Toelichting bij COM(2007)511 - Dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0511


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

1.

Brussel, 11.9.2007


COM(2007) 511 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie

{SEC(2007) 1138}{SEC(2007) 1139}

2.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


betreffende de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie

Inleiding



Europa heeft te maken met complexe veiligheidsdreigingen, die vele facetten hebben en onderling verband houden. De gevolgen ervan zijn steeds vaker transnationaal, zodat de interne en externe veiligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn i. Zonder hulp van andere landen kan geen enkele lidstaat de veiligheid waarborgen. Bijna negen op de tien EU-burgers zijn dan ook van mening dat veiligheidsvraagstukken niet alleen op nationaal niveau aandacht moeten krijgen, maar ook op EU-niveau i. In dit verband is het een van Europa’s hoofddoelen om zijn waarden als open samenleving en zijn openbare vrijheden te behouden en tegelijkertijd de toegenomen veiligheidsdreigingen het hoofd te bieden. Maar Europa moet ook zijn economie en zijn concurrentiekracht beschermen tegen de toenemende dreiging van ontwrichting van zijn belangrijkste economische infrastructuren, waaronder industriële complexen en vervoers-, energie- en informatienetwerken.

Om in Europa een efficiënt veiligheidsbeleid te kunnen voeren, is een uitgebreide reeks instrumenten vereist waarbij aspecten van wetshandhaving en inlichtingen, alsmede gerechtelijke, economische, financiële en technologische aspecten aan bod moeten komen. In een voortdurend veranderende wereld, waarin technologie een steeds belangrijkere plaats inneemt, is het praktisch onmogelijk om de veiligheid te waarborgen zonder gebruik te maken van kennis en technologie. Veiligheidsonderzoek en innovatie kunnen leiden tot praktische maatregelen en oplossingen waarmee de uitvoering van het beleid wordt ondersteund. Nieuwe beveiligingsoplossingen moeten het mogelijk maken veiligheid van onze burgers te vergroten zonder dat zij in hun dagelijks leven onnodig extra hinder ondervinden.

Technologie vereenvoudigt de opsporing van de handel in gevaarlijke stoffen. Ook bij grenscontroles kan technologie een belangrijke rol spelen, aangezien hiermee voorkomen kan worden dat illegale immigranten, mensenhandelaars, drugshandelaars en terroristen profiteren van de opheffing van de binnengrenzen in het Schengengebied. Met innovatieve en geavanceerde oplossingen en systemen, zoals de opname van biometrische identificatiemiddelen in visa’s, paspoorten, verblijfsvergunningen en andere documenten, kan fraude met legitimatiebewijzen worden bestreden.

De Commissie heeft aanzienlijk meer middelen uitgetrokken voor veiligheidsonderzoek en innovatie. Het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling van de EU (KP7) bevat een uitgebreid veiligheidsthema waarmee beoogd wordt de nodige technologie te ontwikkelen om burgers te beschermen tegen dreigingen als terrorisme en criminaliteit, natuurrampen en industriële ongevallen, met eerbiediging van de fundamentele mensenrechten en met inachtneming van maatschappelijke aspecten. Het zal ook bijdragen tot de structurering en coördinatie van de Europese en nationale onderzoeksinspanningen. Het financiële kaderprogramma betreffende “Veiligheid en bescherming van de vrijheden” op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid betreft operationele samenwerking en beleidsgerichte studies op het gebied van preventie en bestrijding van misdaad en terrorisme. Overheidsinvesteringen zijn essentieel voor de veiligheidssector. De eindgebruikers van veiligheidstoepassingen en -technologieën zijn vaak overheidsorganisaties. De publieke sector moet in het algemeen actiever betrokken worden bij de ontwikkeling van een gestructureerde en efficiënte veiligheidsmarkt.

Ook voor de particuliere sector is een belangrijke rol weggelegd, want de ontwikkeling van de nodige beveiligingscapaciteiten vereist een sterke en concurrerende bedrijfstak, die op zijn beurt afhankelijk is van het peilen van de behoeften van de afnemers waarvoor nieuwe producten, systemen en diensten worden ontwikkeld. Om een dergelijke concurrerende bedrijfstak te kunnen ontwikkelen en aan de veiligheidsbehoeften van burgers te kunnen voldoen, moeten eerst een aantal sectoroverschrijdende beleidsvraagstukken worden opgelost. Onder meer moeten gemeenschappelijke normen worden ontwikkeld zodat de systemen beter kunnen samenwerken en beter op elkaar aansluiten. Voorts moeten optimale werkwijzen op het gebied van inkoopprocessen worden uitgewisseld en moet er over mogelijke verbeteringen worden nagedacht. De Europese en nationale programma’s voor veiligheidsonderzoek moeten worden gecoördineerd en de inschakeling van het midden- en kleinbedrijf in de toeleveringsketen moet worden bevorderd. En tot slot zijn betrokkenheid van de eindgebruikers en een internationale samenwerkingsstrategie noodzakelijk.

Om een doeltreffende strategie voor veiligheidsonderzoek te kunnen ontwikkelen en toepassen, is medewerking van alle belanghebbenden in de particuliere en publieke sector op nationaal en Europees niveau vereist.

Daarom heeft de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie de volgende specifieke beleidsdoelstellingen:

- alle belanghebbenden bijeenbrengen om sectoroverschrijdende vraagstukken van gemeenschappelijk belang te bespreken, de beoordeling van hun uiteenlopende capaciteiten en middelen te vergemakkelijken, mogelijke synergieën op te sporen, of gezamenlijk programma’s op te stellen;

- voorstellen verzamelen voor een strategische agenda voor veiligheidsonderzoek en innovatie, met actieve deelname van nationale en Europese belanghebbenden, waarin een gemeenschappelijk en helder standpunt over de behoeften en prioriteiten op het gebied van Europees veiligheidsonderzoek wordt ingenomen;

- ideeën, meningen en optimale werkwijzen uitwisselen om de bestaande capaciteiten beter te benutten en het gebruik van technologie voor veiligheidsdoeleinden te verbeteren, bijvoorbeeld door in de huidige financiële programmeringsperiode de verschillende financieringsinstrumenten optimaal te benutten.

De Commissie verwacht dat de oprichting van een forum voor de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie in de EU het belangrijkste instrument zal zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken. Dit forum, het Europees Forum voor onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid (ESRIF), moet voortbouwen op het werk van de Groep van Prominenten i en de Europese Adviesraad voor veiligheidsonderzoek (EAVO) i.

Deze mededeling is bedoeld om de beginselen van een Europese agenda voor veiligheidsonderzoek uiteen te zetten en te wijzen op het belang van een goede dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over Europees veiligheidsonderzoek en innovatie . Hiermee wordt beoogd een basis te leggen voor wederzijds vertrouwen en de weg te bereiden voor een hechtere integratie van communautaire initiatieven op het gebied van veiligheid.

3.

1. NOODZAAK VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK EN HELDER STANDPUNT OVER DE BEHOEFTEN EN PRIORITEITEN OP HET GEBIED VAN EUROPEES VEILIGHEIDSONDERZOEK


De Europese Unie heeft in twee kaderprogramma’s i met een looptijd van zeven jaar aandacht besteed aan de behoefte aan meer veiligheidsonderzoek. Voor de periode 2007-2013 is hiervoor in totaal 2,135 miljard euro uitgetrokken. Het betreft KP7, waarin een veiligheidsthema is opgenomen, en het EU-kaderprogramma Veiligheid en bescherming van de vrijheden. Er wordt gestreefd naar een samenhangende aanpak tussen deze twee programma’s, zodat uitwisselingen tussen verschillende soorten onderzoeksactiviteiten plaatsvinden. Momenteel kunnen twee soorten veiligheidsactiviteiten worden onderscheiden.

Het veiligheidsthema van KP7, met een budget van 1,4 miljard euro, is gericht op de ontwikkeling van technologieën om de benodigde capaciteiten voor bescherming tegen terrorisme en misdaad, grenscontrole, bescherming van cruciale infrastructuur en crisismanagement op te bouwen. Het veiligheidsthema is gebaseerd op de aanbevelingen van de Groep van Prominenten i en de Europese Adviesraad voor veiligheidsonderzoek (EAVO) i. Bij de oprichting van de EAVO werd al uitgegaan van het idee van een dialoog tussen overheid en bedrijfsleven en de eindgebruikers hebben al een rol gespeeld. De EAVO heeft geholpen bij de opstelling van de onderzoeksactiviteiten in het kader van KP7. Het veiligheidsthema vormt een vervolg op de driejarige voorbereidende actie op het gebied van veiligheidsonderzoek (PASR) die de Commissie in 2004 is gestart, met een totaal budget van 45 miljoen euro.

Ook binnen het thematische gebied informatie- en communicatietechnologieën van het kaderprogramma vindt belangrijk veiligheidsonderzoek plaats. In KP6 werd 150 miljoen euro besteed aan onderzoek naar ICT-veiligheid en voor de eerste twee jaren van KP7 is hiervoor al 90 miljoen euro gereserveerd.

De activiteiten in verband met veiligheid zijn nu opgenomen in het kaderprogramma Veiligheid en bescherming van de vrijheden , dat twee specifieke programma’s omvat:

- Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013

en

- Preventie en de bestrijding van criminaliteit.

Voor de periode 2007-2013 is voor deze programma’s 745 miljoen euro uitgetrokken.

In het kader van de voor het veiligheidsbeleid beschikbare financieringsinstrumenten zijn beleidsgerichte kortetermijnstudies uitgevoerd. Ook het AGIS-programma, dat van 2003 tot eind 2006 liep en een begroting van 59 miljoen euro had, heeft hiertoe bijgedragen. Het ondersteunde de samenwerking tussen wetshandhavingsinstanties, justitie en beroepsbeoefenaars uit de EU-lidstaten en de kandidaat-lidstaten op het gebied van misdaad en misdaadbestrijding.

- Internationale samenwerking

Het Europese veiligheidsonderzoek vindt plaats in een mondiale context, wat betekent dat Europa open moet staan voor een dialoog met derde landen over veiligheidsonderzoek en innovatie.

KP7 streeft naar een grotere betrokkenheid van onderzoekers en onderzoeksinstellingen uit alle partnerlanden voor internationale samenwerking en geïndustrialiseerde landen, waarbij bepaalde beperkingen gelden in verband met vertrouwelijkheid.

Bovendien kunnen rechtspersonen uit de geassocieerde landen met dezelfde rechten en plichten als deelnemers uit de lidstaten aan het veiligheidsonderzoek in het kader van KP7 deelnemen i.

Door de deelname van derde landen worden afwijkende standpunten ingebracht en wordt gezorgd voor samenhang tussen de gemeenschappelijke agenda voor veiligheidsonderzoek en innovatie en het veiligheidsonderzoek in andere delen van de wereld.

Door de inwerkingtreding van de twee EU-kaderprogramma’s zijn aanzienlijk meer middelen voor veiligheid en veiligheidsonderzoek beschikbaar en worden de samenwerking en de synergieën versterkt.

4.

2. VEILIGHEIDSONDERZOEK TER BEVORDERING VAN EEN RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID IN DE EU


De preventie en opsporing van veiligheidsdreigingen voor het grondgebied, de bevolking en de cruciale infrastructuur van de EU, alsmede het daarop reageren en het overwinnen van de gevolgen ervan, vormen een van de hoofddoelstellingen van het veiligheidsbeleid van de EU. De EU verricht een aantal activiteiten in verband met veiligheid op verschillende beleidsterreinen, zoals justitie, vrijheid en veiligheid, onderzoek, vervoer en energie, informatiemaatschappij, milieu, gezondheid en consumentenbescherming en buitenlandse betrekkingen. De EU beschermt het recht op veiligheid van de EU-burgers, maar bevordert en beschermt tegelijkertijd de vrijheid om in de hele EU te werken en reizen, de rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting en vergadering, het recht op privacy en gegevensbescherming en het recht op een eerlijke behandeling. Met veiligheidsonderzoek kan zowel de veiligheid worden vergroot als de gegevensbescherming worden verbeterd. Een dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek kan met name nuttig zijn op de volgende gebieden:

- Betere beveiliging van infrastructuren en nutsvoorzieningen

Cruciale infrastructuur en nutssystemen moeten worden beschermd tegen beschadiging, vernietiging of verstoring door terreurdaden, natuurrampen, nalatigheid, ongevallen of computerinbraak, criminele activiteiten en kwaadwillig gedrag. Hiervoor moeten doeltreffende technologische oplossingen worden ontwikkeld. Op 12 december 2006 heeft de Europese Commissie een mededeling over een Europees programma voor de bescherming van de kritieke infrastructuur (EPCIP) goedgekeurd i en een voorstel gedaan voor een richtlijn inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur.

- Georganiseerde misdaad en terrorisme

Er moeten veilige middelen voor de uitwisseling van informatie en geld worden ontwikkeld teneinde terroristische en georganiseerde criminele activiteiten te kunnen opsporen en volgen. Het gaat hierbij onder meer om veilige communicatie en controle van informatie-infrastructuren, waaronder internet. Wat betreft terroristische wapens hebben de detectie, opsporing, tracering, identificatie en neutralisatie van chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen en explosieven, alsmede radiofrequentiewapens de hoogste prioriteit. De overheid en het bedrijfsleven moeten de beveiliging van legaal gefabriceerde explosieven verbeteren en voorkomen dat terroristen geïmproviseerde explosieven kunnen gebruiken. De Commissie zal binnenkort een EU-actieplan voor de veiligheid en beveiliging van explosieven en detonators goedkeuren.

- Veiligheid en samenleving

Technologie speelt een belangrijke rol bij het voorkomen, beheersen en beperken van en reageren op potentiële veiligheidsdreigingen voor de Europese samenlevingen. Maar technologie werkt alleen in combinatie met een goede organisatie en menselijk optreden. Daarom is in aansluiting op technologisch onderzoek ook onderzoek naar politieke, sociale en menselijke vraagstukken nodig.

Gegevensverwerkingssystemen worden ontworpen om burgers ten dienste te staan. Zij moeten de fundamentele rechten en vrijheden, en met name het recht op privacy, van personen, ongeacht hun nationaliteit of verblijfplaats, eerbiedigen en de economische en sociale vooruitgang, de ontwikkeling van het handelsverkeer en het welzijn van individuen bevorderen. Toekomstige technologische ontwikkelingen moeten ertoe bijdragen dat persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer beter worden beschermd en middelen voor transparante en verdedigbare wetshandhaving bieden. Daarom moet in de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven worden gekeken op welke wijze technologie kan bijdragen tot een betere bescherming van de persoonlijke levenssfeer i.

- Intelligent toezicht en betere grenscontrole

In het kader van het geïntegreerde grensbeheer moeten de grenzen beter worden beveiligd en tegelijkertijd het legale handels- en personenverkeer worden gewaarborgd. Hiermee worden het Schengensysteem en het werk van de nationale autoriteiten en het Europees Buitengrenzenagentschap Frontex ondersteund. De inspanningen om de informatiebeheersystemen beter op elkaar af te stemmen alsook op het gebied van interoperabiliteit, opleiding en verbreiding van optimale werkwijzen, moeten worden voortgezet. Hierbij zijn de dwarsverbanden met normalisatie en wet- en regelgeving, en de bijbehorende tests, beoordelingen en certificeringen, essentieel. Om illegale immigratie tegen te gaan, moeten innovatieve, betrouwbare en flexibele oplossingen worden ontwikkeld waarmee illegaal personenverkeer kan worden opgespoord zonder de overgrote meerderheid van legitieme reizigers en voertuigen onnodig te hinderen.

In verband met de handel in drugs, wapens en verboden stoffen wordt beoogd netwerken te ontmantelen en de traceerbaarheid, de beveiliging van de goederentoeleveringsketens en de normalisatie van logistieke netwerken te verbeteren en goedkopere, betere oplossingen te ontwikkelen en te zoeken naar mogelijkheden om de kosten per eenheid en de screeningtijden te verminderen.

Met de bestaande technologie worden bepaalde delen van de buitengrenzen, zoals kustgebieden, minder goed beveiligd en kunnen kleine vaartuigen, die onder meer voor drugs- en mensensmokkel naar het Schengengebied worden gebruikt, niet worden opgespoord en gevolgd. Het onderzoek en de technologische ontwikkeling moeten zich concentreren op technologische toezichtmiddelen (zoals onbemande vliegtuigen (UAV’s) en satellieten).

- Herstel van de veiligheid in crisissituaties

Er moeten nieuwe, innovatieve en betaalbare middelen komen om de overheden, nooddiensten en samenlevingen beter voor te bereiden op onverwachte rampen. Ook moet geprobeerd worden de bestaande hulpmiddelen, infrastructuren, procedures en organisatorische kaders te verbeteren om in crisissituaties efficiënter te kunnen optreden en doeltreffender de veiligheid te kunnen herstellen.

5.

3. CONCURRENTIEKRACHT VAN HET EUROPESE BEDRIJFSLEVEN OP HET GEBIED VAN VEILIGHEIDSONDERZOEK


De veiligheidsmarkt is een complexe en heterogene markt, die zowel burger- als defensietoepassingen omvat. In vele bedrijfstakken, waaronder vervoer, energie, milieu, informatiemaatschappij, telecommunicatie en volksgezondheid, worden beveiligingstechnologieën en -oplossingen ontwikkeld die onlosmakelijk met de bedrijfstak verbonden zijn. Daarom kan ook het midden- en kleinbedrijf een plaats verwerven op de opkomende veiligheidsmarkt.

Ook de beveiligingstechnologieën en -oplossingen zijn zeer divers en betreffen onder meer positiebepaling, authentificatie, identificatie, risicobeoordeling en situatiebewustzijn. Een doeltreffend industriebeleid ter ondersteuning van de veiligheidsmarkt moet gericht zijn op regelgeving, normalisatie, toegang tot durfkapitaal en een coherente onderzoeksstrategie en langetermijnfinanciering.

Normalisatie, onder naleving van de desbetreffende mededingingsregels i, is een doeltreffend hulpmiddel gebleken voor een samenhangende en doeltreffende toepassing van de Europese wetgeving op uiteenlopende beleidsterreinen.

Normen zijn nuttig voor alle belanghebbenden, waaronder ook de publieke sector als aankoper van goederen en diensten, aangezien zij zorgen voor interoperabiliteit en duurzaamheid, wat in het belang is van de eindgebruikers. Als hulpmiddel bij de aankoop zijn normen essentieel om een Europese en internationale veiligheidsmarkt tot stand te brengen.

De Europese normalisatieorganisatie CEN heeft een werkgroep voor de bescherming en veiligheid van de burger ingesteld (BT/WG161), die zich vooral richt op:

- coördinatie van de normalisatiewerkzaamheden op dit gebied, met name met de ISO;

- mogelijke nieuwe normalisatiewerkzaamheden;

- beantwoording van vragen van belanghebbenden, met name van de EU-instellingen.

Het Europees Forum voor onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid (ESRIF) kan helpen bij de vaststelling van Europese normalisatieprioriteiten, waarbij erop gelet wordt dat de normen ook voor het midden- en kleinbedrijf toegankelijk moeten zijn. Het ESRIF moet ook de volledige toeleveringsketen voor civiele beveiligingstechnologie in kaart brengen, de economie van de veiligheid analyseren en initiatieven bevorderen waarmee kwantificeerbare doelstellingen worden onderzocht en vastgesteld.

Met een gebruikersgerichte gezamenlijke agenda voor veiligheidsonderzoek waaraan alle Europese aanbieders en afnemers in de particuliere en publieke sector meewerken, worden kansen voor meer coherente onderzoeksprogramma’s en financiering gecreëerd, wat de innovatie ten goede moet komen. Bovendien moet deze agenda ertoe leiden dat de particuliere sector in de strategische onderzoeksprioriteiten investeert, en zo aansluit bij de overheidsinvesteringen. Dit strookt bovendien met de algemene doelstelling om een echte Europese Onderzoeksruimte tot stand te brengen, met name door de coherentie tussen de investeringen in onderzoek en ontwikkeling op nationaal, regionaal en Europees niveau te vergroten i. Uiteindelijk zal hiermee de veiligheidsmarkt in de EU en de concurrentiekracht van het bedrijfsleven en andere technologie- en oplossingenaanbieders worden versterkt.

Een sterkere en meer coherente veiligheidsmarkt zal de groei bevorderen en het Lissabonproces ondersteunen.

6.

4. NOODZAAK OM PUBLIEKE EN PARTICULIERE BELANGHEBBENDEN BIJ VEILIGHEIDSONDERZOEK TE BETREKKEN


Op dit gebied moeten een aantal aspecten worden behandeld:

- de dialoog tussen aanbieders en afnemers van beveilingstechnologieën en - oplossingen moet worden verbeterd om een gemeenschappelijk en helder standpunt over de behoeften en prioriteiten op het gebied van Europees veiligheidsonderzoek te bepalen;

- de middelen voor veiligheidsonderzoek zijn verspreid over Europees, nationaal en regionaal niveau, en over publieke en particuliere belanghebbenden . Met goede coördinatie kan de bestaande capaciteit optimaal worden gebruikt en de uitwisseling van informatie worden verbeterd, zodat dubbel werk wordt voorkomen en de samenwerking wordt vergroot, bijvoorbeeld op grensoverschrijdende terreinen als de veiligheid van luchthavens en de opsporing van vloeibare explosieven;

- de internationale samenwerking op bepaalde gebieden moet worden verbeterd;

- er moet worden samengewerkt met Europese instanties, zoals Europol, Frontex en het Europees Defensieagentschap, en met internationale organisaties (bv. UNICRI);

- de synergieën tussen de verschillende aspecten van de Europese veiligheid (beleid, uitvoering, normalisatie, onderzoek en andere gerelateerde activiteiten) moeten op Europees en nationaal niveau worden vergroot;

- de eindgebruikers worden soms pas in een laat stadium bij onderzoeksprojecten betrokken. Het onderzoek moet multidisciplinair zijn en de eindgebruikers en leveranciers moeten er vanaf het begin bij worden betrokken;

- onderzoeksresultaten moeten beter worden verspreid en benut;

- de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kwaliteitsonderzoek op EU-niveau moeten worden verbeterd;

- veiligheidsonderzoek leidt tot de ontwikkeling van nieuwe systemen en processen. De toepassing hiervan moet worden bevorderd door de Europese normalisatie-instanties zo nodig een mandaat te geven om Europese normen te ontwikkelen;

- deze doelstellingen moeten duidelijk worden vastgelegd in een routekaart en veel steun en aandacht van de politiek krijgen.

Door gebruik te maken van bestaande databanken zoals de Informatiedienst voor communautair onderzoek en ontwikkeling CORDIS (cordis.europa.eu) kan snel steun worden verkregen voor de doelstellingen van het ESRIF voor uitwisseling van ideeën en verspreiding van informatie en onderzoeksresultaten.

Het veiligheidsonderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren aan de agenda voor groei en werkgelegenheid, omdat de Europese industrie de kans krijgt een belangrijke positie op de wereldmarkt voor veiligheid te verwerven.

Er moet overleg tussen aanbieders en afnemers van technologie en oplossingen, de EU-instellingen en de lidstaten plaatsvinden om een aantal specifieke vraagstukken en problemen op het gebied van veiligheidsonderzoek op te lossen.

7.

5. BUNDELING VAN KRACHTEN: OPRICHTING VAN HET EUROPEES FORUM VOOR ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID (ESRIF)


8.

1. Taken en doelstellingen


- Het ESRIF heeft tot doel met een goede technologie- en kennisbasis de beleidsvorming over civiele veiligheid te ondersteunen door een gezamenlijke agenda voor veiligheidsonderzoek voor de middellange en lange termijn op te stellen en uit te werken. Alle aanbieders en afnemers uit onder meer het bedrijfsleven en de universitaire wereld van de EU en de geassocieerde landen van KP7 worden hierbij betrokken. Deze agenda moet een routekaart voor onderzoek omvatten die op de toekomstige behoeften van de publieke en particuliere eindgebruikers en de modernste beveiligingstechnologieën gebaseerd is. De uitvoering ervan moet door alle belanghebbenden op de voet worden gevolgd. Door aanbieders en afnemers van veiligheidsonderzoek met elkaar in contact te brengen, moet het forum waarborgen dat het onderzoek relevant is en input levert voor de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid. Ook moet het bijdragen tot de totstandkoming van een gemeenschappelijke basis voor onderzoeksactiviteiten, met name via nationale en EU-programma’s. Het ESRIF zal uitsluitend een adviserende rol vervullen. Dit strookt met de EAVO-aanbevelingen.

Van het ESRIF wordt verwacht dat het zijn activiteiten ontplooit met volledige inachtneming van de grondrechten, en met name de bescherming van persoonsgegevens, en overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften van Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie (met inbegrip van de wijzigingen op het gebied van industriële veiligheid krachtens Besluit 2006/548/EG, Euratom).

- Meer in het bijzonder moet het ESRIF de Europese veiligheidssector bijstaan door:

- het belang van een dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over het Europese veiligheidsonderzoek te versterken en te benadrukken, aanbieders en afnemers van beveiligingstechnologie bijeen te brengen, op nieuwe gebruiksmogelijkheden voor technologie te wijzen en een sfeer van wederzijds vertrouwen en samenwerking te creëren;

- innovatieve denkwijzen te bevorderen om concrete dreigingen aan te pakken en de ontwikkeling van toekomstige kansen en vorderingen op wetenschappelijk, technologisch en ander gebied (sociologie, cultuur, economie enz.) aan te moedigen;

- de toekomstige behoeften op het gebied van beveiligingscapaciteit in het licht van de bestaande en toekomstige dreigingen voortdurend te analyseren aan de hand van systematische kwetsbaarheidsbeoordelingen en de capaciteit van aanbieders om de vereiste technologieën en oplossingen te leveren. In voorkomend geval moet dit ook leiden tot het formuleren van gemeenschappelijke behoeften van (publieke en particuliere) gebruikers;

- de integratie van complete toeleveringsketens voor innovatie in heel Europa te bevorderen (eindgebruikers; onderzoekswereld; bedrijfsleven, inclusief mkb). De totstandkoming van doeltreffende technologiebewakingsmechanismen is cruciaal voor de toepassing van de beste kosteneffectieve technologieën in beveiligingsoplossingen.

9.

2. Structuur


Het ESRIF wordt in overleg met de lidstaten opgericht en wordt door de belanghebbenden georganiseerd.

Het heeft één voltallige vergadering , waarin alle belanghebbenden bij veiligheidsonderzoek uit de publieke en particuliere sector (bedrijfsleven, onderzoeksinstellingen, publieke en particuliere eindgebruikers, maatschappelijke organisaties, Europese instellingen – met name het Europees Parlement – en Europese organisaties) evenwichtig vertegenwoordigd zijn i.

Het ESRIF zal na oprichting een aantal werkgroepen vormen met in totaal 200 tot 300 deelnemers, alsmede een aantal kleinere ad-hocwerkgroepen voor specifieke werkzaamheden.

Er kan een groep worden opgericht om bepaalde stadia van het proces, en in het bijzonder de opstelling van het ESRIF-eindverslag, op politiek niveau te begeleiden.

Het Europees Forum voor onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid heeft tot doel een gemeenschappelijke agenda voor veiligheidsonderzoek voor de EU op te stellen en toe te zien op de uitvoering ervan. Het zal ook bijdragen aan het Europese openbare debat over vraagstukken op het gebied van veiligheid, technologie en innovatie.

10.

6. CONCLUSIES EN BELANGRIJKSTE ACTIES


1. Een goede dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over Europees veiligheidsonderzoek en innovatie is cruciaal om te zorgen voor wederzijds vertrouwen tussen alle relevante belanghebbenden. Hiermee wordt een solide basis gelegd om in het belang van de EU-burgers te zorgen voor beveiligingsoplossingen voor de lange termijn.

Het belangrijkste instrument waarmee deze doelstellingen moeten worden verwezenlijkt, is een forum voor de dialoog tussen overheid en bedrijfsleven over veiligheidsonderzoek en innovatie in de EU, het ESRIF.

2. De oprichtingsvergadering van het ESRIF is in september 2007 gepland en verwacht wordt dat het later dit jaar volledig operationeel is. Het wordt opgericht voor een beperkte duur, die eind 2009 afloopt.

3. De Commissie neemt actief deel aan de werkzaamheden van het forum. Het ESRIF zal verslag doen van de in 2008 geboekte vooruitgang en de Commissie zal in het najaar van 2008 de eerste resultaten inventariseren en hierop met een mededeling reageren.

4. Het ESRIF moet eind 2009 een gemeenschappelijke agenda voor veiligheidsonderzoek presenteren. Hierin worden zo nodig aanbevelingen voor overheidsinstanties gedaan.

5. Het ESRIF moet de eerste stap vormen in een proces van dialoog tussen de overheid en het bedrijfsleven dat bedoeld is om belanghebbenden op het gebied van veiligheid meer permanent en gestructureerd met elkaar in contact te brengen.

BIJLAGE The Security theme under FP7 and security activities under the EU Framework Programme on ‘Security and Safeguarding Liberties’

1. In March 2004, the Commission launched a three-year “Preparatory Action” in the field of Security Research. With three annual budgets of € 15 million, the Preparatory Action was a first step towards the Security theme of FP7.

Participants included companies in the aerospace, information & communication technologies, system integrators and defence sectors. Under the Preparatory Action, 39 projects have been launched covering the areas of situation awareness, protection of networked systems, protection against terrorism, crisis management and interoperability of control and communications systems.

The Security theme in FP7 will develop the technologies for building capabilities needed to ensure the security of citizens from threats such as terrorism and crime, natural disasters and industrial accidents, while having due regard for fundamental human rights and societal aspects. It will also be an instrument to structure and coordinate European and national research efforts. Its budget is € 1.4 billion over seven years (2007-2013).

The Security theme work programme is based on the ESRAB report i. It is structured on the basis of four security missions of high political relevance which relate to specific security threats.

Missions:

11.

1. Security of citizens


12.

2. Security of infrastructures and utilities


13.

3. Intelligence surveillance and border security


14.

4. Restoring security and safety in a crisis


Three domains of cross-cutting interest were selected as well:

Cross cutting:

15.

5. Security systems integration, interconnectivity and interoperability


16.

6. Security and society


17.

7. Security research coordination and structuring


The governance of the FP7 Security theme is organised in close cooperation between Member States' authorities and the Commission. On this basis, mutual information on national security research activities and results can be exchanged and common strategies developed.

2. The EU Framework Programme on ‘Security and Safeguarding Liberties’

AGIS (2003-2006) was set up to help legal practitioners, law enforcement officials and representatives of victim assistance services from the EU Member States and Candidate Countries to set up Europe-wide networks, as well as to exchange information and best practices. It also aimed at encouraging Member States to step up co-operation with applicant and third countries.

The EU Framework Programme on ‘Security and Safeguarding Liberties’ (2007-2013) consists of two financial instruments encompassing the following specific programmes: 'Prevention of and Fight against Crime' i and 'Prevention, Preparedness and Consequence management of Terrorism and other Security related risks' i.

18.

Budget 2007-2013


Total amount over the 2007-2013 period

Framework programme: Security and safeguarding Liberties Including: € 745.00 million

- Specific programme: Prevention of and fight against crime € 597.60 million

- Specific programme: Prevention, Preparedness and Consequence Management of Terrorism and other Security related risks € 137.40 million

As a follow-up to AGIS, the framework programme is concerned with effective operational co-operation in the fight against, and prevention of, crime and terrorism.

The objectives of the Specific programme: Prevention of and fight against crime are:

8. to stimulate, promote and develop horizontal methods and tools necessary for strategically preventing and fighting crime and guaranteeing security and public order, such as the work carried out in the European Union Crime Prevention Network, public-private partnerships, best practices in crime prevention, comparable statistics, applied criminology and an enhanced approach towards young offenders;

9. to promote and develop coordination, cooperation and mutual understanding among law enforcement agencies, other national authorities and related Union bodies in respect of the priorities identified by the Council, in particular as set out by Europol's Organised Crime Threat Assessment;

10. to promote and develop best practices for the protection of and support for witnesses;

11. to promote and develop best practices for the protection of crime victims.

The objectives of the Specific programme: Prevention, Preparedness and Consequence Management of Terrorism and other Security related risks are to stimulate, promote and develop measures on prevention, preparedness and consequence management based, inter alia , on comprehensive threat and risk assessments, subject to supervision by Member States and with due regard for existing Community competence in that matter, and aiming to prevent or reduce risks linked with terrorism and other security related risks.

The most recent examples of research projects financed by AGIS include:

- Police Detention in Europe: a comparative study of the provision of services for problematic drug and alcohol users

- Implementation study for an international child sexual exploitation image database

- Optimisation of methods for identifying persons in photographs (photo identification): a contribution to combating and preventing crime in Europe

- Study on Corruption within the Public Sector

- Cyber crime Investigation (developing an international training programme for the future / delivering an intermediate level accredited modular international training programme (two projects)

- Training in efficient amphetamine comparison using a harmonised methodology and sustainable database.

Calls for proposals for action and operating grants are regularly published for these specific programmes. Information is available at:

ec.europa.eu/justice_home/funding/intro
“The role of the European Union in Justice, Freedom and Security policy areas”. Onderzoek uitgevoerd in juni en juli 2006, gepubliceerd in februari 2007.
“Groep van Prominenten” opgericht. In haar eindverslag (Onderzoek voor een veilig Europa: Rapport van de Groep van Prominenten op het gebied van veiligheidsonderzoek, 15 maart 2004, ec.europa.eu/enterprise/security/doc/gop_en.pdf) heeft zij aanbevolen in het KP7 een veiligheidsonderzoeksthema met een jaarbudget van minimaal 1 miljard euro op te nemen en de Europese Adviesraad voor veiligheidsonderzoek (EAVO) op te richten.
programma’s en initiatieven op te treden.
programma’s van de EU over een bepaald thema onder één noemer gebracht.
“Veiligheidsonderzoek: de volgende stappen”, 9 september 2004.
“De Europese Onderzoeksruimte: Nieuwe perspectieven” van 4 april 2007 COM(2007) 161 wordt gepleit voor gezamenlijke programmering van het onderzoek in verband met een aantal maatschappelijke uitdagingen door de lidstaten, regio’s en andere actoren.
‘Prevention of and Fight against Crime’.
‘Prevention, Preparedness and Consequence Management of Terrorism and other Security related risks’.