Toelichting bij COM(2008)714 - Ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (VIS) in 2007 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0714

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (VIS) in 2007 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004) /* COM/2008/0714 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 10.11.2008


COM(2008)714 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

OVER DE ONTWIKKELING VAN HET VISUMINFORMATIESYSTEEM (VIS) IN 2007 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

OVER DE ONTWIKKELING VAN HET VISUMINFORMATIESYSTEEM (VIS) IN 2007 (ingediend overeenkomstig de verplichting ingesteld bij artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004)

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (VIS)

Voortgangsverslag januari–december 2007 (COM (2008) …)

3.

INHOUD


Inleiding

3

4.

2. Projectstatus 3


5.

2.1. Vooruitgang in de verslagperiode 3


6.

2.1.1. Juridisch kader voor het VIS 3


7.

2.1.2. Nieuw tijdschema voor het VIS 4


8.

2.1.3. Ontwikkeling van het centrale systeem 5


9.

2.1.4. Ontwikkeling van het biometrische matchingsysteem 5


10.

2.1.5. Voorbereiding van de locaties 5


11.

2.1.6. Netwerk 6


12.

2.1.7. Nationale planning en coördinatie 6


13.

2.1.8. Invoering op consulaire posten 7


14.

2.2. Projectmanagement bij de Commissie 7


15.

2.2.1. Planning en begroting 7


16.

2.2.2. Risicobeheer 7


17.

2.2.3. Communicatie 8


18.

2.2.4. Raad voor projectmanagement 9


19.

2.3. Vergaderingen van het SIS II-comité 9


20.

3. Conclusies en perspectieven 9


1.

Inleiding



Dit verslag beschrijft de werkzaamheden die de Commissie gedurende 2007 (van januari tot en met december 2007) heeft uitgevoerd op het gebied van de ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (VIS). Dit is het vierde voortgangsverslag i dat de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement voorlegt overeenkomstig artikel 6 van Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) i. In die beschikking wordt bepaald dat de Commissie, bijgestaan door het SIS II-comité[3], belast is met de ontwikkeling van het VIS, terwijl de nationale systemen worden aangepast en/of ontwikkeld door de lidstaten.

21.

2. PROJECTSTATUS


22.

2.1. Vooruitgang in de verslagperiode


Het VIS-project is in drie fasen verdeeld. In fase 1 (de gedetailleerde ontwerpfase) zijn alle documenten opgesteld die noodzakelijk zijn voor een volledige technische beschrijving van het VIS. In fase 2 (ontwikkeling, test en implementatie) wordt het systeem ontwikkeld en geïmplementeerd. In fase 3 (migratie en integratie) ten slotte sluiten de lidstaten hun nationale systemen aan op de centrale database van het VIS. Fase 1 werd in de vorige verslagperiode afgesloten en fase 2 is momenteel aan de gang. De hoofdcontractant voor de ontwikkeling heeft een analyse verricht van de verdere werkzaamheden op het gebied van systeemontwikkeling die nodig zijn om het VIS volledig in overeenstemming te brengen met het in juni 2007 overeengekomen juridische kader, alsook voor het opzetten van de interface met de biometrische component, het biometrische matchingsysteem (BMS).

23.

2.1.1. Juridisch kader voor het VIS


In juni 2007 zijn het Europees Parlement en de Raad tot een politiek akkoord gekomen over het VIS-wetgevingspakket, dat bestaat uit een verordening betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) i en een besluit van de Raad in het kader van de derde pijler i. De stemming in de plenaire vergadering van het Europees Parlement vond plaats op 7 juni 2007. De door het Parlement aangebrachte amendementen zijn door de Raad goedgekeurd tijdens de vergadering van de JBZ-Raad van 12 juni 2007. De verordening en het besluit vormen samen één wetgevingspakket. In de VIS-verordening wordt vastgesteld wat het doel van het VIS is en welke functies het moet bieden, en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook worden in de verordening voorwaarden en procedures vastgesteld voor de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten inzake aanvragen voor visa voor kort verblijf en de naar aanleiding daarvan genomen besluiten. De gegevens die in het VIS zullen worden verwerkt, zijn onder meer alfanumerieke gegevens, foto’s en vingerafdrukken van de visumaanvrager, om betrouwbare verificatie en identificatie mogelijk te maken.

Het VIS-besluit betreft de toegang tot het visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.

Dankzij de doorbraak die door het politiek akkoord over het juridische kader voor het VIS is bereikt, is er nu voldoende duidelijkheid om het tijdschema te kunnen wijzigen (zie punt 2.1.2).

24.

2.1.2. Nieuw tijdschema voor het VIS


Volgens het oorspronkelijke tijdschema zou het VIS in maart 2007 in gebruik worden genomen, maar met slechts zes lidstaten. Voor elk daarvan zou ten minste één consulaat worden aangesloten, en er zouden geen biometrische toepassingen worden gebruikt. Het uitgangspunt was dat het juridische kader voor het VIS in de zomer van 2006 zou worden goedgekeurd.

In september 2006 werd een technische wijziging van het tijdschema voorbereid, omdat duidelijk was geworden dat de strategie voor de inbedrijfstelling was gewijzigd: er was gekozen voor een geleidelijke regionale aanpak, te beginnen met Noord-Afrika, met gebruik van biometrische toepassingen . Hiervoor was het uitgangspunt dat het juridische kader in januari 2007 zou worden goedgekeurd.

Ondanks de rechtsonzekerheid die toen bestond, besloten de diensten van de Commissie door te gaan met de ontwikkeling van het VIS op basis van de toen geldende wetgevingsvoorstellen en werden activiteiten gepland tot eind 2007, maar niet later. De reden daarvoor was dat de ontwikkelingsactiviteiten voor een groot deel afhankelijk zijn van de vereisten die in de juridische grondslag worden vastgelegd, waarover toen nog geen akkoord bestond.

Aangezien de systeemontwikkeling in de lidstaten als gevolg van hetzelfde probleem was stilgevallen, werd het herziene tijdschema opgesteld in nauwe samenwerking met deskundigen van de lidstaten om ervoor te zorgen dat het haalbaar zou zijn. Met de lidstaten werden in februari en maart 2007 workshops over de goedkeuring van de juridische grondslag georganiseerd, waar allerlei scenario’s en technische problemen werden besproken. In september 2007 werd uiteindelijk het herziene tijdschema gepresenteerd, na besprekingen met de nationale projectmanagers voor het VIS in juni en juli 2007 (toen over het wetgevingskader al een juridisch akkoord was bereikt) en steunverlening door het SIS II-comité.

Volgens dit herziene tijdschema zou het centrale VIS, rekening houdend met alle vereisten van de wetgeving, uiterlijk eind mei 2009 bedrijfsklaar moeten zijn. Belangrijke tussenstappen zijn de beschikbaarheid van de volledige technische specificaties (uiterlijk september 2008), de gereedheid van de netwerkverbindingen in de lidstaten die aan de operationele systeemtests deelnemen (eind september 2008) en de aanvang van de tests met de lidstaten (eind november 2008, moeten zijn afgerond in mei 2009).

25.

2.1.3. Ontwikkeling van het centrale systeem


Het streven was dat het centrale systeem uiterlijk eind 2006 zou zijn ontwikkeld en getest. Dat is niet gelukt, omdat nog geen politiek akkoord was bereikt over de VIS-verordening, waarin onder meer het doel en de functionaliteit van en de verantwoordelijkheden voor het VIS worden bepaald. Begin 2007 waren er nog geen duidelijke aanwijzingen over wanneer de goedkeuring zou kunnen plaatsvinden. In afwachting van het politieke akkoord (dat in juni 2007 zou worden bereikt) besloten de diensten van de Commissie tot een proactieve benadering. De ontwikkeling van het VIS zou worden voortgezet op basis van het toen voorliggende voorstel.

Een aantal belangrijke documenten met specificaties voor het te ontwikkelen systeem werd in 2007 aan de lidstaten verstrekt i. In de herziene versies van de specificaties (versie 1.62 van het Interface Control Document en versie 1.2 van de Detailed Technical Specification, verstrekt in respectievelijk oktober en november 2007) is het akkoord over de wetgevingsvoorstellen verwerkt, alsmede de vereisten voor de interface met het biometrische matchingsysteem.

26.

2.1.4. Ontwikkeling van het biometrische matchingsysteem


Volgens het oorspronkelijke tijdschema voor de ontwikkeling van het VIS zouden de biometrische componenten van het systeem (het biometrische matchingsysteem – BMS) pas worden geïnstalleerd na de implementatie van het alfanumerieke gedeelte van het systeem. De JBZ-Raad van 24 februari 2005 sprak echter het verzoek uit dat het VIS vanaf het begin operationeel zou worden gemaakt met inbegrip van de biometrische functies.

De hoofdcontractant voor de ontwikkeling heeft een analyse verricht van de werkzaamheden op het gebied van systeemontwikkeling die nodig zijn om het VIS volledig in overeenstemming te brengen met het juridische kader en de interface met het biometrische matchingsysteem op te zetten. Het resultaat hiervan was dat eind 2007 de definitieve Detailed Functional Specifications werden geleverd. Het contract voor de ontwikkeling van het BMS moest worden opgeschort tot er voldoende vooruitgang was geboekt met de ontwikkeling van het VIS. De biometrische updates zullen moeten worden opgenomen in de volgende versie (versie 1.7) van het Interface Control Document voor het VIS. Inmiddels hebben de lidstaten softwarepakketten ontvangen voor de kwaliteitscontrole, alsmede een presentatie over het BMS met details over de biometrische workflow op consulaire posten en grensposten.

De voorbereidingen voor het testen zijn aan de gang en aan de instrumenten ervoor wordt gewerkt. Zowel op centraal niveau als in samenwerking met de lidstaten zullen in een aantal fasen tests plaatsvinden.

27.

2.1.5. Voorbereiding van de locaties


De werkzaamheden voor het verbeteren van de stroomlevering voor het centrale VIS op de locatie in Straatsburg (door de Commissie ondersteund met een subsidie aan de Franse autoriteiten) zijn op 16 augustus 2007 afgerond. De VIS-apparatuur voor de centrale eenheid in Straatsburg is op 3–4 september 2007 geleverd en de installatie is eind oktober 2007 voltooid (zonder de installatie van de toepassing).

De apparatuur voor het vervangende centrale VIS in St. Johann im Pongau (Oostenrijk) is begin oktober 2007 geleverd en de installatie is medio november 2007 voltooid (zonder de installatie van de toepassing).

Na afronding van een studie over de stroomverdeling voor het BMS en een aantal intensieve workshops waaraan door de lokale contractant en de Europese Commissie werd deelgenomen, is overeenstemming bereikt over de stroomverdeling voor het BMS en de wijze van installatie van het systeem op beide locaties.

28.

2.1.6. Netwerk


Het VIS-project omvat de aanleg van een wide area-communicatienetwerk tussen de nationale interface in elke lidstaat en het centrale VIS voor de communicatie tussen de nationale en centrale systemen. Dit netwerk moet voldoen aan bepaalde eisen inzake beschikbaarheid, beveiliging, geografische dekking en dienstverleningsniveau. Het contract voor het s-TESTA-netwerk is in 2006 gegund aan een consortium bestaande uit OBS (Orange Business Services) en HP (Hewlett-Packard).

Het netwerk zou oorspronkelijk in twee fasen worden geïnstalleerd: eerst in de lidstaten die aan de operationele systeemtests deelnemen, dat wil zeggen Duitsland, Estland, Finland, Italië, Zweden, Slovenië, Noorwegen en Portugal, en vervolgens in de lidstaten die aan de tests voor de voorlopige systeemaanvaarding meedoen (waarbij het centrale systeem wordt getest samen met een significant aantal nationale systemen).

Eind 2007, na het akkoord over het herziene algemene tijdschema voor het VIS, werd het tijdschema voor de oplevering van het netwerk door de diensten van de Commissie herzien. De contractant voor het netwerk stemde ermee in dit uiterlijk op 30 juni 2008 voor alle lidstaten te installeren.

Een beschikking van de Commissie tot vaststelling van de architectuur van en de vereisten voor de nationale interfaces en de communicatie-infrastructuur tussen het centrale VIS en de nationale interfaces gedurende de ontwikkelingsfase is voor 2008 gepland.

29.

2.1.7. Nationale planning en coördinatie


De vorderingen van de lidstaten lopen als gevolg van de verschillende nationale omstandigheden uiteen. In 2007 is over het algemeen met de nationale projecten goede vooruitgang geboekt. Zeer positieve resultaten zijn behaald in de landen die aan de operationele systeemtests zouden gaan deelnemen: eind 2007 hebben zeven van de acht betrokken lidstaten gemeld dat zij aan alle streefdata konden voldoen.

Iedere maand organiseren de diensten van de Commissie in het kader van het SIS II-comité een werkgroepbijeenkomst voor de nationale projectmanagers van de lidstaten, waar vraagstukken betreffende planning, risico’s en activiteiten op centraal en nationaal projectniveau worden besproken. Door de maandelijkse rapportage door de lidstaten ten behoeve van deze bijeenkomsten zijn de kwaliteit, de consistentie en de bruikbaarheid van de informatie over de nationale projecten verbeterd. Na de goedkeuring van het herziene tijdschema voor het VIS hebben de diensten van de Commissie in september 2007 de mijlpalen in het formulier voor maandelijkse rapportage aangepast en het rapportagesysteem opnieuw opgestart. De meeste lidstaten rapporteren nu via het nieuwe systeem. De diensten van de Commissie ontvangen inmiddels ook informatie over de vorderingen op nationaal niveau in de lidstaten die in een later stadium het Schengenacquis volledig gaan toepassen i.

30.

2.1.8. Invoering op consulaire posten


In artikel 48, lid 1, van het ontwerp voor de VIS-verordening wordt bepaald dat vanaf het begin van de werkzaamheden van het VIS biometrische gegevens moeten worden verzameld. Ter voorbereiding op de invoering is in 2007 doorgegaan met een tweede proefproject voor de vastlegging, opslag en verificatie van biometrische gegevens van visumaanvragers (BIODEV II). Dit werd geleid door de Franse en de Belgische overheid, maar er werd ook door een aantal andere lidstaten aan deelgenomen. BIODEV en BIODEV II zijn beide bedoeld om te demonstreren hoe de implementatie van het VIS in de consulaten en grensposten van de lidstaten kan worden vergemakkelijkt door gemeenschappelijke registratiefaciliteiten en andere initiatieven voor consulaire samenwerking. De bevindingen van BIODEV zijn aan het eind van de verslagperiode aan de lidstaten meegedeeld. Voor de aanvullende bevindingen van BIIODEV II zal dat in de loop van 2008 gebeuren.

31.

2.2. Projectmanagement bij de Commissie


32.

2.2.1. Planning en begroting


De vastleggingskredieten op de algemene begroting voor 2007 bedroegen 32 miljoen euro. De belangrijkste uitgavenonderdelen in 2007 waren de voorbereiding van de locaties, het netwerk, de voorbereiding van de biometrische component (aanvullende functies), de beveiligingsaudit, externe bijstand voor het projectmanagement, audit en evaluatie, de lopende kosten voor de ontwikkelingsfase, studies en wijzigingen van het VIS (als gevolg van de ontwikkeling van de juridische teksten). Aan het einde van de verslagperiode was van de totale kredieten voor het VIS 73,35% vastgelegd en 69,30% van de betalingskredieten uitbetaald. Door de vertraging bij de totstandkoming van het akkoord over het juridische kader werden bepaalde financiële verbintenissen uitgesteld. Deze ontwikkelingen waren vervolgens ook van invloed op de tenuitvoerlegging van bepaalde betalingskredieten in 2007. Voor de volgende verslagperiode is 20 miljoen euro aan vastleggingskredieten beschikbaar.

33.

Vastleggingskredieten en betalingskredieten 2007


Beschikbare vastleggingskredieten Verbruikt Totaal in % Beschikbare betalingskredieten Verbruikt* Totaal in %

€27 258 110, €19 994 843, 73,35% 20 023 656, 13 875 607, 69,30%

34.

2.2.2. Risicobeheer


Overeenkomstig goede praktijken worden de risico’s van het project op permanente basis geïdentificeerd, beoordeeld en in het oog gehouden door middel van drie risicologs. De hoofdcontractant voor de ontwikkeling beoordeelt de risico’s voor activiteiten die onder zijn contract vallen (ontwikkeling van het centrale systeem, ondersteuning en opleiding). De lidstaten houden de risico’s met betrekking tot hun nationale projecten in het oog. De diensten van de Commissie beoordelen eveneens de algemene risico’s van het project, met inbegrip van bijvoorbeeld de taken van de hoofdcontractant voor de ontwikkeling, de nationale projecten, de aanbesteding van de netwerkdiensten, de voorbereiding van de projectlocaties en de goedkeuring van de wetgevingsinstrumenten. De Commissie bespreekt de risico’s regelmatig met de lidstaten tijdens de nationale projectvergaderingen en de vergadering van de projectmanagementraad, waaraan door het huidige, het voorgaande en het volgende voorzitterschap van de Raad wordt deelgenomen (zie punt 2.2.4).

Onder supervisie van de Commissie is eind 2006 een door de contractant voor klantenondersteuning geleid bureau voor projectondersteuning opgezet, dat het VIS-projectteam moet helpen bij de afhandeling van risico’s, acties en coördinatie van de communicatie tussen diverse betrokkenen. Het bureau voor projectondersteuning is sinds 2007 operationeel.

Tijdens de verslagperiode is het algemene risiconiveau aanzienlijk gedaald, doordat overeenstemming is bereikt over stabiele wetgevingsvoorstellen en een herzien tijdschema. De belangrijkste risico’s op dit moment betreffen de duur van de systeemontwikkeling, de beschikbaarheid van het netwerk, de testwerkzaamheden, de beschikbaarheid van middelen, de nog te verrichten werkzaamheden op wetgevingsgebied en de beveiligingsdocumentatie. Het allerbelangrijkste risico houdt momenteel verband met de tijdige voltooiing van de systeemontwikkeling. Een belangrijk risico betreft de kans dat de netwerkprovider de centrale netwerkinterface niet volgens de planning installeert. Wat het testen betreft, bestaat het risico dat onvoldoende lidstaten op tijd klaar zijn voor het uitvoeren van bepaalde tests van het centrale systeem waarbij zij een rol spelen (operationele systeemtests en tests voor de voorlopige systeemaanvaarding). Ook bestaat het risico dat de goedkeuring van het document inzake het testontwerp meer tijd in beslag neemt dan verwacht. Er bestaan aanzienlijke risico’s in verband met de beschikbaarheid van passende financiële en personele middelen; een aantal redenen kunnen worden genoemd, zoals mogelijke vertraging bij SIS II waardoor personeel van SIS II niet voor het VIS kan worden ingezet, problemen om gespecialiseerd personeel te vinden in geval van personeelsverloop en de mogelijkheid dat de hoofdcontractant voor de ontwikkeling zijn werkzaamheden niet binnen de overeengekomen termijn kan afronden. Verdere vertraging bij de formele goedkeuring van de VIS-verordening vormt een risico voor de afronding van de comitologiewerkzaamheden voor de inbedrijfstelling. De afronding van de systeemontwikkeling kan bovendien in gevaar komen door een te late goedkeuring van de gemeenschappelijke visuminstructies en de gewijzigde Schengengrenscode. Wat de beveiliging betreft bestaat het risico dat de definitieve versies van bepaalde documenten (andere dan de beveiligingsdoelstellingen) niet op tijd beschikbaar zijn. Om deze risico’s te vermijden, zijn actieplannen opgesteld.

35.

2.2.3. Communicatie


De diensten van de Commissie brengen over het centrale VIS-project regelmatig verslag uit aan de lidstaten, tijdens vergaderingen van het SIS II-comité en de VIS-werkgroep. Zoals gezegd brengen de lidstaten bovendien maandelijks verslag uit over de vorderingen van hun nationale project.

De goede gewoonte om bilaterale vergaderingen te houden met de nationale projectmanagers en het technische VIS-team van de Commissie is in 2007 voortgezet. Dit biedt de lidstaten de gelegenheid de vorderingen met betrekking tot hun specifieke nationale project en het centrale project en andere zaken die zij van bijzonder belang achten, uitvoeriger te bespreken.

Tijdens de verslagperiode is elfmaal een eendaagse gecombineerde vergadering van de nationale projectmanagers en de werkgroep gehouden, en tweemaal een eendaagse vergadering van de nationale projectmanagers.

36.

2.2.4. Raad voor projectmanagement


De raad voor projectmanagement van het VIS is in 2004 opgericht. De raad voor projectmanagement omvat sinds 2005 vertegenwoordigers van het land dat het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bekleedt, alle landen die eerder het voorzitterschap hebben bekleed en de twee landen die de volgende voorzitterschappen bekleden. Hiermee wordt de continuïteit van de betrokkenheid van de lidstaten bij het project gewaarborgd. De raad voor projectmanagement is in de verslagperiode achtmaal bijeengekomen voor het bespreken van vraagstukken in verband met het projectmanagement met de betrokkenen, de hoofdcontractant voor de ontwikkeling en de contractant voor kwaliteitsborging.

37.

2.3. Vergaderingen van het SIS II-comité


Tijdens de verslagperiode hebben elf vergaderingen van het SIS II-comité plaatsgevonden, waarop de voortgang van de ontwikkeling van het VIS-project werd besproken.

Naast de regelmatige vergaderingen van het SIS II-comité organiseren de diensten van de Commissie voor het bespreken van technische bijzonderheden VIS-werkgroepen, die uit deskundigen van de lidstaten bestaan. Deze vergaderingen waren doorgaans gericht op kwesties die voor de lidstaten van belang waren of die te maken hadden met specifieke af te leveren documenten. Door de Commissie, de lidstaten en de hoofdcontractant voor de ontwikkeling zijn presentaties gegeven over vraagstukken die voor de lidstaten van belang waren. Ook zijn er workshops georganiseerd om nauwer contact met de lidstaten mogelijk te maken en meer input van hen te krijgen. Bovendien zijn informele bijeenkomsten met de nationale projectmanagers gehouden voor het bespreken van het nieuwe tijdschema voor het VIS-project.

38.

3. CONCLUSIES EN PERSPECTIEVEN


Een belangrijke ontwikkeling in 2007 was het politieke akkoord over het juridische kader, waardoor het tijdschema voor het project kon worden gewijzigd en duidelijkheid kon worden verkregen over de ontwikkelingsactiviteiten die nodig zijn voor het opnemen van het biometrische matchingsysteem in het VIS. Dankzij het politieke akkoord van medio 2007 konden goede vorderingen werden gemaakt met de ontwikkeling, waarbij werd voortgebouwd op het proactieve werk van de eerste helft van het jaar, dat op basis van eerdere versies van de wetgevingsvoorstellen was verricht. Aan het einde van de verslagperiode was het project volledig op één lijn met het herziene tijdschema van september 2007. Wat de financiën betreft werden, in afwachting van de totstandkoming van het politieke akkoord over het juridische kader in juni 2007, bepaalde verbintenissen gedurende de eerste helft van het jaar uitgesteld. Vanaf juni werd er hard aan gewerkt om de financiële kant zo efficiënt mogelijk uit te voeren. De cijfers voor zowel vastleggingen als betalingen waren aan het einde van het jaar daardoor positief. De communicatie met de lidstaten verliep ook dit jaar uitstekend en door de bijeenkomsten van de werkgroepen konden de banden worden aangehaald.