Toelichting bij COM(2008)718 - Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijke controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten garanderen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0718

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten garanderen /* COM/2008/0718 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

3.

Brussel, 14.11.2008


COM(2008) 718 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten garanderen

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten garanderen

1.

Inleiding


4.

EN ACHTERGROND


De geloofwaardigheid van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) staat of valt met de doeltreffendheid van de regels om de toepassing van dat beleid te controleren. Het controlebeleid is herhaaldelijk hervormd, met name in 1993 toen de bestaande verordening werd vastgesteld, in 1998 toen de controle van de visserijinspanning werd ingevoerd, en ten slotte in 2002 in het kader van de hervorming van het GVB die uitmondde in een duidelijker bevoegdheidsverdeling tussen Commissie en lidstaten, versterking van de samenwerking tussen de lidstaten en de oprichting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole.

De vooruitgang die sindsdien is geboekt, doet echter weinig af aan de algemene conclusie dat aan het GVB nog steeds een en ander schort, vooral op het gebied van overbevissing als gevolg van de te grote capaciteit van de communautaire visserijvloot en het controlebeleid.

De Commissie heeft deze twee problemen aangepakt aan de hand van een aantal initiatieven, zoals het vlootherstructureringspakket van juli 2007 en de recent vastgestelde hervorming van de visserijcontroleregeling ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (de “IOO-verordening). Bovendien heeft zij het startschot gegeven voor het debat over een herziening van het GVB met ingang van 2012. Deze stappen veranderen echter niets aan de noodzaak het GVB-controlesysteem op middellange termijn om te vormen tot een instrument waarmee de visserij in de Gemeenschap efficiënt kan worden beheerd.

Het controlesysteem dat in 2002 werd ingevoerd, vertoont dermate ernstige lacunes dat de doeltreffendheid ervan serieus kan worden betwijfeld. Zowel de Europese Commissie i als de Europese Rekenkamer i noemen het systeem inefficiënt, duur, ingewikkeld en niet in staat om de gewenste resultaten te boeken. Door de zwakheden in het controlebeleid komt de uitvoering van andere onderdelen van het GLB in een kwaad daglicht te staan en wordt het succes van initiatieven op het gebied van instandhouding en inspanningsbeheer ondermijnd. Een falende controle werkt de povere prestatie van het GVB in de hand en wekt bovendien de indruk dat het GVB zijn belangrijkste taak niet kan vervullen. Het valt nu eenmaal niet te ontkennen dat ondanks de jarenlange toepassing van het GVB de toestand van de bestanden nog steeds onrustwekkend is en verschillende bestanden worden geëxploiteerd op een niveau dat de grenzen van de duurzaamheid te buiten gaat. Als de mankementen van het controlebeleid niet worden verholpen, zal dat belangrijke gevolgen hebben voor de toekomst van de visbestanden, de visserijsector en de van de visserij afhankelijke regio's. Tegen deze achtergrond stelt de Commissie voor om in het kader van een diepgaande hervorming de tekortkomingen van het controlesysteem van het GVB weg te werken en de aanpak van het systeem te moderniseren.

De nieuwe controleverordening zal gelden voor alle soorten visserij en alle met de visserij verbonden activiteiten in de communautaire wateren en in de lidstaten, en op de activiteiten van vissersvaartuigen van de Gemeenschap die buiten de communautaire wateren actief zijn. De verordening vormt een aanvulling op de IOO-verordening en op de verordening inzake de verlening van machtigingen voor visserijactiviteiten door vissersvaartuigen van de Gemeenschap buiten communautaire wateren. De bedoeling is ervoor te zorgen dat geen discriminatie tussen burgers van de Gemeenschap en van derde landen plaatsvindt. Deze drie verordeningen samen zullen het nieuwe controlekader vormen.

In deze mededeling wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de bestaande problemen, de hoofdcomponenten van de nieuwe controlestrategie en de voorgestelde maatregelen.

5.

1.1. De huidige situatie


De voornaamste pijnpunten die bij de toepassing van het GVB-controlebeleid zijn geconstateerd, zijn terug te voeren op tekortkomingen in de controleregeling op zich of op structurele problemen in de visserijsector.

6.

1.1.1. Bevindingen en aanbevelingen van de Rekenkamer


In een recente beoordeling heeft de Rekenkamer i het controle-, inspectie- en sanctiesysteem van het GVB tegen het licht gehouden. Kenmerkend voor de huidige situatie, aldus de Rekenkamer, is het ontbreken van een adequaat kader en voldoende procedures om een volledige gegevensset te verzamelen en inconsequenties tussen de verschillende gegevens op te sporen. Bovendien volstaan de nationale inspectiesystemen niet om inbreuken te voorkomen en vast te stellen. De onderlinge verschillen tussen deze systemen maken het daarbovenop onmogelijk om de inspectiedruk op een adequaat niveau te handhaven en de inspectieactiviteiten te optimaliseren. De Commissie beschikt, gezien de huidige omstandigheden en de afbakening van haar bevoegdheid, niet over de nodige ruimte om systematisch fouten en anomalieën in de door de lidstaten verstrekte gegevens op te sporen of om toezicht uit te oefenen op de nationale controlesystemen en zich een volledig beeld te vormen van de globale doeltreffendheid daarvan.

7.

1.1.2. Achterhaalde en onsamenhangende controleaanpak


Het communautaire controlesysteem is voornamelijk gericht op het controleren van de quotabenutting en van de technische maatregelen in de visserij. Andere aspecten, zoals vervoer en markten, worden volledig buiten beschouwing gelaten. Bovendien zijn met name op het gebied van de visserijinspanningssystemen en de vanuit biologisch oogpunt kwetsbare visserijgebieden nieuwe controlebehoeften ontstaan, die evenmin in aanmerking zijn genomen in het bestaande systeem. De grote inspanningen die de afgelopen jaren zijn gedaan om tot een duurzame exploitatie en een langetermijnbeheer van de bestanden te komen, zullen pas resultaten opleveren als deze worden geflankeerd door een omvattend en efficiënt controlesysteem.

8.

1.1.3. Overcapaciteit


De werking van het controlesysteem wordt extra bemoeilijkt door het algemene probleem van de overcapaciteit van de communautaire visserijvloten. Dit structurele probleem ligt aan de basis van de falende rendabiliteit van de visserijvloten en werkt niet-naleving van de GVB-voorschriften in de hand. Een groot aantal vaartuigen kan slechts rendabel werken als zij hun quota overschrijden en zich dus met overbevissing inlaten. Zo ontstaat een vicieuze cirkel: vissersvaartuigen overexploiteren de visbestanden om het hoofd boven water te houden en staan onder economische druk om de volgende jaren nog meer vis boven te halen terwijl de wettelijke vangstmogelijkheden en de quota als gevolg van de overexploitatie worden verlaagd. Nog afgezien van milieuschade veroorzaakt deze situatie een daling van de visprijzen en bijgevolg, op korte termijn, economische schade voor vissers die zich wel aan de wet houden, en, op lange termijn, een vermindering van de marktvoorraden.

9.

1.2. Factoren die de niet-naleving van de GVB-voorschriften in de hand werken


Een aantal van deze factoren, die tegelijkertijd aan de basis liggen van het falen van het controlesysteem, is inmiddels geïdentificeerd.

Een van de belangrijke oorzaken van de niet-naleving is, naast de overcapaciteit van de vloot, het lage pakrisico dat voortvloeit uit zware tekortkomingen in de nationale controlesystemen. Bovendien verschillen de frequentie en de intensiteit van de controles en inspecties aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat en krijgen de vissers te maken met verschillende procedures en praktijken. Dit creëert onzekerheid, ondermijnt de geloofwaardigheid van de inspectieverslagen en bemoeilijkt de systematische gerechtelijke en bestuursrechtelijke behandeling van inbreuken. Wanneer een inbreuk wordt geconstateerd, bestaat bovendien geen garantie dat adequate sancties worden opgelegd, aangezien het bestaande sanctiesysteem tekortschiet en onvoldoende afschrikt.

Een tweede factor is het wetskader van het controlebeleid zelf en de respectieve taken die Commissie en lidstaten daarbinnen moeten vervullen. Dit tijdens de afgelopen jaren meermaals gewijzigde wetskader is inmiddels veel te ingewikkeld geworden, onder meer door de versnippering ervan over verschillende verordeningen. Vanwege het gebrek aan duidelijkheid en rechtszekerheid dat voortvloeit uit de complexiteit en de onsamenhangendheid van de voorschriften, hebben zowel de lidstaten als de belanghebbenden in de visserijsector er moeite mee het concept te aanvaarden en in acht te nemen.

Ten derde stelt het bestaande controlesysteem de Commissie slechts beperkte en inefficiënte controlemechanismen ter hand. Het GVB behoort tot de exclusieve bevoegdheidsgebieden van de Europese Gemeenschap, die tot taak heeft het rechtskader voor dit beleid vast te stellen. De lidstaten, op hun beurt, moeten erop toezien dat vissers, verwerkers en verkopers de bepalingen van het rechtskader in acht nemen. De hoofdverantwoordelijkheid voor een doeltreffende controle, inspectie en handhaving van de GVB-voorschriften berust bijgevolg bij de lidstaten. De Commissie dient er als hoedster van de Verdragen voor te zorgen dat de lidstaten hun verantwoordelijkheid op zich nemen. Daarom oefent de Commissie toezicht uit op de tenuitvoerlegging van het GVB door de lidstaten. De Commissie kan het huidige handhavingsinstrumentarium echter pas in werking stellen als een communautaire wetsbepaling wordt overtreden. Bijkomend probleem is dat de beroepsprocedures wegens niet-nakoming tijdrovend en omslachtig zijn, en bovendien slechts in uitzonderlijke gevallen zoden aan de dijk zetten.

10.

2. IMPACT OP HET MILIEU EN OP DE SOCIAALECONOMISCHE SITUATIE


Aan de tekortkomingen van de huidige controleregeling hangt een prijskaartje. De niet-naleving op grote schaal en de herhaalde inbreuken op de GVB-voorschriften veroorzaken schade op talrijke vlakken: niet alleen de mariene biodiversiteit en de mariene ecosystemen hebben hier zwaar onder te lijden, maar ook de communautaire visserijsector, verwerking en afzet incluis, deelt economisch en sociaal gezien in de klappen.

Aangezien de aanwezigheid van overvloedige visbestanden doorgaans wijst op een gezond milieu, kan er tegenwoordig van worden uitgegaan dat bij een voortzetting van de bestaande toestand de bestanden niet volledig zullen worden aangevuld. In de huidige omstandigheden is het echter waarschijnlijk dat de praktijk van overtreding van de wettelijke voorschriften of van de draagkracht van de bestanden strijk en zet blijft in het gemeenschappelijk visserijbeleid. De stijgende druk om bij het vissen de wet met de voeten te treden, zou een bijzonder zware tol eisen van de ecosystemen: de TAC’s zorgen er namelijk voor dat de vangsten van een bepaald bestand worden begrensd om bedreiging van dat bestand te voorkomen. Extra vangsten in het kader van illegale visserij doorkruisen die doelstelling en kunnen zelfs gevolgen hebben voor andere soorten die samen voorkomen met het door de IOO-vissers beviste bestand, en kunnen het ecosysteem daardoor nog zwaarder belasten.

Indien geen einde komt aan de huidige situatie, zal nog minder worden gevangen en zullen voor vis van een bepaald bestand lagere prijzen worden genoteerd dan wanneer dat bestand binnen duurzame grenzen was bevist. Het verlies van potentiële inkomsten zal bovendien gepaard gaan met een kostenstijging aangezien de visserijinspanning voortdurend moet worden opgedreven om met de gedane vangsten het vereiste inkomenspeil te bereiken. Dalende lonen en lage kapitaalopbrengsten zullen nog meer vissers uit de sector dwingen en de werkloosheid in de kustgebieden, waar sowieso al minder banen voorhanden zijn dan elders, opdrijven.

Al deze feiten samen leveren meer dan voldoende materiaal voor een sterk pleidooi ten bate van een dringende en omvattende hervorming van het controlesysteem in het kader van het GVB.

11.

3. EEN NIEUWE CONTROLEAANPAK: HET VOORSTEL VOOR EEN HERVORMING VAN HET CONTROLEBELEID VAN HET GVB


De voorgestelde hervorming heeft als algemeen doel een omvattend, geïntegreerd en uniform beleid voor de controle van visserijactiviteiten in communautaire wateren in te voeren om zo het GBV doeltreffend te kunnen handhaven. Leidende beginselen van de nieuwe controleaanpak zijn vereenvoudiging, standaardisatie, kostenefficiëntie en vermindering van de administratieve rompslomp. Dit voorstel maakt deel uit van het lopend programma voor vereenvoudiging dat is opgenomen in de “strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving”[4], aangezien het ervoor zal zorgen dat controlebepalingen die momenteel over een groot aantal overlappende en complexe wetsteksten zijn versnipperd, in één rechtsinstrument worden samengebracht. Dit zal bijdragen tot de rationalisering van het controlesysteem.

12.

3.1. Een nieuwe, gemeenschappelijke aanpak van controles en inspecties


Het voorstel geeft een omschrijving van het algemene inspectieconcept voor alle vangsten in alle fasen van de keten – zee, haven, vervoer en markten – en bevat inspectieprocedures die met het oog op een uniforme toepassing van de nieuwe controleregeling zijn geharmoniseerd. In dit verband wordt voorgesteld om als basis voor de controle van de visserij een systematische risicoanalyse en een omvattend traceersysteem in te voeren. Er moet optimaal gebruik worden gemaakt van moderne technologie. Gegevens moeten niet alleen zoveel mogelijk worden geautomatiseerd, maar ook volledig en systematisch worden gecontroleerd om een identificatie van gebieden met een bijzonder hoog onregelmatigheidsrisico mogelijk te maken. Dankzij deze aanpak kunnen de controlemiddelen specifiek worden gericht op risicogebieden. Het gebruik van moderne technologie zal het papierwerk voor vissers en autoriteiten verminderen, vooral bij het beheer van de quota, en levert nagenoeg in realtime en tegen een lage prijs een totaalbeeld van de toestand van de visserijactiviteiten op. Met het oog daarop wordt voorgesteld het gebruik van VMS (satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen), het geautomatiseerde identificatiesysteem (AIS), het elektronisch meldingssysteem (ERS), het vaartuigdetectiesysteem (VDS) en andere nieuwe technologieën uit te breiden.

Om tegemoet te komen aan nieuwe controlebehoeften voor specifieke visserijtakken, zullen specifieke controlemaatregelen voor meerjarenplannen, beschermde mariene gebieden en teruggooi worden vastgesteld en zal een permanent systeem voor onder de verantwoordelijkheid van de lidstaat vallende visserijsluitingen in realtime worden ingevoerd. Aangezien de inspanningsbeperking als aanvullend beheersinstrument steeds belangrijker wordt, zal de controle van het motorvermogen, bijvoorbeeld aan de hand van certificering, als integrerend onderdeel in het voorstel worden opgenomen. Tot slot wordt de toenemende invloed van de recreatievisserij op de visbestanden en het mariene milieu in het voorstel opgevangen met maatregelen voor het controleren van deze activiteit, onder meer aan de hand van de registratie van vangstgegevens.

Door de Commissie voorgestelde maatregelen:

Systematische risicoanalyse als basis voor de controle van de visserij;

Strategische programmering, tactische doelgroepbe paling en bemonsteringsstrategie;

Gebruik van moderne technologieën en systemen voor een totaalvalidering van gegevens;

Gestandaardiseerde en gecoördineerde inspectieactiviteiten en –procedures op zee en aan de wal (incl. vervoer en markten);

Invoering van een omvattend traceersysteem;

Specifieke controlemaatregelen voor meerjarenplannen, teruggooi, beschermde mariene gebieden en visserijsluitingen in realtime;

Maatregelen voor de controle van de recreatievisserij.

13.

3.2. Naar een nalevingscultuur


Van fundamenteel belang in de voorgestelde verordening zijn de instrumenten die het gedrag van alle belanghebbenden in de hele visserijketen (vangst, verwerking, distributie en afzet) moeten beïnvloeden. Idealiter vloeit de naleving van de GVB niet alleen voort uit de toepassing van toezicht- en controlemaatregelen, maar ook uit een algemene nalevingscultuur die alle segmenten van de sector ervan doordringt dat het in acht nemen van de geldende regels hun eigen langetermijnbelangen dient.

De Commissie wil de GVB-controlemaatregelen uit de verschillende vigerende teksten lichten en in één corpus samenbrengen om tot een eenvoudiger en gerationaliseerd wetgevingskader te komen. De onderliggende beginselen zullen in het voorstel zelf worden vastgesteld terwijl de meer technische en gedetailleerde kwesties in uitvoeringsverordeningen worden geregeld. Verwacht wordt dat deze verbetering van het rechtskader de helderheid en de geloofwaardigheid van de GVB-voorschriften ten goede komt.

Om een niet-discriminerende en doeltreffende toepassing van de GVB-voorschriften te kunnen afdwingen, moet voorts een stelsel van geharmoniseerde en met de overtreding evenredige administratieve sancties op poten worden gezet. Bepalend criterium in dat verband moet zijn dat met de sanctie alle economische voordelen die als gevolg van de overtreding zijn ontstaan, worden tenietgedaan, en potentiële overtreders afdoende worden afgeschrikt. In het voorstel wordt een definitie gegeven van ernstige overtredingen, naast de overtredingen die reeds zijn omschreven in het voorstel voor een verordening van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen i. Daarna volgen de minimum- en maximumbedragen van de boetes voor natuurlijke en rechtspersonen. Voorts zou een strafpuntensysteem voor overtredingen door houders van een visvergunning worden ingevoerd dat vergelijkbaar is met in een groot aantal landen toegepaste systemen voor verkeersovertredingen. Bij herhaalde inbreuken op de GVB-voorschriften kan de visvergunning worden geschorst of, in bijzonder ernstige omstandigheden en met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, worden ingetrokken.

Tevens wordt, om zowel de controlemaatregelen als de inbreukprocedures extra kracht te verlenen, voorzien in samenwerking tussen de lidstaten op operationeel en administratief niveau. Tengevolge van de hervorming krijgen de lidstaten meer mogelijkheden om elkaars vaartuigen in alle communautaire wateren te controleren. De Commissie stelt voor dat op verzoek of spontaan systematisch gegevens over eventuele overtredingen worden uitgewisseld.

Wat de technische kant van de zaak betreft, is geopteerd voor een moderne aanpak van gegevensoverdracht en -uitwisseling, zowel tussen de lidstaten onderling als tussen de lidstaten en de Commissie of het Communautair Bureau voor visserijcontrole. In de toekomst zou elke lidstaat alle relevante informatie en controlegegevens moeten opslaan op een nationale website (op een openbaar toegankelijk of op een beveiligd onderdeel van de website, afhankelijk van de aard van de gegevens), waartoe de Commissie, het Communautair Bureau voor visserijcontrole en de overige lidstaten van op afstand toegang hebben. Zo krijgen alle functionarissen die een rol bij de controle spelen, gemakkelijker en sneller toegang tot gegevens zonder dat de geldende vereisten inzake vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens met de voeten worden getreden.

Voor een betere samenwerking moet de opdracht van het Communautair Bureau voor visserijcontrole worden gewijzigd. Dit Bureau heeft zijn werkzaamheden in 2007 opgenomen en heeft nog geen echte bevoegdheden op het gebied van controle en handhaving van de GVB-voorschriften. In het kader van de nieuwe opdracht wordt het takenpakket van het Bureau uitgebreid met audits en inspecties van nationale controlesystemen en de organisatie van operationele samenwerking tussen de lidstaten bij controles en inspecties in alle fasen van de keten, tot en met de kleinhandelaar. Het Bureau kan de lidstaten bovendien helpen hun controlesysteem te verbeteren. Met het oog daarop kan het risicoanalyses uitvoeren en controlegegevens verifiëren. Voorgesteld wordt het Bureau de mogelijkheid te bieden een noodeenheid op te zetten wanneer een ernstig gevaar voor het GVB is geconstateerd dat op een andere manier niet adequaat kan worden aangepakt. Het Bureau zal tevens een leidersrol spelen bij de ontwikkeling van een geïntegreerd communautair netwerk voor maritiem toezicht, door zijn gegevens ter beschikking van andere instellingen en organen van de EU te stellen.

Door de Commissie voorgestelde maatregelen:

Vereenvoudiging en rationalisering van het rechtskader;

Invoering van afschrikkende en geharmoniseerde sancties (onder meer door vaststelling van een strafpuntensysteem);

Verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten en met de Commissie;

Herziening van het takenpakket van het Communautair Bureau voor visserijcontrole.

14.

3.3. Effectieve toepassing van de GVB-voorschriften


De hervorming heeft tevens tot doel de rol en de verantwoordelijkheden van de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole duidelijk te omschrijven. Dit is belangrijk om de procedures te rationaliseren, overlappingen te voorkomen en te garanderen dat de Commissie geen microbeheersbeslissingen meer hoeft te nemen, maar zich kan beperken tot haar kernactiviteit, d.w.z. het controleren en verifiëren van de toepassing van de GVB-voorschriften door de lidstaten. In dit verband is het bovendien zaak de mogelijkheden van de Commissie om de naleving van de Gemeenschapswetgeving door de lidstaten af te dwingen, te versterken. Hiertoe moet de Commissie op doeltreffende en evenredige wijze kunnen ingrijpen wanneer de tekortkomingen die zich in een lidstaat voordoen, de uniforme toepassing van de GVB-voorschriften in gevaar brengen.

De Commissiecontroleurs moeten over dezelfde bevoegdheden beschikken als hun nationale tegenhangers. Naast geplande controles moeten zij op eigen initiatief en zonder voorafgaande waarschuwing controles kunnen uitvoeren. Vooral wanneer redenen bestaan om aan te nemen dat zich bij de toepassing van de GVB-voorschriften onregelmatigheden voordoen, moet de Commissie onafhankelijke controles en audits van de controlesystemen van de lidstaten kunnen verrichten.

Wanneer naar aanleiding van deze activiteiten tekortkomingen worden geconstateerd, dient de betrokken lidstaat in de gelegenheid te worden gesteld de situatie te corrigeren en een einde aan de onregelmatigheden te maken. Met het oog hierop kan de Commissie in samenwerking met de lidstaat een specifiek actieplan opstellen waarin wordt vastgesteld welke maatregelen nodig zijn om de toestand te verhelpen.

Wanneer sterke aanwijzingen bestaan dat een lidstaat na het opgebruiken van de vangstmogelijkheden de regelgeving niet toepast en daardoor de instandhouding van de bestanden ernstig in gevaar brengt, kan de Commissie de betrokken visserij na overleg met de betrokken lidstaat op eigen initiatief sluiten.

Tot slot worden bij de hervorming doeltreffende maatregelen ingevoerd om de Commissie in staat te stellen de naleving van de GVB-voorschriften door de lidstaten te handhaven. Slecht beheer kan worden aangepakt met financiële maatregelen, zoals de opschorting van steun uit het Europees Visserijfonds of van de communautaire tegemoetkoming in de controle-uitgaven van de lidstaten. Voorts moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om bij overbevissing door een lidstaat de hoeveelheden die boven het quotum zijn gevangen, af te trekken van de quota voor de volgende jaren en een voldoende afschrikkende sanctie op te leggen, of overdracht dan wel uitwisseling van quota te weigeren. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een pakket noodmaatregelen voor gevallen waarin de instandhouding van het bestand ernstig wordt bedreigd. In dergelijke situaties kan worden besloten tot de opschorting van visserijactiviteiten of een verbod op aanlanding of afzet van vis en visserijproducten.

Door de Commissie voorgestelde maatregelen:

Herdefiniëring en versterking van de bevoegdheden van de Commissie en de controleurs van de Commissie;

Actieplannen voor in gebreke blijvende lidstaten om de uitvoering van het GVB door die lidstaten te verbeteren;

Uitbreiding van de mogelijkheden van de Commissie om een visserijtak te sluiten;

De mogelijkheid om tekortschietend beheer door een lidstaat financieel te bestraffen;

Meer flexibiliteit voor de Commissie om hoeveelheden in mindering te brengen op quota en overdrachten en uitwisselingen van quota te weigeren bij inadequaat beheer;

Pakket noodmaatregelen.

2.

Raadpleging van belanghebbende partijen



Bij de voorbereiding van het voorstel is ampel overleg over de noodzaak van een hervorming gepleegd met de lidstaten en de belanghebbende partijen. Het thema werd op 15 januari 2008 behandeld tijdens een vergadering met de nationale directeuren-generaal voor Visserij en op 18 februari 2008 tijdens een informele ontmoeting met de visserijministers. De lidstaten waren het door de bank genomen eens met de Commissieanalyse van de huidige situatie en met de noodzaak het roer om te gooien. Op 10 april 2008 is een eendaagse studiebijeenkomst gewijd aan overleg met vertegenwoordigers van regionale adviesraden (RAR’s) en van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur. Bovendien zijn in februari, april en mei 2008 verschillende vergaderingen gehouden met de nationale deskundigen op het gebied van visserijcontrole.

Het publiek en iedereen die daar belangstelling voor had, kon van februari tot mei 2008 op het Internet een bijdrage tot het debat leveren, wat vooral belangrijk was om te peilen naar de impact van een eventuele hervorming op de marktdeelnemers en de overheden. In totaal werden 25 bijdragen ingediend uit zeer uiteenlopende hoek: verenigingen uit de industriële sector, vissers, producenten, partijen die actief zijn op het gebied van visserijcontroletechnologie, niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en individuen. Zowel het initiatief van de Commissie als de voornaamste doelstellingen ervan konden op brede steun van de deelnemers rekenen, die in ettelijke gevallen met nuttige en vernieuwende voorstellen kwamen. Dat het controlesysteem aan hervorming toe was en dat de doelstellingen die de Commissie in dat verband als voornaamste aandachtspunten had aangemerkt in het ter raadpleging overgelegde stuk, bleek voor iedereen een uitgemaakte zaak.

15.

5. VERWACHTE GEVOLGEN VAN DE HERVORMING EN HET TIJDSPAD


De voorgestelde hervorming zal uitmonden in een omvattend en geïntegreerd systeem voor de controle van de toepassing van het GVB, waarin alle controles, van in het net tot op het bord, worden samengebracht. Dit betekent niet alleen dat de nationale controleprocedures een meer gestandaardiseerde vorm zullen aannemen en de capaciteit om de visserijrijkdommen te controleren en te beheren zullen verbeteren, maar ook dat de communautaire visserijvloten structureel moeten worden afgestemd op de wettelijke vangstmogelijkheden op lange termijn. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het dringende verzoek van de lidstaten en de visserijsector om een gelijk speelveld voor alle EU-spelers tot stand te brengen. Aangezien het toekomstige controlesysteem er mee voor moet zorgen dat alleen nog legale vis wordt gevangen, zal het gebrek aan beschikbare quota leiden tot een concentratie van de vloot door de marktkrachten, totdat een niveau wordt bereikt waarop alle resterende vaartuigen voldoende zullen hebben aan de legale vangstmogelijkheden om rendabel te werken. Daarmee wordt de vicieuze cirkel, waarin vissers te veel moeten vissen om het hoofd economisch boven water te houden, doorbroken. Op lange termijn zullen de controle- en toezichtkosten als gevolg van de aanpassing van de visserijvloot dalen, omdat overtredingen steeds minder waarschijnlijk zullen worden naarmate de visserijvloot met legale vangsten voldoende kan verdienen.

Dankzij de nieuwe controleregeling, en met name de soepeler rapportageverplichtingen voor de sector en de controleautoriteiten, zal de papierwinkel voor alle betrokken partijen bovendien danig slinken. De lidstaten zullen hun gegevens eenvoudiger en beter kunnen beheren dankzij de invoering van elektronische systemen.

Minder vissen binnen de grenzen van de vastgestelde TAC’s zal de pressie op de visbestanden verlagen, met aanzienlijke milieuwinst tot gevolg. De toename van de visbestanden naarmate deze herstellen, zal een bredere leeftijdsklassenverdeling veroorzaken, zowel in de populatie als in de vangsten. Dankzij de snellere en efficiëntere respons van de Commissie op tekortkomingen, met name op het gebied van overbenutting van visserijquota, zal het milieu waarschijnlijk minder af te rekenen krijgen met onverantwoordelijke visserij. Als neveneffect van de hervorming zal de wetenschap bovendien op veel kortere termijn kunnen beschikken over betrouwbaarder gegevens, die op hun beurt zullen uitmonden in beter wetenschappelijk advies en snellere beheersbeslissingen. Zowel het milieu als de economie zal baat hebben bij de invoering van het nieuwe, omvattende controlesysteem, aangezien de biomassa zal toenemen en de vangstmogelijkheden bijgevolg op middellange termijn zullen verbeteren. Al deze voordelen zullen naar verwachting een sterke impuls geven aan de werkgelegenheid, met name in de verwerkingssector en de daarmee verbonden bedrijven. Het samenspel van al deze factoren zal het vertrouwen van de belanghebbende partijen en het brede publiek in het GVB herstellen.

16.

6. CONCLUSIE


Door de niet-aflatende overbevissing en de niet-naleving van de GVB-voorschriften in de afgelopen decennia is een dramatische situatie ontstaan, waarin bestanden uitgeput geraakten en de economische prestatie van de sector danig te wensen overliet. De problemen als gevolg van niet-naleving, de schade die de visbestanden daardoor lijden en het gebrek aan economische en sociale stabiliteit zijn inmiddels erkend door zowel de lidstaten als de visserijsector. Beide partijen staan doorgaans positief tegenover een hervorming van het huidige systeem. De hervorming zal tijdens de eerste toepassingsjaren weliswaar bepaalde structurele aanpassingen en extra administratieve kosten vergen, maar op lange termijn de visserij doeltreffender en efficiënter maken. De transparantie zal gebaat zijn bij de grotere helderheid en samenhang van het controlesysteem en bij de verduidelijking en de standaardisering van de taken van de verschillende betrokken partijen. Aan het eind van de rit zal de hervorming zorgen voor een breed draagvlak en meer vertrouwen bij de visserijsector en de consument: de noodzakelijke voorwaarden voor het welslagen van het GVB. Het groeiende vertrouwen van het publiek in het GVB zal op zijn beurt een invloed hebben op het gedrag en het vertrouwen van de individuele consument, die overtuigder zal zijn van de duurzaamheid van het door hem gekochte product.

Samengevat: de voordelen van een omvattend en samenhangend controle- en inspectiesysteem zijn op elk niveau aanzienlijk, zowel voor het milieu als voor de belanghebbende partijen. Bovendien zorgt het voor een gelijk speelveld in de hele Gemeenschap. De Commissie roept de Raad en het Europees Parlement dan ook op om de in deze mededeling voorgestelde hervorming goed te keuren. Voorts roept zij alle Europese instellingen en belanghebbenden op om samen dit project tot een goed einde te brengen. [afbeelding - zie origineel document] [afbeelding - zie origineel document] [afbeelding - zie origineel document]