Niet beschikbaar

Finland

Zweden

Verenigd Koninkrijk

6.

4. AANTAL INBBREUKEN DAT WERD GECONSTATEERD IN VERGELIJKING MET HET AANTAL DOOR DE LIDSTATEN UITGEVOERDE INSPECTIES


Om de door de lidstaten verstrekte gegevens te vergelijken zou het aantal in een bepaalde periode geconstateerde inbreuken moeten worden afgezet tegen het aantal door de controleautoriteiten in diezelfde periode uitgevoerde inspecties. De lidstaten hebben de Commissie echter onvoldoende gegevens verstrekt om de diensten van de Commissie in staat te stellen een specifieke tabel op te stellen. Voorts kan de definitie van een “inspectie” naar lidstaat verschillen zodat de homogeniteit van de gegevens niet kan worden gegarandeerd.

Een aantal lidstaten heeft de Commissie het aantal in 2004 uitgevoerde inspecties meegedeeld. Belangrijke verschillen tussen de gegevens van de lidstaten doen twijfels rijzen over de juistheid van bepaalde cijfers: de verhouding tussen inbreuken die werden vastgesteld en het aantal opgegeven inspecties bleek voor Polen bijvoorbeeld 2%, terwijl dit voor Spanje 6% zou zijn, voor Cyprus 12% en voor Griekenland 65%.

5. INBREUKEN DIE WERDEN GECONSTATEERD IN HET KADER VAN DE REGIONALE VISSERIJORGANISATIES (RVO’S)

Verschillende RVO’s hebben controleregelingen ingesteld of zijn voornemens dit te doen, waarbij inbreuken worden geregistreerd. Dergelijke regelingen bestaan reeds in het kader van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO), de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) en het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT).

Verondersteld wordt dat “ernstige” inbreuken op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid die zijn begaan door vaartuigen in het kader van de hierboven vermelde RVO’s, zijn opgenomen in de gevallen die aan de Commissie worden meegedeeld voor deze mededeling.

Hierbij zij erop gewezen dat de Europese Gemeenschap elk jaar een verslag indient bij de hierboven vermelde organisaties over de door de nationale controleautoriteiten geconstateerde en aan de diensten van de Commissie meegedeelde inbreuken. De gegevens die aan de RVO’s zijn doorgegeven kunnen echter niet worden vergeleken met die welke vermeld zijn in de bijlage bij deze mededeling omdat de soorten van inbreuk niet identiek zijn.

Volgens de gegevens van de RVO’s zouden er in de NEAFC-zone in 2004 geen vermoedelijke inbreuken zijn geconstateerd voor communautaire vaartuigen. De NAFO meldde 18 klaarblijkelijke inbreuken door communautaire vaartuigen die haar waren meegedeeld door andere overeenkomstsluitende partijen, hoewel dit cijfer nog door de NAFO moet worden bevestigd.

7.

6. OPMERKINGEN OVER DE DOOR DE LIDSTATEN INGEDIENDE VERSLAGEN


De lidstaten hebben in totaal 9 660 ernstige inbreuken gemeld waarbij sprake was van gedragingen in de zin van de lijst van Verordening (EG) nr. 1447/1999 van de Raad. Er zijn dus meer inbreuken geconstateerd dan in voorgaande jaren (7 298 in 2000, 8 139 in 2001, 6 756 in 2002 en 9 502 in 2003), maar het aantal lidstaten met belangen in de visserijsector is ondertussen toegenomen met 7. Het aantal ernstige overtredingen dat werd vastgesteld door lidstaten die in 2004 zijn toegetreden, vertegenwoordigt slechts 2,7% van het totaal (258 gevallen werden gemeld door Cyprus, Estland, Letland en Polen).

Zoals reeds werd onderstreept in de eerdere mededelingen kan het aantal geconstateerde overtredingen ook inbreuken omvatten die verband houden met activiteiten in interne wateren of voor recreatieve doeleinden. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de door Spanje meegedeelde cijfers.

79,6% van de inbreuken werden geconstateerd door Spanje, Italië en Portugal. Dit zijn ook de landen met het grootste aantal vaartuigen. In 22% van de gevallen betreft het niet-toegestane visserijactiviteiten, met op de tweede plaats inbreuken die verband houden met het opslaan, verwerken, te koop aanbieden en vervoeren van visserijproducten die niet voldoen aan de handelsnormen (19%). Vissen zonder vergunning komt nu op de derde plaats (14%). Deze percentages verschillen niet veel van die voor 2003 en de meeste inbreuken die sedert 2000 zijn geconstateerd hebben betrekking op deze drie soorten gedragingen, terwijl er nauwelijks gevallen zijn (minder dan 10%) die betrekking hebben op andere soorten ernstige inbreuken van de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Het is bijvoorbeeld verbazingwekkend dat manipulatie van het satellietvolgsysteem in de gehele Europese Gemeenschap in 2004 slechts in 60 gevallen is voorgekomen.

In 82% van de inbreukprocedures is een sanctie opgelegd. In Duitsland, Estland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Cyprus, Letland en Polen is bij alle inbreuken een sanctie opgelegd. In Italië gebeurde dat ook in meer dan 90% van de gevallen. In Zweden was daarentegen slechts bij 17% van de inbreuken sprake van een sanctie. In Finland werden geen sancties opgelegd. Deze gegevens moeten echter met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt omdat niet kan worden uitgesloten dat lidstaten gevallen hebben gemeld die in de voorgaande jaren zijn ingeleid en pas in 2004 zijn afgesloten. Daarnaast kunnen zij gevallen hebben gemeld die in 2004 zijn ingeleid en afgesloten.

Bij het vergelijken van de boetes die vissers voor bepaalde inbreuken zijn opgelegd, zijn er nog steeds aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten. Bijvoorbeeld:

- voor het gebruik of aan boord houden van verboden vistuig bedroeg de gemiddelde boete EUR 108 in de ene en EUR 15 000 in de andere lidstaat hoewel slechts één geval werd gemeld;

- voor niet-toegestane visserij bedroeg de gemiddelde boete EUR 58 in de ene lidstaat en maar liefst EUR 13 788 in een andere lidstaat;

- voor het gericht vissen op of aan boord houden van verboden soorten bedroeg de gemiddelde boete slechts EUR 10 in één lidstaat maar EUR 3 334 in een andere;

- voor vervalsing van de gegevens in de controledocumenten bedroeg de gemiddelde boete EUR 48 in een lidstaat terwijl dit EUR 18 900 was in een andere.

Het gemiddelde dient tevens te worden vergeleken met de frequentie van een specifieke soort inbreuk en met de ernst van afzonderlijke gevallen. Bovendien is bij de gemelde boetes in sommige gevallen de waarde van de inbeslagneming vermeld en in andere niet, wat betekent dat vergelijkingen tussen lidstaten een vertekend beeld geven. De 19 soorten inbreuken in Verordening (EG) nr. 447/1999 zijn niet naar ernst gerangschikt.

De gemiddelde boete die door de lidstaten werd opgelegd, varieert van EUR 48 tot EUR 13 099 en de gemiddelde boete die in 2004 in de Europese Unie werd opgelegd, in de gevallen waarin een sanctie werd opgelegd, bedraagt EUR 2 272. Dit cijfer is minder dan de helft van de gemiddelde boete die in 2003 werd opgelegd (EUR 4 664). Deze neerwaartse trend is geen positief signaal. Uit de cijfers met betrekking tot de hoogte van de boetes die aan de EU-visserijsector werden opgelegd, vergeleken met de waarde van de aanvoer (zie bijlage VIII), kan de conclusie worden getrokken dat de bedragen van de boetes die sedert 2003 zijn opgelegd een dalende trend vertonen. De hoge boetes die in een beperkt aantal gevallen zijn opgelegd (tot EUR 120.000) bewijzen alleen dat de lidstaten zich in de meeste gevallen te tolerant opstellen.

Bij de beoordeling van de sancties die zijn opgelegd, moet rekening worden gehouden met twee belangrijke aspecten: in de eerste plaats is bij de gemelde boetes in sommige gevallen de waarde van de vangsten en/of het inbeslaggenomen vistuig als aanvullende sanctie vermeld, en in andere niet. Omdat de waarde van de vangsten de boete verre kan overtreffen zou dit van belangrijke invloed zijn op het gemiddelde. De diensten van de Commissie kunnen alleen nagaan of de waarde van de vangsten en het vistuig zijn meegerekend, indien de lidstaten hierover nadere gegevens verstrekken.

Wanneer een inbreuk is bestraft met de schorsing van de visvergunning of van de vergunning voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit, is het onmogelijk na te gaan of te registreren welke winstderving dit inhoudt voor de marktdeelnemer die gedwongen werd zijn beroepsactiviteit te staken. Het kan hier om aanzienlijke verliezen gaan, doch deze kunnen niet worden meegerekend.

Uit de tabellen blijkt tevens dat in 3 203 gevallen opdracht is gegeven tot inbeslagneming van vangsten of vistuig. Na de belangrijke stijgingen van het aantal gevallen in 2000 (444) tot maar liefst 4 720 gevallen in 2003, is het aantal inbeslagnemingen in 2004 weer gedaald. Lidstaten die meedeelden deze maatregel in een groot aantal gevallen te hebben toegepast zijn Griekenland, Italië, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. Duitsland, Estland, Spanje, Finland, Cyprus, Letland en Polen deelden daarentegen mee geen vanstgen of vistuig in beslag te hebben genomen.

Aan de hand van aanvullende informatie van een aantal lidstaten kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt: de procedures (zowel administratief als strafrechterlijk) die zijn gevolgd voor het bestraffen van inbreuken op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid nemen over het algemeen veel tijd in beslag. Gemiddeld duurt het 8 à 12 maanden alvorens een procedure kan worden afgesloten. Strafvervolging is over het algemeen het meest tijdrovend (België, Ierland, Nederland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Finland hanteren alleen strafvervolging).

Hoewel de diensten van de Commissie herhaaldelijk om meer informatie hebben verzocht, kregen zij slechts schaarse informatie over de vissoorten die het meest getroffen worden door ernstige inbreuken (over het algemeen vissoorten waarvoor herstelplannen of beperkende maatregelen gelden en soorten met een hoge handelswaarde), alsmede over de gebieden waar ernstige overtredingen werden begaan. Het is duidelijk dat de meeste overtredingen door de lidstaten worden geconstateerd binnen hun EEZ. De ICES-zones kunnen op dit moment nog niet nauwkeurig worden vastgesteld.

8.

7. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN EN SLOTOPMERKINGEN


Zoals toegezegd in haar eerdere mededeling is de Commissie overleg gestart met de lidstaten om na te gaan hoe de mededeling inhoudelijk kan worden verbeterd. Op 30 september 2005 organiseerde de Commissie als eerste stap een bijeenkomst van het directoraat-generaal visserij. Op deze bijeenkomst konden de deelnemers vrij debatteren over de doelstellingen van de mededeling over ernstige inbreuken en de tot dusverre bereikte resultaten. Over het algemeen was men van oordeel dat de mededeling een nuttig instrument is om na te gaan in hoeverre wordt toegezien op de naleving van de communautaire voorschriften. Wel werd geconstateerd dat de inhoud van de mededeling moet worden verbeterd, met name om te voorkomen dat de cijfers in de tabel incorrect worden geïnterpreteerd. Verder werd benadrukt dat het van belang is te verwijzen naar de context waarin de inbreuk werd begaan, zoals de omvang van het vaartuig, het soort van visserij en meer in het algemeen de economische aspecten.

Wel bleek men het er over eens dat het niet nodig is het formaat van de mededeling over 2004 te veranderen.

Andere fundamentele kwesties hebben betrekking op de lijst van gedragingen: over het algemeen is men van mening dat de soorten niet specifiek genoeg zijn, hetgeen ertoe leidt dat de lidstaten verschillende interpretaties hanteren.

Ook werd onderzocht of de eisen voor het verslag vereenvoudigd kunnen worden.

De vraagstukken die met de directeuren-generaal waren besproken, werden vervolgens onderzocht binnen een groep van deskundigen op het gebied van controle die op 8 november 2005 door de Commissie bijeen werd geroepen. De lidstaten werden hier in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen over de door de diensten van de Commissie voorbereide tabellen.

Rekening houdend met de opmerkingen van de lidstaten verbindt de Commissie zich ertoe de tekst van de mededeling te verbeteren, die zij een nuttig instrument acht met het oog op een grotere transparantie en een betere handhaving. Zij is het met de lidstaten eens dat de lijst van “ernstige overtredingen” moet worden herzien, met name met betrekking tot het opstellen van de “lijst van sancties” van artikel 25, lid 4, van Verordening nr. 2371/2002 van de Raad. De Commissie zal tevens trachten de aan de verslaglegging verbonden lasten voor de lidstaten zoveel mogelijk te beperken.

Om de inhoud van de volgende mededeling over ernstige inbreuken te verbeteren, zal de Commissie de lidstaten vragen haar een reeks gegevens te verstrekken, met name over de economische impact van de opgelegde sancties op elke overtreder, met inbegrip van de schorsing tot uitoefening van het beroep, in verhouding tot zijn omzet. Alleen aan de hand van een analyse van deze elementen kan de afschrikkende werking van een sanctie worden beoordeeld.

Verder zal de lidstaten worden gevraagd specifiek te vermelden welke gevallen betrekking hebben op inbreuken op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid of op de nationale voorschriften, die zijn begaan door beroeps- en sportvissers.

In deze mededeling wordt nogmaals onderstreept hoe moeilijk het is de cijfers in de tabellen te interpreteren zonder enige toelichting door de lidstaten, zodat de Commissie moet concluderen dat de situatie ten opzichte van vorig jaar niet echt is verbeterd.Hoewel de statistieken tonen dat meer dan 10% van het aantal vaartuigen een sanctie kreeg opgelegd, is het bedrag aan boetes dat de visserijsector als gevolg van de in 2004 opgelegde sancties moest betalen (€ 13,8 miljoen i) gelijk aan ongeveer 2 pro mille van de waarde van de aanvoer in 2003 i. Het risico van een dergelijk bedrag is dat de visserijsector de boetes die worden opgelegd voor inbreuken op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid, gaat beschouwen als gewone exploitatiekosten van een bedrijf en er geen echte stimulans is om de voorschriften na te leven.Uit een analyse van de cijfers in bijlage IV blijkt bovendien dat de meeste boetes die werden opgelegd, duidelijk een onvoldoende afschrikkende werking hadden.

De Commissie verzoekt de lidstaten derhalve hun wetgeving naar behoren aan te passen. In dit verband stelt de Commissie voor dat de autoriteiten bij het bepalen van een sanctie als algemene regel rekening houden met de waarde van de vangsten aan boord. Voorts staat het de lidstaten weliswaar vrij de procedures goed te keuren die zij het best geschikt achten, maar de Commissie wil er nogmaals op wijzen dat zij van mening is dat een administratieve sanctie zoals een visverbod of het verbod een beroepsactiviteit uit te oefenen, een zeer doeltreffend middel kan zijn om de naleving van de GVB-regels te bevorderen, aangezien deze sanctie snel kan worden toegepast. Sommige lidstaten maken nu gebruik van deze in hun wetgevingen voorheen onbekende mogelijkheid, maar het valt te betreuren dat de meeste lidstaten dit middel nog niet gebruiken, ten minste in die gevallen waarin de overtreding niet van dien aard is dat strafvervolging gerechtvaardigd is.

Lijst van tabellen

Bijlage I aantal geconstateerde gevallen, per soort inbreuk en per lidstaat;

Bijlage II aantal geconstateerde gevallen, onderverdeeld naar nationaliteit van diegene die de inbreuk heeft begaan en naar lidstaat;

Bijlage III aantal bestrafte gevallen per soort inbreuk en per lidstaat;

Bijlage IV gemiddelde boete per soort inbreuk en per lidstaat;

Bijlage V aantal inbeslagnemingen per soort inbreuk en per lidstaat;

Bijlage VI aantal schorsingen per soort inbreuk en per lidstaat;

Bijlage VII door de visserijsector in elke lidstaat betaald bedrag naar aanleiding van ernstige overtredingen.

9.

Bijlage VIII door de visserijsector in elke lidstaat betaald bedrag naar aanleiding van ernstige overtredingen en de waarde van de aanvoer in 2003 in elke lidstaat


[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

10.

Bijlage VIII DOOR DE VISSERIJSECTOR IN 2004 IN ELKE LIDSTAAT BETAALD BEDRAG NAAR AANLEIDING VAN ERNSTIGE OVERTREDINGEN EN WAARDE VAN DE AANVOER IN 2003 IN ELKE LIDSTAAT


LIDSTAAT DOOR DE VISSERIJSECTOR IN 2004 BETAALD BEDRAG WAARDE VAN DE AANVOER IN 2003 i %

BEL 2. 78.000. 0,

11.

CZE Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar


DNK 42. 390.000. 0,

DEU 29. 81.000. 0,

12.

EST Niet beschikbaar Niet beschikbaar


GRC 284. 267.000. 0,

ESP 5.084. 1.873.000. 0,

FRA 116. 823.000. 0,

IRL 44. 253.000. 0,

ITA 6.456. 1.012.000. 0,

13.

CYP 5. Niet beschikbaar Niet beschikbaar


LTU Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar

LVA 28. Niet beschikbaar Niet beschikbaar

LUX Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar

HUN Niet beschikbaar Niet beschikbaar Niet beschikbaar

MLT Niet beschikbaar Niet beschikbaar. Niet beschikbaar.

NLD 16. 313.000. 0,

14.

AUT Niet beschikbaar. Niet beschikbaar Niet beschikbaar


POL 39. Niet beschikbaar Niet beschikbaar.

PRT 269. 205.000. 0,

SVN Niet beschikbaar Niet beschikbaar. Niet beschikbaar.

SVK Niet beschikbaar Niet beschikbaar. Niet beschikbaar.

FIN Niet beschikbaar. 19.000. Niet beschikbaar.

SWE 9. 95.000. 0,

GBR 1.349. 666.000. 0,

Totaal LS 13.779. 6.075.000. 0,