Toelichting bij COM(2007)28 - Mededeling over de uitvoering van het meerjarenprogramma van de EG ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (het eContentplus-programma)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0028

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Mededeling over de uitvoering van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (het eContentplus-programma) /* COM/2007/0028 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

3.

Brussel, 29.1.2007


COM(2007) 28 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling over de uitvoering van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (het eContentplus-programma)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling over de uitvoering van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (het eContentplus-programma) (Voor de EER relevante tekst)

1.

Inleiding



Deze mededeling is opgesteld ingevolge artikel 5, lid 3, van Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (het eContentplus-programma), waarin wordt bepaald: "De Commissie legt uiterlijk medio 2006 een verslag over de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde actielijnen voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Daarin deelt de Commissie mee of de bedragen voor 2007-2008 binnen de financiële vooruitzichten blijven."

In het besluit (artikel 6) wordt het volgende financiële kader voor het programma vastgesteld:

- Voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 wordt het financieel kader vastgesteld op 149 mln EUR.

- Voor de periode tot en met 31 december 2006 wordt 55,6 mln EUR uitgetrokken (lid 1).

- Het bedrag voor de periode na 31 december 2006 wordt geacht te zijn bevestigd als het voor deze fase verenigbaar is met de geldende financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007 (lid 2).

2.

Doel


STELLINGEN VAN HET ECONTENTPLUS-PROGRAMMA

De inhoudbranche van Europa speelt een hoofdrol bij de ontwikkeling op weg naar een op informatie en kennis gebaseerde maatschappij en economie. Het eContentplus-programma zal, in het besef van de grote mogelijkheden die de reeds bestaande digitale inhoud in Europa biedt, digitale inhoud toegankelijker, bruikbaarder en beter exploiteerbaar maken. Het programma zal het creëren en verspreiden van informatie op communautair niveau vergemakkelijken. Het draagt bij aan de doelstellingen van het beleid van de Commissie die zijn aangekondigd in "i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid", met name aan de ontwikkeling van 'breedbandcommunicatie, rijke en gevarieerde inhoud en digitale diensten'.

Daartoe zijn in het programma drie specifieke gebieden van algemeen belang gekozen. Op deze gebieden is een bijzonder grote hoeveelheid gegevens beschikbaar, over het algemeen in het publieke domein vallend. Het gaat om geografische informatie, educatieve inhoud en culturele en wetenschappelijke inhoud.

Geografische of ruimtelijke informatie biedt grote mogelijkheden voor toepassingen die het dagelijks leven beïnvloeden; deze gegevens maken bijvoorbeeld navigatiesystemen mogelijk, dragen bij aan het management van openbaar vervoersystemen en maken een betere ruimtelijke ordening mogelijk. Op het gebied van ruimtelijke informatie wordt de situatie in Europa gekenmerkt door versnipperde gegevensverzamelingen en -bronnen, lacunes in de beschikbaarheid, gebrek aan harmonisatie en compatibiliteit tussen gegevensverzamelingen op uiteenlopende geografische schaalniveaus, en duplicatie van de informatieverzameling. Het programma speelt in dit opzicht een faciliterende rol, aangezien het betere voorwaarden creëert voor de toegang tot en het hergebruik en de exploitatie van het digitale materiaal, op basis waarvan het mogelijk wordt producten en diensten met een toegevoegde waarde in heel Europa op te bouwen.

Educatieve digitale inhoud is in allerlei formaten al overvloedig aanwezig op het web en in gegevenscollecties. Er zijn echter vele hindernissen die een efficiënt hergebruik van deze inhoud voor geavanceerde educatieve doeleinden belemmeren. Er is bijvoorbeeld geen samenhang bij de inzet van technologische oplossingen en het organisatorisch en pedagogisch kader is vaak niet geschikt voor de ondersteuning van meertalige en multiculturele toegang tot en gebruik van digitale inhoud voor leerdoeleinden. eContentplus zal activiteiten financieren die voor scholen, universiteiten, studenten, leraren en anderen die bij het educatieve proces betrokken zijn, de toegang tot en het gebruik van educatieve inhoud die op hun behoeften, taal en cultuur is afgestemd, gemakkelijker maken. Het zal trachten de nodige structuren en voorwaarden te creëren voor het ontstaan van pan-Europese educatieve diensten, gebaseerd op meertalige toegang en toegankelijk voor uiteenlopende educatieve en academische contexten.

Op het gebied van culturele en wetenschappelijke inhoud kan het eContentplus-programma een belangrijke bijdrage leveren aan het i2010-vlaggenschipinitiatief voor digitale bibliotheken, dat betrekking heeft op de digitalisering, de online-toegankelijkheid en de bewaring van het culturele en wetenschappelijke erfgoed van Europa. De Commissie heeft aangekondigd dat in 2010 minimaal 6 miljoen digitale objecten via één Europese ingang toegankelijk en doorzoekbaar zullen worden gemaakt. Het eContentplus-programma zal projecten cofinancieren die passen in de visie van het initiatief voor digitale bibliotheken om geïntegreerde toegang te geven tot culturele en wetenschappelijke inhoud en deze gemakkelijker online bruikbaar te maken. De projecten zullen een aanzienlijke Europese toegevoegde waarde en reikwijdte hebben en er zal aandacht besteed worden aan onderwerpen als de interoperabiliteit tussen gedigitaliseerde collecties binnen erfgoedinstellingen in Europa en meertalige toegang tot de relevante collecties.

Overeenkomstig het in het programma-besluit vermelde financiële kader verlopen de activiteiten van het programma in twee fasen. In de eerste periode van twee jaar zal een hoeveelheid gecombineerde en verrijkte collecties op grensoverschrijdend niveau worden gecreëerd. In de tweede periode van twee jaar zal deze basis moeten worden uitgebreid en gesystematiseerd en hiervoor zal een groter budget nodig zijn.

4.

3. STAND VAN ZAKEN BIJ DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA


eContentplus wordt door de Europese Commissie uitgevoerd. De lidstaten worden vertegenwoordigd via het comité van beheer voor eContentplus. De financiële steun wordt via subsidies en opdrachten verleend.

5.

3.1. Reacties op de uitnodiging tot het indienen van voorstellen in 2005


Op 10 september 2005 is een uitnodiging tot het indienen van voorstellen gepubliceerd. De respons was enorm: er zijn 238 voorstellen ontvangen (zie de bijlage). De gevraagde financiering bedroeg in totaal 370 mln EUR.

De evaluatoren hebben 28 voorstellen als uitstekend of heel goed geklasseerd. De gevraagde financiering voor deze 28 voorstellen bedroeg in totaal 49 131 000 EUR. Het beschikbare budget is 27 900 000 EUR. Er konden derhalve slechts 19 van deze voorstellen worden gefinancierd.

De voorstellen zijn beoordeeld aan de hand van de gunningscriteria 'Bijdrage tot de doelstellingen van het optreden voor de specifieke doelgebieden', 'Aanpak en werkorganisatie', 'Kwaliteit van de hulpmiddelen' en 'Meertalige en multiculturele aspecten'.

Op het gebied van geografische informatie zijn drie projecten voor financiering geselecteerd. Een van deze projecten is EuroGeoNames (EGN). Het is gericht op de ontwikkeling van een interoperabele dienst die informatie over officiële geografische namen zal koppelen tot een geïntegreerde, meertalige Europese applicatie. Het voorstel beantwoordt volledig aan de doelstellingen van het werkprogramma, aangezien het geografische informatie die zich in nationale databanken bevindt op grensoverschrijdend niveau combineert. Een krachtig consortium, waarvan de deskundigheid en ervaring hoog aangeschreven staan, heeft aangetoond dat het in staat is tot een kwalitatief hoogwaardige werkorganisatie in een meertalige en multiculturele context te komen.

Uit de reactie op de uitnodiging bleek dat er veel vraag is op het gebied van educatieve inhoud ; er zullen drie projecten worden gefinancierd. Deze voorstellen kunnen in potentie bijdragen tot de ontwikkeling van pan-Europese educatieve diensten die een meertalig en multicultureel gebruik en hergebruik van beter toegankelijke digitale inhoud voor leerdoeleinden mogelijk maken. Zo is bijvoorbeeld het CITER-project (Creation of a European History Textbook Repository) gericht op de opbouw van een digitale basis van Europese geschiedenis-leerboeken, waarbij de nadruk ligt op het secundair onderwijs. Het voorstel heeft een zeer sterke Europese dimensie, aangezien het aanzienlijke effecten kan hebben op de manier waarop geschiedenis wordt begrepen en onderwezen. Het kan ertoe bijdragen dat we opvattingen die zijn gebaseerd op nationale perspectieven overstijgen en het kan de bevordering van de Europese dimensie van gedeelde ervaringen met educatie ondersteunen. Het werkplan is goed opgezet en geeft blijk van een duidelijk inzicht in de uit te voeren werkzaamheden. Het partnerschap beschikt over uitstekende deskundigheid en hulpmiddelen. Meertalige en multiculturele aspecten nemen in dit voorstel een centrale plaats in.

Het grootste aantal voorstellen is binnengekomen op het gebied van culturele en wetenschappelijke inhoud ; er zijn acht voorstellen voor ondersteuning geselecteerd. Het project 'De Europese digitale bibliotheek' (EDL), dat ook geselecteerd is, is de ruggengraat voor de ontwikkeling van het i2010-vlaggenschipinitiatief voor digitale bibliotheken, aangezien het de infrastructuur voor samenwerking tussen Europese nationale bibliotheken uitbreidt door nieuwe partners toe te voegen en door meer bibliotheek-collecties in de bestaande portaalsite ("De Europese bibliotheek") op te nemen. EDL zal een aanzienlijke Europese uitwerking hebben, aangezien het grensoverschrijdend hergebruik van de collecties van de nationale bibliotheken zal bevorderen. Er is een uitstekend consortium dat over de vereiste deskundigheid beschikt.

Een ander voorbeeld is het DISMARC-project (DIScovering Music ARChives), dat gebruikers in staat moet stellen inzicht te krijgen in de audio-registraties van de grote Europese omroepbedrijven, archieven en instellingen die over een grote hoeveelheid Europees muziek-erfgoed beschikken. Informatie over deze registraties is momenteel vrijwel niet publiek toegankelijk. Het consortium is qua deskundigheid zeer evenwichtig samengesteld; de beheersprocessen en werkorganisatie zijn duidelijk omschreven. Het voorstel heeft een zeer sterke multiculturele dimensie.

Tevens zijn er vijf thematische netwerken voor financiering geselecteerd. Deze zullen een duidelijke rol hebben bij de bewustmaking van de voordelen van het gebruik van reeds bestaande standaarden door best practices te stimuleren; binnen deze netwerken worden vooraanstaande deskundigen op de opeenvolgende gebieden (educatieve en culturele inhoud en informatie van de publieke sector) aan elkaar gekoppeld.

Het eContentplus-programma heeft veel aandacht gekregen van de eContent-stakeholders – de overheid, culturele instellingen zoals musea, instituten, bibliotheken en de academische wereld, universiteiten en scholen, particuliere bedrijven, uitgevers, ICT-aanbieders, verenigingen en netwerken van organisaties – in heel Europa.

Deze belangstelling en betrokkenheid zal nog verder toenemen naarmate het programma wordt uitgevoerd, via de contacten tussen de Commissie en de stakeholders, de activiteiten van de ondersteunde projecten en de opbouw van de thematische netwerken waarin de verschillende stakeholders elkaar tegenkomen.

6.

3.2. Benutting van de ervaring die bij de uitnodiging tot het indienen van voorstellen in 2005 is opgedaan


De uitnodiging voor 2006 is gebaseerd op de ervaring van het jaar 2005. Gezien het beschikbare budget streven we naar een veel kleiner aantal kwalitatief zeer hoogwaardige voorstellen.

De eisen voor de voorstellen zijn op deze doelstelling afgestemd. Er is een verdere verduidelijking gegeven van wat er voor een kwalitatief hoogwaardig project nodig is: inhoud-aanbieders in het consortium opnemen, zorgen voor de beschikbaarheid van een kritische massa aan inhoud, behoeften van de gebruikers signaleren en ervoor zorgen dat de projectresultaten op grote schaal bruikbaar zijn.

Daarnaast is het werkterrein van de activiteiten gedefinieerd, waarbij de prioriteiten na de eerste evaluatie in het achterhoofd zijn gehouden. Bij educatieve inhoud ligt de nadruk op inhoud die wordt gebruikt voor rechtstreekse en afstandseducatie binnen het reguliere onderwijsstelsel; bij culturele en wetenschappelijke inhoud ligt de nadruk op de ontwikkeling van interoperabele digitale bibliotheken, waarbij verschillende soorten inhoud waarover bibliotheken, musea en archieven beschikken aan elkaar worden gekoppeld.

7.

4. FINANCIËLE VOORUITZICHTEN


Na de ondertekening van het interinstitutioneel akkoord over het nieuwe financiële kader op 17 mei heeft de Commissie haar 'herziene pakket' ingediend, waarin bestaande en voorgestelde wetgeving waar nodig wordt gewijzigd om dit akkoord uit te voeren. In dit pakket wordt voor de periode 2005-2008 voor eContentplus 149 mln EUR uitgetrokken en dit is precies het bedrag dat in de beschikking werd vastgesteld.

8.

5. CONCLUSIES


Uit de respons op de uitnodiging tot het indienen van voorstellen in 2005, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht, blijkt dat er bij stakeholders voor digitale inhoud een grote behoefte leeft waarin nog niet is voorzien.

Het bedrag dat in het programma-besluit voor de periode 2007-2008 is uitgetrokken, is nodig om de in 2005 gestarte activiteiten verder uit te bouwen en de effecten van het programma (met name op het gebied van digitale bibliotheken) volledig te verwezenlijken.

Het bedrag dat in het programma-besluit is uitgetrokken voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 – 93,4 mln EUR – is voor deze fase verenigbaar met de geldende financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007.

9.

Bijlage : Overzicht van de beoordeelde voorstellen


Doelgebied/ Activiteit Beoordeelde voorstellen i

10.

Geografische informatie


3.1.1 Bevordering van de ontsluitende infrastructuur – Gerichte projecten

3.2.2 Stimulering van verrijking van geografische inhoud – Een thematisch netwerk

11.

Educatieve inhoud


4.2.1 Stimulering van verrijking van educatieve inhoud – Projecten voor inhoudverrijking

4.2.2 Stimulering van verrijking van educatieve inhoud – Thematische netwerken

12.

Culturele en wetenschappelijke inhoud


5.1.1 Bevordering van de ontsluitende infrastructuur – Gerichte projecten

5.2.1 Stimulering van verrijking van culturele en wetenschappelijke inhoud – Projecten voor inhoudverrijking

5.2.2 Stimulering van verrijking van culturele en wetenschappelijke inhoud – Thematische netwerken

13.

Intensivering van de samenwerking tussen stakeholders bij digitale inhoud


6.1.1 Informatie van de publieke sector – Een thematisch netwerk

TOTAAL