Toelichting bij COM(2009)552 - Europese onderzoeksraad - De uitdaging van excellentie van wereldklasse aannemen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52009DC0552


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

2.

Brussel, 22.10.2009


COM(2009) 552 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

DE EUROPESE ONDERZOEKSRAAD – DE UITDAGING VAN EXCELLENTIE VAN WERELDKLASSE AANNEMEN

3.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT


DE EUROPESE ONDERZOEKSRAAD – DE UITDAGING VAN EXCELLENTIE VAN WERELDKLASSE AANNEMEN

1.

Inleiding



De Europese Onderzoeksraad (ERC) is een ambitieuze nieuwe component van het onderzoeksbeleid van de EU die uit hoofde van het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7) van de Europese Gemeenschap is ingesteld i. De ERC is opgericht om het specifiek programma “Ideeën” uit te voeren, dat over een substantieel budget (7,51 miljard euro tijdens de periode 2007-2013) beschikt. De ERC omvat een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad, die uit 22 eminente onderzoekers is samengesteld, en wordt door een Specifieke Uitvoeringsstructuur (DIS) in de vorm van een uitvoerend agentschap van de Commissie ondersteund i.

De oprichting van de ERC was een baanbrekende stap voor de Europese Unie i. De ERC, die als een gloednieuwe entiteit voor de financiering van door onderzoekers aangestuurd grensverleggend onderzoek van wereldklasse op Europees niveau is opgericht om Europa’s wetenschappelijke prestaties naar de hoogste niveaus van excellentie te brengen, is nieuwe parameters voor onderzoeksactiviteiten op communautair niveau aan het creëren. Voor het eerst opereert een communautair onderzoeksprogramma op basis van open Europese concurrentie tussen individuele onderzoeksteams, onafhankelijke wetenschappelijke governance en autonome uitvoering via een uitvoerend agentschap. De ERC is een zeer zichtbare en invloedrijke component van de Europese Onderzoeksruimte geworden.

Tweeëneenhalf jaar na de start van KP7 en de uitvoering van het programma “Ideeën”is nu de tijd rijp voor een stand van zaken.

- Sinds de formele start in 2007 zijn vier jaarwerkprogramma’s “Ideeën” vastgesteld en zijn vier uitnodigingen tot het indienen van voorstellen afgerond. Dit betekent dat bij de uitvoering van het programma “Ideeën” veel ervaring is opgedaan met de specifieke operationele elementen ervan, daaronder begrepen de onafhankelijke Wetenschappelijke Raad, de collegiale toetsing en de subsidiëringsmethoden in verband met grensverleggend onderzoek.

- Na een intensieve periode van planning en ontwikkeling is ingevolge het door de Commissie in december 2007 i vastgestelde oprichtingsbesluit de Specifieke Uitvoeringsstructuur (DIS) van de ERC, die de vorm van een specifiek uitvoerend agentschap ERC (ERCEA) heeft aangenomen, op 15 juli 2009 administratief autonoom van de Commissie verklaard.

- Tegen deze achtergrond is de onafhankelijke “evaluatie van de structuren en mechanismen van de ERC”, waartoe in het kader van KP7 en het specifiek programma “Ideeën” opdracht is gegeven, nu voltooid en liggen er gedetailleerde conclusies en aanbevelingen voor verdere maatregelen.

Evenals andere innovatieve structuren, zoals de gezamenlijke technologie-initiatieven (JTI’s), het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) of de Europese onderzoeksinfrastructuurconsortia (ERIC’s), vertegenwoordigt de ERC een nieuw model voor de uitvoering van communautair beleid voor onderzoek en technologische ontwikkeling. De eerste ervaring leert dat de volledige ontwikkeling ervan op een aantal punten belemmerd wordt, hetgeen niet meer dan normaal is wanneer nieuwe structuren worden gecreëerd. Voor bepaalde problemen die aan de oppervlakte zijn gekomen, is binnen het huidige wettelijke raamwerk een pragmatische oplossing - of aanpak - gevonden, maar voor andere zijn mogelijk diepgaandere veranderingen noodzakelijk.

Het is duidelijk dat de inzet veel verder reikt dan de ERC zelf. De voorliggende mededeling, die op de ervaring die door de Commissie tot dusver met de uitvoering van het programma 'Ideeën' is opgedaan en op de resultaten van de onafhankelijke evaluatie voortbouwt, moet bijgevolg geplaatst worden binnen de bredere context van een algemenere denkoefening over de ontwikkeling van het beleid en de programma’s van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling en innovatie. De voornaamste zorg van de Commissie is tweeledig: vasthouden aan een consistente en transparante benadering en er tegelijk voor zorgen dat voor de initiatieven de noodzakelijke middelen en instrumenten beschikbaar zijn om de specifieke doelstellingen ervan binnen deze beleidsgebieden te bereiken. De algemene uitdaging voor Europa is duidelijk: stimuleren van onderzoek en innovatie voor een duurzame kennismaatschappij.

Wat de ERC betreft blijven de oorspronkelijke doelstelling en vastberadenheid van de Commissie ongewijzigd: een organisatie die grensverleggend onderzoek van wereldklasse financiert tot ontwikkeling brengen om Europa’s wetenschappelijke excellentie te ontsluiten en de vruchten ervan te plukken, waarbij de wetenschappelijke gemeenschap de agenda voor grensverleggend onderzoek aanstuurt. De opstart en de beginjaren worden duidelijk als positief erkend. Thans wil de Commissie van de in deze eerste fase van het bestaan van de ERC geleerde lessen profiteren. In voorliggende mededeling wordt dan ook een pakket concrete maatregelen uiteengezet die door de Commissie op korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Tevens worden er uitdagingen op middellange termijn aangewezen die samen met andere instellingen moeten worden aangepakt in de bredere context van een reflectie over de wijze waarop de communautaire instrumenten en het communautaire administratieve kader en kader voor financiële controle het best kunnen worden gebruikt om nieuwe bronnen van duurzame groei te bevorderen. Een en ander moet het duurzame succes van de ERC als een van de belangrijkste componenten van de Europese onderzoeksruimte waarborgen, waarbij twee essentiële elementen worden erkend: i) het communautaire karakter van de ERC; ii) het belang van wetenschappelijke excellentie voor Europa.

4.

De evaluatie van de ERC: naar een organisatie voor grensverleggend onderzoek van wereldklasse


Conform het specifiek programma “Ideeën” en om zo spoedig mogelijk een overeengekomen en stabiele structuur voor de ERC vast te stellen, is door de Commissie in een relatief vroeg stadium van de activiteiten van de ERC het initiatief genomen voor de onafhankelijke evaluatie van de structuren en mechanismen van de ERC i. De doelstellingen van de evaluatie waren als volgt:

- analyseren van de structuren en mechanismen van de ERC aan de hand van criteria van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie en transparantie, en met volledige deelname van de Wetenschappelijke Raad;

- onderzoeken van het proces en de criteria voor de selectie van de leden van de Wetenschappelijke Raad;

- onderzoeken van de voor- en nadelen van een structuur op basis van een uitvoerend agentschap en een structuur op basis van artikel 171 van het Verdrag.

Het panel van zes eminente deskundigen onder leiding van professor Vaira Vike-Freiberga heeft op 23 juli 2009 i zijn verslag aan de Commissie gepresenteerd. De Commissie betuigt de leden van het ERC-evaluatiepanel haar appreciatie voor de energie en ijver waarmee zij deze veeleisende taak hebben uitgevoerd.

De analyse van het panel steunde op substantiële inbreng van de stakeholders binnen de wetenschappelijke gemeenschap, daaronder begrepen een uitvoerige hoorzitting over de Wetenschappelijke Raad van de ERC, een uitgebreide enquête onder aanvragers en collegiale toetsers en verslagen over operationele ervaring alsook juridisch en budgettair advies van de diensten van de Commissie.

Het ERC-evaluatiepanel bevestigt dat de eerste twee operationele jaren van de ERC over het algemeen een aanzienlijk succes waren. Zijn wetenschappelijke strategie, de opzet van zijn subsidieregelingen en de kwaliteit van zijn collegiale toetsing worden door de onderzoeksgemeenschap op ruime schaal erkend, zoals blijkt uit de resultaten van de voor de evaluatie uitgevoerde enquête.

Vanuit operationeel oogpunt gezien is de ERC in staat geweest zonder aanloopperiode nieuwe tenuitvoerleggingsregelingen voor het programma “Ideeën” te ontwikkelen en toe te passen, snel personeel en middelen uit te bouwen, een autonome werkstructuur in de vorm van een uitvoerend agentschap in het leven te roepen en bovendien aan een ongekende en onverwachte toevloed van aanvragen het hoofd te bieden.

Na onderzoek van de kansen en potentiële risico’s die de twee structuurtypes inhouden, neemt het ERC-evaluatiepanel het standpunt in dat hoewel het model op basis van een uitvoerend agentschap in zijn huidige standaardvorm een aantal beperkingen met zich meebrengt, de moeilijkheden en risico’s die gepaard gaan met de overschakeling op een nieuwe structuur op basis van artikel 171 van het Verdrag, met inbegrip van de mogelijke schending van de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de ERC door het beleid, geen wijziging van de structuur rechtvaardigt – althans niet totdat de vooruitzichten voor ontwikkeling en verfijning van het uitvoerend agentschap om aan de ambities van de ERC te voldoen, zijn uitgeput. Het panel beveelt aan over 2 jaar een nieuwe onafhankelijke evaluatie uit te voeren.

Niettemin dient, zoals het ERC-evaluatiepanel aangeeft, verder dringend aandacht te worden besteed aan de verfijning van de structuur en de werkmethoden van de ERC wil de ERC zijn vroeg succes consolideren en echt een organisatie voor grensverleggend onderzoek van wereldklasse, d.w.z. een continentale leider in het bevorderen van de doorbraakwetenschap en –technologie die nodig is om de creativiteit van de Europese economieën en samenlevingen te ondersteunen, worden. Voor een op termijn duurzaam succes heeft de ERC behoefte aan toegewijd en verlicht leiderschap, snelle consolidatie van zijn activiteiten op alle niveaus en een cultuur van flexibiliteit en vertrouwen waarbinnen grensverleggend onderzoek kan gedijen. Dit zijn de essentiële beginselen die ten grondslag liggen aan de hierna uiteengezette acties op korte en middellange termijn. Alle in de mededeling voorgestelde acties worden uitgevoerd binnen de financiële ruimte van het bestaande KP7 en houden geen extra gevolgen voor de begroting in.

5.

Ontwikkelen van de ERC tot een volwassen organisatie die onderzoek van wereldklasse financiert


Nu het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA) autonoom is en de evaluatie voltooid is, heeft de Commissie ambitieuze doelstellingen voor deze tweede fase van de ontwikkeling van de ERC. Terwijl de Wetenschappelijke Raad de wetenschappelijke strategie van het programma bepaalt en het ERCEA de begroting uitvoert, verzekert de Commissie de autonomie van de ERC en blijft ze beleidsmatig en financieel verantwoordelijk voor en kan ze aangesproken worden op de uitvoering van het specifiek programma “Ideeën”.

De Commissie is dan ook voornemens uitvoering te geven aan een tweeledige strategie om niet alleen de normale kinderziekten waarmee elke nieuwe organisatie te kampen heeft, maar ook de onderliggende oorzaken van de in de eerste operationele periode van de ERC vastgestelde administratieve inefficiënties en structurele problemen aan te pakken:

i) Onmiddellijke acties en acties op korte termijn organiseren om uitvoering te geven aan die aanbevelingen van de evaluatie en andere noodzakelijke technische verbeteringen van de werkmethoden van de ERC welke, op Commissie- of Agentschapsniveau, binnen het kader van haar eigen bevoegdheden te realiseren zijn.

ii) Op middellange termijn aandachtspunten in verband met de onderliggende regels en voorschriften aanpakken, door bij de Raad en het Parlement voorstellen in te dienen voor de wijziging van de financiële en administratieve regels en deze meer in overeenstemming te brengen met de behoeften van het grensverleggende onderzoek.

Dat de ERC een “leerorganisatie” moet zijn, ligt besloten in de formulering in het specifiek programma “Ideeën”: “ …De uitvoering en het beheer van de activiteit worden voortdurend getoetst en geëvalueerd om de prestaties te beoordelen en de procedures aan te passen en te verbeteren op basis van de ervaringen”.

6.

i) Onmiddellijke acties en acties op korte termijn


De volgende acties, waarvoor telkens een indicatieve uitvoeringstermijn wordt verstrekt, vallen binnen de bevoegdheid van de Commissie en/of het ERCEA. Om de rechtsgrondslag te verduidelijken en te versterken zullen die acties zich in voorkomend geval vertalen in aanpassingen van het besluit van de Commissie tot oprichting van de ERC i en de oprichtings i- en delegatie ibesluiten voor het ERCEA.

7.

Integreren van wetenschappelijke en administratieve governance


Het evaluatiepanel heeft erkend dat de Commissie, zoals vastgesteld in het specifiek programma “Ideeën”, een effectieve “borg” van de autonomie en de integriteit van de ERC is geweest en bij het uitstippelen van de wetenschappelijke strategie van de ERC de onafhankelijkheid van de Wetenschappelijke Raad ten volle heeft gerespecteerd. Het ERC-evaluatiepanel meent echter dat de huidige structuur van de ERC, die de scheiding van wetenschappelijke en financiële/administratieve verantwoordelijkheden inhoudt, echter tot nodeloze complicaties en frustraties leidt. Het evaluatiepanel doet aanbevelingen voor remediërende maatregelen, daaronder begrepen het combineren van de taken van de directeur van het ERCEA en het secretariaat-generaal van de ERC in één post, met dien verstande dat hiervoor een eminente wetenschapper met een stevige administratieve ervaring wordt gevonden. Andere aanbevelingen zijn dat de directeur rechtstreeks en regelmatig aan de commissaris voor onderzoek moet rapporteren en dat de samenstelling van het ERCEA-Stuurcomité moet worden aangepast in die zin dat in het comité twee leden van de Wetenschappelijke Raad alsmede een externe eminente wetenschapper zitting dienen te nemen.

De Commissie is voornemens binnen het huidige financiële en regelgevingskader de volgende acties uit te voeren die erop gericht zijn de wetenschappelijke en administratieve aspecten van governance nauwer op elkaar af te stemmen en de structuur te vereenvoudigen en te stroomlijnen:

a. Instelling van de post van ERCEA-directeur met het profiel van een eminente wetenschapper met een stevige administratieve ervaring. De Wetenschappelijke Raad zal betrokken worden bij het verdere selectieproces als vastgesteld in het wettelijke en regelgevende ERC-kader en de richtsnoeren voor de aanstelling van directeuren van uitvoerende agentschappen i. Termijn: 2K/2010

b. Na de aanstelling van de directeur met een dergelijk profiel en met voorafgaande instemming van de Wetenschappelijke Raad zal de post van secretaris-generaal van de ERC naar verwachting niet worden aangehouden na het verstrijken van de ambtstermijn van de zittende secretaris-generaal. Termijn: 2K/2011

c. Onderzoeken van de aanpassing van de samenstelling van het ERCEA-Stuurcomité[11] en de werkwijze ervan met dien verstande dat wordt gewaarborgd dat de Commissie te allen tijde haar taken van controle en toezicht op het ERCEA kan uitoefenen door de meerderheid van de stemmen te behouden. Termijn: 1K/2010

d. Ontwikkelen en uitvoeren van een coherente en geïntegreerde communicatiestrategie, daaronder begrepen een eengemaakte website waardoor de externe stakeholders een uniform en duidelijk beeld van en consistente berichtgeving over de strategie en bedrijfsvoering van de ERC krijgen, waarbij de activiteiten van zowel het ERCEA als de Wetenschappelijke Raad aan bod komen. Deze verbeterde communicatiestrategie zal tevens bijdragen tot het verhogen van de transparantie van de ERC-activiteiten en het risico van belangenconflicten verkleinen. Termijn: 1K/2010

De Wetenschappelijke Raad en de ERCEA-directeur zullen in voorkomend geval op een ontmoeting met de voor onderzoek bevoegde commissaris worden uitgenodigd om de voortgang in het verwezenlijking van de ERC-doelstellingen te bespreken.

8.

Verbeterde administratieve procedures


Het spreekt vanzelf dat de kwaliteit van de financieringsregelingen van de ERC – en daarnaast de reputatie van de ERC – rechtstreeks afhangen van de kwaliteit en de bekwaamheden van de collegiale toetsers – panelleden en referenten. Het ERC-evaluatiepanel concludeert dat, om ervoor te zorgen dat dergelijke aan het programma medewerkende toetsers en panelleden van hoge kwaliteit beschikbaar blijven, de beheersprocedures voor hun aanstelling en vergoeding drastisch moeten worden vereenvoudigd en zo gebruikersvriendelijk mogelijk moeten worden gemaakt.

Het ERCEA zal bijgevolg, in overeenstemming met de Commissie en binnen het bestaande rechtskader, geleidelijk aan:

a. van start gaan met de ontwikkeling en uitvoering van lichtere en functionelere 'ERC-specifieke' administratieve procedures betreffende de kritieke processen van aanstelling en vergoeding van de collegiale toetsers (panelleden en referenten) en het beheer van de subsidies. Termijn: 4K/2009

b. met de wetenschappelijke best practice verenigbare, lichtere authenticatieprocedures voor deskundigen die de website en andere professionele data gebruiken, uittesten en, indien succesvol, toepassen. Termijn: 4K/2009

c. zorgen voor verdere optimalisatie, met het oog op efficiënte toepassing, van de procedures voor de aanstelling van deskundigen, die voor de hele looptijd van KP7 in plaats van voor enkele jaren benoemd kunnen worden. Termijn: 2K/2010

Consolidatie van activiteiten op alle niveaus

De activiteiten van de ERC vereisen een hoge graad van professionalisme op alle niveaus: bij de selectie van leden van de Wetenschappelijke Raad en collegiale toetsers en bij de desbetreffende beheersactiviteiten, bijvoorbeeld ten aanzien van de bepalingen inzake belangenconflicten, die zowel op de selectie van projecten als op de werkzaamheden van de gedetacheerde nationale deskundigen van toepassing zijn. Deze activiteiten moeten strikter, maar flexibeler worden uitgevoerd.

Het ERC-evaluatiepanel onderschrijft de vastgestelde criteria en de selectiemethode voor de leden van de Wetenschappelijke Raad en pleit voor de oprichting in dat verband van een permanent aanwijzingscomité. Volgens het evaluatiepanel is ook meer transparantie nodig, bijvoorbeeld bij de selectie van de leden van de Wetenschappelijke Raad en de collegiale toetsers en ten aanzien van de besprekingen op het gebied van strategie van de Wetenschappelijke Raad.

De Commissie en het ERCEA zullen stappen doen om strenge normen inzake professionalisme en transparantie en de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de ERC-activiteiten te waarborgen:

a. verduidelijking van de betrekkingen en modus operandi tussen het ERCEA en de Wetenschappelijke Raad in het kader van hun desbetreffende rol in de activiteiten van de ERC en zo nodig herziening van het ERC-besluit. Termijn: 2K/2010

b. instelling, overeenkomstig de aanbevelingen van het Scientific Council Identification Committee van de ERC van 2009 i voor de gefaseerde vernieuwing van de Wetenschappelijke Raad, van een permanent, onafhankelijk aanwijzingscomité dat opereert in overleg met de Wetenschappelijke Raad en op basis van de reeds vastgestelde en door het panel onderschreven criteria en methodiek. Termijn: 1K/2010

c. stimulering van de Wetenschappelijke Raad om de oprichting te onderzoeken van een subcomité dat belast is met het verbreden van de zoekbasis voor deskundigen voor de collegiale toetsing. Termijn: 1K/2010

d. verkenning van de mogelijkheden om, als blijk van waardering voor de persoonlijke inzet van de leden van de Wetenschappelijke Raad, met name het voorzitterschap en de ondervoorzitterschappen, te voorzien in een honorarium voor het bijwonen van de plenaire zittingen van de Wetenschappelijke Raad i, en voortzetting van de regeling voor de lokale ondersteuning van het voorzitterschap en de ondervoorzitterschappen van de Wetenschappelijke Raad met behulp van het subsidiefinancieringsinstrument “coördinatie- en ondersteuningsacties” van KP7. Termijn: 2K/2010

e. samenwerking met de Wetenschappelijke Raad bij het voor de externe stakeholders transparanter maken van de activiteiten van de ERC, daaronder begrepen de publicatie van relevante gedragscodes en bepalingen inzake belangenconflicten en de notulen van de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad. Termijn: 4K/2009

f. invoering, in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad en in opdracht van de ERCEA-directeur, van een comité om, overeenkomstig de wettelijke bepalingen en internationale goede praktijk, richtsnoeren te geven inzake belangenconflicten, fraude en ethische kwesties teneinde te waarborgen dat op de activiteiten van de ERC, met name tijdens de collegiale toetsing, vanuit het oogpunt van kwaliteit en rechtvaardigheid niets aan te merken valt. Termijn: 2K/2010

ii) Acties op middellange termijn

De operationele tenuitvoerlegging van het programma “Ideeën” heeft ertoe geleid dat onderzoekers en hun gastorganisaties een aantal aandachtspunten hebben geformuleerd, waaruit blijkt dat kwesties in verband met administratieve efficiëntie van cruciaal belang zijn voor de uitvoering van projecten voor grensverleggend onderzoek.

Het ERC-evaluatiepanel meent verder dat operationele efficiëntie niet zo duidelijk van wetenschappelijk leidinggeven te scheiden is als volgens het huidige ERC-model hoort. De administratieve efficiëntie moet op een aantal punten worden verbeterd, maar het evaluatiepanel erkent dat de problemen van de ERC in veel opzichten verband houden met de onderliggende regelgevingsomgeving en de daaruit voortvloeiende “controlecultuur” in het communautaire systeem. Het panel wijst op de noodzaak over te stappen op een systeem van “forfaitaire bedragen” in plaats van subsidies op basis van contracten en meent dat de filosofie van het Financieel Reglement en de desbetreffende controleprocessen moet worden herdacht om opnieuw een aanpak in te voeren die steunt op vertrouwen in combinatie met strenge sancties bij schuld.

Misschien kan een aantal kwesties niet binnen het huidige raamwerk worden opgelost en zijn daartoe acties of veranderingen op langere termijn vereist. De komende driejaarlijkse evaluatie van het Financieel Reglement vormt een geschikte gelegenheid om deze kwesties te onderzoeken aangezien deze regelgeving een breed toepassingsgebied heeft en niet alleen op financiële transacties als zodanig betrekking heeft, maar ook op het raamwerk waarbinnen uitvoerende agentschappen opereren. Wat het onderzoeksbeleid betreft dient men zich te richten op het bepalen van de precieze aard en draagwijdte van bepaalde aanpassingen die ten voordele van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie, en meer bepaald grensverleggend onderzoek moeten worden doorgevoerd zodat hoge niveaus van creativiteit kunnen worden ondersteund zonder dat daaraan buitensporige financiële risico’s verbonden zijn. Er zal in feite een passend evenwicht tussen risico's, die onvermijdelijk zijn wanneer speerpuntonderzoek wordt bedreven, en de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap via het Financieel Reglement, moeten worden gevonden.

De Commissie zal de komende evaluatie van het Financieel Reglement aangrijpen om de situatie te beoordelen, lessen te trekken en mogelijke antwoorden te formuleren voor de op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie in het algemeen en grensverleggend onderzoek in het bijzonder vastgestelde specifieke administratieve en financiële tekortkomingen. Vanuit het algemene streefdoel van vereenvoudiging en betere governance is de doelstelling een aanpak voor financieel beheer te ontwikkelen waarbij, in navolging van de goede praktijk van alle succesvolle onderzoekssystemen wereldwijd, wat onderzoek betreft de functie van de subsidiëring van grensverleggend onderzoek als investering in onderzoekers van hoge kwaliteit centraal staat.

Deze kwesties moeten gezien worden in een bredere context van reflectie over de wijze waarop het toekomstige communautaire en administratieve raamwerk het nuttigst kan worden ingezet voor het voeren van beleid dat gericht is op het stimuleren van nieuwe bronnen van duurzame groei.

9.

Conclusies en volgende stappen


Na een succesvolle “pioniersfase” komt de ERC thans vol vertrouwen in het tweede stadium van zijn ontwikkeling. Afgaande op de eerste gegevens lijkt de ERC op weg om een belangrijk en stabiel onderdeel van het Europese onderzoekslandschap te worden; om zijn volledige potentieel te ontsluiten, heeft hij ook de ondersteuning van de andere instellingen en stakeholders nodig.

In veel opzichten stimuleert de ERC, door het uitproberen van nieuwe wegen voor het uitvoeren van onderzoek in de communautaire context, momenteel een breder leer- en aanpassingsproces en is hij een echte “factor van verandering” binnen de Europese onderzoeksruimte.

Ongeacht of het gaat om het beheer van de samenwerking tussen de Wetenschappelijke Raad en het ERCEA, de procedures voor de behandeling van collegiale toetsing van grensverleggend onderzoek of nieuwsoortige interacties tussen nationale en communautaire financieringsactiviteiten, dit leerproces gaat stakeholders uit de hele onderzoeksgemeenschap aan. Willen de door de Commissie vastgestelde strategie en acties hun doel bereiken, dan zijn ook in de volgende fase de aanhoudende en volledige steun en inzet van deze stakeholders van cruciaal belang.

In de voorliggende mededeling wordt een reeks acties uiteengezet die inspelen op Europa's ambities voor de ERC, wordt naar behoren met de aanbevelingen van het evaluatiepanel rekening gehouden en komen de ervaringslessen van de Commissie zelf aan bod.

De Commissie en het ERCEA zullen in het kader van hun desbetreffende bevoegdheden met onmiddellijke ingang initiatieven nemen om binnen het huidige regelgevingskader de governance en administratieve flexibiliteit van de ERC te verbeteren. Ook zal de Commissie actief samenwerken met andere stakeholders, met inbegrip van de Wetenschappelijke Raad, om zich van hun voortdurende steun te verzekeren bij het doen van toekomstige stappen en, parallell hieraan, de verbetering en “professionalisering” van activiteiten die tot hun verantwoordelijkheid behoren.

De Commissie zal naar aanleiding van de evaluatie van het Financieel Reglement te zijner tijd een breder inhoudelijk debat met het Europees Parlement en de Raad over het regelgevingskader voor onderzoek en technologische ontwikkeling aangaan. Dit zal erop gericht zijn een passend evenwicht tussen aan onderzoeksactiviteiten inherente risico’s en efficiënt gebruik van EU-middelen te vinden en geschikte structuren en mechanismen voor geëxternaliseerd onderzoeksbeheer aan te bieden. Het algemene streefdoel is dat het communautaire financiële en administratieve raamwerk optimaal wordt ingezet voor het voeren van het beleid dat gericht is op het stimuleren van nieuwe bronnen van duurzame groei.
href="http://erc.europa.eu/index.cfm?fuseaction=page.display&topicID=158." target="_blank">erc.europa.eu