Toelichting bij COM(2008)870 - Selectiviteit bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52008DC0870

Verslag van de Commissie aan de Raad over selectiviteit bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee /* COM/2008/0870 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 16.12.2008


COM(2008) 870 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over selectiviteit bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over selectiviteit bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee

1.

Doel


3.

EN INLEIDING


Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2187/2005 betreffende de instandhouding door middel van technische maatregelen van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Sont dient de Commissie "(…) op basis van een advies van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (…) bij de Raad een evaluatie in (…) van de selectiviteit voor kabeljauw van actief vistuig waarvoor kabeljauw als doelsoort is erkend." Artikel 7 bestrijkt uitsluitend bij de trawlvisserij gebruikt vistuig.

De evaluatie heeft betrekking op trawls, Deense zegennetten en soortgelijk vistuig met een maaswijdte van ≥ 105mm en een Bacoma-ontsnappingspaneel of een T90-kuil (waarbij de maas in de kuil en de tunnel 90° gedraaid is), de twee bij de kabeljauwvisserij in de Oostzee gebruikte selectiviteitssystemen. Het aanhangsel bij bovengenoemde verordening bevat een gedetailleerde beschrijving van deze beide voorzieningen.

De evaluatie is uitgevoerd door de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) i. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) i is om zijn standpunt over deze evaluatie verzocht. Het onderhavige verslag bevat een samenvatting van het advies van de ICES en het WTECV, alsook een vergelijking tussen de T90-kuil en het Bacoma-ontsnappingspaneel op het vlak van selectiviteit. Voorts worden motieven gegeven voor een grotere selectiviteit, alsook eerste voorstellen over hoe dit kan worden verwezenlijkt en perspectieven.

4.

2. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VAN DE ICES EN HET WTECV


De ICES concludeert dat zowel Bacoma als T90 wel degelijk selectief werken, en dat de retentielengte (L50 = 50% van de vissen van deze lengte wordt in het net vastgehouden) equivalent is aan de geldende minimummaat bij aanvoer (MMA) voor kabeljauw van 38 cm. Er is geen duidelijke aanwijzing voor een verschil in selectiviteit tussen beide vistuigen. Aanvullende opmerkingen van de ICES hebben betrekking op voor- en nadelen van beide vistuigen qua bruikbaarheid, waargenomen voordelen voor de kwaliteit van de vis of brandstofrendement. De ICES beveelt nog aanvullende studies en analyses aan.

Het WTECV sluit zich aan bij de bevindingen van de ICES en concludeert dat op basis van de beschikbare informatie geen antwoord kan worden gegeven op de vraag of de Bacoma- en de T90-trawls even selectief zijn. Het WTECV wijst er voorts op dat 'het huidige exploitatiepatroon van kabeljauw bij de trawlvisserij exploitatie van nog niet geslachtsrijpe kabeljauw niet uitsluit, waardoor de kabeljauwbestanden in de Oostzee niet optimaal worden gebruikt. Een beter exploitatiepatroon met een lagere vissterfte bij jonge vissen zal niet alleen een grotere opbrengst opleveren, maar ook bijdragen tot het herstel van het oostelijke kabeljauwbestand. Het WTECV beveelt dan ook maatregelen aan met het oog op een beter exploitatiepatroon voor kabeljauw in de Oostzee.'

5.

3. GEDETAILLEERDE ANALYSE VAN DE EVALUATIE


6.

3.1. Selectiviteit


Bij gebrek aan recente studies over selectiviteit, met name wat Bacoma betreft, zijn de conclusies over selectiviteit gebaseerd op een vroegere analyse van de ICES i. De ICES houdt evenwel rekening met de voorlopige resultaten van twee recente studies over selectiviteit, een Poolse en een Duitse, die hoofdzakelijk betrekking hebben op T90 i.

Volgens de conclusies van de ICES geven zowel het Bacoma-paneel als de T90-kuil een L50 van 38-40 cm, wat overeenkomt met de MMA voor kabeljauw van 38 cm. Voor T90 geeft de voorlopige analyse van de Duitse en de Poolse gegevens een L50 van ~ 41cm en een selectiviteitsbereik van 4,8 tot 6,5 cm. Over het geheel genomen kon geen verschil in selectiviteit tussen beide vistuigen worden vastgesteld, doch kon dit evenmin worden uitgesloten.

7.

3.1.1. Rol van het aantal mazen in de omtrek van de kuil


In de eerdere analyse van de ICES is gebruik gemaakt van oude gegevensreeksen voor T90-kuilen. Het merendeel van deze gegevens komt voort uit experimenten waarbij gebruik werd gemaakt van kuilen met een groter aantal mazen in de omtrek dan het geldende wettelijke maximum van 50. Uit een recentelijk in Denemarken uitgevoerde modelleringsanalyse i en andere wetenschappelijke verslagen is evenwel gebleken dat de omtrek van de kuil duidelijk van invloed is op de selectiviteit, ongeacht of het een kuil met ruitvormige mazen dan wel een T90 betreft. Een vermindering van het aantal mazen in de omtrek van de kuil had een aanzienlijk grotere selectiviteit tot gevolg. Het is dan ook plausibel dat de huidige selectiviteit van de T90-kuil hoger uitvalt dan die welke uit de vroegere analyse (met een groter aantal mazen) naar voren kwam. Deze theorie wordt kracht bij gezet door de bovenvermelde recente studies van Polen en Duitsland over T90.

8.

3.1.2. Rol van de omvang en de samenstelling van de vangsten


De omvang en de samenstelling van de vangsten kunnen van invloed zijn op de selectiviteit van respectievelijk Bacoma en T90. Er zijn aanwijzingen van zowel waarnemers als vissers dat het huidige Bacoma-paneel relatief goed werkt wanneer de vangsten kleiner zijn dan ongeveer twee ton per trek. Wanneer de vangsten groter zijn en met name wanneer zij overwegend bestaan uit kabeljauw van ongeveer de minimummaat bij aanvoer, zijn de selectieve eigenschappen onbevredigend. Dit ligt in de lijn van de eerdere studies en houdt verband met de grootte van het Bacoma-paneel.

Wat T90 betreft, blijkt uit studies over kuilen dat de selectiviteit niet zozeer afhangt van de omvang van de vangst, maar wel van de samenstelling ervan. Een hoge concentratie platvis in de kuil vermindert de selectieve eigenschap van het net voor kabeljauw. De ICES beveelt dan ook aanvullende technische maatregelen aan, zoals realtimesluitingen in gebieden met hoge concentraties platvis of ondermaatse kabeljauw.

9.

3.1.3. Minimummaat bij aanvoer (MMA)


Beide vistuigen (Bacoma en T90) geven L50-waarden die equivalent zijn aan de MMA voor kabeljauw van 38 cm.

L25 (25% van de vissen van deze lengte wordt in het net vastgehouden) komt momenteel overeen met een lengte van kabeljauw van 35-38 cm, zowel voor Bacoma als voor T90, wat een selectievere beheersdoelstelling zou zijn.

10.

3.1.4. Teruggooi


De ICES-werkgroep inzake de evaluatie van de visserij in de Oostzee (ICES' Working Group on Baltic Fisheries Assessment - WGBFAS) heeft een schatting gegeven van de teruggegooide hoeveelheden voor alle visserijen op kabeljauwbestanden in zowel het westelijke als het oostelijke deel van de Oostzee. Volgens hun laatste verslag i is de teruggooi toegenomen van 1600 ton in 2005 tot meer dan 4000 ton per jaar in 2006 en 2007. De ICES vermoedt dat deze toename van de teruggooi te maken heeft met de sterke jaarklassen 2003 en 2005, die bij het exploiteerbare bestand zijn gekomen, doch nauwelijks boven de MMA uitkwamen.

De teruggooi van kabeljauw uit de Oostzee wordt momenteel op ongeveer 10% van het gewicht van de vangst geschat. Een grotere selectiviteit zou een lager percentage geven en bevorderlijk zijn voor het herstel van de bestanden alsook voor de opbrengsten.

11.

3.2. Aanvullende aspecten


12.

3.2.1. Acceptatie door vissers


Blijkens de beschikbare informatie lijken de meningen van de lidstaten over het te verkiezen vistuig uiteen te lopen:

- de Deense en de Zweedse vissers geven duidelijk de voorkeur aan het Bacoma-paneel;

- vissers van andere lidstaten, met name Polen en Duitsland, vinden de T90-kuil het beste alternatief.

Het lijkt erop dat geen van beide opties perfect is om de vangsten te optimaliseren of de teruggooi tot een minimum te beperken, doch dat ze allebei acceptabeler zijn voor vissers dan een loutere vergroting van de maaswijdte.

13.

3.2.2. Voorzieningen


In artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad zijn verschillende wettelijk toegelaten voorzieningen beschreven die een nadelig effect kunnen hebben op de selectiviteit of op illegale wijze kunnen worden opgetuigd om de maaswijdte te verkleinen. Het gebruik van sleeplappen onderzijde, grote aan de pooklijn bevestigde 'reddingsdrijvers', kelen en verstevigingsstroppen kan, afhankelijk van hoe zij zijn opgetuigd, van invloed zijn op de selectiviteit. De noodzaak van dergelijke voorzieningen vanuit het oogpunt van stevigheid en veiligheid moet dan ook worden afgewogen tegen de negatieve gevolgen ervan voor de selectiviteit.

14.

3.3. Door de ICES en het WTECV aanbevolen follow-upstudies


De ICES en het WTECV bevelen studies aan om de verschillen tussen het Bacoma-paneel en de T90-kuil uit te leggen en toe te lichten. Met name de volgende studies worden voorgesteld:

- Gestructureerde experimenten die er specifiek op zijn gericht de selectiviteit van T90-kuilen en Bacoma-panelen met elkaar te vergelijken en het effect van twijndikte, omtrek van de kuil en maaswijdte te evalueren;

- Studies over selectiviteit bij toenemende omvang en samenstelling van de vangsten met Bacoma- en T90-kuilen;

- Onderzoek van het potentieel voor aanvullende technische maatregelen zoals realtimesluitingen of sluitingen van gebieden in de Oostzee;

- Adequaat onderzoek van de potentiële impact van ontduiking van de regelgeving op basis van informatie van de lidstaten;

- Doorlichting van de geldende regels inzake toegelaten voorzieningen, bv. sleeplappen, reddingsdrijvers, enz., om vast te stellen of het gebruik daarvan nog steeds noodzakelijk is.

15.

4. CONCLUSIES VAN DE COMMISSIE


De Commissie is van oordeel dat er ondanks de relatief lage teruggooi bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee ruimte is voor een grotere selectiviteit en andere maatregelen om de teruggooi te beperken. Gelet op de WTECV-aanbeveling dat 'maatregelen die resulteren in een beter exploitatiepatroon voor kabeljauw in de Oostzee, dienen te worden overwogen' wil de Commissie nagaan in hoeverre de selectiviteit bij de trawlvisserij op kabeljauw in de Oostzee kan worden vergroot en teruggooi kan worden vermeden.

De Commissie wil de huidige positieve tendens in het kabeljauwbestand in het oostelijke deel van de Oostzee aangrijpen om de selectiviteit te vergroten zonder zware economische verliezen voor de visserijsector in de Oostzee. De half-ingesloten Oostzee met een overwegend gerichte visserij is ook een geschikte kandidaat voor een beheer op basis van een integrale ecosysteemgerichte aanpak met een aanzienlijke beperking van de teruggooi van zowel commerciële als niet-commerciële soorten. Op middellange en lange termijn zou een dergelijke aanpak moeten resulteren in hogere vangstquota en ecologisch en economisch gezondere visserijen.

De Commissie heeft in verband met de beperking van de teruggooi en de verbetering van de selectiviteit recentelijk de steun gekregen van de RAR voor de Oostzee i,[8] (BSRAC). De Commissie erkent dat er tal van mogelijke maatregelen voor deze aanpak zijn, inclusief de uitbreiding van Bacoma-panelen, een grotere maaswijdte in T90, een grotere maaswijdte in het Bacoma-paneel, een algemene vergroting van de maaswijdte, een kleiner aantal mazen in de omtrek van de kuil, een proefproject ter beperking van de vangst van jonge kabeljauw, realtimesluitingen, enz. De Commissie juicht verdere initiatieven van de lidstaten en de RAR voor de Oostzee in dit verband toe en zal bijeenkomsten organiseren met de lidstaten en de RAR voor de Oostzee om proefprojecten voor de evaluatie van diverse maatregelen te bespreken. De Commissie zal de resultaten van de proefprojecten ter beperking van de teruggooi en ter verbetering van de selectiviteit in aanmerking nemen, en zo nodig doelstellingen en mogelijke nieuwe regelgevende maatregelen voorstellen.

In dit verband wil de Commissie erop wijzen dat Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds meerdere bepalingen bevat waarvan de lidstaten gebruik kunnen maken om de selectiviteit te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn aanpassingen van vistuig, steun voor voorzieningen om de impact op niet-commerciële soorten te beperken, steun voor kleine vaartuigen om het beheer van en de controle op de toegangsvoorwaarden voor bepaalde visserijzones te verbeteren en steun voor collectieve acties zoals proefprojecten. De Commissie verzoekt de lidstaten derhalve gebruik te maken van de bestaande middelen ter bevordering van proefprojecten om de selectiviteit bij de kabeljauwvisserij in de Oostzee te verbeteren.
– assessment of the selectivity on cod of active gears for which cod is recognised as target species according to Article 7 of Council Regulation (EC) No 2187/2005). Mededeling van Polen aan de Europese Commissie. 16 augustus 2007.

Wienbeck H., 2007. 579 Cruise Report of FRV Solea from 7/9/2007-28/9/2007. Institute for Fishery Technology & Fishery Economics, Hamburg, Germany. In voorbereiding.