Toelichting bij COM(2007)537 - Follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2005 (samenvatting) - Aanbevelingen van de Raad

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007DC0537

Verslag van de Commissie aan de Raad betreffende de follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2005 (samenvatting) – Aanbevelingen van de Raad {SEC(2007)1186} /* COM/2007/0537 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 19.9.2007


COM(2007) 537 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

betreffende de follow-up van de kwijtingsbesluiten voor 2005 (samenvatting) – Aanbevelingen van de Raad {SEC(2007)1186}

3.

INHOUDSOPGAVE


PREAMBULE 3

I. Aanbeveling van de Raad betreffende de algemene begroting 4

A) Inleiding (werkdocument van de Commissie, punten 1-4) 4

B) De betrouwbaarheidsverklaring (DAS) en informatie tot staving daarvan(werkdocument van de Commissie, punten 5-6) 4

C) Interne controle bij de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 7-9) 5

D) Begrotingsbeheer (werkdocument van de Commissie, punten 10-12) 5

E) Ontvangsten (werkdocument van de Commissie, punten 13-21) 5

F) Het gemeenschappelijk landbouwbeleid(werkdocument van de Commissie, punten 22-26) 6

G) Structurele maatregelen (werkdocument van de Commissie, punten 27-31) 7

H) Intern beleid, met inbegrip van onderzoek(werkdocument van de Commissie, punten 32-38) 7

I) Extern optreden (werkdocument van de Commissie, punten 39-46) 8

J) Pretoetredingsstrategie (werkdocument van de Commissie, punten 47-52) 8

K) Administratieve uitgaven (werkdocument van de Commissie, punten 53-62) 9

L) Financiële instrumenten en bankactiviteiten(werkdocument van de Commissie, punten 63-65) 9

II. Speciale verslagen van de Rekenkamer(werkdocument van de Commissie, punten 66-84) 10

III. Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF)(werkdocument van de Commissie, punten 85-87) 10

PREAMBULE

Overeenkomstig artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 180ter van het Euratom-Verdrag 'stelt de Commissie alles in het werk om gevolg te geven aan de opmerkingen in de kwijtingsbesluiten en aan andere opmerkingen van het Europees Parlement over de uitvoering van de uitgaven, alsook aan de opmerkingen waarvan de door de Raad aangenomen aanbevelingen tot kwijting vergezeld gaan. Op verzoek van het Europees Parlement of de Raad brengt de Commissie verslag uit over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van deze opmerkingen, met name over de instructies die zijn gegeven aan de diensten die met de uitvoering van de begroting zijn belast. Deze verslagen worden ook aan de Rekenkamer toegezonden' i.

Derhalve heeft de Commissie naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 27 februari 2007 en de resoluties van het Europees Parlement van 24 april 2007 follow-upverslagen opgesteld. Dit follow-upverslag heeft betrekking op de opmerkingen van de Raad in verband met de kwijting voor het begrotingsjaar 2005 . Een afzonderlijk follow-upverslag behandelt de aanbevelingen van het Parlement in verband met de kwijtingen voor het begrotingsjaar 2005 i .

De samenvattende follow-upverslagen, die in alle officiële talen van de EU worden bekendgemaakt, worden aangevuld met werkdocumenten van de Commissie waarin elke specifieke aanbeveling van de Raad en het Parlement in detail wordt besproken. In de antwoorden is aangegeven welke maatregelen de Commissie van plan is te nemen of reeds heeft genomen, alsook aan welke aanbevelingen de Commissie geen follow-up kan of zal geven. Wegens de beperkingen die voor vertalingen gelden, worden de gedetailleerde werkdocumenten in het Duits, het Engels en het Frans gepubliceerd. In elk hoofdstuk van de samenvattende verslagen wordt verwezen naar de nummers van de desbetreffende aanbevelingen in de werkdocumenten.

In het kader van de kwijting voor het begrotingsjaar 2005 heeft de Commissie in totaal 87 aanbevelingen van de Raad aan de Commissie geteld. De Commissie is van oordeel dat voor 32 aanbevelingen de vereiste maatregelen reeds zijn genomen. Voor 54 andere aanbevelingen is de Commissie het eens met de door de Raad aanbevolen maatregelen. Ten slotte is de Commissie het niet eens met één aanbeveling en derhalve zal zij daarvoor de gevraagde maatregelen niet nemen i.

4.

I. AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE ALGEMENE BEGROTING


A)

1.

Inleiding


(WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 1-4)

De Commissie is het volledig met de Raad eens op het punt van het belang van een continue verbetering van het financieel beheer en van correcte en doeltreffende controles. In juli 2007 heeft de Commissie een tussentijds scorebord gepresenteerd met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader. Begin 2008 wordt een eindverslag over de tenuitvoerlegging van het actieplan gepresenteerd. Daarin zal het effect van de verschillende acties met betrekking tot de betrouwbaarheid aan een eerste onderzoek worden onderworpen en zullen conclusies worden getrokken met het oog op de toekomstige consolidatie van het geïntegreerd internecontrolekader.

Op basis van de ervaringen zijn sommige acties in het kader van het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader bijgesteld zodat ze meer bijdragen tot grotere zekerheid, waarbij de klemtoon ligt op direct gecentraliseerd beheer en een uitvoerige kosten-baten-risicoanalyse is gemaakt van de controles. De fundamenten zullen eind 2007 zijn gelegd. Vanaf dan kan het geïntegreerd internecontrolekader het gewenste effect op de zekerheid beginnen te sorteren.

Voorts wordt in de jaarlijkse synthese van de Commissie over de beheersresultaten vastgesteld welke de zwakke punten zijn in het ontwerp en de werking van de controlesystemen. In de synthese worden ook de passende corrigerende maatregelen opgenomen en wordt verslag uitgebracht over de tenuitvoerlegging ervan. In het syntheseverslag 2006 werd een nieuwe impuls gegeven aan de ontwikkeling van indicatoren voor de wettigheid en de regelmatigheid van verrichtingen ter ondersteuning van betrouwbaarheidsverklaringen in de jaarlijkse activiteitenverslagen. Met ingang van de jaarlijkse activiteitenverslagen voor 2007 worden zulke indicatoren verplicht.

5.

B) DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING (DAS) EN INFORMATIE TOT STAVING DAARVAN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 5-6)


Wat de rekeningen betreft, heeft de Commissie waar mogelijk de fouten gecorrigeerd waarop de Rekenkamer in haar controle 2005 de aandacht heeft gevestigd. Bij de voorbereiding en de uitvoering van de rekeningen 2006 heeft de Commissie ook rekening gehouden met deze fouten en de oorzaken ervan om te voorkomen dat deze zich opnieuw zouden voordoen.

De Commissie zal de Raad informatie verstrekken over terugvorderingen, met inbegrip van de bedragen die bij de lidstaten in het kader van het gedeeld beheer werden teruggevorderd. Deze gegevens zullen in eerste instantie gebaseerd zijn op uitttreksels uit het financieel verslag betreffende het EOGFL, afdeling Garantie, en het jaarverslag over de tenuitvoerlegging van de Structuurfondsen en de toelichting bij de definitieve rekeningen 2006.

In de onderstaande punten is informatie opgenomen over de maatregelen die in de verschillende uitgavencategorieën werden genomen.

6.

C) Interne controle bij de Commissie (werkdocument van de Commissie, punten 7-9)


Zoals door de Raad werd aanbevolen, blijft de Commissie zich inspannen om het financieel beheer te verbeteren. In haar Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader en in de actieplannen die werden opgenomen in de jaarlijkse activiteitenverslagen van de directoraten-generaal voor 2006 met het oog op het aanpakken van de vastgestelde zwakke punten, heeft de Commissie een reeks maatregelen vastgesteld die momenteel ten uitvoer worden gelegd om de controle te verbeteren en de zekerheid te vergroten.

De Commissie werkt aan de geleidelijke invoering van een beter gestructureerde en homogene voorstelling van de internecontrolesystemen van de directoraten-generaal. Voor de jaarlijkse activiteitenverslagen over 2006 is een beknopt model ontwikkeld dat tot een coherente presentatie van de controlestructuren en de zekerheidsgrondslagen moet leiden. Naar verwachting zal het model in de loop van de tijd meer inzicht bieden in controlestructuren en zekerheidsgrondslagen, tekortkomingen helpen signaleren en verbeteringen helpen formuleren.

De structuren die sinds 2000 in het kader van de financiële hervorming in het leven zijn geroepen, zijn grotendeels tot stand gebracht. De zeer hoge mate waarin in alle diensten van de Commissie de basisvereisten van de internecontrolenormen worden nageleefd, vormde het begin van een nieuwe fase waarin ernaar wordt gestreefd de doeltreffendheid van de internecontrolesystemen van de Commissie te verbeteren. Sinds 2006 is er een begin gemaakt met de herziening van de internecontrolenormen en wordt grotere nadruk gelegd op het meten van de doeltreffendheid van de interne controle.

7.

D) Begrotingsbeheer (werkdocument van de Commissie, punten 10-12)


De Commissie merkt op dat de Raad zich positief heeft uitgesproken over de verbeteringen die in 2005 op het vlak van het begrotingsbeheer werden tot stand gebracht. De Commissie is van oordeel dat de toename van de nog af te wikkelen vastleggingskredieten in 2005, in het bijzonder met betrekking tot de Structuurfondsen, niet onverwacht was. Dit was grotendeels het gevolg van de aanzienlijke stijging van vastleggingskredieten voor de EU-10-landen (overeenkomstig het Kopenhagen-profiel), terwijl de betalingen voor deze programma's en projecten in de aanloopfase nog relatief traag verliepen. In 2005 zijn de betalingen voor EU-15 programma's opnieuw toegenomen. Het feit dat het aantal vrijmakingen beperkt blijft, wijst er ook op dat de regel „jaar n + 2” een krachtige stimulans vormt voor de lidstaten om ervoor te zorgen dat de uitvoering voldoende snel verloopt.

De Commissie hecht evenals de Raad groot belang aan de snelle goedkeuring van programma's voor de periode 2007-2013 en rapporteert regelmatig aan de Raad over deze aangelegenheid. In de loop van het jaar worden de ramingen en budgettering regelmatig gecontroleerd. Het in 2006 ontwikkelde waarschuwingsinstrument voor begrotingsramingen draagt bij tot een goed begrotingsbeheer.

8.

E) ONTVANGSTEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 13-21)


Net als de Raad stelt de Commissie met voldoening vast dat de Rekenkamer de resultaten inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen in 2005 opnieuw over het geheel genomen bevredigend achtte.

Het verzoek van de Raad een algemene analyse te maken van de totale kosten die de administratie, het beheer en de controle van de systemen van de traditionele eigen middelen als die uit de BTW voor de lidstaten en de Gemeenschap met zich meebrengen, wordt momenteel door de Commissie overwogen, waarbij in het bijzonder wordt nagegaan met welke aanpak op de meest kosteneffectieve wijze de nodige betrouwbare en vergelijkbare gegevens kunnen worden verkregen voor het opstellen van een zinvolle beoordeling.

Wat de traditionele eigen middelen betreft, wil de Commissie gaan onderzoeken of het mogelijk is meer richtsnoeren te verstrekken met betrekking tot de huidige procedures inzake het gebruik van de B-boekhouding in de lidstaten en de onderliggende voorwaarden waaraan de lidstaten moeten voldoen wanneer de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en handelsbevordering tegen elkaar worden afgewogen. Voorts neemt de Commissie de noodzakelijke maatregelen om de systemen voor de behandeling van gevallen van wederzijdse bijstand te verbeteren.

Binnen het Raadgevend Comité voor de eigen middelen zet de Commissie het overleg met de lidstaten voort over de punten van voorbehoud ten aanzien van de BTW en hun impact op de eigen middelen. Wat de BNI-middelen betreft, zal de Commissie tijdens de in de periode 2007-2009 geplande BNI-verificatiebezoeken meer directe controles van geselecteerde nationale aggregaten uitvoeren en zal zij beproefde werkmethoden met betrekking tot de opstelling van de nationale rekeningen in het kader van het BNI-comité blijven aanmoedigen. De Commissie is voornemens een voorstel in te dienen inzake de opneming van toegerekende indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in de eigen middelen uit het BNI wanneer zij van mening is dat alle lidstaten in staat zijn deze aanpassing op uniforme wijze te implementeren, hetgeen naar verwachting in 2008 het geval zal zijn.

9.

F) HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 22-26)


De Commissie blijft zich inspannen om toezicht uit te oefenen op de volledige en correcte toepassing van het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) in alle lidstaten. Indien tekortkomingen worden vastgesteld, zal de Commissie niet aarzelen om financiële correcties op te leggen.

Voorts is de Commissie opgetreden tegen de gebreken die werden vastgesteld in de sector olijfolie. De procedures voor de goedkeuring van de rekeningen zijn lopende. Het grootste gedeelte van de olijfolieproductie is in de bedrijfstoeslagregeling opgenomen. Hierbij wordt steun niet meer toegekend op grond van de geproduceerde hoeveelheid maar wordt deze op basis van areaal verleend, waarbij de controle binnen het kader van de GBCS plaatsvindt. Hierdoor zou de kans op fouten aanzienlijk worden verkleind.

Wat de plattelandsontwikkeling betreft, heeft de Commissie ook de aanbevolen maatregelen genomen om de geconstateerde gebreken te verhelpen. Wat betreft het tijdelijk instrument voor plattelandsontwikkeling voor sommige nieuwe lidstaten, zullen de diensten van de Commissie bij het Comité voor de landbouwfondsen een werkdocument indienen waarin de nieuwe lidstaten wordt verzocht om de tenuitvoerlegging van deze programma's tegen 16 oktober 2007 af te ronden om na besluit inzake goedkeuring van de rekeningen 2007 in mei 2008 te kunnen overgaan tot de definitieve beëindiging van het programma.

10.

G) STRUCTURELE MAATREGELEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 27-31)


De Commissie neemt de maatregelen die door de Raad zijn aanbevolen. Wat betreft het financieel kader voor het tijdvak 2007-2013, moet een aantal wijzigingen leiden tot de vermindering van de administratieve lasten die verband houden met de structurele uitgaven. De subsidiabiliteitsvoorwaarden zullen hoofdzakelijk door de lidstaten worden bepaald en bij meer kleinschalige programma's met een groter percentage van nationale middelen zullen de lidstaten in sommige gevallen nationale veeleer dan Europese voorschriften kunnen toepassen. Tegelijkertijd zal het controlekader en het vermogen van de Commissie om toezicht te houden op de uitvoering worden versterkt door nieuwe elementen zoals een conformiteitsbeoordeling vooraf van de nationale systemen die vóór de tussentijdse betalingen door de lidstaten dient te worden verstrekt en een jaarlijkse oordeelsparagraaf van de begrotingsautoriteit.

De Commissie onderschrijft het beginsel dat controles in verhouding moeten staan tot de betrokken risico's en kosten. In het kader van het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader (COM(2006)9 en COM(2007)86) probeert de Commissie door middel van een raming de controlekosten in de Structuurfondsen te bepalen. Voorts worden de lidstaten verzocht de Commissie regelmatig in te lichten over de foutenpercentages die in de controlewerkzaamheden worden vastgesteld, welke een indicator zijn van het gelopen risico. Op grond van de ingewonnen gegevens kan een groter inzicht worden verkregen in de kosten-batenverhouding van de controles worden en zal een beter evenwicht tot stand worden gebracht. De samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie wordt verder ontwikkeld op het gebied van verslaglegging, uitwisseling van controleresultaten en de harmonisering van controlenormen. Deze al lang bestaande ontwikkeling heeft een nieuwe impuls gekregen door het actieplan en de wetgeving voor het periode 2007-2013.

De Commissie heeft in 2006 richtsnoeren uitgebracht over de afsluiting van de programma's van de Structuurfondsen 2000-2006 (C(2006)3424) en zal dit binnenkort ook doen voor de afsluiting van de cohesiefondsprojecten met betrekking tot dezelfde periode. In 2006 heeft de Commissie ook documenten uitgebracht met betrekking tot beproefde werkmethoden inzake beheerscontroles en controles door de betalingsautoriteiten voordat de uitgaven worden gecertificeerd.

In 2006 heeft de Commissie een richtsnoerennota gepubliceerd over de door te lidstaten te verstrekken gegevens over terugvorderingen en financiële correcties en begin 2007 werden alle lidstaten door de Commissie verzocht volledige informate te verstrekken over teruggevorderde en ingetrokken bedragen en nog niet geïnde terugvorderingen betreffende programma's voor 2006 en cumulatief voor de volledige periode 2000-2006. Momenteel ontvangt de Commissie deze gegevens. Zij is voornemens deze informatie samen te vatten in een verslag dat in het najaar 2007 zal worden bekendgemaakt.

11.

H) INTERN BELEID, MET INBEGRIP VAN ONDERZOEK (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 32-38)


De Commissie deelt volledig de bezorgdheid van de Raad met betrekking tot de door de Rekenkamer vastgestelde gebreken. In het kader van het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader blijft de Commissie verder werken aan de verbetering van haar controlesystemen. Op het gebied van onderzoek wordt gebruik gemaakt van een meerjarenaanpak met het oog op de vermindering van het inherente risico van terugbetaling van te hoog opgegeven kosten, waarbij voorts wordt voorzien in een aanzienlijke toename van het aantal controles achteraf en de versterking van het controlecertificatensysteem. Voorts zijn 'overeengekomen procedures' ontwikkeld om te voorzien in een reeks verplichte procedures voor certificaten betreffende de financiële staten en certificaten betreffende de gebruikte methode die wordt omschreven in de modelsubsidieovereenkomst voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7). Verwacht wordt dat deze maatregelen zullen leiden tot een vermindering van de foutenfrequentie door verbeterde preventie, opsporing en correctie.

In het raam van het KP 7 zijn ook maatregelen genomen om de regels voor de terugbetaling van kosten te vereenvoudigen, onder meer door het gebruik van vaste bedragen voor partnerlanden voor internationale samenwerking in het kader van subsidieovereenkomsten voor werkzaamheden onder contract. De minimumvereisten voor tijdregistratie van onderzoekers zijn duidelijk uiteengezet in de criteria voor de certificaten betreffende financiële staten en de certificaten inzake de gebruikte methode die als bijlage bij de subsidieovereenkomst zijn gevoegd en moeten door de auditeurs gecertificeerd worden. Voorts heeft de Commissie in 2007 de richtsnoeren voor begunstigden bekendgemaakt.

Wat de nationale agentschappen betreft, zijn in de besluiten tot ontwikkeling van de nieuwe generatie programma's op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd een omvattende reeks verificaties en controles opgenomen met betrekking tot de naleving van procedures en internecontrolemechanismen om zowel de regelmatigheid en de wettigheid van de verichtingen als het bestaan en de subsidiabiliteit van de activiteiten te garanderen en te verifiëren.

12.

I) EXTERN OPTREDEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 39-46)


Zoals door de Raad werd aanbevolen, blijft de Commissie streven naar een verbetering van de werking van zowel de interne als externe controles, de verslaglegging over het beheer en de toezicht- en controlesystemen. De Commissie zal ernaar streven het huidige mechanisme voor risico-analyse verder te versterken en beter te communiceren over de grondslag van haar analyses. De Commissie is zich bewust van de risico's op het niveau van de organisatie die met de uitvoering van het project is belast en heeft in de voorbije jaren een aantal maatregelen genomen om de potentiële gevolgen te verzachten. In deze maatregelen is het gebruik en de verbetering van gestandaardiseerde contractbepalingen opgenomen. Begin 2006 werden bijvoorbeeld de gestandaardiseerde subsidieovereenkomsten en dienstencontracten op basis van vergoedingen herzien. Thans omvatten zij gestandaardiseerde criteria waarvan auditeurs gebruik dienen te maken bij verificaties van uitgaven die voorafgaand aan de definitieve betalingen door de begunstigden van communautaire middelen dienen te worden ingediend. Deze criteria werden herzien met het oog op een grondigere verificatie van de naleving van de contractbepalingen, met inbegrip van die welke betrekking hebben op procedures voor overheidsopdrachten. Het gemeenschappelijk Relex-informatiesysteeem (CRIS) maakt het mogelijk de relevante analyses uit te voeren, onder meer naar type van uitvoerende organisatie of wijze van beheer. Het systeem wordt permanent verbeterd en verfijnd, overeenkomstig de evoluerende beheersbehoeften.

13.

J) PRETOETREDINGSSTRATEGIE (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 47-52)


Zoals door de Raad werd aanbevolen, zal de Commissie nauwgezet toezicht blijven uitoefenen op de doeltreffende werking van de nationale toezicht- en controlesystemen voor programma-uitgaven in het kader van de pretoetredingsstrategie en zal zij met name een strikte controle uitoefenen op de betaalorganen van SAPARD en IPARD. In het kader van het programma Phare heeft de Commissie maatregelen genomen om de subsidiabiliteit van BTW-uitgaven te verduidelijken en heeft zij de meeste einddeclaraties van de nationale autoriteiten ontvangen en behandeld. Tezamen met de Raad betreurt de Commissie de verdere vertragingen in de erkenningsprocedure voor Phare en ISPA in het kader van het uitgebreid gedecentraliseerd uitvoeringssysteem (EDIS). Om een goed financieel beheer van de middelen te kunnen waarborgen, diende de Commissie evenwel aan te dringen op verdere verbeteringen van de nationale administratieve structuren vooraleer een EDIS-erkenning kon worden verleend.

14.

K) ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 53-62)


De Commissie heeft nota genomen van de aanbevelingen van de Raad in verband met de administratieve uitgaven. Wat de NAP (de nieuwe bezoldigingsapplicatie) betreft, kan elke ordonnateur, indien hij hierom verzoekt, beschikken over alle rapporten, maar het behoort tot de verantwoordelijkheid van de ordonnateurs in elke instelling om hun eigen controles vast te stellen. Het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) voert haar eigen controles uit, met inbegrip van enkele controles achteraf. Op basis van de ervaring van de voorbije jaren is het PMO van oordeel dat de huidige controles voldoende zijn en is het PMO momenteel niet van plan zijn controles achteraf te versterken. Wat de vergoeding van tijdens een dienstreis gemaakte kosten betreft, wordt de handleiding voor dienstreizen ("Guide to missions" – de interne regels van de Commissie voor dienstreizen van haar personeelsleden) momenteel herzien om rekening te houden met de opmerking van de Rekenkamer. Volgens de planning zullen de nieuwe regels begin 2008 worden goedgekeurd.

Onder deze rubriek heeft de Raad ook aanbevelingen in verband met de regelgevende agentschappen opgenomen. De Commissie deelt de bezorgdheid van zowel de Raad als het Europees Parlement over het goed bestuur en de betere reglementering van de agentschappen. Zij is van oordeel dat met de goedkeuring van het ontwerp interinstitutioneel akkoord betreffende een kader voor Europese regelgevende agentschappen (COM(2005)59) in aanzienlijke mate zou kunnen worden tegemoet gekomen aan de meeste knelpunten waarop de aandacht werd gevestigd, zoals effectrapportage, kosten-batenoverwegingen, evaluatie en jaarlijkse verslaglegging. Derhalve hoopt de Commissie dat de Raad in de nabije toekomst met betrekking tot dit belangrijk vraagstuk verdere vooruitgang kan boeken. De Commissie eerbiedigt de autonomie van de regelgevende agentschappen volledig, maar blijft ondertussen uitgebreid advies en ondersteuning aan deze agentschappen verlenen. De overeenkomsten inzake het dienstverleningsniveau die in 2006 op het vlak van beheer en opleiding i met talrijke regelgevende agentschappen werden afgesloten, zijn hiervan een belangrijk voorbeeld. Zoals door de Raad werd aanbevolen, heeft de Commissie voor de eerste maal bij het voorontwerp van begroting voor het begrotingsjaar 2008 een overzichtsdocument van de agentschappen opgenomen. De Commissie heeft ook toegezegd dat zij een meta-evaluatie van de bestaande gedecentraliseerde agentschappen zal indienen.

15.

L) FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN BANKACTIVITEITEN (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 63-65)


De Commissie neemt de nodige maatregelen om de aanbevelingen van de Raad ten uitvoer te leggen met betrekking tot het beheer, de follow-up en de afsluiting van programma's die betrekking hebben op financiële verrichtingen, zoals MEDIA II en ECIP en de achterstand weg te werken inzake onderzoeksprogramma's op het gebied van steenkool. Voorts werd op 16 januaru 2007 een herziene tripartiete overeenkomst tussen de Rekenkamer, het Europees Investeringsfonds en de Europese Commissie ondertekend.

16.

II. SPECIALE VERSLAGEN VAN DE REKENKAMER (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 66-84)


De Raad heeft een reeks aanbevelingen gedaan aan de Commissie met betrekking tot de speciale verslagen die door de Rekenkamer in 2005 en 2006 werden bekendgemaakt. De antwoorden van de Commissie op deze aanbevelingen kunnen in het werkdocument van de Commissie (punten 66-84) worden gevonden.

17.

III. EUROPESE ONTWIKKELINGSFONDSEN (EOF) (WERKDOCUMENT VAN DE COMMISSIE, PUNTEN 85-87)


De Commissie heeft nota genomen van de aanbevelingen van de Raad in verband met de Europese Ontwikkelingsfondsen. In de loop van de voorbije jaren zijn er continu verbeteringen aangebracht aan de belangrijkste toezicht- en controlesystemen van de Commissie, onder andere op basis van de aanbevelingen van de Rekenkamer. Verdere verbeteringen zullen tot stand komen overeenkomstig het Actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader van de Commissie, waarin de belangrijkste lacunes die in het controlekader werden vastgesteld, aan de orde komen. Dit omvat het formaliseren en harmoniseren van de presentatie van de internecontrolestrategieën, met als doel een overzicht te verstrekken van het internecontroletraject en de daarmee verband houdende verantwoordelijkheidsketen en te tonen hoe de gerelateerde risico's worden aangepakt. Wat het verslag betreffende het financieel beheer van het EOF betreft, heeft de Commissie in het verslag 2006 de knelpunten aangepakt waarop de Raad de aandacht had gevestigd.

* * *