Toelichting bij COM(2007)83 - Uitvoering van de afwijkingen van de huisvestingseisen voor biologisch gehouden dieren in gebouwen van vóór 24 augustus 1999 en vóór 24 augustus 2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0083

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzake de uitvoering van de afwijkingen van de huisvestingseisen voor biologisch gehouden dieren in gebouwen van vóór 24 augustus 1999 en vóór 24 augustus 2000 /* COM/2007/0083 def. */


NL

Brussel, 6.3.2007

COM(2007) 83 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

EN DE RAAD

inzake de uitvoering van de afwijkingen van de huisvestingseisen voor biologisch gehouden dieren in gebouwen van vóór 24 augustus 1999 en vóór 24 augustus 2000

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

EN DE RAAD

inzake de uitvoering van de afwijkingen van de huisvestingseisen voor biologisch gehouden dieren in gebouwen van vóór 24 augustus 1999 en vóór 24 augustus 2000

Inleiding



Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen moet de Commissie vóór 31 december 2006 een verslag i opstellen over de uitvoering van verschillende afwijkingen voor biologisch gehouden dieren, namelijk:

· het aanbinden van runderen in gebouwen van vóór 24 augustus 2000;

· afwijkende huisvestingseisen voor vee in gebouwen van vóór 24 augustus 1999, namelijk inzake toegang tot zwemwater voor waterpluimvee, inzake huisvestingsomstandigheden voor pluimvee, inzake de omvang van pluimveebestanden en de toegang tot een uitloop in de open lucht voor pluimvee, inzake weidegronden voor zoogdieren en inzake de omvang van de binnen- en buitenruimte van de huisvesting.

Deze afwijkingen verstrijken volgens plan op 31 december 2010. Er is geen wettelijke eis voor een herziening vóór die datum.

Om gegevens te verkrijgen voor de voorbereiding voor dit verslag, is alle lidstaten en verscheidene Europese niet-lidstaten i gevraagd twee vragenlijsten in te vullen. Twintig lidstaten en Bulgarije, Noorwegen en Zwitserland hebben op één of op beide vragenlijsten gereageerd.

Samenvatting



Een behoorlijk aantal lidstaten vinden de afschaffing, op 31 december 2010, van de afwijking volgens welke runderen mogen worden aangebonden, problematisch en vragen om een verlenging met ten minste 5 jaar. De argumenten die zijn aangevoerd hadden voornamelijk te maken met het klimaat (gebieden met lange perioden van stalling in de winter), en met geografische, structurele en economische omstandigheden.

Ondanks het huidige wijdverbreide gebruik ervan willen maar weinig lidstaten verlenging van de afwijkingen inzake toegang tot zwemwater voor waterpluimvee, inzake huisvestingsomstandigheden voor pluimvee, inzake de omvang van pluimveebestanden en inzake de toegang tot een uitloop in de open lucht voor pluimvee. Verschillende lidstaten eisen een verlenging van de afwijkingen inzake de toegang tot een uitloop in de open lucht, inzake weidegronden voor zoogdieren en inzake de omvang van de binnen- en buitenruimte.

Vragenlijst inzake de uitvoering van de afwijking inzake het aanbinden van runderen in gebouwen die reeds vóór 24 augustus 2000 bestonden (bijlage I, deel B, punt 6.1.5) i

Landen die geen gebruik maken van de afwijking: IE, EL, CY, LT, PT;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: BE, CZ, DK, DE, EE, FR, IT, LV, LU, HU, NL, AT, SI, FI, SE;

Landen die verlenging wensen: BE, DE, EE, FR, IT, LU, HU, NL, AT, PL, SI, SE, BG.

Inhoudsopgave

1.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage I, deel B, punt 6.1.5)


in de verschillende landen

Land BE CZ DK DE; EE FR IT. LV LU

absoluut aantal / percentage van alle rundveehouderijen 93 / 29,4% 62 / 10% 21 / 4% 2318 / 21%* 267 / 58% 287 / 8% (60% in berggebieden) 239 / 4,3% 1766 / GA 10 / 25%

2.

gemiddelde omvang van biologische rundveehouderijen/GVE 37, 31 (gewogen gemiddelde) 10, 65 melkkoeien / 56 rundvlees 18, 7,


percentage bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet GA i alle alle GA GA GA GA GA

gevraagd aantal jaren verlenging na ≥ onbeperkt, ook voor nieuwe stallen onbeperkt in berggebieden GG 15**

3.

Land HU NL AT PL SI FI SE BG NO CH


absoluut aantal / percentage van alle rundveehouderijen 8 / 12% 104 / 22% 9589 / 65% 749 / 22% 744 / 67,5% 33 / 12,7% 251 / 60,6%*** 1 / 16,7% 300 / 50%**** GG i

4.

gemiddelde omvang van biologische rundveehouderijen / GVE GA 22,7 runderen 5 melkkoeien 34, 50,5 melkkoeien / 25 rundvlees 50 runderen 16 melkkoeien


percentage bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet GA GA GA GA GA alle GA GA GA GA

gevraagd aantal jaren verlenging na 5 = tendens GA onbeperkt onbeperkt voor bepaalde gebieden GA onbeperkt onder bepaalde voorwaarden

* Grote regionale variatie, tot wel 50% in sommige deelstaten.

** Alleen voor oude stallen die in de dorpen liggen.

*** Gegevens van 2004.

**** Gegevens van 2005.

Waargenomen nadelige gevolgen van houderijsystemen met aanbinden van vee:

· gezondheidsproblemen met hoeven en poten (gebrek aan lichaamsbeweging): DK, EE, SI;

· problemen bij het kalveren: SI;

· vee dat te wild wordt nadat het wordt losgemaakt: SE.

Positieve effecten van houderijsystemen met aanbinden van vee:

· geen onthoorning: DE;

· minder stress voor dieren die lager in de hiërarchie staan (geen competitie bij het krijgen van voeder, rustplaatsen, enz.): DE, CH;

· intensievere observatie, waardoor preventieve maatregelen kunnen worden genomen: DE, CH, FR;

· minder problemen met de hoeven: NO.

5.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging


a) geografische beperkingen

· berggebieden: DE, AT, FR,

· gebrek aan stro in de bergen: FR;

6.

b) structurele beperkingen


· gebrek aan extra land en/of plaats binnen dorpen: LU, SI, SE,

· landschapsbescherming: DE, SE,

· meer tijd voor nieuwe lidstaten om zich verder te ontwikkelen: HU, BG;

7.

c) economische beperkingen


· aflossingsperiode voor investeringen in stallen: BE, LU,

· plattelandsontwikkelingsprogramma's 2007–2013 (landbouwers moeten zich voor minimaal 5 jaar verbinden; wanneer geen afwijkingen worden toegestaan, zouden zij eerder geneigd zijn te stoppen met de biologische landbouw): EE, SI,

· slecht ontwikkelde markten leiden ertoe dat er geringe mogelijkheden zijn om biologisch vlees met winst te verkopen en die winst in stallen te investeren: SI,

· kleine boerderijen zijn niet winstgevend genoeg om nieuwe stallen te bouwen / te investeren: IT, NL, SE, FR, PL.

8.

Andere opmerkingen


FR wil ongelimiteerde verlenging van het recht vee aan te binden gedurende maximaal 6 maanden per jaar, ook in nieuwe gebouwen, onder bepaalde voorwaarden ten aanzien van de toegang tot ruimte voor lichaamsbeweging.

PT is gekant tegen verdere afwijkingen.

9.

Vragenlijst inzake de uitvoering van de afwijking inzake het aanbinden van runderen in gebouwen die reeds vóór 24 augustus 1999 bestonden


Zoogdieren / beperkte toegang tot uitlopen in de open lucht en voor herbivoren tot weidegrond (bijlage I, deel B, punt 8.3.1) i

Landen die geen gebruik maken van de afwijking: CZ, EL, IE, CY, LV, LT, SE, BE, FR, PL, PT, BG, NO;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: DK, LU, HU, NL, AT, SI, EE, IT;

Landen die verlenging wensen: LU, HU, SI, FI, AT i, PL, IT.

10.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage I, deel B, punt 8.3.1)


in de verschillende landen

Land DK EE IT LU HU NL AT PL SI FI

absoluut aantal / percentage bedrijven GG 267 / 58% 40 / 0,7% 9 / 19% 5 / 3% 43 / 7% 5893 / ~35% 190 / 6% 697 / 43,5% 67 / 17%

aantal / percentage van deze bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet alle 50% 5- GG GG 50% alle

gevraagd aantal jaren verlenging GA* 15** GG ≥

* bedrijven in berggebieden zullen niet aan de eisen kunnen voldoen,

** alleen voor oude stallen die in de dorpen liggen.

Genoemde nadelige effecten: geen.

11.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging


a) geografische beperkingen

· berggebieden: IT, AT;

· gebrek aan extra land: LU en PL (bedrijven in dorpen).

12.

b) structurele beperkingen


· het soort bedrijven: SI (alleen kleine), EE;

· meer tijd voor nieuwe lidstaten, aangezien juist landbouwbedrijven met oude stallen omschakelen: HU.

13.

Andere opmerkingen


NL: landbouwers wachten met investeringsbeslissingen totdat er meer duidelijkheid is over de marktsituatie in 2010.

IT: alleen runderen.

14.

Waterpluimvee / toegang tot zwemwater (bijlage I, deel B, punt 8.4.2)


Landen die geen gebruik maken van de afwijking: BE, CZ, DK, EL, EE, IE, IT, CY, LT, LU, LV, HU, NL, PT, SE, SI, FI, BG, NO;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: AT, FR, PL;

Landen die verlenging wensen: AT7, PL.

15.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage I, deel B, punt 8.4.2)


in de verschillende landen

Land FR PL AT

absoluut aantal / percentage bedrijven 100 / GG GG / 80% 49 / GG

16.

percentage bedrijven dat eind 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet GG GG GG


gevraagd aantal jaren verlenging GA onbepaalde periode GG

Genoemde nadelige effecten: FR – gezondheidsproblemen: volgens nationaal veterinair advies garandeert alleen de toegang tot stromend (dus niet stilstaand) water dat vogels geen ziekten oplopen.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging: AT – gebrek aan praktische oplossingen.

17.

Pluimvee / huisvestingseisen, omvang bestanden en eenheden (bijlage I, deel B, punt 8.4.3)


Landen die geen gebruik maken van de afwijking: BE, CZ, EE, EL, IE, CY, LT, LU, LV, HU, PL, PT, NO;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking:

· wat betreft huisvestingseisen: NL, AT, SI, FI, FR, IT, BG,

· wat betreft omvang bestand en eenheid: AT, SE, FI, FR, DK, BG;

Landen die verlenging wensen: AT7.

18.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage I, deel B, punt 8.4.3)


in de verschillende landen

Land DK FR IT. NL AT SI FI SE BG

huisvestingseisen: absoluut aantal / percentage bedrijven 140 / 21,5% 1 / 0,6% 5 / 3% 660 / ~7,5% 281 / 62,8% 17 / 33% 2 / 18%

omvang bestand: absoluut aantal / percentage bedrijven GA 163 / 25% GG 2 / 4% 21 / 18,9%* 2**

19.

omvang eenheid: absoluut aantal / percentage bedrijven


percentage van deze bedrijven dat eind 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet GA alle alle alle alle GG GA theoretisch 100% GG

20.

gevraagd aantal jaren verlenging GA GG GG GA (0) zie opmerking


* 21 bedrijven met meer dan 3 000 leghennen in één gebouw, dat betekent 55% van de biologisch gehouden leghennen in SE.** uitsluitend kuikens en leghennen. Verwijst naar 2 bedrijven die nog aan het omschakelen zijn; nog geen informatie over hun situatie.

Genoemde nadelige effecten: geen.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging: geen.

21.

Andere opmerkingen


NL, FI: alleen gebruikt voor het aantal openingen om naar binnen en naar buiten te gaan.

SE: alleen voor leghennen. Vraagt niet om verlenging, maar om afschaffing beperking aantal vogels in een gebouw.

DK alleen voor leghennen.

22.

Pluimvee / toegang tot uitlopen in de open lucht (bijlage I, deel B, punt 8.4.5)


Landen die geen gebruik maken van de afwijking: FR, IT, EE, NL, IE, LU, SE, SI, LV, HU, FI, BE, EL, CY, CZ, DK, LT, PL, PT, NO;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: HU, BG;

Landen die verlenging wensen: AT7.

23.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage I, deel B, punt 8.4.5)


in de verschillende landen

Land AT BG

absoluut aantal / percentage bedrijven dat van de afwijking gebruikmaakt 125 / 1,4% 2 / 18%

24.

percentage bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet GG


gevraagd aantal jaren verlenging GA GA

Genoemde nadelige effecten: geen.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging: geen.

25.

Andere opmerkingen


NO: voedsel en water buiten niet toegestaan (naar aanleiding van de beperkingen in verband met de vogelgriep).

BG verwijst naar 2 bedrijven die nog aan het omschakelen zijn; nog geen informatie over hun situatie.

26.

Zoogdieren / beperkte ruimte binnen en buiten (bijlage VIII, punt 1)


Landen die geen gebruik maken van de afwijking: IE, LU, EL, LT, BE, CY, PL, PT;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: FR, IT, EE, NL, AT, SE, SI, LV, HU, FI, CZ, DK, BG, NO;

Landen die verlenging wensen: EE, LV, HU, AT7, FR, IT, NO.

27.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage VIII, punt 1)


in de verschillende landen

Land CZ DK EE FR IT LV HU NL AT SI FI SE BG NO

absoluut aantal / percentage rundveehouderijen 62 / 10% GG 24 / 5% 176 / 4,9% 187 / 3,4% 185 / 11% zie hieronder 6 / 1% 129 / 0,9% 337 / 29,8% 77 / 25% GG 1 / 16,7% GG

absoluut aantal / percentage schapenhouderijen 101 / 4,5% zie hieronder 17 / 0,6% 104 / 5% 12 / 17% GG GG

absoluut aantal / percentage geitenhouderijen 70 / 14% 4 / 5% zie hieronder 2 / 3% 8 / 7% 1 / 14% GG GG

absoluut aantal / percentage varkenshouderijen 3 (vrije uitloop) / 1,3% 3 / 1% zie hieronder 18 / 20% 185 / 3,5% 114 / 24,7% 2 / 12% GG 2 / 25% GG

absoluut aantal / percentage paardenhouderijen 5 / 1,2% zie hieronder 4 / GG 19 / 12,1% GG GG

percentage bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet alle alle 50% runderen: GG varkens: alle runderen: 59% overige: 70% 50% ≤ 50% bijna alle GG runderen: 50% varkens: 5% overige: de meeste alle alle runderen: 1 varkens: GG

gevraagd aantal jaren verlenging onbeperkt onbeperkt in berggebieden ≥ GA GG 7 voor runderen 5 voor schapen

Genoemde nadelige effecten: geen.

28.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging


a) geografische beperkingen

· berggebieden: IT;

29.

b) structurele beperkingen


· meer tijd voor nieuwe lidstaten, aangezien juist landbouwbedrijven met oude stallen omschakelen: HU;

30.

c) economische beperkingen


· plattelandsontwikkelingsprogramma's 2007–2013 (landbouwers moeten zich voor minimaal 5 jaar verbinden; wanneer geen afwijkingen worden toegestaan, zouden zij eerder geneigd zijn te stoppen met de biologische landbouw): EE, LV, SI,

· kleine boerderijen zijn niet winstgevend genoeg om nieuwe stallen te bouwen / te investeren: IT.

31.

Andere opmerkingen


FR vraagt om het onbeperkt aanbinden van runderen zonder voorafgaande toestemming en met een oppervlakte van 10,5 m2 = som van binnen- en buitenruimte.

HU: oude vragenlijst (non-paper) gebruikt, differentiëren niet naar diersoort: 150/12 (8%);

NO: de algemene afwijking voor gebouwen die vóór 24 augustus 1999 zijn gebouwd is alleen van toepassing op de binnenruimte. Er worden aanzienlijke problemen verwacht met schapen- en sommige geitenhouderijen. Wil de afwijkingen voor runderen harmoniseren met hun nationale verbod met ingang van 2024 en met de daaraan voorafgaande landbouwsteun.

BG verwijst naar 2 bedrijven die nog aan het omschakelen zijn; nog geen informatie over hun situatie.

32.

Pluimvee / beperkte ruimte binnen en buiten (bijlage VIII, punt 2)


Landen die geen gebruik maken van de afwijking: IT, EE, IE, LU, SI, EL, CY, LT, CZ, DK, BE, PL, PT;

Landen die op dit moment gebruik maken van de afwijking: FR, NL, AT, SE, HU, FI, NO, BG;

Landen die verlenging wensen: AT7, FI.

33.

Overzicht van het huidige gebruik van de afwijking (bijlage VIII, punt 2)


in de verschillende landen

Land FR HU NL AT FI SE BG NO

absoluut aantal / percentage kippenhouderijen 41 / 10% 1 / 8% 4 / 50% GA GG 2 / 18% GG

absoluut aantal / percentage leghenhouderijen 149 / 22,9% 3 / 16% 16 / 30% GG GA GG

34.

percentage bedrijven dat in 2010 naar verwachting aan de eisen voldoet alle alle alle GG binnen: alle buiten: GG alle GA alle


Gevraagd aantal jaren verlenging GG GA GG

Genoemde nadelige effecten: FR – enkele gevallen van pikken en kannibalisme bij leghennen.

Gebruikte argumenten voor het verzoek om verlenging: geen.

35.

Andere opmerkingen


NL vindt dat de buitenruimte boven de 1 m2 het dierenwelzijn niet ten goede komt, maar wel de kwaliteit van de ruimte (planten voor beschutting); het afgebakende gebied zou verbonden moeten worden met dat van jonge hennen.

FI vindt 4 m2 buitenruimte veel te veel.

BG verwijst naar 2 bedrijven die nog aan het omschakelen zijn; nog geen informatie over hun situatie.

--------------------------------------------------