Toelichting bij COM(2008)722 - Solidariteitsfonds van de EU : jaarverslag 2007

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2008)722 - Solidariteitsfonds van de EU : jaarverslag 2007.
bron COM(2008)722 NLEN
datum 12-11-2008
Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0722

Verslag van de Commissie - Solidariteitsfonds van de Europese Unie : jaarverslag 2007 /* COM/2008/0722 def. */


NL

Brussel, 12.11.2008

COM(2008) 722 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Solidariteitsfonds van de Europese Unie

Jaarverslag 2007

INHOUDSOPGAVE

1.

1. Inleiding (...)3


2.

2. In 2007 ontvangen nieuwe aanvragen (...)3


3.

3. Financiering (...)9


4.

4. Toezicht (...)10


5.

5. Afsluitingen (...)10


6.

6. Conclusies (...)11


Bijlage 1 In 2007 ontvangen aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds van de EU (...)12

Bijlage 2 Criteria voor steunverlening uit het Solidariteitsfonds van de EU (...)13

Bijlage 3 Bepaling van het steunbedrag (...)14

Bijlage 4 In 2007 geldende drempels voor grote rampen (...)15

Inleiding



Het Solidariteitsfonds van de Europese Unie is opgericht op 15 november 2002 i. Overeenkomstig artikel 12 van de verordening tot oprichting van het Solidariteitsfonds moet elk jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag worden ingediend over de activiteiten van het Fonds in het voorgaande jaar. In dit verslag worden de activiteiten van het Fonds in 2007 beschreven. Zoals in vorige verslagen wordt daarbij ingegaan op drie punten: de behandeling van nieuwe in 2007 ontvangen aanvragen, het toezicht op de lopende uitvoering van de subsidies en de beoordeling van de uitvoeringsverslagen met het oog op de afsluiting ervan.

7.

2. In 2007 ontvangen nieuwe aanvragen


In 2007 ontving de Commissie 19 nieuwe aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds. Bijlage 1 biedt een gedetailleerd overzicht. Deze aanvragen zijn beoordeeld aan de hand van de criteria van de verordening en van de inlichtingen die de aanvragende staten hebben verstrekken.

8.

Duitsland


In januari 2007 werd Duitsland getroffen door een krachtige storm ("Kyrill") die in een aantal regio’s ernstige schade aanrichtte. Op 29 maart 2007 hebben de Duitse autoriteiten een aanvraag ingediend voor financiële steun uit het Solidariteitsfonds. Op 12 juli 2007 werd aanvullende informatie ontvangen.

De storm kon als grote ramp worden aangemerkt, aangezien de directe schade van 4 687 miljoen euro boven de geldende drempel van 3 267 miljoen euro (3 miljard euro volgens het prijsniveau van 2002) uitkwam. Infrastructuur, bosbouw, bedrijfsleven en particuliere huishoudens liepen aanzienlijke schade op. In de ergst getroffen regio’s werd de noodtoestand afgekondigd. Er vielen elf directe slachtoffers onder de bevolking. Autowegen en spoorwegen waren geblokkeerd door omgewaaide bomen en geknakte hoogspanningskabels, waardoor het treinverkeer in heel Duitsland stil kwam te liggen en er grootschalige opruimingsacties nodig waren.

De Commissie heeft op 11 september 2007 ertoe besloten de begrotingsautoriteit voor te stellen financiële steun uit het Solidariteitsfonds te verlenen voor een bedrag van 166,9 miljoen euro. Na de begrotingsprocedure werd de subsidie op 27 december 2007 uitgekeerd.

9.

Spain (El Hierro)


Van 26 tot 28 januari 2007 werd het eiland El Hierro, het kleinste van de zeven eilanden die de Canarische Archipel uitmaken, getroffen door een hevige storm met zware regenval, die schade aanrichtte aan openbare infrastructuurvoorzieningen. Op 29 maart 2007 heeft Spanje een aanvraag voor financiële steun ingediend.

De ramp veroorzaakte voor ongeveer 17 858 miljoen euro schade. Dit is 0,55% van de normale drempel voor steunverlening uit het Fonds (3 267 miljoen euro). De aanvraag werd daarom beoordeeld op basis van de criteria voor een “buitengewone regionale ramp”. Volgens de verordening moet bijzondere aandacht uitgaan naar afgelegen en geïsoleerde regio’s; het eiland El Hierro behoort tot deze categorie.

De Commissie was van mening dat, om betekenis te geven aan de specifieke criteria voor regionale rampen in de nationale context, een onderscheid moet worden gemaakt tussen ernstige regionale gebeurtenissen en die van louter lokale aard. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel vallen de laatstgenoemde gebeurtenissen onder de bevoegdheid van de nationale autoriteiten, terwijl de eerstgenoemde in aanmerking kunnen komen voor steun uit het Solidariteitsfonds. Een gebeurtenis die slechts 0,55% van de normale drempel voor steunverlening uit het Fonds uitmaakt, wordt niet beschouwd als passend binnen de opzet van het Fonds, zelfs niet onder uitzonderlijke omstandigheden of wanneer het een afgelegen of geïsoleerde regio betreft.

Het eiland El Hierro met ongeveer 10 500 inwoners, ofwel 0,5% van de totale bevolking van de Canarische Eilanden, werd door de Spaanse autoriteiten aangeduid als getroffen regio. Hoewel Verordening (EG) nr. 2012/2002 geen minimumvereisten met betrekking tot de omvang van de getroffen bevolking of het getroffen gebied bepaalt, was de Commissie van mening dat deze toch aanmerkelijk moet zijn vanuit het perspectief van de economie van het betrokken land. In het onderhavige geval heeft de ramp plaatselijk ernstige schade aangericht, maar deze bleef beperkt tot een klein gebied met een beperkt aantal mensen.

Hoewel de aanvraag er geen twijfel over liet bestaan dat de zware regenval plaatselijk ernstige schade had aangericht, was er onvoldoende bewijs dat er sprake was van ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio (de Canarische Eilanden). Om betekenis te geven aan het concept van regionale economische stabiliteit, kon het niet worden toegepast op entiteiten die te klein zijn om de gehele regio te beïnvloeden. Er moest worden gekeken naar de bredere regionale context, namelijk de Spaanse regio van de Canarische Eilanden. Er was geen bewijs dat de macro-economische stabiliteit van de Canarische Eilanden op enigerlei wijze getroffen was. De Commissie besloot begin 2008 ertoe geen middelen uit het Fonds beschikbaar te stellen en stelde de Spaanse autoriteiten hiervan in kennis.

10.

Frankrijk (Réunion)


Eind februari 2007 werd het Franse eiland Réunion getroffen door de tropische cycloon 'Gamède', die ernstige schade toebracht aan de infrastructuur en aan diverse sectoren van de economie. Frankrijk heeft op 4 mei 2007 een aanvraag voor financiële steun ingediend. Geactualiseerde schadecijfers zijn aan de Commissie verstrekt op 29 juni en 12 en 17 juli 2007. Aangezien de totale directe schade van 211,6 miljoen euro onder de normale drempel voor een 'grote ramp' bleef, zijnde 6,5% van de geldende drempel van 3 267 miljoen euro, werd de aanvraag beoordeeld op basis van de criteria voor buitengewone regionale rampen.

De Franse autoriteiten voerden de bijzondere situatie van Réunion als de meest afgelegen en tezelfdertijd de dichtstbevolkte ultraperifere regio van de Unie aan als grond van hun verzoek. Er werd bewijsmateriaal overgelegd om aan te tonen dat de impact en de langdurige gevolgen van de cycloonschade door de geïsoleerde ligging van Réunion en de reeds precaire sociaaleconomische situatie nog werden versterkt. De ramp veroorzaakte ernstige schade aan de infrastructuur, in het bijzonder aan de wegen, de watervoorziening en de telecommunicatie, en in de landbouw en de visserij. De ramp trof, met wisselende intensiteit, de gehele bevolking van Réunion. In 21 van de 24 gemeenten diende de noodtoestand te worden afgekondigd. Het bewijs dat werd aangevoerd om de ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio aan te tonen, bestond voornamelijk uit de problemen die voortvloeiden uit de beschadiging van sommige hoofdwegen, in het bijzonder de vernieling van een brug op de belangrijkste weg die twee economische polen in het noorden en het zuiden van het eiland met elkaar verbond. Er werden nadelige gevolgen verwacht voor de werkgelegenheid en de economische groei, o.a. de sluiting van een aantal kleine en middelgrote ondernemingen. Daarnaast leidde de cycloon tot grote inkomensverliezen in de visserij, in de landbouw en in het toerisme.

De Commissie heeft op 11 september 2007 ertoe besloten voor te stellen een bedrag van 5,29 miljoen euro aan financiële steun uit het Solidariteitsfonds te verlenen. Na de begrotingsprocedure werd de subsidie op 28 december 2007 aan Frankrijk uitgekeerd.

11.

Spanje (Castilië-La Mancha)


Op 22 en 23 mei 2007 werden delen van de regio Castilië-La Mancha getroffen door ernstige overstromingen die schade aanrichtten aan openbare infrastructuurvoorzieningen, huizen van particulieren, bedrijven en in de landbouw. Spanje heeft op 18 juli 2007 een aanvraag voor financiële steun ingediend. De Spaanse autoriteiten raamden de directe schade op 66,172 miljoen euro, een bedrag dat slechts 2% van de geldende drempel voor steunverlening uit het Fonds voor grote rampen (3 267 miljoen euro) uitmaakt. Aangezien de totale schade onder de normale drempel voor steunverlening uit het Fonds bleef, werd de aanvraag beoordeeld op basis van de criteria voor een “buitengewone regionale ramp”.

De Commissie was van mening dat, om betekenis te geven aan de specifieke criteria voor regionale rampen in de nationale context, een onderscheid moet worden gemaakt tussen ernstige regionale gebeurtenissen en die van louter lokale aard. Een gebeurtenis die 2% van de normale drempel voor steunverlening uit het Fonds uitmaakt, wordt niet beschouwd als passend binnen de opzet van het Fonds.

Een van de voorwaarden voor steunverlening uit het Fonds in uitzonderlijke gevallen is dat het grootste deel van de bevolking van de regio waarop de aanvraag betrekking heeft, getroffen dient te zijn. De aanvraag had betrekking op overstromingen in de twee provincies Ciudad Real (489 200 inwoners) en Toledo (576 200 inwoners) binnen de autonome regio Castilië-La Mancha, die een totale bevolking heeft van 1 839 900 inwoners (cijfers van 2004). De overstromingen hebben enkele gemeenten binnen deze provincies getroffen, met in totaal 71 397 inwoners. De inwoners van deze gemeenten maken een zeer klein deel uit van de bevolking van de provincies waartoe zij behoren. Hoewel Verordening (EG) nr. 2012/2002 geen minimumvereisten met betrekking tot de omvang van het getroffen gebied of de getroffen bevolking bepaalt, was de Commissie van mening dat deze toch aanmerkelijk moet zijn vanuit het perspectief van de economie van het betrokken land. In het onderhavige geval had de ramp plaatselijk ernstige schade veroorzaakt, maar deze bleef beperkt tot een klein gebied met een relatief klein aantal mensen.

De overstromingen veroorzaakten schade aan het wegennet en de waterinfrastructuur, alsook aan gemeentelijke voorzieningen, faciliteiten voor onderwijs, gezondheidszorg en sport, straatverlichting, talrijke huizen, in de landbouw en voor een deel van de industrie- en dienstensector. Hoewel de aanvraag er geen twijfel over liet bestaan dat de overstromingen en de zware regenval plaatselijk schade hadden aangericht aan infrastructuurvoorzieningen en in de landbouw, bevatte het geen overtuigend bewijs dat er sprake was van ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio. Ofschoon de aanvraag zich beperkte tot de ergst getroffen gebieden, waren er slechts 1 989 verzoeken om vergoeding van schade aan huizen ontvangen (van een totale bevolking van 71 397 inwoners in de getroffen gebieden). Voorts was de Commissie van mening dat het concept van regionale economische stabiliteit moest worden beoordeeld in de bredere regionale context. Op grond hiervan concludeerde de Commissie dat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten met betrekking tot 'ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio'. De Commissie besloot op 23 januari 2008 ertoe geen middelen uit het Fonds beschikbaar te stellen en stelde de Spaanse autoriteiten hiervan in kennis.

12.

Verenigd Koninkrijk


In juni en juli 2007, na opeenvolgende perioden met ongewoon intense regen, werden verscheidene regio's van het Verenigd Koninkrijk getroffen door aanzienlijke overstromingen die zware schade hebben veroorzaakt. Bijgevolg hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk op 20 augustus 2007 een aanvraag voor financiële steun uit het Solidariteitsfonds ingediend. De aanvullende informatie waarom de diensten van de Commissie hadden verzocht en die noodzakelijk was om de beoordeling af te ronden, werd op 26 oktober 2007 ontvangen.

De totale directe schade door de overstromingen bedroeg meer dan 4,6 miljard euro. Aangezien dit bedrag boven de voor het Verenigd Koninkrijk geldende drempel van 3,267 miljard euro voor de inwerkingtreding van het Solidariteitsfonds (3 miljard euro volgens het prijsniveau van 2002) uitkomt, kon de gebeurtenis worden aangemerkt als “grote natuurramp”, die daarmee onder het voornaamste toepassingsgebied van het Solidariteitsfonds viel.

De Commissie heeft op 10 december 2007 ertoe besloten de begrotingsautoriteit voor te stellen een bedrag van 162 388 miljoen euro aan financiële steun uit het Solidariteitsfonds te verlenen.

13.

Cyprus


Na bosbranden op Cyprus op 29 juni 2007 hebben de Cypriotische autoriteiten op 4 september 2007 een aanvraag voor financiële steun ingediend. De schade werd door de Cypriotische autoriteiten geraamd op 38,2 miljoen euro, hetgeen neerkomt op 48% van de voor Cyprus geldende normale drempel voor steunverlening uit het Fonds (79 895 miljoen euro). De aanvraag werd daarom beoordeeld op basis van de criteria voor een “buitengewone regionale ramp”.

Het afgebrande gebied omvatte voornamelijk bosgebieden van het Nationale Park en zou groter zijn dan alle gebieden samen die in de laatste 7 jaar op Cyprus door branden waren verwoest. De gevolgen voor de bevolking waren echter zeer beperkt. De Cypriotische autoriteiten duidden drie naburige dorpen met in totaal 1 703 inwoners aan als getroffen gebied (0,2% van de bevolking van Cyprus). In deze dorpen was 58% van de huishoudens getroffen. De Commissie was van mening dat de omvang van de getroffen bevolking/het getroffen gebied toch aanmerkelijk moet zijn vanuit het perspectief van de economie van het betrokken land. Een ramp die slechts een zeer klein aantal mensen (circa 988 inwoners) had getroffen, leek niet te passen binnen de opzet van het Solidariteitsfonds.

Daarnaast was er geen duidelijk bewijs voor 'ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden'. Volgens de Cypriotische autoriteiten had de brand tamelijk weinig schade aangericht aan de basisinfrastructuur (vervoer, water, elektriciteit), die in de daarop volgende weken werd hersteld. De schade aan woonhuizen bleef beperkt tot 601 920 euro (gemiddeld 353 euro per persoon in de getroffen dorpen) en maakte slechts ongeveer 1,5% van de totale schade uit. De Commissie was daarom van mening dat de aanvraag niet voldeed aan alle vereisten voor een “buitengewone regionale ramp”. De Commissie besloot op 23 januari 2008 ertoe geen middelen uit het Fonds beschikbaar te stellen en stelde de Cypriotische autoriteiten hiervan in kennis.

14.

Italië


Op 27 september 2007 hebben de Italiaanse autoriteiten een reeks aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds ingediend in verband met negen verschillende regio’s van Italië. Aangezien de termijn van tien weken voor de indiening van aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds na de datum van de eerste schade bij geen van de negen aanvragen in acht was genomen, zijn de Italiaanse autoriteiten bij brief van 29 oktober 2007 ervan in kennis gesteld dat hun aanvragen niet ontvankelijk waren.

15.

Spanje (branden op de Canarische eilanden )


In juli/augustus 2007 werden de drie eilanden Gran Canaria, Tenerife en La Gomera door bosbranden getroffen. De Spaanse autoriteiten hebben op 3 oktober 2007 een aanvraag voor financiële steun ingediend. De directe schade werd geraamd op 144,2 miljoen euro. Aangezien dit bedrag 4,4% van de normale drempel voor steunverlening uit het Fonds uitmaakt, werd de aanvraag gebaseerd op het criterium “buitengewone regionale ramp”.

Het getroffen gebied bestreek de drie eilanden Gran Canaria, Tenerife en La Gomera, met een totale bevolking van 1 681 946 inwoners. Door de branden werd 35 000 hectare land verwoest en moesten 12 000 personen (0,7% van de getroffen bevolking) worden geëvacueerd. Het wegennet, de waterinfrastructuur, huizen, de landbouw, de veestapel, bedrijven en het natuurlijke milieu liepen ernstige schade op. Hoewel de Commissie het waarschijnlijk achtte dat de bevolking in de onmiddellijke nabijheid van de branden op enigerlei wijze onder de ramp had geleden, was er geen bewijs overgelegd om aan te tonen dat het grootste deel van de totale bevolking van de drie eilanden Gran Canaria, Tenerife en La Gomera was getroffen.

Wat het vereiste van ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio betreft, werd in de aanvraag in algemene bewoordingen verklaard dat er sprake was van langdurige gevolgen voor het natuurlijke milieu, infrastructuur en hulpbronnen die de levensomstandigheden van de bevolking in het getroffen gebied negatief zouden beïnvloeden. Er werd echter geen bewijs aangevoerd om deze verklaring te staven. Ten aanzien van ernstige en langdurige gevolgen voor de macro-economische stabiliteit van de getroffen regio gaven de Spaanse autoriteiten in de aanvraag aan dat deze niet op korte termijn konden worden beoordeeld; er werd verder geen bewijs aangevoerd.

De Commissie was daarom van mening dat de aanvraag niet voldeed aan alle vereisten in de verordening voor een “buitengewone regionale ramp”. De Commissie besloot begin 2008 ertoe geen middelen uit het Fonds beschikbaar te stellen en stelde de Spaanse autoriteiten hiervan in kennis.

16.

Frankrijk (Martinique)


In augustus 2007 werden de Franse overzeese departementen Martinique en Guadeloupe, twee eilanden van de Franse Antillen, getroffen door de orkaan 'Dean', die ernstige schade veroorzaakte aan de infrastructuur en verschillende economische sectoren. Frankrijk heeft op 26 oktober 2007 een aanvraag ingediend voor financiële steun uit het Solidariteitsfonds van de EU. Op 8 januari 2008 ontving de Commissie aanvullende informatie van de Franse autoriteiten. Eind 2007 werd de aanvraag nog beoordeeld en was er nog geen besluit van de Commissie over de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds.

17.

Griekenland


In augustus 2007 werd een vrij aanzienlijk deel van Griekenland door bosbranden getroffen. De branden waren het hevigst en kwamen het vaakst voor in de regio’s West-Griekenland, de Peloponnesos, het Griekse vasteland en Attika. Door de ramp werd ernstige schade toegebracht aan verschillende economische sectoren. Met name de landbouw werd zwaar getroffen. Ook infrastructuur op het gebied van vervoer, telecommunicatie, energiedistributie, water en afvalwater en voorkoming van natuurrampen werd verwoest. Daarnaast liepen het natuurlijke milieu, culturele monumenten, scholen, ziekenhuizen en brandbestrijdingsdiensten ernstige schade op. De kosten voor het verstrekken van tijdelijke huisvesting en reddingswerk dat zich op de onmiddellijke behoeften van de betrokken bevolking richtte, liepen aanzienlijk op. In de Peloponnesos, West-Griekenland en Euboea overleden 65 personen als gevolg van de bosbranden.

De Griekse autoriteiten hebben op 30 oktober 2007 een aanvraag voor steun uit het Solidariteitsfonds ingediend en deze aanvraag op 24 januari 2008 vervolledigd. Eind 2007 werd de aanvraag nog beoordeeld en was er nog geen besluit van de Commissie over de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds.

18.

Slovenië


Medio september 2007 werd een groot deel van Slovenië door hevige regen en storm getroffen, waardoor zware overstromingen en grondverschuivingen werden veroorzaakt. De Sloveense autoriteiten hebben op 19 november 2007 een aanvraag voor steun uit het Solidariteitsfonds ingediend.

De infrastructuur (vervoer, elektriciteit, water) liep aanzienlijke schade op. Meer dan 350 km nationale wegen en meer dan 1 600 km gemeentelijke wegen en boswegen werden beschadigd. Voorts was er schade aan meer dan 17 km waterinfrastructuur, meer dan 10 km elektriciteitsnet, 48 waterreservoirs en 147 bruggen. Ook werd aanzienlijke schade toegebracht aan openbare en particuliere gebouwen, bedrijven, de landbouwsector en cultuurmonumenten.

Eind 2007 werd de aanvraag nog beoordeeld en was er nog geen besluit van de Commissie over de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds.

Financiering



De twee aanvragen uit 2006 waarvoor de begrotingsprocedure aan het einde van het jaar nog niet was afgerond (overstromingen in Hongarije en Griekenland), werden in één gewijzigde begroting behandeld. Het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2007 i werd op 7 juni 2007 door de begrotingsautoriteit goedgekeurd. De subsidies konden worden uitgekeerd na goedkeuring van het subsidiebesluit en na ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst.

In 2007 werden middelen uit het Fonds beschikbaar gesteld voor twee nieuwe aanvragen (storm 'Kyrill' in Duitsland; cycloon 'Gamède' in Frankrijk/Réunion). Voor elke aanvraag werd het steunbedrag bepaald aan de hand van de eerder door de Commissie vastgestelde standaardmethode, die uitvoerig is uiteengezet in het Jaarverslag 2002/2003 (zie ook bijlage 3 van dit verslag). De gewijzigde begroting nr. 6/2007 i werd op 24 oktober 2007 door de begrotingsautoriteit goedgekeurd. De subsidies konden worden uitgekeerd na goedkeuring van het subsidiebesluit en na ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst. In 2007 werden de volgende steunbedragen betaald:

19.

Begunstigde staat Ramp Categorie Steunbedrag (EUR)


Hongarije Overstroming Groot 15°063°

Griekenland Overstroming Regionaal 9°306°

Duitsland Storm Groot 166°905°

Frankrijk/Réunion Tropische cycloon Regionaal/ ultraperifeer 5°290°

Totaal 196°566°

Voor de aanvragen van het Verenigd Koninkrijk (overstromingen), Griekenland (bosbranden), Slovenië (overstromingen) en Frankrijk/Martinique (orkaan 'DEAN') die in 2007 zijn ontvangen, konden de begrotingsprocedures niet voor het einde van het jaar worden afgerond. Voor deze aanvragen heeft de Commissie voorontwerpen van gewijzigde begroting nr. 1/2008 i en nr. 3/2008 i ingediend, die respectievelijk op 9 april 2008 en 5 juni 2008 door de begrotingsautoriteit werden goedgekeurd, alsook voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2008 i; in het volgende jaarverslag zal hiervan verslag worden uitgebracht.

20.

4. Toezicht


Op 23 januari 2007 heeft de Commissie een controlebezoek aan Oostenrijk afgelegd, om geïnformeerd te worden over het systeem van de Oostenrijkse autoriteiten voor de uitvoering van de uit het Solidariteitsfonds betaalde subsidie na de ernstige overstromingen in Vorarlberg en Tirol in augustus 2005, om de meest recente gegevens te ontvangen over de vorderingen bij de uitvoering van de subsidie en om specifieke kwesties met de Oostenrijkse autoriteiten te bespreken.

Evenals bij vorige gelegenheden werd het bezoek zeer gunstig onthaald door de betrokken autoriteiten. Het bezoek bood de Commissie de gelegenheid zich zekerheid te verschaffen omtrent het uitvoeringssysteem en de goede vorderingen. Uit de ontvangen informatie kwam naar voren dat de uitvoering goed verliep; ook waren er de nodige stappen genomen om te garanderen dat de toezichts- en controleverplichtingen werden nagekomen.

21.

5. Afsluitingen


Artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 bepaalt dat de begunstigde staat uiterlijk zes maanden na afloop van de termijn van één jaar na de datum van uitbetaling van de subsidie een verslag over de financiële uitvoering van de subsidie (hierna “uitvoeringsverslag” genoemd) met een verantwoordingsstaat van de uitgaven (hierna “validiteitsverklaring” genoemd) moet overleggen. Aan het einde van deze procedure gaat de Commissie over tot de afsluiting van de steun uit het Fonds.

Wat betreft de afsluiting van de steun voor de Maltese aanvraag (overstroming in 2003) waarvoor het uitvoeringsverslag op 10 mei 2006 werd ontvangen en op 28 juni 2007 werd afgerond, heeft de Commissie opgemerkt dat de Maltese autoriteiten het volledige bedrag aan subsidie uit het Solidariteitsfonds van de EU (961 220 euro) hadden uitgeven. De Commissie heeft de steun op 3 juli 2007 afgesloten.

In 2007 heeft de Commissie de definitieve uitvoeringsverslagen ontvangen voor subsidies die in 2005 en 2006 zijn toegekend aan Slowakije (storm in 2004), Zweden, Estland, Letland en Litouwen (in verband met een storm in 2005). Aan het eind van de periode waarop dit jaarverslag betrekking heeft, was de beoordeling van deze uitvoeringsverslagen nog niet afgerond.

22.

6. Conclusies


De Commissie heeft in totaal 19 nieuwe aanvragen ontvangen in 2007, het hoogste aantal aanvragen in één jaar sinds de oprichting van het Fonds. Slechts vier van deze aanvragen hadden betrekking op een grote natuurramp. De overige 15 aanvragen werden ingediend op basis van de criteria voor een regionale ramp. Negen van deze aanvragen moesten niet ontvankelijk worden verklaard, omdat zij niet binnen de in de verordening vastgestelde aanvraagtermijn van 10 weken waren ingediend.

De in 2007 ontvangen nieuwe aanvragen hebben opnieuw de algemene trend bevestigd dat de meeste aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds niet worden ingediend voor grote rampen, die het belangrijkste toepassingsgebied van het Solidariteitsfonds vormen, maar op grond van de uitzonderingscriteria voor regionale rampen. Aan deze criteria – die de Commissie uit hoofde van de verordening “met de grootste zorgvuldigheid” moet onderzoeken – is relatief moeilijk te voldoen. Het aandeel afgewezen aanvragen is bij de regionale (buitengewone) criteria nog steeds hoog (ongeveer twee derde). Daarentegen zijn de aanvragen in verband met grote rampen, waarvoor enkel een kwantitatief criterium geldt, alle positief beoordeeld.

In 2007 hebben de lidstaten en de Commissie opnieuw veel tijd en moeite geïnvesteerd in, respectievelijk, het opstellen en het beoordelen van aanvragen voor kleinere regionale rampen die regelmatig tot afwijzingen leiden. Een van de grootste veranderingen in het voorstel van de Commissie van 6 april 2005 voor een nieuwe verordening inzake het Solidariteitsfonds is daarom alleen kwantitatieve drempels te hanteren voor het waardeniveau van de schade waarbij het Fonds in werking treedt, hetgeen de transparantie van het Fonds zou verbeteren. Dit zou helpen voorkomen dat men zich veel moeite getroost voor het opstellen van aanvragen die vervolgens worden afgewezen, omdat het zeer moeilijk is aan de uitzonderingscriteria te voldoen. Bij de nieuwe verordening inzake het Solidariteitsfonds zou het voor de nationale autoriteiten duidelijker zijn of ze een beroep kunnen doen op steun uit het Fonds om de gevolgen van een ramp aan te pakken.

In 2007 heeft de Commissie een aantal pogingen gedaan om de lidstaten, en met name het Duitse en vervolgens het Portugese voorzitterschap, te overtuigen het debat over het voorstel van de Commissie voor een nieuwe verordening inzake het Solidariteitsfonds, dat veel steun had gekregen in het Europees Parlement, weer op gang te brengen. Eind 2007 was er echter geen vooruitgang geboekt in de Raad.

23.

BIJLAGE 1


In 2007 ontvangen aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds van de EU

Aanvragend land DE FR ES ES UK CY ES IT FR EL SI

Naam en aard van ramp Storm 'Kyrill' Réunion 'Gamède' EL Hierro overstroming La Mancha overstroming Overstroming Bosbranden Bosbranden 9 aanvragen bosbranden Martinique 'Dean' Bosbranden Over-stromingen

Datum eerste schade 18/01/ 24/02/ 26/01/ 22/05/ 12/06/ 29/06/ 27/07/ *** 17/08/ 23/08/ 18/09/

Datum van aanvraag* 29/03/ 04/05/ 29/03/ 19/07/ 20/8/ 04/09/ 03/10/ *** 26/10/ 30/10/ 19/11/

24.

Volledige informatie beschikbaar op 12/07/ 17/07/ - - 22/10/ - - - - 20/12/ -


Drempel voor grote rampen (mln. €) 3 266, 3 266, 3 266, 3 266, 3 266, 79, 3 266, 3 266, 3 266, 1 066, 164,

Totale directe schade (mln. €)** 4 687, 211, 17, 66, 4 38, 144, - 511, 2 118, 223,

25.

Categorie groot regionaal regionaal regionaal groot regionaal regionaal regionaal regionaal groot groot


Schade/drempel 143,49% 6,48% 0,55% 2,03% 141,19% 47,8% 4,41% - 15,65% 198,62% 135,92%

Kosten van subsidiabele noodacties (mln. €)** 1 14, 356, 1,83% 12, - 119, 1 154,

Subsidiabele kosten/ totale schade 21,87% 11,34% 79,54% 52,9% 7,73% 4,79% 9% - 23,45% 47,52% 69,15%

Steun/subsidiabele kosten 16,28% 22,04% - - 45,53% - - - 10, 8,91% 4,95%

Steunpercentage (% van totale schade) 3,56% 2,5% - - 3,52% - - - 2, 4,24% 3,42%

26.

Datum van subsidiebesluit 14/12/ 11/12/ afgewezen afgewezen afgewezen afgewezen niet ontvankelijk


Datum van uitvoeringsovereenkomst 18/12/ 18/12/ - - - - -

Verleende steun (EUR) 166 905 5 290 - - (162 387 985) - - - (12 780 000) (89 769 010) (7 647 220)

* Registratie van initiële aanvraag bij de Commissie

** Zoals goedgekeurd door de Commissie

*** Alle negen aanvragen niet binnen de aanvraagtermijn van 10 weken

27.

BIJLAGE 2


Criteria voor steunverlening uit het Solidariteitsfonds van de EU

Passage uit Verordening (EG) nr. 2012/2002:

“Artikel 2:

1. Op verzoek van een lidstaat of van een staat waarmee over toetreding tot de Europese Unie wordt onderhandeld, hierna 'begunstigde staat' genoemd, kan hoofdzakelijk steun uit het Fonds worden verleend wanneer zich op het grondgebied van die staat een grote natuurramp voordoet die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie van een of meer regio's of een of meer staten.

2. Als grote ramp in de zin van deze verordening wordt beschouwd elke ramp die schade veroorzaakt die in ten minste één van de betrokken staten wordt geschat op hetzij meer dan 3 miljard EUR in prijzen van 2002, hetzij meer dan 0,6% van zijn BNI.

In uitzonderlijke gevallen kan ook steun uit het fonds krijgen: een buurland of een staat waarmee over toetreding tot de Europese Unie wordt onderhandeld en die door dezelfde ramp is getroffen;

een regio die is getroffen door een buitengewone ramp, vooral een natuurramp, welke het grootste deel van de bevolking treft en ernstige en langdurige gevolgen voor de levensomstandigheden en de macro-economische stabiliteit van de regio heeft. Het totale jaarlijkse bedrag van de steun uit hoofde van deze alinea is beperkt tot maximaal 7,5% van het jaarbedrag waarover het Fonds kan beschikken. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar afgelegen of geïsoleerde regio’s, zoals de in artikel 299, lid 2, van het Verdrag bedoelde insulaire en ultraperifere gebieden. De Commissie zal de uit hoofde van deze alinea ingediende verzoeken met de grootste zorgvuldigheid onderzoeken.”

28.

BIJLAGE 3


Bepaling van het steunbedrag

Er wordt een progressief systeem in twee groepen toegepast waarbij een land dat door een ramp is getroffen, een lager steunpercentage ontvangt van 2,5% voor het deel van de totale directe schade dat onder de drempelwaarde voor een “grote ramp” blijft en een hoger steunpercentage van 6% ontvangt voor het deel van de schade dat de drempelwaarde overschrijdt. De twee bedragen worden bij elkaar opgeteld.

De drempel is het in de verordening gedefinieerde waardeniveau van de schade waarbij het Fonds in werking treedt, ofwel 0,6% van het BNI of 3 miljard euro volgens het prijsniveau van 2002. Door dit element wordt rekening gehouden met het relatieve vermogen van een staat om zelf de gevolgen van een ramp aan te pakken. Daarnaast zorgt dit element ervoor dat relatief armere landen voor dezelfde hoeveelheid schade in absolute zin meer steun ontvangen dan rijkere landen. Op buitengewone regionale rampen wordt dezelfde methode toegepast, wat dus betekent dat landen die door rampen zijn getroffen die per definitie onder de drempel blijven, 2,5% van de totale directe schade in steun ontvangen.

29.

BIJLAGE 4


In 2007 geldende drempels voor grote rampen

(gebaseerd op BNI-cijfers over 2005)

| (Miljoen €)

Land BNI 0,6% van BNI Drempel voor grote rampen

AT ÖSTERREICH 242 1 455, 1 455,

BE BELGIQUE-BELGIË 301 1 806, 1 806,

BG BALGARIJA 21 130, 130,

CY KYPROS 13 79, 79,

CZ ČESKA REPUBLIKA 95 571, 571,

30.

DE DEUTSCHLAND 2 248 13 488, 3 266,629*


DK DANMARK 208 1 253, 1 253,

EE EESTI 10 63, 63,

EL ELLADA 177 1 066, 1 066,

31.

ES ESPAÑA 893 5 358, 3 266,629*


FI SUOMI/FINLAND 157 944, 944,

32.

FR FRANCE 1 718 10 312, 3 266,629*


HR HRVATSKA 30 947** 185, 1,

HU MAGYARORSZÁG 83 502, 502,

IE IRELAND 137 826, 826,

IT ITALIA 1 412 8 475, 3 266,

LT LIETUVA 20 121, 121,

LU LUXEMBOURG (G-D) 24 144, 144,

LV LATVIJA 12 75, 75,

MT MALTA 4 26, 26,

33.

NL NEDERLAND 510 3 061, 3 061,098*


PL POLSKA 235 1 411, 1 411,

PT PORTUGAL 145 872, 872,

RO ROMÂNIA 77 462, 462,

SE SVERIGE 286 1 721, 1 721,

SI SLOVENIJA 27 164, 164,

SK SLOVENSKÁ REPUBLIKA 37 222, 222,

TR TÜRKIYE 290 1 740, 10,

34.

UK UNITED KINGDOM 1 830 10 981, 3 266,629*


* ~ 3 miljard euro volgens het prijsniveau van 2002

** BNP (BNI niet beschikbaar)
“de verordening” genoemd).

--------------------------------------------------