Toelichting bij COM(2009)390 - Verslag over het digitale concurrentievermogen van Europa : voornaamste successen van de i2010 strategie 2005 2009

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0390

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Verslag over het digitale concurrentievermogen van Europa : voornaamste successen van de i2010 strategie 2005 2009 {SEC(2009) 1060} {SEC(2009) 1103} {SEC(2009) 1104} /* COM/2009/0390 def. */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

1.

Brussel, 4.8.2009


COM(2009) 390 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Verslag over het digitale concurrentievermogen van Europa Voornaamste successen van de i2010-strategie 2005-2009 {SEC(2009) 1060} {SEC(2009) 1103} {SEC(2009) 1104}

2.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S


Verslag over het digitale concurrentievermogen van EuropaVoornaamste successen van de i2010-strategie 2005-2009

INHOUD

Inleiding

3

3.

2. Voornaamste resultaten van i2010 4


4.

2.1. Het stimuleren van de gemeenschappelijke markt voor Europese bedrijven en gebruikers 5


5.

2.2. Het stimuleren van onderzoek en innovatie op het gebied van ICT in Europa 6


6.

2.3. Ervoor zorgen dat alle burgers van ICT profiteren 8


7.

3. Impact van i2010 in de lidstaten 9


4. Naar voren kijken – toekomstige beleidsuitdagingen 10

8.

5. Conclusies 13


Inleiding



Europa blijft een wereldmacht op het gebied van geavanceerde informatie- en communicatietechnologieën (ICT). Het World Wide Web, de GSM-norm voor mobiele telefonie, de MPEG-norm voor digitale inhoud en de ADSL-technologie zijn allemaal in Europa uitgevonden. Handhaving van de leidende positie en omzetting daarvan in een concurrentievoordeel zijn belangrijke doelstellingen van beleid. Daarom heeft de Commissie in 2005 de i2010-strategie gepresenteerd om de leidende rol van Europa op het gebied van ICT te versterken en om ervoor te zorgen dat de informatiemaatschappij een positief effect krijgt op de economische groei en de werkgelegenheid in Europa i. In deze strategie zijn concrete beleidsmaatregelen uiteengezet:

- het stimuleren van de gemeenschappelijke markt voor bedrijven en gebruikers door regelgeving die een obstakel vormt, uit de weg te ruimen en door de samenhang van de regelgeving in de telecomsector en de sector audiovisuele-mediadiensten (met name voor tv en “video-on-demand”) te vergroten;

- het stimuleren van ICT-onderzoek en innovatie in Europa door publieke en private financiering voor onderzoek samen te voegen en door deze vooral te gebruiken voor gebieden waarin Europa wereldwijd marktleider is of kan worden, zoals LTE (long term evolution)-mobiele technologie, die een revolutie teweeg zal brengen in het gebruik van draadloze breedbandverbindingen, of ESC (elektronische stabiliteitscontrole), die bijdraagt aan het voorkomen van auto-ongelukken bij plotselinge manoeuvres of op gladde wegen;

- garanderen dat alle burgers profiteren van de leidende positie van Europa op ICT-gebied, met name via hoogstaande online openbare dienstverlening die voor iedereen toegankelijk is, via veiliger, slimmer, schoner en energie-efficiënter vervoer en door het culturele erfgoed van Europa voor iedereen digitaal bereikbaar te maken door oprichting van een Europese digitale bibliotheek.

De laatste vier jaar is gebleken dat het ICT-beleid een belangrijke stuwende kracht achter de economische en sociale modernisering van Europa is, waardoor Europa beter bestand is geworden tegen de crisis. Tegenwoordig heeft het ICT-beleid een vaste plaats binnen het Europese kernbeleid op het gebied van groei en werkgelegenheid. Alle lidstaten van de EU hebben hun eigen ICT-beleid, en ze beschouwen dat als een belangrijke factor voor groei en werkgelegenheid in het kader van de vernieuwde Lissabonagenda. i2010 heeft ook invloed gehad op andere beleidsterreinen, zoals de gemeenschappelijke markt en de consumentenagenda. ICT-beleid wordt tegenwoordig uit verschillende middelen gefinancierd, bijvoorbeeld uit de structuurfondsen of de plattelandsontwikkelingsfondsen.

ICT, en met name breedbandinternet, is een cruciaal bestanddeel van het Europees economisch herstelplan i. ICT is goed voor de helft van de toename van de productiviteit in de EU en de beschikbaarheid van hogesnelheidsbreedband is van groot belang voor nieuwe werkgelegenheid, nieuwe vaardigheden, nieuwe markten en lagere kosten. Het is essentieel voor bedrijven, de openbare dienstverlening en het functioneren van de moderne economie. De Commissie heeft dit erkend in haar voorstellen om het economische herstel te versnellen door slimme investeringen in breedbandnetwerken in plattelandsgebieden (tot 1,02 miljard euro) die door de Europese Raad zijn goedgekeurd.

9.

2. Voornaamste resultaten van i2010


i2010 is bedacht als strategisch kader voor het Europese informatiemaatschappij- en mediabeleid. Daarin is de algemene beleidskoers uiteengezet dat in heel Europa een open en concurrerende digitale economie moet worden bevorderd, en is voor het eerst het belang van ICT bij de verbetering van de levenskwaliteit benadrukt. Het ultieme doel is om de gemeenschappelijke markt voor ICT-producten en –diensten te voltooien, zodat de Europese consumenten, bedrijven en overheden daarvan kunnen profiteren.

Deze door i2010 geïnitieerde concurrentie- en consumentgerichte beleidskoers heeft vele tastbare resultaten opgeleverd:

- Steeds meer Europeanen hebben internet. Het aantal regelmatige internetgebruikers is gegroeid van 43% in 2005 tot 56% in 2008; de meeste daarvan gebruiken internet bijna dagelijks, via snelle internetverbindingen. Regelmatig internetgebruik wordt ook steeds inclusiever, waarbij het aantal gebruikers in kansarme groepen (inactieven, lageropgeleiden en de 55- tot 64-jarigen) het snelst groeit.

- Europa is wereldkampioen breedbandinternet. Met 114 miljoen abonnees is het de grootste wereldmarkt op dat gebied en de marktpenetratie groeit snel. De helft van alle Europese huishoudens en meer dan 80% van de Europese bedrijven hebben een vaste breedbandverbinding, waarvan driekwart met een gemiddelde downloadsnelheid van meer dan 2 Mbps. Breedbandinternet is nu beschikbaar voor 93% van de bevolking in de EU25, tegen 87% in 2005.

- Doordat er hoge percentages breedbandaansluitingen zijn, worden geavanceerde diensten meer gebruikt. De Europeanen veranderen hun gewoonten snel en nemen nieuwe manieren van communiceren over. 80% van de regelmatige internetgebruikers houden zich steeds meer met interactieve activiteiten bezig, zoals bijvoorbeeld online communicatie, het gebruik van online financiële diensten, het delen en creëren van nieuwe inhoud en het deelnemen aan innovatieve processen.

- Voor mobiele telefoons heeft de marktpenetratie meer dan 100% bereikt — door een stijging van 84% van de bevolking in de EU in 2004 tot 119% in 2009. Dit maakt van Europa de wereldleider op het gebied van marktpenetratie voor mobiele telefoons, aangezien de percentages in de VS en Japan rond de 80% liggen. De consument besteedt meer tijd aan gesprekken voeren en sms-berichten schrijven tegen prijzen die ten minste 34,5% lager liggen dan in 2004, onder meer door een daling van de kosten voor roaming met 70% sinds 2005.

- Europa heeft snelle voortgang geboekt bij de levering en het gebruik van de 20 openbare internetdiensten waarvoor benchmarks bestaan. In 2007 is de levering van volledig beschikbare diensten aan burgers gestegen tot 50% (tegen 27% in 2004) en aan bedrijven tot 70% (tegen 58% in 2004). Eén derde van de Europese burgers en bijna 70% van de bedrijven in de EU maken gebruik van e-overheidsdiensten.

- Door de EU gefinancierd ICT-onderzoek heeft een belangrijke rol gespeeld bij Europa’s grootste industriële ontwikkelingen, zoals in micro- en nano-elektronica, in de gezondheidszorg en in de verkeersveiligheidsagenda van de EU. Ook is in Europa baanbrekend onderzoek gedaan, zoals naar Giant Magneto-Resistancetechnologie, waardoor een revolutie heeft plaatsgevonden in de harddiskbranche en waarvoor in 2007 de Nobelprijs voor natuurkunde is uitgereikt; ook de ADSL-technologie, die de basis vormt van het huidige succes van breedbandinternet, komt oorspronkelijk uit Europa.

- ICT-beleid is steeds belangrijker geworden. De lidstaten erkennen dat ICT belangrijk is voor de productiviteit en de groei, en ook dat ICT het potentieel heeft om een reeks sociaaleconomische doelstellingen te bereiken. Vele lidstaten hebben momenteel geïntegreerde nationale ICT-strategieën met doelstellingen die vergelijkbaar zijn met die van het i2010-initiatief.

Dit zijn enkele van de grootste succesverhalen van de laatste vier jaar i. Hoewel het volledige potentieel nog niet is bereikt, kan hetgeen er zoal met i2010 is bereikt, het best worden beoordeeld door die resultaten af te zetten tegen de in 2005 voor de drie strategische pijlers van het initiatief vastgestelde doelstellingen.

10.

2.1. Het stimuleren van de gemeenschappelijke markt voor Europese bedrijven en gebruikers


Een van de belangrijkste gebieden waarop het ICT-beleid een verschil heeft gemaakt voor de Europese burger, is door te stimuleren dat de gemeenschappelijke markt voor telecom en audiovisuele mediadiensten ten gunste van die burger werkt.

Dit was het belangrijkste doel uit de strategische doelstellingen voor de eerste pijler van i2010:

11.

Doelstelling 1: Een Gemeenschappelijke Europese Informatieruimte die betaalbare en veilige breedbandcommunicatie, rijke en gevarieerde inhoud en digitale diensten biedt


De versnippering van de Europese markt van 500 miljoen consumenten belet dat schaalvoordelen worden behaald, wat ongunstig is voor bedrijven en consumenten. Dit geldt in nog sterkere mate voor de digitale economie; er is geen technische reden waarom grenzen zouden moeten verhinderen dat op ruime schaal welvaart wordt geschapen. De Commissie heeft er actief naar gestreefd om de markt voor e-communicatie open te stellen voor concurrentie, belemmerende regelgeving af te schaffen, de samenhang in de regelgeving te versterken en gelijke mededingingsvoorwaarden te scheppen voor het Europese bedrijfsleven en de Europese consumenten. Zij heeft een meer gecoördineerde aanpak van het frequentiebeheer en het potentiële gebruik van “digitaal dividend” in alle lidstaten bevorderd. Met de twee roaming-verordeningen werd beoogd een Europese binnenmarkt voor consumenten en bedrijven te creëren i.

De hervorming van het wetgevingskader op het gebied van e-communicatie, die binnenkort moet worden goedgekeurd, zal de gemeenschappelijke markt op een aantal manieren verder verbeteren. Het belangrijkste is dat de consument daardoor meer keuze zal hebben en de transparantie zal verbeteren, doordat de consument beter wordt beschermd tegen zwakke beveiliging, inbreuken op de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens en spam (ongewenste berichten) omdat de concurrentie bij nieuwe netwerken wordt gestimuleerd. Een op te richten regelgevende instantie op Europees niveau moet helpen zorgen voor eerlijke concurrentie en meer samenhang tussen de nationale regelgevingen. Tegelijkertijd worden nationale regelgevers onafhankelijker. Uit de jaarlijkse voortgangsrapportages over het telecomkader blijkt dat de Europese concurrentieregels de concurrentie, de investeringen en de innovatie hebben bevorderd, waardoor de prijzen zijn gedaald en de consumenten meer keuze, meer rechten en een betere kwaliteit van dienstverlening hebben.

De lancering van de e You Gids in mei 2009 was een belangrijke stap waarmee gebruikers macht is gegeven door de Europese wetgeving voor onlinetoepassingen in duidelijke taal uit te leggen. In deze eerste meertalige onlinegids voor gebruikersrechten in Europa worden belangrijke onderwerpen in verband met onlineconsumentenbescherming besproken, waaronder de vertrouwelijkheid van persoonlijke gegevens, internetveiligheid en -beveiliging, onlineadverteren, copyright en onlinewinkelen i.

De televisie doorloopt momenteel een groot veranderingsproces. De Commissie heeft ervoor gezorgd dat Europa bij die ontwikkelingen vooroploopt door digitale omroep en mobiele televisie te promoten. Voortbouwend op het oorsprongslandbeginsel zijn gemoderniseerde inhoudsregels overeengekomen om de weg te effenen voor nieuwe audiovisuele diensten, waaronder niet alleen verschillende media vallen (terrestrisch, mobiel, satelliet, via internet) maar ook verschillende formats (interactieve televisie, video-on-demand, sociale netwerken, enz.). Tegenwoordig heeft Europa duidelijke regels voor aanbieders van audiovisuele mediadiensten; de kwaliteit van het gebodene wordt gegarandeerd door beperking van de reclame in documentaires, nieuws en kinderprogramma’s. Bovendien zijn de geldende regels inzake racistische inhoud of inhoud die tot haat aanzet ook van toepassing verklaard op diensten op aanvraag i.

De door de Commissie verleende steun voor films in het kader van het EU-programma MEDIA, die voor de periode 2007 tot en met 2013 is verlengd en waarvoor een budget van 755 miljoen EUR is uitgetrokken, heeft ertoe bijgedragen dat in de EU gemaakte films en inhoud internationaal op het witte doek zijn gekomen. Veel films die wereldberoemd zijn geworden zouden zonder Europese steun gewoon niet verder zijn gekomen dan hun land van productie i. De toegevoegde waarde van de EU is niet alleen de financiering van deze artistieke producties, maar ook de bekendmaking van de Europese cultuur en manier van leven bij een breed internationaal publiek door Europese films binnen en buiten Europa beschikbaar te maken.

12.

2.2. Het stimuleren van onderzoek en innovatie op het gebied van ICT in Europa


De eerste tien jaar van de 21e eeuw loopt de EU achter op andere regio’s in de wereld wat O&O op het gebied van ICT betreft, met name op de VS, Japan en Zuid-Korea. Daarom heeft de EU ambitieuze onderzoeksprogramma’s gelanceerd om dat tekort weg te werken en om toekomstgericht O&O te ondersteunen. De laatste vijf jaar is de EU bezig met een inhaalslag op de wereldleiders op dit gebied, en voor de komende jaren streeft zij naar wereldleiderschap op het gebied van ICT-onderzoek.

Deze aanpak is terug te vinden in de algemene doelstelling voor de tweede pijler van i2010:

13.

Doelstelling 2: Prestaties van wereldformaat op het gebied van ICT-onderzoek en -innovatie door de kloof met Europa's belangrijkste concurrenten te dichten


Europa heeft in het kader van deze doelstelling haar grootste hoeveelheid middelen ooit uitgetrokken voor ICT-onderzoek en –innovatie, nl. meer dan 10 miljard EUR voor ICT in het kader van KP7 (het zevende kaderprogramma) en CIP (het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie) i voor de periode van 2007 tot en met 2013, om de volgende economische groeigolf en de omschakeling naar een koolstofarme samenleving mede mogelijk te maken.

Op dit moment fungeren e-infrastructuur als GEANT, netwerken, supercomputers en dataopslagplaatsen als katalysator voor een nieuwe “wetenschappelijke renaissance” waarbij welvaart en groei worden gestimuleerd. Door het succes van de regeling “technologieën van de toekomst of in opkomst” is gebleken dat de investeringen in risicovol transformatief onderzoek moeten worden gestimuleerd om ervoor te zorgen dat Europa op de lange termijn concurrerend blijft op het gebied van ICT i.

Bovendien zijn baanbrekende publiek-private partnerschappen opgestart. De gezamenlijke technologische initiatieven Artemis en Eniac op het gebied van ingebedde computersystemen en nano-elektronica houden zich bezig met belangrijke technologieën om de productie concurrerend te houden, van auto- en vliegtuigindustrie tot technologieën op het gebied van energie-uitrusting en gezondheid. Het initiatief “ambient assisted living” is van start gegaan en is erop gericht van Europa een centrum te maken voor de ontwikkeling van nieuwe digitale oplossingen voor ouderen. Deze initiatieven helpen de industrie in de EU om wereldleider te worden en zorgen voor meer investeringen in O&O doordat zowel de industrie als de lidstaten stimulansen krijgen. In zes jaar tijd is meer dan 6 miljard EUR uitgetrokken voor deze drie initiatieven.

De EU is ook een potentiële leider op het toekomstige internet. De Commissie is ook begonnen te werken aan een publiek-privaat partnerschap dat het ontwerp en de architectuur van een toekomstig internet zou kunnen ondersteunen waarbij meer gegevens sneller worden vervoerd en dat meer IP-adressen biedt, kortom een veiliger, privacy- en gegevensbeschermingsvriendelijker internet dat open en interoperabel is en vernieuwing, concurrentie en keuze bevordert. Hierdoor zal het gebruik van RFID en webdiensten toenemen. Het nieuwe initiatief bouwt voort op bestaande onderzoeksprioriteiten; bijv. FIRE (Future Internet Research and Experimentation), de faciliteit waarmee het toekomstige internetonderzoek en de experimenten daarmee op nieuwe netwerk- en dienstenparadigma’s mogelijk worden gemaakt. Het Europese Technologieplatform is ook baanbrekend geweest door als open platform te functioneren voor de samenwerking tussen de industrie, de wetenschappelijke wereld en onderzoeksinstituten.

Europa kan nu op deze belangrijke stappen voortbouwen om het dichten van de kloof op het gebied van ICT-onderzoek te versnellen. Uitgaven voor onderzoek zijn echter slechts een middel, geen doel op zich. Het op de markt brengen van innovatieve producten en diensten is van essentieel belang voor de groei in de EU, voor de werkgelegenheid en het concurrentievermogen. Hoewel sommige lidstaten bovenaan de lijst van wereldwijde innovatie-indexen staan, blijft de bereidheid tot innoveren gefragmenteerd. Meer en samenhangender aandacht voor onderzoek en innovatie is derhalve van cruciaal belang. In Europa is in maart 2009 een vernieuwde strategie voor ICT-onderzoek en –innovatie uitgebracht i. Doel daarvan is Europa’s leiderschap op het gebied van ICT te vestigen, de opkomst van nieuwe markten en bedrijven voor ICT te vergemakkelijken en Europa aantrekkelijker te maken voor investeringen in vaardigheden, onderzoek en innovatie.

14.

2.3. Ervoor zorgen dat alle burgers van ICT profiteren


In i2010 zijn voor het eerst een aantal initiatieven opgenomen die rekening houden met de demografische problemen van Europa, door de burger in het centrum van het beleid te stellen en de economische aspecten van de verschillende regelingen te benadrukken.

15.

Doelstelling 3: Een inclusieve informatiemaatschappij die overheidsdiensten van hoge kwaliteit biedt en de kwaliteit van leven bevordert


Dit geldt met name voor e-gezondheid, want op dat gebied verbetert het Europese beleid de gezondheid en het welzijn van de Europeanen, en verbetert het tegelijkertijd de productiviteit van de ingewikkelde en kostbare gezondheidszorgsystemen in de lidstaten en vergroot het het concurrentievermogen van de Europese gezondheidsindustrie. In 2008 zijn twee belangrijke beleidsinitiatieven genomen: het eerste initiatief was bedoeld om de toegang van de patiënt tot telemedische diensten te vergemakkelijken en de marktontwikkeling te stimuleren, en het tweede initiatief ondersteunt de lidstaten bij het aanpakken van de grensoverschrijdende interoperabiliteit van systemen voor elektronische medische dossiers om de burger en de markt te ondersteunen. E-gezondheid is ook een van de zwaartepunten van het leidende-marktinitiatief van de Commissie, dat erop gericht is de marktgroei te versnellen via regelingen om de grensoverschrijdende samenwerking en levering van gezondheidsdiensten te verbeteren.

E-overheid is een ander leidend beleidsterrein, waarover kan worden gemeld dat meer dan 50% van de overheidsdiensten nu volledig online beschikbaar is. De interoperabiliteit van e-overheidsdiensten vormt nog steeds een grote uitdaging. Hoewel het aantal burgers dat ICT gebruikt voor interactie met de overheden, nog steeds laag is, is er wel sprake van gestage groei. De overgang van de e-overheid als “één loket”-systeem naar burgergerichte dienstverlening is de laatste vier jaar de kern geweest van het beleid op het gebied van e-overheid. Met het vijfjarige actieplan dat in 2006 is goedgekeurd, hebben de Commissie en de lidstaten zich ertoe verplicht alle Europeanen tastbare voordelen te bieden. De voorbereidende regeling e-participatie laat zien hoe het gebruik van nieuwe technologieën tot grotere publieke participatie kan leiden, waarbij het publiek nieuwe middelen krijgt om zijn stem te laten horen. De lopende grootschalige CIP-proefprojecten inzake interoperabiliteit van elektronische systemen voor overheidsopdrachten en inzake de pan-Europese erkenning van elektronische identificatie dragen bij tot het ontsluiten van het economische potentieel van e-overheid in de hele EU.

i2010 was er ook op gericht aan te tonen hoe ICT de levenskwaliteit van burgers kan verbeteren. Dit is het voornaamste doel van het e-inclusiebeleid sinds 2005. In 2008 is het initiatief “E-inclusie, doe mee” van start gegaan. Hoogtepunt was een ministersconferentie in Wenen over e-inclusie. Andere voorbeelden zijn onder meer initiatieven om de rechten van mensen met handicaps, ouderen en sociaal gedepriveerden te verbeteren. In verband met de nauwe samenhang tussen ICT-vaardigheden en inclusie in de samenleving en de arbeidsmarkt heeft de Commissie in Europa een omvattend onderzoek naar digitale geletterdheid uitgevoerd.

In 2005 werden met i2010 drie 'levenskwaliteit'-initiatieven voorgesteld die als visitekaartje moesten dienen. Het initiatief “ambient assisted living” laat zien hoe de uitdaging van een verouderende bevolking onder meer met ICT kan worden aangepakt. Het initiatief “de intelligente auto” dat in 2006 is gelanceerd, promoot auto’s die slimmer, veiliger en schoner zijn. In de nabije toekomst bellen auto's die bij een ernstig ongeval zijn betrokken zelf het hulpnummer 112. Dit initiatief heeft ook wereldwijde media-aandacht opgeleverd voor het EU-onderzoek naar verkeersveiligheid, en de consument is erdoor geïnformeerd over de voordelen van de nieuwe veiligheidssystemen op basis van ICT. Europeana, de online multimedia-bibliotheek van Europa, alsmede museum en archief met meer dan drie miljoen boeken, kaarten, geluidsopnamen, foto’s, archiefdocumenten, schilderijen en films van culturele instituten, is in 2008 opgericht en is toegankelijk via een portaalsite in alle EU-talen i. Eveneens in 2008 is in het kader van i2010 een van de grootste uitdagingen voor de toekomst aangepakt door een vierde initiatief te lanceren dat als visitekaartje moet dienen, nl. over ICT voor duurzame groei, waarbij de nadruk ligt op de bijdrage van ICT aan energie-efficiëntie.

16.

3. Impact van i2010 in de lidstaten


Het initiatief i2010 is in alle lidstaten door nationale strategieën ten uitvoer gelegd. Sommige zijn algemene ICT-strategieën en sommige gaan specifieker over bepaald beleid, zoals breedband, e-inclusie, e-gezondheid, e-leren en e-zakendoen.

De nationale strategieën worden constant herzien en bijgewerkt als onderdeel van het Lissabonproces. Bijna alle plannen zijn een nauwgezette afspiegeling van de doelstellingen van de i2010-strategie.

Finland is van plan tegen 2010 1 Mbps en tegen 2015 100 Mbps voor iedereen tot universeledienstverplichting te maken. Duitsland is van plan tegen 2010 tot volledige breedbanddekking te komen en tegen 2014 75% van zijn huishoudens ten minste 50 Mbps te bieden. Verscheidene lidstaten zetten zich ook in voor breedband tegen betaalbare prijzen. Frankrijk streeft naar volledige breedbanddekking tegen een maximale maandelijkse vergoeding van 35 EUR in 2012. Portugal richt zich op de glasvezelinfrastructuur, geavanceerde breedbanddiensten en hogesnelheidsonderzoeksnetwerken.

Een eerste golf van nationale ICT-strategieën is na de goedkeuring van i2010 in 2005 van start gegaan, en een tweede golf is recent gevolgd. De nationale ICT-strategieën laten zien hoe de open coördinatiemethode in de praktijk werkt: sommige strategieën zijn duidelijk geïnspireerd op die van andere lidstaten. De eerste generatie nationale-breedbandstrategieën was er vooral op gericht breedband voor 100% van de bevolking beschikbaar te stellen; tegenwoordig ligt de nadruk op hogere snelheden, breedband als onderdeel van een universeledienstverplichting of op het naar de huizen brengen van de glasvezelinfrastructuur.

Nieuwere strategieën bestrijken nieuwe gebieden, gaan verder dan de prioriteiten breedband, openbare onlinediensten en digitale geletterdheid die alle lidstaten delen. Vele van de kleinere lidstaten willen nu in de Europese top meedoen.

Sommige landen zetten nieuwe punten op de ICT-agenda, zoals groene ICT, handvesten voor e-rechten, wettelijke maatregelen inzake non-discriminatie en toegankelijkheid, nieuwe manieren om e-overheidsdiensten, vaardigheden en digitale geletterdheid te ontwikkelen, of modellen om de ontwikkeling van digitale inhoud te stimuleren.

4. Naar voren kijken – toekomstige beleidsuitdagingen

Tot nu toe waren de successen van Europa gegrondvest op een permanent streven naar eerlijke concurrentie op de telecommarkten en een grenzenloze markt voor digitale inhoud en mediadiensten. Het leiderschap van Europa komt voort uit de voortdurende pogingen die het in het werk heeft gesteld om een kritische massa voor O&O in de opkomende sectoren van ICT tot stand te brengen. Europa kan uitgebreid putten uit zijn culturele bronnen, zoals zijn dynamische en succesvolle film- en mediasector en de Europese digitale bibliotheek. Deze algemene beleidskoers blijft ook in de toekomst geldig.

Het succes van de ICT-strategie van de EU in de laatste vier jaar moet echter in een wereldwijd perspectief worden geplaatst. Op dit moment wordt duidelijk dat Europa , zelfs op gebieden waarop het wereldleider is, het risico loopt zijn voorsprong op het gebied van nieuwe, innovatieve ontwikkelingen te verliezen . Europa heeft zich bijvoorbeeld als wereldleider voor breedbandinternet gepositioneerd, maar loopt sterk achter op Japan en Zuid-Korea wat betreft glasvezel. Het succes van Europa op het gebied van mobiele communicatie heeft zich evenmin doorgezet in draadloze breedband, waarbij Azië nu opkomt als wereldleider. Bovendien wordt Europa, wat internetdiensten betreft, gepasseerd door de VS, die de nieuwe interactieve “webhabitat”, met name blogs en sociale netwerken, domineren.

Daarom heeft Europa een nieuwe digitale agenda nodig om de opkomende uitdagingen aan te gaan, om een infrastructuur op te zetten die de hele wereld verslaat en om het potentieel van internet als drijvende kracht achter de groei en als basis voor open innovatie, creativiteit en participatie te ontsluiten. De Europese Raad heeft in december 2008 opgeroepen tot een Europees plan voor innovaties waarbij ICT een sleutelrol zou moeten spelen. Europa moet zijn inzet verhogen met groeistrategieën om het economische herstel aan te wakkeren en mee te kunnen draaien met de rest van de wereldtop in high-techsectoren, zijn onderzoeksmiddelen doelmatiger gebruiken om er zo voor te zorgen dat slimme ideeën op de markt worden gebracht en nieuwe groei genereren, ICT gebruiken om de productiviteit te vergroten ter compensatie van het stagnerende BIP als gevolg van de slinkende beroepsbevolking, omdat de babyboomers met pensioen gaan i, nieuwe, slimmere en schonere technologieën stimuleren die Europa kunnen helpen een factor vier aan groei te bereiken[13], en netwerkmiddelen gebruiken om het vertrouwen in Europa als een open en democratische samenleving terug te winnen.

De Commissie staat op het punt een openbare onlineraadpleging te lanceren over negen belangrijke gebieden voor Europa’s toekomstige ICT- en mediabeleid i:

1. ICT inzetten als drijvende kracht voor economisch herstel en als voornaamste leverancier van bijdragen aan de groei- en banenagenda van Lissabon. Dit is van groot belang in verband met de huidig economische en financiële crisis, alsmede om de economische langetermijndoelstellingen van Europa te halen.

2. Versterken van de rol van ICT bij de overgang naar een duurzamer koolstofarme economie. Er moet meer van ICT gebruik worden gemaakt om verantwoord energiegebruik in huishoudens, in het vervoer, bij de energieopwekking en in de industrie te bevorderen en om te laten zien dat potentieel aanzienlijke energiebesparingen kunnen worden bereikt. Slimme meters, efficiënte verlichting, wolkenberekening en gedistribueerde software zullen de gebruikspatronen van energiebronnen transformeren. Op ICT gebaseerde oplossingen zijn essentieel voor Europa’s pogingen om over te schakelen op een duurzame economie.

3. De prestaties van Europa op het gebied van ICT-onderzoek en –innovatie vergroten. Ondanks de resultaten van de laatste jaren wordt het Europese O&O constant uitgedaagd. Een sterke basis in Europa op het gebied van ICT-O&O is van essentieel belang, aangezien doorbraken in ICT zeer belangrijk zijn bij het oplossen van een aantal problemen, bijvoorbeeld gezondheidszorg, de eisen van een ouder wordende samenleving, veiligheid en privacy en de overgang naar een koolstofarme economie.

4. Het scheppen van een economie die 100% aansluiting vindt via een open hogesnelheidsinternet voor allen. Het potentieel van hogesnelheidsinfrastructuur voor economisch herstel, langetermijngroei en innovatie in Europa moet worden ontsloten. Toekomstbestendige hogesnelheidsnetwerken moeten open worden gehouden om de innovatie in de vorm van nieuwe diensten en nieuwe inhoud te stimuleren, voor en door alle gebruikers in de onlinesfeer.

5. Het consolideren van de gemeenschappelijke markt op het gebied van internet. Een gemeenschappelijke markt op het gebied van internet is nog steeds geen realiteit, ondanks de duidelijke vooruitgang in de laatste jaren. Europa is nog steeds gefragmenteerd qua wetgeving, waarbij betalingssystemen, beveiliging, privacy en andere obstakels het digitaal zakendoen van bedrijven en consumenten belemmeren. . Dit geldt ook voor de markt voor digitale inhoud, waar de fragmentatie het moeilijk maakt voor de Europese burger om toegang te hebben tot het hele scala aan rijk en cultureel divers aanbod dat in de EU voorhanden is.

6. Het bevorderen van de creativiteit van de gebruikers. De nieuwe digitale habitat (WEB 2.0 en hoger) biedt een nooit eerder vertoonde mogelijkheid om de creativiteit van de Europese burgers de vrije loop te laten. Internet is tegenwoordig een interactief politiek forum, een levendig sociaal netwerk en een grote bron van kennis. Door al die nieuwe deelnemersplatforms en –diensten zijn de gebruikers actieve deelnemers, producenten en “prosumenten”, en het is van essentieel belang om daarvoor nieuw beleid te maken om de creativiteit en de deelname van de gebruikers te stimuleren.

7. Versterking van de positie van de EU als belangrijke speler in de internationale ICT-arena. Het toekomstige succes van moderne ICT hangt af van de openheid en de mate van samenwerking in een internationale context, van een internet zonder verkeersbeperkingen, van sites en platforms, van de soort apparatuur die moet worden aangekoppeld en van de afwezigheid van censuur. Het hangt er ook van af of wij in staat zijn wereldwijde uitdagingen aan te gaan, zoals internationale governance, beveiliging, het tegengaan van ongepaste inhoud en wanpraktijken, bescherming van persoonsgegevens en nieuwe uitgebreide adresruimten (IPv6), meertalige identificatoren en dergelijke. Veel van deze problemen kunnen alleen internationaal worden aangepakt. Er wordt echter vaak slecht naar Europa geluisterd.

8. Moderne en efficiënte openbare dienstverlening voor iedereen beschikbaar en toegankelijk maken. E-overheid is steeds vaker een realiteit in alle lidstaten. Er moeten echter nog meer inspanningen worden verricht om de interoperabiliteit van overheden te vergroten. Met het oog hierop heeft de Commissie voorgesteld het succesvolle IDABC-programma voort te zetten door een voorstel voor een nieuw programma in te dienen dat gericht is op het bevorderen van interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) i, en zet zij haar werkzaamheden op het gebied van de herziening van het Europese interoperabiliteitskader voort, dat erop gericht is de algemene regels en beginselen vast te stellen voor de samenwerking tussen de administraties van de lidstaten en van de EU-Instellingen i. Het gebruik van ICT op scholen is aanmerkelijk toegenomen; aan de Lissabondoelstellingen om alle scholen in Europa aan te sluiten op het internet is al voldaan. Toepassingen op het gebied van e-leren en e-gezondheid kunnen de kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg in de EU sterk verbeteren. De voordelen van al deze toepassingen zijn echter nog niet ten volle bereikt. Voorkomen moet worden dat een nieuwe digitale kloof wordt geschapen. Het participatieve web biedt de overheden nieuwe mogelijkheden, maar stelt ze ook voor nieuwe problemen, omdat de burgers hun relatie met de overheden opnieuw kunnen bekijken.

9. Het gebruik van ICT om de levenskwaliteit van de burgers in de EU te verbeteren door de opslagplaatsen van Europa’s culturele erfenis te ontsluiten en op internet te zetten. Het e-inclusie-initiatief van 2008 heeft het sociaalpolitieke en economische belang hiervan aangetoond; er bestaan nu meer zakelijke redenen dan ooit om, in het kader van e-inclusie, de voornaamste achterstandssituaties, zoals leeftijd, opleidingsniveau, geslacht en plaats, op te heffen. In de huidige economische neergang lopen met name mensen in een achterstandssituatie een nog groter risico op sociale uitsluiting en uitsluiting van de arbeidsmarkt.

17.

5. Conclusies


De met i2010 bereikte resultaten, en de manier waarop deze strategie in de lidstaten ten uitvoer is gelegd, weerspiegelen de dynamiek en het ruime aanbod van de regelingen die door innovatief beleid kunnen worden voortgebracht. Met i2010 zijn de bouwstenen aangedragen voor een moderne, op ICT steunende samenleving. Breedband maakt tegenwoordig vast onderdeel uit van de politieke agenda.

Europa moet echter belangrijke beslissingen nemen over de wijze waarop een naadloos aangesloten digitale economie kan worden klaargestoomd voor herstel. Bovendien wordt verwacht dat internet de komende jaren een essentiële dienst wordt, die voor elk van ons van cruciaal belang is om ten volle aan de maatschappij te kunnen deelnemen.

De Commissie roept de lidstaten en de belanghebbenden dan ook op de komende maanden tot begin 2010 actief mee te werken aan de opstelling van een nieuwe digitale agenda om deze mogelijkheden aan te grijpen, zodat Europa uit de heersende crisis tevoorschijn kan komen met een sterkere, een meer concurrerende en een opener digitale economie die de groei en innovatie in Europa vooruit helpt.
– Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid - (COM(2005) 229).
‘La Vie en Rose’, ‘Das Leben der Anderen’, ‘Die Fälscher’, ‘Gomorra’, ‘Slumdog Millionaire’.
– een strategie voor onderzoek naar technologieën van de toekomst of in opkomst in Europa - COM(2009) 184 definitief.
O&O en innovatie op ICT-gebied in Europa: meer engagement - COM(2009) 116.
1¾% - COM(2009) 180 - Opvangen van de gevolgen van de vergrijzing in de EU (Vergrijzingsverslag 2009).

[13] ‘Doubling Wealth, Halving Resource Use’ E. von Weizsäcker, A. Lovins en H. Lovins (1995).
thema’s 5 en 6 worden gezamenlijk uitgevoerd door directoraat-generaal Informatiemaatschappij en media en directoraat-generaal Interne markt en diensten.