Toelichting bij COM(2009)397 - Jaarrekeningen van het 7e, 8e, 9e en 10e Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2008

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.1. BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN EN VERMELDENSWAARDIGE PUNTEN 4

3.

1.2. FINANCIËLE STATEN 6


4.

1.3. TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN 22


5.

2. STATEN VAN DE FINANCIËLE UITVOERING 42


6.

2.1. TOEWIJZINGEN OP 31.12.2008 47


7.

2.2. GECONSOLIDEERDE REKENINGEN 58


8.

2.3. STAND PER LAND EN PER INSTRUMENT 67


9.

2.4. ANDERE BEHEERSINFORMATIE 70


10.

3. FINANCIËLE INFORMATIE EIB 76


11.

3.1. INVESTERINGSFACILITEIT: WINST-EN-VERLIESREKENING 77


12.

3.2. INVESTERINGSFACILITEIT: BALANS 78


13.

3.3. INVESTERINGSFACILITEIT: KASSTROOMOVERZICHT 79


14.

3.4. INVESTERINGSFACILITEIT: MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN 80


15.

3.5. TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN VAN DE INVESTERINGSFACILITEIT 81


4. AANHANGSEL – Overzicht per land en per instrument 100

16.

NOTA BIJ DE REKENINGEN


Hierbij verklaar ik dat de jaarrekeningen van het 7e, 8e, 9e en 10e Europees Ontwikkelingsfonds voor het jaar 2008 zijn opgesteld volgens de bepalingen van Titel VIII van het Financieel Reglement van toepassing op het tiende Europees Ontwikkelingsfonds en overeenkomstig de in de bijlage bij de financiële staten beschreven boekhoudbeginselen, -regels en methoden.

Ik heb van de gedelegeerd ordonnateur en van de EIB, die voor de betrouwbaarheid instaan, alle inlichtingen verkregen die nodig zijn voor het opstellen van de jaarrekeningen die een beeld van de activa en de passiva van de Europese Ontwikkelingsfondsen en de uitvoering van de begroting geven.

Ik verklaar dat ik op basis van deze inlichtingen en op basis van de controles die ik noodzakelijk achtte om de jaarrekeningen te kunnen aftekenen, redelijke zekerheid heb dat de jaarrekeningen in alle materiële opzichten een getrouw beeld van de financiële positie van de Europese Ontwikkelingsfondsen geven.

(w.g.) Philippe Taverne

Rekenplichtige

FINANCIËLE STATEN VAN HET EUROPEES ONTWIKKELINGSFONDS EN TOELICHTINGEN DAARBIJ

BELANGRIJKSTE GEBEURTENISSEN EN VERMELDENSWAARDIGE PUNTEN

Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is het voornaamste instrument van de communautaire ontwikkelingssamenwerking met de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten) en de landen en gebieden overzee (LGO). Het Verdrag van Rome van 1957 voorzag al in de oprichting van dit fonds om technische en financiële bijstand te verlenen, oorspronkelijk aan de Afrikaanse landen die toen nog steeds gekoloniseerd waren en waarmee sommige landen banden uit het verleden hadden.

Hoewel er op verzoek van het Europees Parlement sinds 1993 in de EU-begroting een begrotingsonderdeel voor het fonds is gereserveerd, maakt het EOF nog geen deel uit van de algemene begroting van de Gemeenschap. Het wordt door de lidstaten gefinancierd, is aan eigen financiële regels onderworpen en wordt door een eigen comité geleid. De geografische steun aan de ACS-staten en de LGO zal voor de periode 2008-2013 verder via het EOF worden gefinancierd.

Elk EOF wordt voor een periode van ongeveer vijf jaar gesloten. Sinds de sluiting van de eerste partnerschapsovereenkomst in 1964 volgen de EOF-cycli in het algemeen die van de partnerschapsovereenkomsten. Het 9e EOF is verstreken bij de inwerkingtreding van het 10e EOF op 1 juli 2008. Bij Besluit 2007/792/EG i van de Raad van 26 november 2007 is een overgangsperiode vastgesteld voor de verlenging van het 9e EOF van 1 januari 2008 tot de inwerkingtreding van het 10e EOF. Op elk EOF is een eigen Financieel Reglement van toepassing dat het opmaken van financiële staten voor elk afzonderlijk EOF verplicht stelt. Financiële staten worden bijgevolg afzonderlijk opgemaakt voor elk EOF met betrekking tot het deel dat door de Europese Commissie wordt beheerd. Door middel van de gecumuleerde voorstelling van deze financiële staten komt een totaalbeeld tot stand van de financiële situatie van de middelen waarvoor de Europese Commissie verantwoordelijk is.

Omdat in artikel 2.2 van het Financieel Reglement van toepassing op het 10e EOF i de verdeling van de verantwoordelijkheden duidelijk is vastgesteld, werden de financiële staten van de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) — de entiteiten die belast zijn met het beheer van de EOF-middelen — niet geconsolideerd in de jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen.

17.

Afsluiting van het 7e EOF


Om de migratie van de boekhoudkundige overzichten van de EOF's naar de nieuwe ABAC FED toepassing te bevorderen, heeft de ordonnateur besloten het 7e EOF op 31 augustus 2008 op te heffen. Bij gebrek aan een rechtsgrondslag voor de afsluiting van EOF's werden de resterende middelen en de hiermee samenhangende overeenkomsten en besluiten overgedragen aan het 9e EOF, overeenkomstig de bepalingen van deel 3 van het Financieel Reglement van toepassing op het 9e EOF. Deze aanpak verschilt van de procedure die werd toegepast bij de afsluiting van het 6e EOF op 31 juli 2006, toen alleen de resterende middelen werden overgeheveld.

Ter informatie is de balans van het 7e EOF op de afsluitingsdatum van 31 augustus opgenomen onder punt 1.2.

18.

Voorstelling van de jaarrekening


De jaarrekeningen voor 2008 worden als volgt voorgesteld:

- de financiële staten;

- de staten van de financiële uitvoering;

- de door de Europese Investeringsbank (EIB) verstrekte financiële staten en informatie.

19.

FINANCIËLE STATEN


BALANS voor het 8e, 9e en 10e EOF (miljoen EUR)

Toelichtingen 31.12. 31.12.

20.

VLOTTENDE ACTIVA


Vorderingen 17, 8,

Nettovoorfinanciering 917, 955,

Overige vlottende activa -6, -2,

Geldmiddelen en kasequivalenten 290, 388,

Stabex-garantierekeningen 87, 99,

Speciaal Fonds D.R. Congo 1, 3,

Banksaldi 185, 285,

Bankrekeningen cofinanciering 15, 0.

TOTAAL ACTIVA 1 219, 1 349,

21.

VLOTTENDE PASSIVA


Crediteuren 702, 703,

TOTAAL PASSIVA 702, 703,

NETTOACTIVA 517, 645,

22.

MIDDELEN EN RESERVES


Afgeroepen middelen van het fonds 17 079, 25 019,

Van vorige begrotingsjaren economische resultaten -15 784, -22 410,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -3 029, -3 255,

Overige reserves 2 252, 1 292,

NETTOACTIVA 517, 645,

23.

ECONOMISCHE RESULTATENREKENING voor het 8e, 9e en 10e EOF (miljoen EUR)


Toelichtingen Uitgaven 2008 op kasbasis Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2008 volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2007 volgens toerekeningsbeginsel

Bedrijfsontvangsten i 0, 23, 23, 0,

Programmeerbare steun 413, 2, 416, 637,

Macro-economische steun 349, -5, 344, 426,

Sectoraal beleid 1 450, -62, 1 387, 1 148,

Intra-ACS-projecten 487, 30, 517, 381,

Rentesubsidies 1, 1, 0,

Spoedhulp 181, 5, 187, 154,

Hulp aan vluchtelingen 1, 4, 5, -5,

Risicodragend kapitaal 16, 16, 57,

Stabex 24, 24, 98,

Sysmin 7, -2, 4, 31,

Andere steunprogramma's die verband houden met eerdere EOF’s 29, -10, 18, 4,

Structurele aanpassing 0, -0, 0, -6,

Schuldverlichting – Arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en Wereldbank -1, -1, 179,

Institutionele steun 16, 19, 35, 30,

Compensatie exportopbrengsten 40, 1, 42, 83,

Fonds voor de Democratische Republiek Congo -1, 3, 1, 17,

Bedrijfsuitgaven 3 019, -15, 3 003, 3 242,

Administratie- en financieringskosten 83, -24, 58, 31,

Totaal uitgaven (op kasbasis) 3 102,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel -40, -0,

Totaal uitgaven / Volgens toerekeningsbeginsel i 3 061, 3 061, 3 273,

OVERSCHOT/(TEKORT) VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN (1-2) -3 061, -3 038, -3 273,

Financiële baten 12, 12, 18,

Financiële uitgaven -0, -0, -0,

Waardevermindering van vorderingen 1. -3, -3, -0,

Overschot/(tekort) van financiële activiteiten i 8, 8, 17,

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR (1-2+3) -3 053, -3 029, -3 255,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar voor het 8e, 9e en 10e EOF -3 029,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar voor het 7e EOF -98,

TOTAAL ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR -3 128,

24.

KASSTROOMOVERZICHT voor het 7e, 8e, 9e en 10e EOF (miljoen EUR)


Toelichtingen 31.12. 31.12.

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -3 128, -3 255,

Bijzondere waardeverminderingen op vorderingen 1. 1, 0,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel - bedrijfsontvangsten -23, 2,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel – bedrijfsuitgaven en administratieve uitgaven 20, 399,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel – financiële uitgaven 0, 0,

Terug te betalen bankkosten 0, 0,

Stijging van met cofinanciering te betalen posten 15, 0.

Daling toegerekende rentebaten 1, -0,

Stijging voorschotten voor studiebeurzen en andere vlottende activa 3 & 4, 3,

Kasstromen van bedrijfsactiviteiten -3 109, -2 848,

Bijdragen van de lidstaten 9.1 & 10. 3 022, 2 886,

Kasstromen van financiële activiteiten 3 022, 2 886,

Nettotoename/(daling) van geldmiddelen en kasequivalenten -86, 38,

Banksaldi aanvang periode 285, 96,

Stabex-garantierekeningen aanvang periode 99, 191,

Speciaal fonds voor de Democratische Republiek Congo aanvang periode 3, 3,

SWIFT-rekening aanvang periode 9. -8, 49,

Geldmiddelen en kasequivalenten aanvang periode 379, 341,

Banksaldi afloop periode 185, 285,

Stabex-garantierekeningen afloop periode 87, 99,

Speciaal fonds voor de Democratische Republiek Congo afloop periode 1, 3,

Bankrekeningen cofinanciering afloop periode 15, 0.

SWIFT-rekening afloop periode 9. 1, -8,

Geldmiddelen en kasequivalenten afloop periode 292, 379,

25.

MUTATIEOVERZICHT VAN DE NETTOACTIVA voor het 7e, 8e, 9e en 10e EOF (miljoen EUR)


Kapitaal van het fonds Niet-afgeroepen middelen Afgeroepen middelen van het fonds Gecumuleerde reserves Overige reserves Totaal nettoactiva

(a) (b) (c)=(a)-(b) (e) (d) (h)=(e)+(d)+(c)

26.

Toelichtingen


Eindsaldo 42 999, 13 099, 29 900, -29 711, 1 033, 1 222,

Bijdragen -2 640, 2 640, 2 640,

Kapitaalsverhoging 40, 1, 39, 39,

27.

Overdrachten van eerdere EOF's


Economisch resultaat van het begrotingsjaar -3 255, -3 255,

Afsluiting van het 6e EOF -7 560, -7 560, 7 300, 259, 0,

Eindsaldo 35 479, 10 460, 25 019, -25 666, 1 292, 645,

Bijdragen -3 000, 3 000, 3 000,

Kapitaalsverhoging 2, 2,

28.

Overdrachten van eerdere EOF's


Economisch resultaat van het begrotingsjaar -3 029, -3 029,

Beginsaldo 10e EOF 21 152, 21 152,

Afsluiting van het 7e EOF -10 940, -10 940, 9 882, 959, -98,

Eindsaldo 45 693, 28 614, 17 079, -18 814, 2 252, 517,

29.

7e EOF BALANS (miljoen EUR)


Notes 31.8. 31.12.

30.

VLOTTENDE ACTIVA


Vorderingen 0, 2,

Nettovoorfinanciering 0, 75,

Overige vlottende activa 0, 0,

Verbindingsrekeningen 0, 242,

Geldmiddelen en kasequivalenten 0, 0,

Stabex-garantierekeningen 0, 0,

Speciaal Fonds D.R. Congo 0, 0,

Banksaldi 0, 0,

Bankrekeningen cofinanciering 0, 0,

TOTAAL ACTIVA 0, 319,

31.

VLOTTENDE PASSIVA


Crediteuren 0, 19,

TOTAAL PASSIVA 0, 19,

NETTOACTIVA 0, 300,

32.

MIDDELEN EN RESERVES


Afgeroepen middelen van het fonds 10.940, 10.940,

Van vorige begrotingsjaren economische resultaten -9.882, -9.715,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -98, -166,

Overige reserves -959, -757,

NETTOACTIVA 0, 300,

33.

7e EOF ECONOMISCHE RESULTATENREKENING (miljoen EUR)


Toelichtingen Uitgaven 2008 op kasbasis Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2008 volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2007 volgens toerekeningsbeginsel

Bedrijfsontvangsten i 0, 0, 0, 0,

Programmeerbare steun 24, 57, 81, 124,

Macro-economische steun 0, 0, 0, 0,

Sectoraal beleid 0, 0, 0,

Intra-ACS-projecten 0, 0, 0, 0,

Rentesubsidies 0, 0, 0, -0,

Spoedhulp -0, 0, 0, 0,

Hulp aan vluchtelingen -0, 0, 0, 0,

Risicodragend kapitaal 4, 0, 4, 5,

Stabex 0, 0, 0, 8,

Sysmin 12, -6, 6, 27,

Andere steunprogramma's die verband houden met eerdere EOF’s -0, 1, 1, 3,

Structurele aanpassing -0, 6, 6, -6,

Schuldverlichting - Arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en Wereldbank 0, 0, 4,

Institutionele steun 0, 0, 0, 0,

Compensatie exportopbrengsten 0, 0, 0,

Fonds voor de Democratische Republiek Congo 0, 0, 0, 0,

Bedrijfsuitgaven 40, 60, 101, 167,

0,

Administratie- en financieringskosten 0, 0, 0,

Totaal uitgaven (op kasbasis) 40,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel 60, 0, 0,

TOTAAL UITGAVEN / volgens toerekeningsbeginsel i 101, 101, 167,

OVERSCHOT/(TEKORT) VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN (1-2) -101, -101, -167,

Financiële baten 0, 0,

Financiële uitgaven 0, 0, 0,

Waardevermindering van vorderingen 1. 2, 2, 0,

Overschot/(tekort) van financiële activiteiten i 2, 2, 0,

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR (1-2+3) -98, -98, -166,

34.

7e EOF MUTATIEOVERZICHT VAN DE NETTOACTIVA (miljoen EUR)


Kapitaal van het fonds Niet-afgeroepen middelen Afgeroepen middelen van het fonds Gecumuleerde reserves Overige reserves Totaal nettoactiva

(a) (b) (c)=(a)-(b) (e) (d) (h)=(e)+(d)+(c)

35.

Toelichtingen


Eindsaldo 10 940, 0, 10 940, -9 715, -685, 539,

36.

Bijdragen


Kapitaalsverhoging

Overdrachten naar het 9e EOF -71, -71,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -166, -166,

Eindsaldo 10 940, 0, 10 940, -9 882, -757, 300,

37.

Bijdragen


Kapitaalsverhoging

Overdrachten naar het 9e EOF -201, -201,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -98, -98,

Saldo op 31.8. 10 940, 0, 10 940, -9 980, -959, 0,

Afsluiting van het 7e EOF -10 940, -10 940, 9 980, 959, 0,

Eindsaldo 0, 0, 0, 0, 0, 0,

38.

8e EOF BALANS (miljoen EUR)


Toelichtingen 31.12. 31.12.

39.

VLOTTENDE ACTIVA


Vorderingen 3, 2,

Nettovoorfinanciering 93, 126,

40.

Overige vlottende activa


Verbindingsrekeningen 859, 1 235,

41.

Geldmiddelen en kasequivalenten


Stabex-garantierekeningen

Speciaal Fonds D.R. Congo

Banksaldi

Bankrekeningen cofinanciering

TOTAAL ACTIVA 956, 1 365,

42.

VLOTTENDE PASSIVA


Crediteuren 94, 124,

TOTAAL PASSIVA 94, 124,

NETTOACTIVA 862, 1 240,

43.

MIDDELEN EN RESERVES


Afgeroepen middelen van het fonds 12 840, 12 840,

Van vorige begrotingsjaren economische resultaten -9 504, -8 724,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -321, -779,

Overige reserves -2 152, -2 095,

NETTOACTIVA 862, 1 240,

44.

8e EOF ECONOMISCHE RESULTATENREKENING (miljoen EUR)


Toelichtingen Uitgaven 2008 op kasbasis Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2008 volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2007 volgens toerekeningsbeginsel

Bedrijfsontvangsten i 0, 4, 4,

Programmeerbare steun 228, 6, 235, 393,

Macro-economische steun 0, -0, -0, 2,

Sectoraal beleid 11, 3, 15, 20,

45.

Intra-ACS-projecten


Rentesubsidies 1, 1, 1,

Spoedhulp -0, -0, -0,

Hulp aan vluchtelingen 1, 4, 5, -5,

Risicodragend kapitaal 16, 16, 52,

Stabex 24, 24, 90,

Sysmin 7, -2, 4, 4,

Andere steunprogramma's die verband houden met eerdere EOF’s

Structurele aanpassing 0, -0, 0, 0,

Schuldverlichting – Arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en Wereldbank -1, -1, 173,

46.

Institutionele steun


Compensatie exportopbrengsten 29, -2, 26, 49,

47.

Fonds voor de Democratische Republiek Congo


Bedrijfsuitgaven 322, 7, 329, 783,

Administratie- en financieringskosten 1, -0, 0, 1,

Totaal uitgaven (op kasbasis) 323,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel 7,

Totaal uitgaven / volgens toerekeningsbeginsel i 330, 330, 784,

OVERSCHOT/(TEKORT) VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN (1-2) -330, -325, -784,

Financiële baten 4, 4, 6,

48.

Financiële uitgaven


Waardevermindering van vorderingen 1. 0, 0, -0,

Overschot/(tekort) van financiële activiteiten i 4, 4, 5,

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR (1-2+3) -325, -321, -779,

49.

8e EOF MUTATIEOVERZICHT VAN DE NETTOACTIVA (miljoen EUR)


Kapitaal van het fonds Niet-afgeroepen middelen Afgeroepen middelen van het fonds Gecumuleerde reserves Overige reserves Totaal nettoactiva

(a) (b) (c)=(a)-(b) (e) (d) (h)=(e)+(d)+(c)

50.

Toelichtingen


Eindsaldo 12 840, 1 545, 11 295, -8 724, -1 877, 692,

Bijdragen -1 545, 1 545, 1 545,

51.

Kapitaalsverhoging


Overdrachten naar het 9e EOF -217, -217,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -779, -779,

Eindsaldo 12 840, 0, 12 840, -9 504, -2 095, 1 240,

52.

Bijdragen


Kapitaalsverhoging

Overdrachten naar andere EOF's -57, -57,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -321, -321,

Eindsaldo 12 840, 0, 12 840, -9 825, -2 152, 862,

53.

9e EOF BALANS (miljoen EUR)


Toelichtingen 31.12. 31.12.

54.

VLOTTENDE ACTIVA


Vorderingen 13, 3,

Nettovoorfinanciering 761, 753,

Overige vlottende activa -0, -2,

Geldmiddelen en kasequivalenten 12, 388,

Stabex-garantierekeningen 99,

Speciaal Fonds D.R. Congo 3,

Banksaldi 285,

Bankrekeningen cofinanciering 12, 0,

TOTAAL ACTIVA 788, 1 142,

55.

VLOTTENDE PASSIVA


Crediteuren 374, 560,

Verbindingsrekeningen 837, 1 477,

TOTAAL PASSIVA 1 211, 2 037,

NETTOACTIVA -423, -895,

56.

MIDDELEN EN RESERVES


Afgeroepen middelen van het fonds 4 239, 1 239,

Van vorige begrotingsjaren economische resultaten -6 280, -3 971,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -2 690, -2 309,

Overige reserves 4 307, 4 145,

NETTOACTIVA -423, -895,

57.

9e EOF ECONOMISCHE RESULTATENREKENING (miljoen EUR)


Toelichtingen Uitgaven 2008 op kasbasis Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2008 volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2007 volgens toerekeningsbeginsel

Bedrijfsontvangsten i 0, 18, 18, 0,

Programmeerbare steun 143, 11, 154, 119,

Macro-economische steun 349, -4, 344, 423,

Sectoraal beleid 1 438, -66, 1 372, 1 127,

Intra-ACS-projecten 468, 48, 517, 381,

58.

Rentesubsidies


Spoedhulp 182, 5, 187, 154,

59.

Hulp aan vluchtelingen


Risicodragend kapitaal

Stabex

Sysmin

Andere steunprogramma's die verband houden met eerdere EOF’s 29, -10, 18, 1,

60.

Structurele aanpassing


Schuldverlichting – Arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en Wereldbank 1,

Institutionele steun 16, 19, 35, 30,

Compensatie exportopbrengsten 11, 4, 15, 34,

Fonds voor de Democratische Republiek Congo -1, 3, 1, 17,

Bedrijfsuitgaven 2 637, 10, 2 647, 2 292,

Administratie- en financieringskosten 52, 4, 57, 29,

Totaal uitgaven (op kasbasis) 2 689, 15,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel 15, -0,

Totaal uitgaven / volgens toerekeningsbeginsel i 2 704, 2 704, 2 321,

OVERSCHOT/(TEKORT) VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN (1-2) -2 704, -2 685, -2 321,

Financiële baten 12,

Financiële uitgaven -0,

Waardevermindering van vorderingen 1. -4, -4, 0,

Overschot/(tekort) van financiële activiteiten i -4, -4, 12,

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR (1-2+3) -2 709, -2 690, -2 309,

61.

9e EOF MUTATIEOVERZICHT VAN DE NETTOACTIVA (miljoen EUR)


Kapitaal van het fonds Niet-afgeroepen middelen Afgeroepen middelen van het fonds Gecumuleerde reserves Overige reserves Totaal nettoactiva

(a) (b) (c)=(a)-(b) (e) (d) (h)=(e)+(d)+(c)

62.

Toelichtingen


Eindsaldo 11 659, 11 554, 105, -3 971, 3 856, -9,

Bijdragen -1 095, 1 095, 1 095,

Kapitaalsverhoging 40, 1, 39, 39,

Overdrachten van andere EOF's 289, 289,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -2 309, -2 309,

Eindsaldo 11 699, 10 460, 1 239, -6 280, 4 145, -895,

Bijdragen -3 000, 3 000, 3 000,

63.

Kapitaalsverhoging


Overdrachten van andere EOF's 162, 162,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -2 690, -2 690,

Eindsaldo 11 699, 7 460, 4 239, -8 970, 4 307, -423,

64.

10e EOF BALANS (miljoen EUR)


Toelichtingen 31.12.

65.

VLOTTENDE ACTIVA


Vorderingen 0,

Nettovoorfinanciering 62,

Overige vlottende activa -6,

Geldmiddelen en kasequivalenten 277,

Stabex-garantierekeningen 87,

Speciaal Fonds D.R. Congo 1,

Banksaldi 185,

Bankrekeningen cofinanciering 2,

TOTAAL ACTIVA 334,

66.

VLOTTENDE PASSIVA


Crediteuren 233,

Verbindingsrekeningen 21,

TOTAAL PASSIVA 255,

NETTOACTIVA 78,

67.

MIDDELEN EN RESERVES


Afgeroepen middelen van het fonds 0,

Van vorige begrotingsjaren economische resultaten 0,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -18,

Overige reserves 97,

NETTOACTIVA 78,

68.

10e EOF ECONOMISCHE RESULTATENREKENING (miljoen EUR)


Toelichtingen Uitgaven 2008 op kasbasis Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel Uitgaven 2008 volgens toerekeningsbeginsel

Bedrijfsontvangsten i 0, 0,

Programmeerbare steun 41, -14, 26,

69.

Macro-economische steun


Sectoraal beleid

Intra-ACS-projecten 18, -18,

70.

Rentesubsidies


Spoedhulp

Hulp aan vluchtelingen

Risicodragend kapitaal

Stabex

Sysmin

Andere steunprogramma's die verband houden met eerdere EOF’s

71.

Structurele aanpassing


Schuldverlichting - Arme landen met een zware schuldenlast (HIPC) en Wereldbank

Institutionele steun

Compensatie exportopbrengsten

Fonds voor de Democratische Republiek Congo

Bedrijfsuitgaven 59, -33, 26,

Administratie- en financieringskosten 29, -29, 0,

Totaal uitgaven (op kasbasis) 89,

Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel -62,

Totaal uitgaven / Volgens toerekeningsbeginsel i 27, 27,

OVERSCHOT/(TEKORT) VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN (1-2) -27, -27,

Financiële baten 8, 8,

Financiële uitgaven -0, -0,

Waardevermindering van vorderingen 1.

Overschot/(tekort) van financiële activiteiten i 8, 8,

ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET BEGROTINGSJAAR (1-2+3) -18, -18,

72.

10e EOF MUTATIEOVERZICHT VAN DE NETTOACTIVA (miljoen EUR)


Kapitaal van het fonds Niet-afgeroepen middelen Afgeroepen middelen van het fonds Gecumuleerde reserves Overige reserves Totaal nettoactiva

(a) (b) (c)=(a)-(b) (e) (d) (h)=(e)+(d)+(c)

73.

Toelichtingen


Beginsaldo 21 152, 21 152, 0, 0, 0, 0,

74.

Bijdragen


Kapitaalsverhoging 2, 2,

Overdrachten van andere EOF's 97, 97,

Economisch resultaat van het begrotingsjaar -18, -18,

Eindsaldo 21 154, 21 154, 0, -18, 97, 78,

75.

TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN


Grondslagen voor financiële verslaglegging

Wettelijke bepalingen en het Financieel Reglement

De financiële staten werden opgesteld overeenkomstig het Financiële Reglement van toepassing op het 10e Europees Ontwikkelingsfonds i (EOF).

Krachtens de artikelen 69, 70, en 71 van het Financieel Reglement van toepassing op het 7e EOF i, de artikelen 66, 67, en 68 van het Financieel Reglement van toepassing op het 8e EOF i ,de artikelen 102 en 103 van het Financieel Reglement van toepassing op het 9e EOF i en de artikelen 124 en 125 van het Financieel Reglement van toepassing op het 10e EOF3 moeten de desbetreffende stukken aan de Rekenkamer worden voorgelegd. In artikel 124 (10e EOF) is bepaald dat de rekenplichtige van het EOF het ontwerp van de rekeningen uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar aan de Rekenkamer toezendt. Uiterlijk op 15 juni stelt de Rekenkamer de Commissie in kennis van haar opmerkingen over het ontwerp van de rekeningen (artikel 125). Op basis van deze opmerkingen keurt de Commissie de definitieve rekeningen uiterlijk op 31 juli goed en zendt deze aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer toe. De rekeningen worden tegen 15 november in het Publicatieblad bekendgemaakt, vergezeld van de betrouwbaarheidsverklaring die door de Rekenkamer wordt verstrekt voor het deel van de middelen van het EOF waarvan de Commissie de financiële uitvoering verzekert.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 121 van het Financieel Reglement van toepassing op het 10e EOF worden de financiële staten met naleving van de beginselen van de periodetoerekening opgesteld.

De boekhoudkundige informatie afkomstig van het huidige boekhoudprogramma (OLAS) is waar nodig aangepast om cijfers te verstrekken die met de beginselen van de periodetoerekening in overeenstemming zijn. De ordonnateur heeft ook aanvullende informatie verstrekt met betrekking tot lasten- en batenposten. Vanaf het begrotingsjaar 2009 is een nieuwe boekhouding ingevoerd om de periodeboekhouding zonder aanpassingen te kunnen voorstellen.

Deze financiële staten werden opgemaakt overeenkomstig boekhoudregels en -methoden voor het EOF, die werden vastgesteld op basis van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS) of anders de International Financial Reporting Standards (IFRS), die respectievelijk door de International Public Sector Accounting Standard Board (IPSASB) en de International Accounting Standard Board (IASB) zijn uitgevaardigd. De door de rekenplichtige van het EOF aangenomen waarderingsregels en boekhoudmethoden zijn toegepast voor het deel van de middelen van het EOF waarvan de Europese Commissie de financiële uitvoering verzekert.

76.

Boekhoudbeginselen


Het doel van de financiële staten bestaat erin informatie te verschaffen over de financiële positie, financiële prestaties en kasstromen van een entiteit, die voor een groot aantal gebruikers nuttig is. Voor een entiteit in de openbare sector moeten deze staten meer in het bijzonder informatie verschaffen die nuttig is voor de besluitvorming en getuigen van de controleerbaarheid van de entiteit met betrekking tot de middelen die aan haar zijn toevertrouwd.

Om een getrouw beeld te geven, moeten de financiële staten niet alleen relevante informatie verschaffen over de aard van de verschillende activiteiten, verklaren hoe die entiteit wordt gefinancierd en definitieve informatie over haar transacties verstrekken, maar dit alles ook op een duidelijke en begrijpelijke manier doen die vergelijking met andere begrotingsjaren mogelijk maakt. Dit document is in die optiek opgesteld.

De boekhouding van het EOF bestaat uit een algemene boekhouding en een begrotingsboekhouding. Deze boekhoudingen worden per kalenderjaar en in euro gevoerd. Aan de hand van de begrotingsboekhouding kan de uitvoering van de begroting nauwkeurig worden gevolgd. De begrotingsboekhouding wordt gevoerd volgens het gewijzigde-kasbeginsel. Op basis van de algemene boekhouding kunnen de financiële staten worden opgemaakt, aangezien in de boekhouding alle baten en lasten voor het begrotingsjaar overeenkomstig de beginselen van de periodetoerekening worden geboekt, teneinde in de vorm van een balans per 31 december de vermogenspositie vast te stellen.

Artikel 120 van het Financieel Reglement van toepassing op het 10e EOF vermeldt de boekhoudbeginselen aan de hand waarvan de financiële staten moeten worden opgemaakt:

- continuïteit van de activiteiten,

- voorzichtigheid,

- bestendigheid van de boekhoudmethoden,

- vergelijkbaarheid van de informatie,

- relatief belang,

- niet-compensatie;

- voorrang van werkelijkheid boven schijn, en tevens,

- periodetoerekening per begrotingsjaar.

77.

Grondslag voor de voorbereiding


De financiële staten zijn uitgedrukt in miljoen euro, de functionele en rapportagemunteenheid van de Europese Gemeenschappen. Transacties in buitenlandse valuta worden omgerekend naar euro tegen de wisselkoersen die golden op de data van de onderliggende transacties. Wisselkoersbaten en -verliezen die voortvloeien uit de afwikkeling van transacties in vreemde valuta en uit de omrekening aan het einde van het jaar van in vreemde valuta luidende monetaire activa en passiva worden in de economische resultatenrekening opgenomen.

De omzetting in euro van de in buitenlandse valuta luidende saldi van monetaire activa en passiva aan het einde van het boekjaar geschiedde tegen de op 31 december geldende wisselkoersen:

78.

Wisselkoers EUR


31.12. 31.12.

GBP 0, GBP 0,

Als gevolg van afronding kunnen totalen in de tabellen afwijken van de som van de rubrieken.

Overeenkomstig algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen bevatten de financiële staten onvermijdelijk bedragen die steunen op ramingen en veronderstellingen die op basis van de meest betrouwbare beschikbare informatie door het management zijn gedaan. Belangrijke ramingen betreffen onder andere, maar niet uitsluitend de voorzieningen voor toekomstige lasten, financieel risico van vorderingen en overgangsrekeningen. Deze ramingen kunnen van de werkelijke resultaten afwijken. Veranderingen in ramingen worden weergegeven in de periode waarin zij bekend worden.

79.

Balansrekeningen


Vorderingen

Vorderingen worden geboekt tegen het oorspronkelijke bedrag minus waardeverminderingen. Er wordt een waardevermindering op vorderingen geboekt wanneer er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat het EOF niet alle volgens de oorspronkelijke voorwaarden verschuldigde bedragen zal kunnen innen. Het bedrag van de waardevermindering is het verschil tussen de boekwaarde van het activum en het realiseerbare bedrag, zijnde de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteerd tegen de rentevoet die op de markt aan soortgelijke leningnemers in rekening wordt gebracht. De waardevermindering wordt opgenomen in de economische resultatenrekening. Daarnaast wordt een algemene waardevermindering van 20 % per jaar opgenomen voor uitstaande invorderingsopdrachten waarvoor nog geen specifieke waardevermindering is toegepast.

Voor

financiering



Voorfinanciering heeft ten doel de begunstigde te voorzien van een voorschot, dus van contante middelen. Zij kan worden opgesplitst in een aantal betalingen gedurende een periode die in de desbetreffende voorfinancieringsovereenkomst is vastgesteld. Het voorschot of de contante middelen worden terugbetaald of aangewend voor het doel waarvoor zij tijdens de in de overeenkomst vastgestelde periode werden verstrekt. Indien de begunstigde onvoldoende subsidiabele uitgaven heeft gedaan, is deze verplicht de voorfinanciering geheel of gedeeltelijk aan het EOF terug te betalen. Het bedrag van de voorfinanciering wordt (geheel of gedeeltelijk) beperkt door de aanvaarding van subsidiabele kosten en teruggestorte bedragen.

Aan het einde van het jaar worden uitstaande voorfinancieringen gewaardeerd tegen de oorspronkelijke bedragen die aan de begunstigde werden betaald, verminderd met: teruggestorte bedragen, verrekende subsidiabele bedragen en geraamde subsidiabele bedragen die op het einde van het boekjaar nog niet zijn verrekend.

Zekerheidstellingen in verband met voorfinancieringen worden als voorwaardelijke activa beschouwd en worden als zodanig niet in de financiële staten opgenomen (IPSAS 19).

80.

Geldmiddelen en kasequivalenten


Geldmiddelen en kasequivalenten zijn rekeningen bij financiële instellingen in de ACS-staten en de LGO, en bij financiële instellingen in de lidstaten.

In het kader van het kasstroomoverzicht omvatten de geldmiddelen en kasequivalenten de lopende rekening bij de algemene begroting van de EU die in de balans in de rubriek 'Crediteuren' is opgenomen.

81.

Crediteuren


Een aanzienlijk bedrag van de crediteuren van het EOF heeft geen betrekking op de aanschaf van goederen of diensten. Het gaat daarentegen om onbetaalde kostendeclaraties van begunstigden van subsidies of andere financiering. Deze worden voor het gevraagde bedrag als crediteuren geboekt wanneer de kostendeclaratie wordt ontvangen en, na verificatie, door de bevoegde financiële ambtenaren subsidiabel wordt bevonden. In die fase worden zij op het aanvaarde en subsidiabele bedrag gewaardeerd.

Een essentieel aspect van het transactieboekhouden is het waarborgen dat verrichtingen worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Dat noemen wij de afsluiting van het boekjaar. In het bijzonder dient een raming te worden gemaakt van de subsidiabele uitgaven die door begunstigden van middelen van de middelen van de EOF's zijn gedaan, maar nog niet bij de EOF's zijn gedeclareerd (toegerekende lasten).

Overeenkomstig de boekhoudregels van de Europese Gemeenschappen worden verrichtingen en gebeurtenissen opgenomen in de financiële staten van de periode waarop zij betrekking hebben. Op het einde van het boekjaar worden de toegerekende uitgaven opgenomen tegen het door de rekenplichtige geraamde bedrag van de voor de periode verschuldigde overdracht (bijvoorbeeld de mate waarin overeenkomsten zijn uitgevoerd).

82.

Economische resultatenrekening


Ontvangsten

De ontvangsten van het EOF zijn afkomstig van de rente die dient te worden betaald op de verscheidene liquide middelen bij commerciële banken of bij laattijdige betaling van schuldvorderingen aan het EOF.

83.

Uitgaven


Uitgaven moeten worden erkend in de periode waarin de gebeurtenissen plaatsvonden die aanleiding gaven tot een betaling, voor zover:

- een contract is ondertekend waarin de betaling wordt goedgekeurd;

- de begunstigde heeft voldaan aan eventuele subsidiabiliteitscriteria, en tevens,

- van het verschuldigde bedrag een redelijke raming kan worden gemaakt, bijvoorbeeld aan de hand van de facturen van de begunstigde, de mate waarin de overeenkomsten zijn uitgevoerd enzovoort.

Omdat uitgaven van de delegaties van de Commissie niet in de rekeningen van het EOF worden opgenomen totdat zij zowel door de ordonnateur als de rekenplichtige betaalbaar zijn gesteld, worden alle uitgaven die aan het einde van het boekjaar niet betaalbaar zijn gesteld, in de balans als 'niet-toegewezen uitgaven' onder de rubriek andere vlottende activa opgenomen.

Om te voldoen aan de beginselen van de periodetoerekening zijn de uitgaven op kasbasis waarin het huidige boekhoudprogramma (OLAS) voorziet, aangepast met aanvullende informatie over voorfinanciering en toegerekende uitgaven die door de ordonnateur is verstrekt.

84.

Buiten de balanstelling


Voorwaardelijke activa

Een voorwaardelijk activum is een mogelijk activum dat voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan het bestaan alleen zal worden bevestigd door het al dan niet plaatsvinden van een of meer onzekere toekomstige gebeurtenissen waarover de Europese Gemeenschappen niet de volledige controle hebben. Een voorwaardelijk activum wordt opgenomen wanneer een instroom van economische baten of dienstenpotentieel waarschijnlijk is.

Voorwaardelijke activa worden voortdurend beoordeeld om te garanderen dat ontwikkelingen correct in de jaarrekening tot uitdrukking worden gebracht. Indien het virtueel zeker is geworden dat er zich een instroom van economische baten of dienstenpotentieel zal voordoen en de waarde van het activum op betrouwbare wijze kan worden gemeten, worden het activum en de gerelateerde baten opgenomen in de financiële staten van de periode waarin de verandering zich voordoet.

85.

Zekerheidstelling


Garanties zijn potentiële activa of verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen in het verleden en waarvan het bestaan zal worden bevestigd door het al dan niet plaatsvinden van het voorwerp van de garantie. Garanties kunnen bijgevolg als voorwaardelijke activa of passiva worden aangemerkt. Een garantie is afgewikkeld wanneer het voorwerp van de garantie niet langer bestaat. De garantie wordt reëel wanneer de voorwaarden zijn vervuld om de garant om betaling te vragen.

86.

Toelichtingen bij de balans


87.

1. Vorderingen


Tabel (in miljoen EUR)

Vorderingen Toelichtingen 8e 9e 10e Totaal op 31.12. Totaal op 31.12.

Te ontvangen rente – Stabex 1. -0, -0, 0,

Te ontvangen rente – andere 1. 0, 0, 1,

Openstaande invorderingsopdrachten 1. 4, 18, 0, 23, 11,

- Waardevermindering van vorderingen 1. -0, -5, 0, -6, -4,

TOTAAL 3, 13, 0, 17, 8,

Overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst van Cotonou werden rente-inkomsten en de daaraan gekoppelde vorderingen aan het 10e EOF toegewezen. Die middelen kunnen worden aangewend overeenkomstig de bepalingen van artikelen 1 en 6 van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF i. De enige uitzondering zijn de rente-inkomsten uit de Stabex-garantierekeningen die aan het 8e EOF zijn toegewezen.

(1.1) Te ontvangen rente – Stabex

Dit bedrag vertegenwoordigt de rentebaten van de Stabex-garantierekeningen in het begrotingsjaar 2008, die evenwel pas in 2009 op de rekening zullen worden bijgeschreven. Deze rente is eigendom van de desbetreffende begunstigde landen.

(1.2) Te ontvangen rente – andere

Dit bedrag vertegenwoordigt de rentebaten van de rekeningen bij Europese banken en de lopende rekening Stabex in het begrotingsjaar 2008, die evenwel pas in 2009 op de rekening zullen worden bijgeschreven.

(1.3) Openstaande invorderingsopdrachten

Het eindsaldo van de invorderingsopdrachten komt overeen met de waarde van de aan het einde van het jaar afgegeven, maar nog niet betaalde invorderingsopdrachten.

Per 31 december 2007 bedroeg het saldo van de openstaande invorderingsopdrachten met betrekking tot voorfinanciering 21,21 miljoen EUR. Van dit bedrag was 9,33 miljoen EUR niet opgenomen in de jaarrekeningen 2007. In 2008 werden de boekhoudkundige overzichten van het EOF bijgewerkt. De aanpassing omvat een stijging van de vorderingen en een overeenkomstige daling van de voorfinanciering en had dus geen effect op de nettoactiva.

In onderstaande tabel zijn de mutaties in openstaande invorderingsopdrachten tijdens de periode opgenomen.

88.

Tabel 1. (in miljoen EUR)


89.

8e EOF 9e EOF TOTAAL


Openstaande invorderingsopdrachten per 31.12. 6, 14, 21,

Invorderingsopdrachten afgegeven in 27, 52, 79,

Invorderingsopdrachten afgesloten in -30, -47, -77,

Geïncasseerd -27, -35, -63,

Afzien van invordering (art 73 FR) -1, -1, -2,

Geannuleerd -0, -0, -1,

Verrekening -0, -8, -9,

Herziening 0, -0, -0,

Openstaande invorderingsopdrachten per 31.12. 4, 18, 23,

(1.4) Waardevermindering van vorderingen

Overeenkomstig IPSAS 19 heeft de rekenplichtige een voorziening aangelegd voor waardeverminderingen op vorderingen op grond van twee variabelen:

- de leeftijd van de schuldvordering, waarbij voor elk jaar uitstaande schuld een provisie van 20% van de waarde in euro wordt aangelegd; en tevens,

- de beoordeling van het risico van niet-inning, in samenwerking met de ordonnateur.

90.

Tabel 1. (in miljoen EUR)


Waardevermindering van vorderingen 7e EOF 8e EOF 9e EOF TOTAAL

Saldo op 31.12. 0, 5, 6,

Saldo op 31.12. 2, 1, 1, 4,

Toename (afname) -2, -0, 4, 1,

91.

2. Nettovoorfinanciering


Overeenkomstig de beginselen van de periodetoerekening worden door het EOF betaalde voorschotten nu bij de activa ingedeeld. De cijfers in verband met openstaande voorfinanciering zijn door de ordonnateur verstrekt (zie tabel 2.1). De voorfinanciering is opgenomen zonder de openstaande invorderingsopdrachten in verband met voorschotten en de geraamde bedragen die aan het einde van het jaar nog niet zijn verrekend.

In 2008 is de presentatie van openstaande invorderingsopdrachten gewijzigd. De openstaande bedragen worden thans vermeld bij het onderdeel brutovoorfinanciering.

92.

Tabel (in miljoen EUR)


Nettovoorfinanciering Toelichtingen 8e EOF 9e EOF 10e EOF TOTAAL op 31.12. TOTAAL op 31.12.

Voorfinanciering (bruto) 2. 244, 2 377, 63, 2 685, 2 766,

Voorschotten voor beheer van studiebeurzen 2. 0, 0, 0, 0, 1,

- Geraamde verrekening van voorfinanciering 2. -151, -1 615, -1, -1 768, -1 800,

- Openstaande invorderingsopdrachten (2007) 1. 0, 0, -11,

TOTAAL 93, 761, 62, 917, 955,

(2.1) Voorfinanciering (bruto)

Talrijke contracten voorzien in de betaling van voorschotten vóór de aanvang van werken, de levering van goederen of de verrichting van diensten. Soms wordt in de betalingsregelingen van contracten bepaald dat de betalingen op basis van vooruitgangsrapporten zullen plaatsvinden. Voorfinanciering wordt normaal gesproken in de munteenheid van het land of gebied uitbetaald waar het project wordt uitgevoerd.

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de openstaande voorfinanciering (met uitzondering van programma's voor structurele aanpassing en programma's voor directe begrotingssteun) die aan het einde van het jaar in de rekeningen van de ordonnateur zijn geboekt. Omrekening in EUR is geschied op basis van de officiële wisselkoers van 31 december.

93.

tabel 2. (in miljoen EUR)


Voorfinanciering (bruto) 7e EOF 8e EOF 9e EOF 10e EOF TOTAAL

Totaal op 31.12. 244, 2 377, 63, 2 685,

Totaal op 31.12. 152, 383, 2 230, 2 766,

Toename (afname) -152, -139, 146, 63, -81,

(2.2) Voorschotten voor beheer van studiebeurzen

Dit bedrag stemt overeen met voorschotten die worden betaald aan externe organen voor het beheer van studiebeurzen.

(2.3) Geraamde verrekening van voorfinanciering

Dit bedrag geeft de toegerekende lasten weer die door de ordonnateur zijn berekend en die overeenstemmen met het bedrag van subsidiabele kosten die de begunstigden van openstaande voorfinanciering aan het einde van het jaar hebben gemaakt, doch nog niet hebben gedeclareerd. Deze bedragen worden in de economische resultatenrekening als uitgaven opgenomen en zijn niet als crediteuren opgenomen, doch in plaats daarvan als voorfinanciering.

94.

3. Overige vlottende activa


Dit bedrag omvat alle betalingen/ontvangsten die nog definitief moeten worden toegewezen aan de desbetreffende projecten en economische resultatenrekening.

95.

tabel (in miljoen EUR)


Overige vlottende activa 9e EOF 10e EOF Totaal op 31.12. Totaal op 31.12.

Niet-toegewezen uitgaven -0, -0, 1,

Niet-toegewezen ontvangsten -6, -6, -4,

Gedeeltelijke verrekeningen 0, 0, 0,

TOTAAL -0, -6, -6, -2,

96.

4. Verbindingsrekeningen


Ten behoeve van de doelmatigheid is er slechts één kas voor alle lopende EOF's. Dit leidt tot wederzijdse verrichtingen tussen de verschillende EOF's, die door middel van verbindingsrekeningen tussen de verschillende balansen worden gesaldeerd.

97.

tabel (in miljoen EUR)


Verbindingsrekeningen 8e EOF 9e EOF 10e EOF Totaal op 31.12. Totaal op 31.12.

van/naar 6e EOF -2 065, -213, -2 279, 0,

van/naar 7e EOF 2 279, 2 279, 2 037,

van/naar 8e EOF -3 075, 151, -2 924, -3 301,

van/naar 9e EOF 3 075, -173, 2 902, 1 264,

van/naar 10e EOF -151, 173, 21, 0,

Totaal 859, -837, -21, 0, 0,

98.

5. Stabex-garantierekeningen


Stabex is het acroniem voor het compensatoire financieringsmechanisme van de Europese Commissie om de exportopbrengsten van de ACS-landen te stabiliseren. Het werd voor het eerst ingevoerd in de eerste Overeenkomst van Lomé (1975) en had tot doel de nadelige gevolgen van de onstabiliteit van de exportopbrengsten uit landbouwproducten op te vangen.

Het saldo van de Stabex-garantierekeningen komt overeen met de totale beschikbare Stabex-middelen die op een later tijdstip aan de desbetreffende begunstigde ACS-staten zullen worden overgemaakt. Dit saldo wordt toegewezen aan het 10e EOF.

99.

tabel (in miljoen EUR)


Stabex-garantierekeningen Saldo op 31.12. Overdracht van lopende rekening Stabex Rente Betalingen Saldo op 31.12.

BENIN 0, 0, 0,

BURKINA FASO 0, 0, 0,

BURUNDI 0, 0, 0,

KAMEROEN 0, 0, -0, 0,

COMOREN 0, 0, 0,

DOMINICA 0, 0, 0,

ETHIOPIË 0, 0, 1,

GAMBIA 1, 0, 1,

GRENADA 0, 0, 0,

GUINEE-BISSAU 0, 0, -0, 0,

IVOORKUST 1, 0, 1,

JAMAICA 0, 0, 0,

MADAGASKAR 0, 0, 0,

MALAWI 0, 0, 1,

MAURITANIË 0, 0, 0,

PAPOEA-NIEUW-GUINEA 0, 0, 0,

RWANDA 6, 0, 6,

SENEGAL 10, 0, -10, 0,

SIERRA LEONE 0, 0, -0, 0,

SAINT LUCIA 14, 0, 15,

SALOMONSEILANDEN 0, 0, 0,

SOEDAN 48, 2, -2, 48,

SAINT VINCENT EN DE GRENADINES 4, 0, 4,

TANZANIA 3, 0, -3, 0,

TOGO 0, 8, 0, -8, 0,

TONGA 0, 0, 0,

OEGANDA 0, 0, 0, 0,

ZIMBABWE 3, 0, 3,

TOTAAL STABEX 99, 8, 4, -24, 87,

Naast deze middelen zijn er andere Stabex-middelen waarover de begunstigde ACS-staten beschikken. Zodra de Commissie en het begunstigde ACS-land een overeenkomst hebben bereikt over de aanwending van de Stabex-fondsen, wordt door beide partijen een overdrachtsovereenkomst ondertekend. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 211 van de vierde Overeenkomst van Lomé[8] (herzien) worden de bedragen op een op naam van de ACS-staat geopende rentedragende rekening gestort, waarvoor twee handtekeningen (die van een ambtenaar van de Commissie en die van de begunstigde staat) vereist zijn. De middelen blijven op deze garantierekeningen totdat een protocol waarin de wederzijdse verplichtingen worden vastgelegd, een overdracht voor een project rechtvaardigt. De ambtenaar van de Commissie behoudt de ondertekeningsbevoegdheid over de rekening om erop toe te zien dat de middelen worden uitgekeerd zoals gepland. De middelen op de rekeningen waarvoor twee handtekeningen vereist zijn, zijn eigendom van de ACS-staat en worden dus niet als activa in de jaarrekening van het EOF opgenomen. De overdrachten naar deze rekeningen worden als Stabex-betalingen geboekt. Bijzonderheden over deze rekeningen zijn opgenomen in het jaarverslag over het financieel beheer van het EOF i.

In 2008 werd overeenkomstig de instructies van de ordonnateur een bedrag van 8,47 miljoen EUR ter beschikking gesteld van Togo door middel van een overdracht van de lopende rekening Stabex naar een garantierekening waarvoor twee handtekeningen vereist zijn (zie toelichting 7.4).

100.

6. Speciaal fonds voor de Democratische Republiek Congo


Dit saldo komt overeen met de voor de Democratische Republiek Congo beschikbare middelen overeenkomstig de bepalingen van Beschikking 2003/583/EG van de Raad i.

101.

tabel (in miljoen EUR)


10e EOF Saldo op 31.12. Saldo op 31.12.

Speciaal fonds voor de Democratische Republiek Congo 1, 1, 3,

TOTAAL 1, 1, 3,

102.

7. Banksaldi


Overeenkomstig artikel 153 van het Financieel Reglement van het 10e EOF is de kas opgenomen in de balans van het 10e EOF.

103.

tabel (in miljoen EUR)


Banksaldi Toelichtingen 10e EOF Saldo op 31.12. Saldo op 31.12.

Rekeningen bij de schatkist 7. 133, 133, 208,

Plaatselijke betalingsgemachtigden 7. 20, 20, 54,

Europese betalingsgemachtigden 7. 31, 31, 13,

Lopende rekening Stabex 7. 0, 0, 8,

Geld in omloop 0, 0, 0,

TOTAAL 185, 185, 285,

(7.1) Rekeningen bij de schatkist

Dit zijn de rekeningen bij de centrale banken van de lidstaten waarop de EOF-bijdragen worden gestort. De rekenplichtige schrijft bedragen van deze rekeningen over naar de Europese betalingsgemachtigden.

(7.2) Plaatselijke betalingsgemachtigden

Dit zijn de tegoeden op bankrekeningen in de ACS-staten en de LGO die worden gebruikt voor betalingen in de lokale munteenheid binnen de begunstigde staat. De rekeningen luiden doorgaans in euro, maar kunnen ook luiden in een munteenheid van een lidstaat van de Gemeenschap.

(7.3) Europese betalingsgemachtigden

Dit is het geheel van de rekeningen bij in de lidstaten gevestigde handelsbanken (EU-15) en bij de EIB. De rekeningen luiden in euro en worden gebruikt voor betalingen aan begunstigden in de Unie en elders. De betalingen geschieden doorgaans in euro, maar kunnen ook in een andere munteenheid worden verricht. Deze middelen worden ook aangewend om de tegoeden van de plaatselijke betalingsgemachtigden en de verbindingsrekening met de algemene begroting van de EU aan te vullen.

(7.4) Lopende rekening Stabex

Overeenkomstig de instructies van de ordonnateur werd het saldo 2007 in 2008 ter beschikking van Togo gesteld door middel van een overdracht naar een garantierekening waarvoor twee handtekeningen vereist zijn.

104.

8. Bankrekeningen cofinanciering


Op deze rekeningen staan de resterende middelen die verband houden met de vroegere cofinancieringovereenkomsten. Deze rekeningen zijn voor de eerste maal in de jaarrekeningen opgenomen. Deze middelen zijn eigendom van de desbetreffende lidstaten en bijgevolg wordt een overeenkomstig bedrag als te betalen post geboekt (zie toelichting 9.3). Derhalve heeft dit geen effect op de nettoactiva. Het overeenkomstige cofinancieringsbedrag per 31 december 2007 bedroeg 30,91 miljoen EUR.

De nieuwe 10e EOF Deense cofinanciering (zie toelichting 10) zal gebruik maken van de standaard EOF kasstructuur, zonder toegewezen bankrekeningen.

105.

tabel (in miljoen EUR)


9e EOF 10e EOF Saldo op 31.12. Saldo op 31.12.

Bankrekeningen cofinanciering 12, 2, 15, 0,

TOTAAL 12, 2, 15, 0,

106.

9. Crediteuren


tabel (in miljoen EUR)

Crediteuren Toelichtingen 8e EOF 9e EOF 10e EOF Totaal op 31.12. Totaal op 31.12.

Uitgestelde baten 9. 233, 233, 211,

Verbindingsrekening met de algemene begroting van de EU - SWIFT 9. -1, -1, 8,

Aan de lidstaten verschuldigde bedragen - cofinanciering 9. 12, 2, 15, 0,

Toegerekende uitgaven 94, 361, 0, 455, 483,

Te bevestigen subsidiabiliteit en niet-afgewikkelde betalingen 9. 28, 81, 0, 110, 197,

Te ontvangen facturen 9. 216, 1 895, 1, 2 113, 2 087,

- Geraamde verrekening van voorfinanciering 2. -151, -1 615, -1, -1 768, -1 800,

TOTAAL 94, 374, 233, 702, 703,

(9.1) Uitgestelde baten

tabel 9. (in miljoen EUR)

Van tevoren ontvangen bijdragen Saldo op 31.12. Saldo op 31.12.

Ierland 2, 1,

Verenigd Koninkrijk 222, 208,

Finland 8, 2,

TOTAAL 233, 211,

(9.2) Verbindingsrekening met de algemene begroting van de EU - SWIFT

Vanaf het begrotingsjaar 2005 worden betalingen aan begunstigden in de Unie via SWIFT verricht door de algemene begroting van de Europese Unie. Te dien einde is een lopende rekening geopend. Deze rekening wordt in het kasstroomoverzicht als kasequivalent opgenomen. Deze rekening wordt vanaf 2009 afgesloten. De EOF-betalingen zullen dan rechtstreeks door middel van EOF-SWIFT worden uitgevoerd.

(9.3) Aan de lidstaten verschuldigde bedragen uit cofinanciering

De Italiaanse cofinanciering wordt nog steeds voortgezet in het kader van de 9e EOF. De bankrekeningen in het 10e EOF hebben betrekking op eerdere cofinanciering. Na instructies van de ordonnateur zullen deze middelen aan de desbetreffende lidstaten worden teruggestort. Zie ook toelichting 8. Deze rekeningen zijn voor de eerste maal in de jaarrekeningen opgenomen; het overeenkomstige cofinancieringsbedrag per 31 december 2007 bedroeg 30,91 miljoen EUR.

107.

Toegerekende uitgaven


De boekhoudkundige informatie afkomstig van het huidige boekhoudprogramma (OLAS) is aangepast om cijfers te verstrekken die met de beginselen van de periodetoerekening in overeenstemming zijn. De ordonnateur heeft aanvullende informatie verstrekt. Te bevestigen subsidiabiliteit en een raming van de te ontvangen facturen op basis van de voortgang van projecten, vallen onder de toegerekende uitgaven.

In 2007 is de methode voor de bepaling van de toegerekende uitgaven verfijnd teneinde in de analyse met het soort contract rekening te houden.

(9.4) Te bevestigen subsidiabiliteit en niet-afgewikkelde betalingen

Dit zijn facturen die voor het einde van het begrotingsjaar 2008 zijn ontvangen doch die bij de afsluiting van het jaar nog niet waren geanalyseerd of waarvoor nog geen betaling was goedgekeurd. In onderstaande tabel zijn de in de rekeningen van de ordonnateur opgenomen bedragen weergegeven.

108.

tabel 9. (in miljoen EUR)


Te bevestigen subsidiabiliteit en niet-afgewikkelde betalingen 7e EOF 8e EOF 9e EOF 10e EOF TOTAAL

Totaal op 31.12. 28, 81, 0, 110,

Totaal op 31.12. 7, 45, 143, 197,

Toename (afname) -7, -17, -61, 0, -86,

(9.5) Te ontvangen facturen

In deze cijfers zijn uitgaven opgenomen die reeds zijn gedaan, maar nog niet zijn gefactureerd. In de onderstaande tabel zijn de door de ordonnateur geraamde bedragen weergegeven.

Begin 2009 heeft de Commissie een diepgaande analyse uitgevoerd van de methode en de verschillende hypotheses waarop de raming is gebaseerd, met behulp van een onafhankelijk accountantskantoor. Op basis van de aanbevelingen wordt een herziene versie van de methodologie momenteel beoordeeld voor een mogelijke opname in de jaarrekeningen 2009.

109.

tabel 9. (in miljoen EUR)


Te ontvangen facturen 7e EOF 8e EOF 9e EOF 10e EOF TOTAAL

Totaal op 31.12. 216, 1 895, 1, 2 113,

Totaal op 31.12. 83, 331, 1 672, 2 087,

Toename (afname) -83, -115, 223, 1, 26,

110.

Middelen en reserves


111.

10. Afgeroepen middelen van het fonds


tabel (in miljoen EUR)

Kapitaal 7e EOF 8e EOF 9e EOF 10e EOF Totaal EDF

Kapitaal van het fonds (a) 0, 12 840, 11 699, 21 154, 45 693,

Niet-afgeroepen middelen (b) 0, 0, 7 460, 21 154, 28 614,

Afgeroepen middelen van het fonds (a) – (b) 0, 12 840, 4 239, 0, 17 079,

112.

Kapitaal


Kapitaal van het fonds (a) 10 940, 12 840, 11 699, 35 479,

Niet-afgeroepen middelen (b) 0, 0, 10 460, 10 460,

Afgeroepen middelen van het fonds (a) – (b) 10 940, 12 840, 1 239, 0, 25 019,

Het kapitaal van het fonds is het totale bedrag dat van de lidstaten moet worden ontvangen voor het desbetreffende fonds overeenkomstig elk van de Interne Akkoorden i tussen de lidstaten en de begunstigde ACS-staten en LGO.

De aanvankelijke toewijzing voor het 9e EOF, die oorspronkelijk 10 555,15 miljoen EUR bedroeg, is sindsdien verhoogd met 105,00 miljoen EUR in 2004, een bedrag dat door de EIB is vrijgegeven overeenkomstig de bepalingen van Beschikking 2003/583/EG van de Raad. Deze aanvullende toewijzing is ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in de Democratische Republiek Congo ter beschikking gesteld.

In artikel 2.2 van het Intern Akkoord voor het 9de EOF wordt een reserve van 1 miljard EUR vastgelegd, die in de periode 2004-2007 op basis van verschillende besluiten van de Raad is vrijgegeven i. Na het besluit van de ACS-EU-Raad van ministers van 25 mei 2007 i heeft de Commissie besloten aanvullende vrijwillige bijdragen af te roepen ter ondersteuning van de Afrikaanse Vredesfaciliteit in het kader van de intra-ACS-samenwerking, waardoor de middelen van het 9e EOF met 39,17 miljoen EUR zijn gestegen.

Het 10e EOF is op 1 juli 2008 in werking getreden. De middelen van het fonds bedroegen 21 152,00 miljoen EUR, overeenkomstig de bepalingen van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF. Dit bedrag is verhoogd met de Deense cofinanciering i, ten belope van 2,4 miljoen EUR.

Niet-afgeroepen middelen vertegenwoordigen de aanvankelijke toewijzing die nog niet van de lidstaten opeisbaar is.

Afgeroepen middelen van het fonds komen overeen met de door de lidstaten naar de rekeningen bij de schatkist over te maken tranches van de aanvankelijke toewijzingen die werden afgeroepen overeenkomstig de procedure van artikel 16 van het Financieel Reglement van het 10e EOF.

In tabel 10.1 zijn bijzonderheden over de in 2008 afgeroepen en ontvangen bijdragen te vinden.

113.

tabel 10. (in miljoen EUR)


Bijdragen % Afgeroepen bijdragen Ontvangen bijdragen Afgeroepen bijdragen Ontvangen bijdragen Niet-afgeroepen – 9e EOF

Oostenrijk 2, 69, 69, 78, 78, 197,

België 3, 103, 104, 115, 115, 292,

Denemarken 2, 56, 56, 63, 63, 159,

Finland 1, 39, 39, 43, 43, 110,

Frankrijk 24, 641, 651, 719, 719, 1 812,

Duitsland 23, 616, 641, 692, 692, 1 742,

Griekenland 1, 33, 33, 36, 36, 93,

Ierland 0, 16, 18, 18, 18, 46,

Italië 12, 331, 331, 371, 365, 935,

Luxemburg 0, 7, 7, 8, 8, 21,

Nederland 5, 137, 137, 154, 154, 389,

Portugal 0, 25, 25, 29, 29, 72,

Spanje 5, 154, 154, 173, 173, 435,

Zweden 2, 72, 72, 80, 80, 203,

Verenigd Koninkrijk 12, 335, 335, 376, 376, 946,

Estland N.b. 0, N.b.

Tsjechische Republiek N.b. 0, N.b.

EIB N.b. 40, 45, N.b.

TOTAAL 100, 2 640, 2 679, 3 000, 3 000, 7 460,

In 2008 werden bijdragen van Italië ten belope van 5,63 miljoen EUR via de Europese Investeringsbank ontvangen.

114.

11. Overige reserves


Sedert de inwerkingtreding van de Overeenkomst van Cotonou worden alle onbestede middelen van de vorige EOF's na vrijmaking naar het meest recente EOF overgedragen. Door de van andere EOF's overgedragen middelen neemt de toewijzing van het ontvangende fonds toe en die van het overdragende fonds af.

115.

tabel (in miljoen EUR)


Overdrachten tussen EOF's 8e EOF 9e EOF 10e EOF Geconsolideerd Totaal op 31.12.

van/naar 6e EOF 94, 490, 584,

van/naar 7e EOF 532, 1 135, 1 667,

van/naar 8e EOF 2 762, 17, 2 779, 2 779,

van/naar 9e EOF -2 762, 79, -2 682, -2 682,

van/naar 10e EOF -17, -79, -97, -97,

TOTAAL -2 152, 4 307, 97, 0, 2 252,

116.

Toelichtingen bij de economische resultatenrekening


117.

12. Beleidsontvangsten


Vanaf 2008 worden invorderingsopdrachten vereffend door aanrekening op de desbetreffende prefinanciering en opgenomen in de bedrijfsontvangsten op het ogenblik dat zij worden goedgekeurd/opgesteld. Overeenkomstig artikel 60 van het Financieel Reglement van toepassing op het 10e EOF zijn de lidstaten rente verschuldigd in geval van laattijdige betaling van de afgeroepen bijdragen. Deze rentebaten resulteren in een werkelijke toename van de totale middelen van het fonds als bedrijfsontvangsten.

118.

13. Administratie- en financieringskosten


In deze rubriek zijn de door bankrente gefinancierde administratie- en financieringskosten opgenomen die betrekking hebben op de deconcentratie overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1 en 6 van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF.

Na Besluit 2005/599/EG van de Raad van 21 juni 2005 is een aanvullend bedrag van 90 miljoen EUR van de intra-ACS-toewijzing hertoegewezen voor de financiering van deconcentratie. In 2007 beliepen de uitgaven voor personeels- en infrastructuurkosten in deze rubriek 25,60 miljoen EUR en in 2008 0 miljoen EUR.

119.

14. Totaal uitgaven (op kasbasis)


Deze bedragen vertegenwoordigen alle betalingen voor het desbetreffende fonds/de desbetreffende fondsen tijdens het begrotingsjaar 2008 (toerekening op kasbasis), inclusief voorschotten en invorderingsopdrachten. In de door de ordonnateur opgemaakte staten van de financiële uitvoering van het EOF zijn gecumuleerde cijfers opgenomen.

120.

15. Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel


De totale uitgaven zijn aangepast om in overeenstemming te zijn met de internationale boekhoudnorm IPSAS 3. De boekhoudkundige informatie afkomstig van het boekhoudprogramma van het EOF is waar nodig aangepast om cijfers te verstrekken die met de beginselen van de periodetoerekening in overeenstemming zijn. De ordonnateur heeft ook aanvullende informatie verstrekt met betrekking tot lasten- en batenposten.

121.

tabel (in miljoen EUR)


Aanpassingen volgens toerekeningsbeginsel - jaarlijkse toename Toelichtingen 7e EOF 8e EOF 9e EOF 10e EOF Toename 2008, voor het 8e, 9e en 10e EOF

Voorfinanciering 80, 37, -6, -62, -31,

Toegerekende uitgaven -19, -30, 21, 0, -8,

Te bevestigen subsidiabiliteit 9. -7, -17, -61, 0, -79,

Te ontvangen facturen 9. -83, -115, 223, 1, 109,

- Geraamde verrekening van voorfinanciering 2. 72, 102, -140, -1, -39,

Totaal correcties volgens periodetoerekeningsbeginsel 60, 7, 15, -62, -40,

122.

16. Totaal uitgaven (op kasbasis)


Projectuitgaven per EOF zijn aangepast overeenkomstig de relevante internationale boekhoudnormen. Zodra de rekeningen in het nieuwe informaticasysteem (ABAC EOF) zijn opgenomen, zullen de uitgaven voor elk steuninstrument met ingang van het begrotingsjaar 2009 volgens het toerekeningsbeginsel worden voorgesteld.

123.

17. Financiële baten


Financiële baten bestaan hoofdzakelijk uit de rentebaten van rekeningen bij Europese banken en Stabex-rekeningen. Rentebaten komen aan het 10e EOF toe.

124.

tabel (in miljoen EUR)


Rentebaten in Toelichtingen 8e EOF 9e EOF 10e EOF Totaal op 31.12. Totaal op 31.12.

EIB 17. 0, 2, 2, 2,

Europese banken 17. 2, 6, 8, 9,

Invorderingsopdrachten 17. 0, 0, 0,

Stabex 17. 4, -0, -0, 3, 6,

Speciale bijdrage voor de Democratische Republiek Congo 17. 0, 0, 0, 0,

Overdrachten naar het 10e EOF -2, -2, 0,

TOTAAL RENTEBATEN 4, 0, 8, 12, 18,

(17.1) Rentebaten EIB en Europese banken

De rentebaten op de rekeningen bij Europese betalingsgemachtigden kunnen voor de financiering van projecten worden aangewend overeenkomstig de artikelen 1 en 6 van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF. Deze rentebaten resulteren in een werkelijke toename van de totale middelen van het fonds.

(17.2) Rente op laattijdige betaling van invorderingsopdrachten

Dit is rente die verschuldigd is voor de laattijdige betaling van invorderingsopdrachten. Dergelijke middelen kunnen voor de financiering van projecten worden aangewend overeenkomstig de artikelen 1 en 6 van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF. Deze rentebaten resulteren in een werkelijke toename van de totale middelen van het fonds.

(17.3) Rentebaten van de Stabex-garantierekeningen en de speciale rekening voor de Democratische Republiek Congo

Dit bedrag vertegenwoordigt de gecumuleerde baten van de Stabex-garantierekeningen en de speciale rekening voor de Democratische Republiek Congo. Deze rentebaten lijken te resulteren in een toename van de totale middelen van het fonds, doch er mag niet uit het oog worden verloren dat alle baten van deze rekeningen bestemd zijn voor het specifieke doel en de desbetreffende begunstigde staat (zie toelichting 5).

125.

Vermeldingen buiten de balans om


Zekerheidstelling

Er worden zekerheidstellingen aangehouden ter garantie van voorfinancieringen. Deze zekerheidstellingen worden vrijgegeven wanneer de laatste kostendeclaratie voor een project is betaald. Overeenkomstig het voorzichtigheidsbeginsel en de bepalingen van IPSAS 19 worden voorwaardelijke activa niet in de financiële staten opgenomen. Ten behoeve van de transparantie worden zij hier bekendgemaakt in het kader van een toelichting. Voor dit soort zekerheidstellingen moeten twee waarden worden bekendgemaakt: de 'nominale' en de 'lopende' waarde. Voor de 'nominale' waarde is de gebeurtenis die de zekerheidstelling doet ontstaan, het eigenlijke bestaan van de zekerheidstelling. De nominale waarde wordt als voorwaardelijk activum bekendgemaakt. Voor de 'lopende waarde' is de gebeurtenis die de garantie doet ontstaan de betaling van de voorfinanciering en/of latere vereffeningen.

Op 31 december 2008 bedraagt de 'nominale' waarde van in verband met voorfinancieringen ontvangen zekerheidstellingen 699,57 miljoen EUR (zie tabel hieronder) en de 'lopende' waarde 410,25 miljoen EUR.

126.

tabel (in miljoen EUR)


Zekerheidstelling Voorfinancieringen Ingehouden zekerheidstellingen Bij voltooiing TOTAAL op 31.12. TOTAAL op 31.12.

7e EOF 105,

8e EOF 93, 18, 46, 159, 259,

9e EOF 605, 167, 243, 1 016, 639,

127.

10e EOF


TOTAAL 699, 186, 290, 1 175, 1 004,

128.

STATEN VAN DE FINANCIËLE UITVOERING


Toelichting

Eerdere EOF's

Bij Besluit nr. 1/2000 van de ACS-EG-Raad van 27 juli 2000 betreffende overgangsmaatregelen is bepaald dat een deel van de niet-toegewezen middelen van de eerdere EOF's wordt aangewend overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Overeenkomst van Cotonou, die op grond van de overgangsmaatregelen vervroegd van toepassing zijn.

Bij Besluit nr. 410/2001 van de Commissie van 16 maart 2001, dat strekt tot vaststelling van de toewijzingen aan de indicatieve programma’s voor de ACS-landen uit hoofde van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, is bepaald dat de niet-toegewezen middelen van de eerdere EOF’s voor een maximumbedrag van 1 200 miljoen EUR worden aangewend voor de tenuitvoerlegging overeenkomstig de regels en procedures van de respectieve EOF's, dit tot de inwerkingtreding van het financieel protocol van het 9e EOF.

Bij Besluit nr. 1033/2001 van de Commissie van 15 juni 2001 werden de middelen voor de regionale programma’s en de intra-ACS-samenwerking in het kader van het financieel protocol bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst toegewezen.

Bij Besluit nr. 1252/2002 van de Commissie van 11 juli 2002 werd enerzijds het budget voor de intra-ACS-samenwerking met 60 miljoen EUR verhoogd met middelen uit de algemene reserve van het 6e en het 7e EOF en anderzijds voorzien in de aanwending van deze extra middelen tot de inwerkingtreding van het financieel protocol van het 9e EOF overeenkomstig de toepasselijke regels en procedures van het fonds van oorsprong.

Tot slot werd bij Besluit nr. 3/2002 van de ACS-EG-Raad van 23 december 2002 een bedrag van 25 miljoen euro, afkomstig van de niet-toegewezen middelen van het 8e EOF (algemene reserve), voor regionale samenwerking krachtens de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst bestemd.

Met het oog op een transparante presentatie van de rekeningen van het jaar 2008 werd in de navolgende tabellen, net zoals vorig jaar, voor elk EOF (7e en 8e) apart aangegeven welke middelen werden aangewend volgens de programmering van de Overeenkomsten van Lomé en welke middelen werden aangewend volgens de programmering van de Overeenkomst van Cotonou. In laatstgenoemd geval werden de rekeningen, wat de landen betreft, opgesteld en ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 2, van bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst. Dit artikel voorziet voor de ACS-landen in middelen voor macro-economische steunmaatregelen en steun aan programma’s en projecten (toewijzing A) en in middelen voor onvoorziene behoeften zoals noodhulp, initiatieven voor schuldverlichting en steun ter vermindering van de gevolgen van instabiliteit van de exportopbrengsten (toewijzing B) i. Wat de regio’s betreft, werd de presentatie gebaseerd op de regionale programmering overeenkomstig hoofdstuk 2 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst (regionale indicatieve programma’s en intra-ACS-samenwerking).

Overeenkomstig punt 4 van bijlage I ter (het financiële meerjarenkader voor de periode 2008-2013) bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst werden de resterende saldi en de uit hoofde van die fondsen tussen 31 december 2007 en de inwerkingtreding van het 10e EOF vrijgemaakte bedragen overgedragen naar het 9e EOF om ervoor te zorgen dat de EU-administratie kon blijven werken en om de lopende kosten te dekken voor de instandhouding van lopende projecten tot de inwerkingtreding van het 10e EOF.

Sedert de inwerkingtreding van het 10e EOF op 1 juli 2008 zijn de resterende saldi en de uit hoofde van die fondsen vrijgemaakte bedragen overgedragen naar de prestatiereserve voor het 10e EOF. Op die reserve kan alleen een beroep worden gedaan overeenkomstig de voorwaarden van artikel 1, lid 4, van het Intern Akkoord van toepassing op het 10e EOF.

Aangezien het 6e EOF in 2006 is afgesloten, bevatten de jaarrekeningen niet langer uitvoeringstabellen voor dit EOF. De uitvoering van de overgedragen saldi valt daarentegen in het 9e EOF te vinden.

129.

7e EOF


Gezien de vooruitgang van het 7e EOF heeft de Commissie besloten dit fonds op 31 augustus 2008 te sluiten (Besluit PE/2008/4803 van 29/8/2008).

Alle vastgelegde bedragen, bedragen waarvoor een overeenkomst is gesloten en betaalde bedragen die verband houden met nog openstaande overeenkomsten werden op deze datum overgedragen (en niet alleen de resterende saldo zoals het geval was bij het 6de EOF). De bedragen die bij de sluiting van het 7e EOF werden overgedragen, waren dus veel hoger dan die welke bij de sluiting van het 6e EOF werden overgedragen.

De overdrachten kunnen als volgt worden opgesplitst:

- 740 980 526,27 EUR voor toewijzingen en globale vastleggingen;

- 690 996 406,08 EUR voor individuele vastleggingen;

- 563.402.665,70 EUR voor reeds uitgevoerde en overgedragen betalingen.

Het saldo van de openstaande vastleggingen die bij afsluiting naar het 9e EOF zijn overgedragen, bedroeg 177 577 860,57 EUR, bestaande uit een uit te betalen saldo van 127 593 740,38 EUR en een te contracteren saldo van 49 984 120,19 EUR.

Met het oog op de overdracht van het resterende saldo van het 7e EOF stijgt de bijgewerkte toewijzing voor het 9e EOF van 15 907 435 336,39 EUR tot 16 648 415 862,66 EUR (rentebaten niet meegerekend).

Het bedrag van 740 980 526,27 EUR in toewijzingen kan als volgt worden opgesplitst:

- indicatieve programma’s (subsidies) 406 572 791,03 EUR

- Niet-programmeerbare steun (spoedhulp, risicokapitaal, Sysmin, Stabex, saldo EOF 5, managementondersteuning bij structurele aanpassingsfaciliteit (SAF) en het schuldverlichtingsinitiatief voor arme landen met een zware schuldenlast (HIPC-initiatief) 334 407 735,24 EUR

• waarvan alleen Stabex 133 859 893,00 EUR

Globale vastleggingen (projecten) en individuele vastleggingen (overeenkomsten) zijn overgedragen naar het 9e EOF bij een specifieke rubriek waardoor de overgedragen bedragen en hun gebruik getraceerd kunnen worden.

De cijfers voor het 7e EOF zijn opgenomen in de jaarrekeningen 2008 van het 7e EOF voor de periode 1 januari tot 31 augustus 2008 en van het 9e EOF voor de periode 1 september tot 31 december 2008.

130.

10e EOF


De ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, die de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) op 23 juni 2000 in Cotonou hebben ondertekend, is op 1 april 2003 in werking getreden. De overeenkomst van Cotonou is gewijzigd door de overeenkomst die door dezelfde staten op 25 juni 2005 in Luxemburg is ondertekend.

Het besluit betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap (Besluit 2001/822/EG), dat op 27 november 2001 door de Raad van de Europese Unie werd aangenomen, is op 2 december 2001 in werking getreden. Dit besluit is op 19 maart 2007 gewijzigd (Besluit 2007/249/EG).

Het Intern Akkoord inzake de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het financiële meerjarenkader voor de periode 2008-2013, overeenkomstig de herziene overeenkomst van Cotonou, goedgekeurd door de Vertegenwoordigers van de regeringen van de Lidstaten van de Europese Gemeenschap op 17 juli 2006, is op 1 juli 2008 in werking getreden.

In het kader van de Overeenkomst van Cotonou wordt de tweede periode (2008-2013) van steun van de Gemeenschap aan de ACS-Staten en de LGO gefinancierd door het 10e EOF, dat in totaal over een bedrag van 22 682 miljoen EUR aan middelen beschikt, waarvan:

21 966 miljoen EUR wordt toegewezen aan de ACS-Staten overeenkomstig het financiële meerjarenkader in bijlage I ter van de herziene overeenkomst van Cotonou;

286 miljoen EUR wordt toegewezen aan de LGO overeenkomstig Bijlage IIA bis van het herziene besluit van de Raad betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap;

430 miljoen EUR voor de Commissie voor de financiering van de kosten die voortvloeien uit de programmering van de middelen van het 10e EOF, overeenkomstig artikel 6 van het Intern akkoord.

Op de datum van de inwerkingtreding van het 10e EOF werden deze bedragen aangevuld met niet-toegewezen middelen en worden zij momenteel verder aangevuld met vrijgemaakte bedragen uit hoofde van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen (Stabex) in het kader van fondsen voorafgaand aan het 9e EOF. Deze saldi en vrijgemaakte middelen dienen te worden benut en beheerd overeenkomstig de herziene Overeenkomst van Cotonou en het Intern Akkoord.

De toewijzingen van het 10e EOF voor de ACS-staten en regio's kunnen als volgt worden opgesplitst (in EUR):

15 300 miljoen EUR voor de nationale indicatieve programma's, waarvan:

13 500 miljoen EUR voor de toewijzing A;

1 800 miljoen EUR voor de toewijzingen B, waarvan 601 miljoen EUR als aanvankelijke toewijzingen en 1 199 miljoen EUR als reserve voor daaropvolgende toewijzingen;

1 783 miljoen EUR voor de regionale indicatieve programma's;

683 miljoen EUR als reserve voor een daaropvolgende toewijzing aan de nationale en regionale indicatieve programma's naar aanleiding van de tussentijdse en eindevaluaties.

In bijgevoegde tabellen in verband met de vastgelegde bedragen, de bedragen waarvoor een overeenkomst is gesloten en betaalde bedragen zijn enkel nettogegevens opgenomen . Alleen in tabel 2.7 zijn de vastgelegde en vrijgemaakte bedragen en de betaalde en teruggevorderde bedragen afzonderlijk vermeld.

131.

TOEWIJZINGEN OP 31.12.2008


[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

Tabel 1.10

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

132.

GECONSOLIDEERDE REKENINGEN


[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

133.

STAND PER LAND EN PER INSTRUMENT


De tabellen zijn als bijlage opgenomen.

Toelichtingen bij de beheersrekeningen:

- In de tabellen betekent het cijfer '0,00' dat het desbetreffende bedrag tussen - 4 999 EUR en 4 999 EUR ligt.Als geen cijfer is vermeld, is het desbetreffende bedrag gelijk aan nul.Landen met een nulsaldo in alle kolommen zijn niet in de tabellen opgenomen.

- In alle tabellen verwijst de rubriek „Alle landen” naar projecten die verschillende landen bestrijken, doch niet uit hoofde van de regionale samenwerking worden gefinancierd.

- In alle tabellen omvat de rubriek „Adm.- en financieringskosten” met EOF-rente gefinancierde projecten of de toewijzing voor administratieve uitgaven.

134.

7e EOF


De cijfers in de tabellen 3.1.1 tot 3.1.8 zijn de bedragen die betrekking hebben op de overdracht van projecten, overeenkomsten en betalingen bij de afsluiting van het 7e EOF (zie punt 4 "Appendix – Situatie per land en per instrument").

In de eerste kolom van de tabellen 3.1.1 en 3.2.2 is de toewijzing voor 'ACS regionale samenwerking' (1008,04 miljoen EUR) als volgt samengesteld:

Streefdoel commissie regionale samenwerking (alleen acs-staten) 1 125,

135.

Overschrijding streefdoel (5,92)


Overdrachten van niet-toegewezen middelen ter financiering van het bijstandsprogramma voor ACS-landen met het oog op hun integratie in de WTO 67,

Overdracht naar de algemene reserve in 2000 overeenkomstig de overgangsmaatregelen 10,

136.

Overdracht naar de algemene reserve in 2001 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (8,50)


Overdracht naar de algemene reserve in 2002 overeenkomstig de overgangsmaatregelen (2,20)

Overdracht naar het 9e EOF in 2003 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (0,70)

Overdracht naar het 9e EOF in 2004 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (49,10)

Overdracht naar het 9e EOF in 2005 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (8,26)

Overdracht naar het 9e EOF in 2006 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (34,41)

Overdracht naar het 9e EOF in 2007 ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (12,44)

Overdracht naar het 9e EOF vóór de inwerkingtreding van het 10e EOF en naar het 10e EOF na de inwerkingtreding van het 10e EOF (2,32)

Overdracht naar het 9e EOF bij de afsluiting van het 7e EOF (-70,96)

Totaal op 31.12. 1008,

Alle bedragen van de toewijzingen zijn steeds gelijk aan de bedragen van de besluiten, aangezien de niet-vastgelegde bedragen werden overgedragen naar het 9e EOF ingevolge de inwerkingtreding van Cotonou (besluit van de Commissie van 16 april 2003) of naar het 10e EOF na de inwerkingtreding van het 10e EOF (1 juli 2008).

137.

8e EOF


In de tweede kolom van de tabellen 3.2.1 en 3.2.2 is de toewijzing voor 'Regionale samenwerking' (1 358,50 miljoen EUR) als volgt samengesteld:

STREEF

Inhoudsopgave

1.

Doel


COMMISSIE REGIONALE SAMENWERKING (ALLEEN ACS-STATEN) 1 300,

BESLUIT NR. 3/2000 VAN DE RAAD TER VERZEKERING VAN DE CONTINUÏTEIT VAN EEN AANTAL ACTIVITEITEN VOOR DE INWERKINGTREDING VAN HET 9E EOF 306,

BESLUIT NR. 10/2001 VAN DE RAAD VAN 20.12.2001 INZAKE DE AANWENDING VAN NIET-TOEGEWEZEN MIDDELEN VAN HET 8E EOF 180,

138.

OVEREENKOMSTIG DE OVERGANGSMAATREGELEN (68,00)


BESLUIT NR. 3/2002 VAN DE RAAD VAN 23.12.2002 INZAKE DE AANWENDING VAN NIET-TOEGEWEZEN MIDDELEN VAN HET 8E EOF 54,

139.

OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF IN 2003 INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (317,33)


OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF IN 2004 INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (5,01)

OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF IN 2005 INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (31,62)

OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF IN 2006 INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (20,83)

OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF IN 2007 INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (23,81)

OVERDRACHT NAAR HET 9E EOF VÓÓR DE INWERKINGTREDING VAN HET 10E EOF EN NAAR HET 10E EOF NA DE INWERKINGTREDING VAN HET 10E EOF (15,80)

TOTAAL OP 31.12. 1 358,

ALLE BEDRAGEN VAN DE TOEWIJZINGEN ZIJN STEEDS GELIJK AAN DE BEDRAGEN VAN DE BESLUITEN, AANGEZIEN DE NIET-VASTGELEGDE BEDRAGEN WERDEN OVERGEDRAGEN NAAR HET 9E EOF INGEVOLGE DE INWERKINGTREDING VAN COTONOU (BESLUIT VAN DE COMMISSIE VAN 16 APRIL 2003) OF NAAR HET 10E EOF NA DE INWERKINGTREDING VAN HET 10E EOF (1 JULI 2008).

140.

9e EOF


In alle tabellen zijn de gegevens gepresenteerd volgens de gebruikte financiële middelen (toewijzing A, toewijzing B en uitvoeringskosten) en het soort project (macro-economische steun, sectoraal beleid, spoedhulp enzovoort).

De cijfers in de tabellen 3.3.1 tot 3.3.8 zijn de bedragen die betrekking hebben op de overdracht van projecten, overeenkomsten en betalingen bij de afsluiting van het 7e EOF (zie punt 4 "Appendix – Situatie per land en per instrument").

141.

ANDERE BEHEERSINFORMATIE


[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

Tabel 4.2.3.

142.

Cofinanciering door Italië


In 1985 sloot de Europese Commissie met de Italiaanse regering een akkoord voor de cofinanciering van ontwikkelingsprojecten die door de Commissie worden beheerd.

Het akkoord is sindsdien via briefwisseling tussen de Italiaanse regering en de voor ontwikkelingssamenwerking bevoegde commissaris verlengd tot en met 31 december 2004.

Vervolgens heeft de Commissie bij schriftelijke procedure E/1588/2004 een besluit aangenomen betreffende de tenuitvoerlegging van het cofinancieringskaderakkoord. Dit besluit legt het budgettair en reglementair kader vast voor de verbintenissen uit hoofde van het akkoord. Zo bepaalt het besluit van de Commissie dat de cofinanciering door de Commissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement van het EOF en dat dezelfde gedelegeerde en gesubdelegeerde ordonnateurs als voor het EOF gemachtigd zijn om de bijdrage van Italië aan de cofinanciering te beheren. De gedelegeerd ordonnateur is eveneens bevoegd om de passende definitieve termijn voor de tenuitvoerlegging overeenkomstig de geldende regels te bepalen.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, punt 4, van het akkoord van juli 1985 tussen de Europese Commissie en de Italiaanse regering, bevestigd in artikel 3, punt 3, van Besluit nr. E/1588/2004, heeft de Italiaanse regering bij brief van 15 december 2006 de Commissie verzocht om terugbetaling van de saldi van de rekeningen van afgesloten projecten. Deze saldi belopen in totaal 4 708 867,66 EUR. In maart 2008 werd dit bedrag op een aangepaste rekening aan de Italiaanse regering terugbetaald.

Op 31 december 2008 is de situatie van de door de Commissie beheerde Italiaanse middelen voor projecten in de ACS-landen als volgt (in EUR):

In totaal zijn sedert de ondertekening van het bovengenoemde akkoord 52 projecten in ACS-landen door Italië gecofinancierd, waarvan één enkel project, 'Vierde rehabilitatieprogramma Somalië' nog steeds aan de gang is.

143.

Project nr. Land Project Saldo Bijdrage Betalingen Saldo


144.

31/12/ 31/12/


ITA COF Rente cofinanciering 10 540 484, 402 762, 10 943 246, 260 534,

ITA COF Administratieve uitgaven 5 316 733, 0, 4 938 376, 424 390,

ITA COF SOMALIË Rehabilitatie 11 490 132, 0 661 843, 10 828 289,

TOTAAL 28 733 654, 402 762, 16 543 466, 11 513 214,

Op 1 juli 2008 werd het beheer van de rekeningen 'rente cofinanciering', 'administratieve uitgaven' en 'rehabilitatieprogramma Somalië' overgedragen aan de delegatie voor Kenia.

Op deze dag kan de toestand van de rekeningen als volgt worden samengevat:

145.

Project nr. Land Project Saldo


146.

30/06/


ITA COF Rente cofinanciering 9 849 588,

ITA COF Administratieve uitgaven 416 936,

ITA COF SOMALIË Rehabilitatie 10 828 289,

TOTAAL 21 094 813,

Op 30 juni werd een betalingsopdracht opgesteld om rente ten belope van 9 849 588,56 EUR aan de Italiaanse regering terug te betalen. Het saldo voor de rubriek 'rente' was dus gelijk aan nul wanneer het beheer voor de cofinanciering aan de delegatie voor Kenia was overgedragen.

Het Bogamoyo Road project in Tanzania is geblokkeerd in afwachting van een uitspraak in een gerechtelijke procedure. De diensten van de Commissie in Brussel blijven verantwoordelijk voor het beheer van het project. De toestand van de rekening kan als volgt worden samengevat:

Project nr. Land Project Saldo per 31.12.

ITA COF TANZANIA Bogamoyo road 1 386 304,

147.

FINANCIËLE INFORMATIE EIB


INVESTERINGSFACILITEIT: WINST-EN-VERLIESREKENING

Tot en met Tot en met

Toelichtingen 31.12. 31.12.

148.

Rente en soortgelijke baten 61 46


Rentelasten en soortgelijke lasten - -1

Nettorentebaten en soortgelijke baten 61 45

Baten uit honoraria en provisies 2 1

Nettobaten van honoraria en provisies 2 1

Nettoresultaat van financiële transacties -19 -8

Waardevermindering voor kredietverlies -52 -2

Speciale bijdrage van de lidstaten voor algemene administratiekosten 17 32

Algemene beheerskosten -35 -32

Winst/verlies voor het jaar -26 35

INVESTERINGSFACILITEIT: BALANS

Toelichtingen

ACTIVA

Geldmiddelen en kasequivalenten 293 184

Afgeleide financiële instrumenten 8 25

Leningen en vorderingen 647 572

Waarvan toegerekende rentebaten en te ontvangen inkomsten 11 11

Financiële investeringen – voor verkoop beschikbaar

Belegging in aandelen – voor verkoop beschikbaar 129 109

149.

Door contribuanten te storten bedragen 65 181


Andere vermogensbestanddelen 3

Totaal activa 1 144 1 077

PASSIVA EN EIGEN VERMOGEN

PASSIVA

Afgeleide financiële instrumenten 15

Uitgestelde baten 20 18

Aan derden verschuldigde bedragen 193 131

Overige passiva 4

Totaal passiva 233 150

EIGEN VERMOGEN

Afgeroepen faciliteitsbijdrage van de lidstaten 845 830

Ingehouden winsten 50 77

Reëlewaardereserve 15 19

Totaal eigen vermogen 910 926

Totaal passiva en eigen vermogen 1 144 1 077

INVESTERINGSFACILITEIT: KASSTROOMOVERZICHT



KASSTROMEN VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN

Winst/verlies voor het begrotingsjaar -26 35

Aanpassingen

Waardevermindering op voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen 1

Waardevermindering op leningen 52 2

Gekapitaliseerde rente -12 -6

Stijging uitgestelde baten 4

Winst op bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in bedrijfsactiva en -passiva 16 36

Netto-uitkering leningen -176 -286

Terugbetalingen 73 34

Wijziging reële waarde derivaten 31 -15

Toename verkoop beschikbare beleggingen in aandelen -41 -43

Opbrengsten van voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen 15 8

Toename/afname overige activa 3 -2

Toename/afname van de overige posten van de passiva 3 -

Nettokasstromen van bedrijfsactiviteiten -74 -269

2.

Financiering


SACTIVITEITEN

150.

Betalingen van de lidstaten aan de faciliteit 15 315


Toenamen/afname door contribuanten te storten bedragen 115 -77

Netto-stijging/daling bedrag betaalbaar van rentesubsidies 59 -3

Toename/daling aan derden verschuldigde bedragen 2 -

Nettokasstromen van/(gebruikt in) financieringsactiviteiten 192 233

Nettotoename van geldmiddelen en kasequivalenten 118 -35

Geldmiddelen en kasequivalenten begin begrotingsjaar 184 190

Effect van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten -9 29

Geldmiddelen en kasequivalenten einde begrotingsjaar 293 184

INVESTERINGSFACILITEIT: MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN

Geplaatst kapitaal Ingehouden winsten Overige reserves Totaal eigen vermogen

Op 1 januari 830 77 19 926

Nettowijzigingen in beleggingen in aandelen – voor verkoop beschikbaar - - -4 -4

151.

Tijdens het jaar afgeroepen faciliteitsbijdrage van de lidstaten 15 - - 15


Verlies voor het jaar - -26 - -26

Wijzigingen in de middelen van de contribuanten 15 -26 -4 -15

Op 31 december 845 50 15 910

Op 1 januari 515 41 9 566

Nettowijzigingen in beleggingen in aandelen – voor verkoop beschikbaar - - 9 9

152.

Tijdens het jaar afgeroepen faciliteitsbijdrage van de lidstaten 315 - - 315


Resultaat van het jaar - 35 - 35

Wijzigingen in de middelen van de contribuanten 315 35 9 360

Op 31 december 830 77 19 926

TOELICHTINGEN BIJ DE FINANCIËLE STATEN VAN DE INVESTERINGSFACILITEIT

153.

18. Algemene informatie


De Investeringsfaciliteit (de 'faciliteit') werd opgericht in het kader van de Overeenkomst van Cotonou (de 'overeenkomst') betreffende steun voor samenwerking en ontwikkeling, die door de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan ("ACS-landen") en de Europese Unie en haar lidstaten op 23 juni 2000 werd gesloten en op 25 juni 2005 werd herzien.

De in het kader van de Overeenkomst vastgelegde financiering is afkomstig uit de begrotingen van de EU-lidstaten en wordt uitbetaald overeenkomstig financiële protocollen die voor opeenvolgende periodes van vijf tot zes jaar worden vastgelegd. Binnen het kader van de Overeenkomst en na de inwerkingtreding van een tweede financieel protocol op 1 juli 2008 (met betrekking op de periode 2008-2013), het 10e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) genoemd, is de Europese Investeringsbank, hierna de 'EIB' genoemd, belast met het beheer van:

- de ACS-Investeringsfaciliteit (IF), een risicodragend roterend fonds ten belope van 3 137 miljoen EUR dat ertoe strekt de investeringen in de particuliere sector in de ACS-landen te bevorderen;

- subsidies voor de financiering van rentesubsidies ten belope 400 miljoen EUR, waarvan maximaal 40 miljoen EUR kan worden gebruikt voor de financiering van projectgerelateerde technische bijstand. Met het oog op de uitfasering van het EU-ACS-suikerprotocol kan maximaal 100 miljoen EUR worden vrijgemaakt als bijstand aan suikerproducenten in ACS-landen in het aanpassingsproces aan de veranderende mondiale marktomstandigheden.

- Belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging

Grondslag voor de voorbereiding

Overeenkomstig de beheersovereenkomst van de faciliteit, worden de financiële staten van de faciliteit opgemaakt in overeenstemming met de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS) of, indien nodig, de International Financial Reporting Standards (IFRS). De financiële staten van de faciliteit zijn voorbereid op basis van de volgende belangrijkste beginselen voor financiële verslaglegging.

154.

Belangrijke beoordelingen en ramingen


Bij het opmaken van de financiële staten moet een beroep worden gedaan op bepaalde essentiële ramingen. Bij het toepassen van de grondslagen voor financiële verslaglegging van de faciliteit moet het management ook beoordelingen maken. Indien er sprake is van een hogere mate van beoordeling of complexiteit of indien veronderstellingen en ramingen voor de financiële staten van belang zijn, wordt dit bekendgemaakt.

Onder meer in volgende gevallen werd een beroep gedaan op beoordelingen en ramingen:

155.

Reële waarde van financiële instrumenten


Wanneer de reële waarde van financiële activa en financiële passiva in de balans niet uit actieve markten kan worden afgeleid, wordt de waarde bepaald met gebruikmaking van uiteenlopende waarderingstechnieken, waaronder mathematische modellen. De input voor deze modellen wordt waar mogelijk uit waarneembare markten gehaald. Is dit niet mogelijk, dan is er een zekere mate van beoordeling vereist voor de vaststelling van de reële waarde. Onder meer de liquiditeit en — voor de modellen — inputgegevens als correlatie en volatiliteit van langdurige derivaten worden daarbij beoordeeld.

156.

Waardevermindering op leningen en vorderingen


Op elke verslagleggingsdatum neemt de faciliteit haar probleemleningen en –vorderingen onder de loep teneinde te beoordelen of er in de winst-en-verliesrekening een voorziening voor waardevermindering moet worden opgevoerd. Om het niveau van de voorziening te bepalen, is een beoordeling van het management vereist voor de raming van het bedrag en het tijdschema van toekomstige kasstromen. Dergelijke ramingen zijn gebaseerd op veronderstellingen over een aantal factoren en de werkelijke resultaten kunnen afwijken, met toekomstige wijzigingen van de voorziening tot gevolg. Naast specifieke voorzieningen voor afzonderlijke belangrijke leningen en vorderingen voert de faciliteit ook een collectieve voorziening voor waardevermindering op voor risicoposities die afzonderlijk genomen weliswaar geen specifieke voorziening vereisen, doch waarvoor de kans op niet-nakoming veel groter is geworden dan op de datum van toekenning. Deze collectieve voorziening is gebaseerd op alle verslechteringen van de interne rating van de lening of investering sedert de datum van toekenning of verwerving. Deze interne ratings houden rekening met factoren als verslechtering van het landenrisico of de industrie en technologische veroudering, en met vastgestelde structurele zwakheden of verslechtering van de kasstromen.

In beginsel wordt ervan uitgegaan dat een lening niet wordt nagekomen wanneer de betaling van de rente en hoofdsom een achterstand van 90 dagen of meer heeft opgelopen en tegelijkertijd het management van oordeel is dat een terugbetaling ondenkbaar is.

157.

Waardering van voor verkoop beschikbare beleggingen in niet-beursgenoteerde aandelen


Bij de waardering van beleggingen in niet-beursgenoteerde aandelen wordt normaal gesproken met een van volgende gegevens rekening gehouden:

- recente zakelijke en objectieve markttransacties tussen onafhankelijke partijen;

- actuele reële waarde van andere instrumenten die in wezen hetzelfde zijn;

- de verwachte kasstromen die verdisconteerd zijn met behulp van actuele rentevoeten die gelden voor instrumenten met soortgelijke voorwaarden en risicokenmerken; of

- andere waarderingsmodellen.

De bepaling van de kasstromen en discontofactoren voor voor verkoop beschikbare beleggingen in niet-beursgenoteerde aandelen berust in grote mate op ramingen. De faciliteit stemt de waarderingstechnieken op gezette tijden op elkaar af en toetst hun geldigheid hetzij aan de prijzen van waarneembare actuele markttransacties in hetzelfde instrument, hetzij aan andere voorhanden zijnde waarneembare marktgegevens.

158.

Waardevermindering van voor verkoop beschikbare financiële investeringen


In het kader van de faciliteit worden voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen als in waarde verminderd beschouwd wanneer hun reële waarde aanzienlijk of langdurig beneden kosten is gedaald of wanneer er andere objectieve aanwijzingen van waardevermindering voorhanden zijn. Om te bepalen of een daling aanzienlijk of langdurig is, is een beoordeling vereist.

159.

Wijziging van de grondslagen voor financiële verslaglegging


De grondslagen voor financiële verslaglegging zijn dezelfde als in de vorige begrotingsjaren.

160.

Overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging


In de balans zijn de activa en passiva opgenomen in dalende volgorde van liquiditeit en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen vlottende en niet-vlottende posten.

161.

19. Omrekening vreemde valuta


Voor de presentatie van haar financiële staten gebruikt de faciliteit de euro (EUR), die ook de functionele en rapportagemunteenheid is.

De transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de transactie.

Financiële activa en passiva die in andere valuta dan de euro zijn uitgedrukt, worden in euro omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de balans. De winst of het verlies uit die omrekening wordt in de winst-en-verliesrekening opgevoerd.

Niet-monetaire posten die worden geboekt tegen in een vreemde munteenheid uitgedrukte historische kosten, worden omgerekend tegen de wisselkoers van de datum van de transactie. Niet-monetaire posten die worden geboekt tegen de in een vreemde munteenheid uitgedrukte reële waarde, worden omgerekend tegen de wisselkoers van de datum waarop de reële waarde werd bepaald.

Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de vereffening van transacties tegen een andere koers dan die van de datum van de transactie, en niet-gerealiseerde wisselkoersverschillen op in vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en passiva die niet zijn vereffend, worden in de winst-en-verliesrekening opgevoerd.

De elementen van de winst-en-verliesrekening worden maandelijks in euro omgerekend tegen de aan het einde van de maand geldende wisselkoers.

162.

20. Geldmiddelen en kasequivalenten


In het kader van de faciliteit worden lopende rekeningen of kortetermijndeposito's met oorspronkelijke looptijden van drie maanden of minder als kasequivalenten beschouwd.

163.

21. Andere financiële activa dan derivaten


Financiële activa worden geboekt op basis van de valutadatum.

- Leningen

Door de faciliteit verstrekte leningen worden bij de activa van de faciliteit opgenomen wanneer de geldmiddelen aan de leningnemer zijn uitgekeerd. Door de faciliteit verstrekte leningen worden in eerste instantie tegen kosten (netto uitgekeerde bedragen) opgenomen, dat wil zeggen de reële waarde van de geldmiddelen waarmee de lening tot stand is gekomen inclusief transactiekosten, en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd, waarbij de methode van het effectieve rendement wordt gehanteerd, minus een voorziening voor waardevermindering of oninbaarheid.

- Voor verkoop beschikbare financiële investeringen

Voor verkoop beschikbare financiële investeringen zijn investeringen die als zodanig zijn aangewezen of die niet in een van de volgende categorieën kunnen worden ingedeeld: tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening geboekte waarden, tot aan het einde van de looptijd gehouden waarden of leningen en vorderingen. Het gaat om beleggingen in aandelen, investeringen in risicokapitaalfondsen en andere schuldinstrumenten.

Na aanvankelijke waardering worden voor verkoop beschikbare financiële investeringen vervolgens tegen reële waarde geboekt. In verband met de waardering van de reële waarde van beleggingen in aandelen die niet uit actieve markten kan worden afgeleid, gelden de volgende regels.

164.

22. Risicokapitaalfondsen


De reële waarde van elk risicokapitaalfonds wordt gebaseerd op de door het fonds gerapporteerde intrinsieke waarde, voor zover deze waarde volgens internationale waarderingsregels is berekend. De faciliteit mag evenwel overgaan tot een aanpassing van de door het fonds gerapporteerde intrinsieke waarde indien er factoren zijn die de waardering kunnen beïnvloeden.

Indien er geen internationaal erkende waarderingsnorm werd toegepast, wordt de waardering verricht op basis van de onderliggende portefeuille.

165.

23. Directe aandeleninvesteringen


De reële waarde van de belegging wordt gebaseerd op de meest recente beschikbare financiële staten, waarbij — indien van toepassing — opnieuw hetzelfde model wordt gebruikt als het model dat bij de verwerving van de deelneming werd gebruikt.

Niet-gerealiseerde winsten of verliezen op beleggingen in aandelen worden in het eigen vermogen verwerkt tot de verkoop, de inning of de afstoting van de belegging of totdat is vastgesteld dat de belegging een waardevermindering heeft ondergaan. Indien vastgesteld wordt dat een voor verkoop beschikbare belegging in waarde is verminderd, worden de gecumuleerde niet-gerealiseerde winsten of verliezen die voordien in de rubriek eigen vermogen waren verwerkt, in de winst-en-verliesrekening opgenomen.

Voor beleggingen in niet-beursgenoteerde aandelen wordt de reële waarde bepaald aan de hand van erkende waarderingstechnieken. Deze beleggingen worden tegen kosten verwerkt wanneer de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan worden gemeten.

- Zekerheidstelling

Financiële garanties worden in eerste instantie tegen reële waarde in de balans onder de post „Overige passiva” opgenomen. Na de aanvankelijke opname worden de verplichtingen van de faciliteit uit hoofde van elke garantie geherwaardeerd tegen het hoogste van de volgende bedragen: de geamortiseerde premie en de best mogelijke raming van de middelen die nodig zijn om te voldoen aan de financiële verplichtingen die uit de garantie voortvloeien.

Elke toename van de verplichtingen uit hoofde van financiële garanties wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post 'Waardevermindering voor kredietverlies'. De ontvangen premie wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen onder de post „Nettobaten van honoraria en provisies”, waarbij de methode van de effectieve rentevoet over de levensduur van de garantie wordt toegepast.

166.

24. Waardevermindering van niet-financiële activa


De faciliteit beoordeelt op elke balansdatum of er voldoende objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat financiële activa een waardevermindering hebben ondergaan. Financiële activa of groepen van financiële activa worden geacht een waardevermindering te hebben ondergaan indien, en alleen indien, er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn van een waardevermindering die het gevolg is van één of meer gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de eerste opname van de activa en die een op betrouwbare wijze te ramen effect hebben op de geraamde toekomstige kasstromen van de financiële activa of de groep financiële activa. Aanwijzingen van een waardevermindering kunnen zijn dat de leningnemer of een groep van leningnemers aanzienlijke financiële moeilijkheden ondervindt, in gebreke blijft en rente of hoofdsommen niet betaalt, dat hij waarschijnlijk failliet zal worden verklaard of een andere financiële reorganisatie zal ondergaan, of dat waarneembare gegevens erop wijzen dat er zich een meetbare daling in de geraamde toekomstige kasstromen voordoet, zoals wijzigingen in betalingsachterstallen of in de economische omstandigheden die met niet-nakoming samengaan.

Voor de aan het einde van het begrotingsjaar uitstaande leningen die tegen geamortiseerde kostprijs zijn geboekt, komen waardeverminderingen tot stand wanneer er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat het risico bestaat dat de uitgeleende bedragen geheel of gedeeltelijk niet volgens de oorspronkelijke contractuele voorwaarden of de overeenstemmende waarde zullen kunnen worden geïnd. Indien er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat er zich een waardevermindering heeft voorgedaan, wordt het verlies gewaardeerd overeenkomstig de interne modellen van de EIB om het waarschijnlijke verlies of de inning van de lening te benaderen, waarbij onder andere een beoordeling wordt opgesteld van het verschil tussen de boekwaarde van de leningen en de actuele waarde van de geraamde toekomstige kasstromen van deze leningen. De boekwaarde van het activum wordt verminderd door middel van een voorziening en het bedrag van het verlies wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Rentebaten worden nog steeds toegerekend op de verminderde boekwaarde volgens de effectieve rentevoet van de lening. Leningen worden samen met de daarmee samenhangende voorziening afgeschreven indien er geen realistische vooruitzichten op toekomstige inning bestaan. Indien het bedrag van de geraamde waardevermindering in een volgend jaar toe- of afneemt ingevolge een gebeurtenis die zich na de opname van de waardevermindering voordoet, wordt de eerder geboekte waardevermindering verhoogd of verlaagd door de voorziening aan te passen.

Aangezien de faciliteit voor elke lening een kredietrisicobeoordeling uitvoert, hoeft er geen voorziening voor collectieve waardevermindering te worden opgenomen.

Voor de voor verkoop beschikbare financiële investeringen beoordeelt de faciliteit op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat een investering een waardevermindering heeft ondergaan. Objectieve aanwijzingen kunnen bestaan in een aanzienlijke of langdurige daling van de reële waarde van de investering beneden haar kostprijs. Zijn er aanwijzingen van een waardevermindering voorhanden, dan wordt het gecumuleerde verlies (gewaardeerd als het verschil tussen de kosten van verwerving en de actuele reële waarde, minus de waardevermindering op de betrokken investering die reeds eerder in de winst-en-verliesrekening was opgenomen) uit het eigen vermogen gehaald en in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Waardeverminderingen op voor verkoop financiële investeringen worden niet via de winst-en-verliesrekening teruggenomen. Toenames van hun reële waarde na waardevermindering worden direct in het eigen vermogen opgenomen.

Voor tot aan het einde van de looptijd aangehouden investeringen, beoordeelt de faciliteit per geval of er objectieve aanwijzingen voor waardevermindering voorhanden zijn. Indien er objectieve aanwijzingen voorhanden zijn dat er zich een waardevermindering heeft voorgedaan, wordt het verlies gewaardeerd als het verschil tussen de boekwaarde van het activum en de actuele waarde van de geraamde toekomstige kasstromen. De boekwaarde van het activum wordt verminderd en het bedrag van het verlies wordt in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Indien het bedrag van de geraamde waardevermindering in een volgend jaar afneemt ingevolge een gebeurtenis die zich na de opname van de waardevermindering voordoet, wordt het eerder gedebiteerde bedrag onder „Nettoresultaat van financiële transacties” geboekt.

In het kader van haar risicobeheer gaat de EIB ten minste eenmaal per jaar na of haar financiële activa een waardevermindering hebben ondergaan. De hieruit voortvloeiende aanpassingen leiden onder meer tot het ontbinden van de disagio in de winst-en-verliesrekening tijdens de gehele levensduur van het activum en tot alle aanpassingen die zijn vereist met betrekking tot een herbeoordeling van de aanvankelijke waardevermindering.

167.

25. Afgeleide financiële instrumenten


Derivaten omvatten cross-currency swaps en cross-currency renteswaps. currency forwards en warrants.

De faciliteit mag in de uitoefening van haar normale activiteiten swapovereenkomsten sluiten ter afdekking van specifieke krediettransacties of currency forward contracten sluiten ter afdekking van haar valutaposities, die in andere actief verhandelde valuta dan de euro luiden, om het risico (winst of verlies) van wisselkoersschommelingen af te dekken.

Per 31 december 2008 heeft de faciliteit evenwel geen dekkingstransacties aangegaan. Bijgevolg zijn alle afgeleide financiële instrumenten in de winst-en-verliesrekening tegen reële waarde gewaardeerd. Reële waarden worden hoofdzakelijk bepaald op grond van contante-waardeberekeningen, optiewaarderingsmodellen en prijsnoteringen van derde partijen.

De faciliteit heeft warrants ontvangen als aanvullende vergoedingen in het kader van een krediettransactie.

Derivaten worden tegen reële waarde als activa geboekt wanneer hun reële waarde positief is en als passiva wanneer hun reële waarde negatief is. Wijzigingen in de reële waarde van derivaten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, worden in „Nettoresultaat van financiële transacties” opgenomen.

168.

26. 2.4.6 Bijdragen


Bijdragen van de lidstaten worden in de balans als vorderingen beschouwd met ingang van de datum van het besluit van de Raad waarbij de door de lidstaten te betalen financiële bijdragen aan de faciliteit worden vastgesteld.

169.

27. Rente van leningen


Rente van door de faciliteit verstrekte leningen wordt geboekt in de winst-en-verliesrekening ("Rente en soortgelijke baten") en in de balans ("Leningen en vorderingen") volgens het toerekeningsbeginsel met gebruikmaking van de effectieve rentevoet, die de factor is om de geraamde toekomstige kasstromen of ontvangsten tijdens de verwachte looptijd van de lening exact naar de nettoboekwaarde van de lening te verdisconteren. Zodra de boekwaarde van een lening door een waardevermindering afgenomen is, blijven de rentebaten opgenomen met gebruikmaking van de oorspronkelijke effectieve rentevoet die op de nieuwe boekwaarde wordt toegepast.

170.

28. Rentesubsidies


Het beheer van de rentesubsidies namens de lidstaten is een onderdeel van de activiteiten van de faciliteit.

Het deel van de bijdragen van de lidstaten dat aan de betaling van rentesubsidies wordt toegewezen, wordt niet opgevoerd in het eigen vermogen van de faciliteit, maar wordt ingedeeld als „Aan derden verschuldigd bedrag”.

171.

29. Rentebaten van kasmiddelen


Krachtens de voor de faciliteit geldende voorwaarden en overeenkomstig het Financieel Reglement van toepassing op het 9e EOF worden de middelen die de EIB namens de faciliteit ontvangt, bijgeschreven op een rekening op naam van de Commissie. De rente van deze deposito’s die door de faciliteit bij de EIB worden geplaatst, wordt niet in de boekhouding van de faciliteit opgenomen, aangezien deze direct aan de Europese Commissie moet worden betaald.

Terugbetalingen van hetzij hoofdsom of rente, hetzij provisies op financiële transacties, en rente van deze terugbetalingen worden in de boekhouding van de faciliteit opgenomen.

172.

30. Honoraria, provisies en dividenden


Honoraria die werden ontvangen met betrekking tot over een bepaalde periode verstrekte diensten worden als ontvangsten opgenomen zodra de diensten zijn verstrekt. Provisies worden uitgesteld en als ontvangsten opgenomen met gebruikmaking van de methode van de effectieve rentevoet met betrekking tot periode van de uitkering tot de terugbetaling van de betrokken lening.

Dividenden van voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen worden bij ontvangst opgenomen.

173.

31. Fiscale bepalingen


Het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, gehecht aan het Verdrag van 8 april 1965 tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, bepaalt dat de eigendommen, fondsen en bezittingen van de Europese Gemeenschappen vrijgesteld zijn van alle directe belastingen.

174.

32. Herindeling van cijfers van vorige jaren


Waar nodig werden voor het maken van vergelijkingen bepaalde cijfers van vorige jaren heringedeeld teneinde in overeenstemming te zijn met de wijzigingen die in de presentatie van dit jaar werden aangebracht.

175.

33. Risicobeheer


Kredietrisico

In deze rubriek zijn de financiële gegevens opgenomen over de door de faciliteit gedane investeringen.

176.

34. Risicopositie van de faciliteit per soort leningnemer (x 1 000 EUR)


In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per soort leningnemer weergegeven.



177.

Banken/financiële instellingen 255 190


Projectfinanciering/gestructu-reerde transacties 309 320

Land 74 58

Risicokapitaalfondsen 102 65

Ondernemingen 23 35

Totaal 765 671

178.

35. Risicopositie van de faciliteit per soort investeringsinstrument (x 1 000 EUR)


In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per soort investeringsinstrument weergegeven.



179.

Senior leningen (uitgekeerde financieringen) 513 409


waarvan globale leningen 147 104

Achtergestelde leningen en quasi-aandelenkapitaal 122 151

Eigen vermogen 129 109

Totaal 765 671

180.

36. Risicoconcentraties op basis van de opsplitsing van de risicoposities (x 1 000 EUR)


In de onderstaande tabel wordt de risicopositie van de faciliteit per sector weergegeven.



181.

Globale leningen 147 104


Energie 150 107

Industrie 152 233

Diensten 240 165

Vervoer 9 9

Water, riolering 2 2

Landbouw, visserij, bosbouw 7 8

Agentuurovereenkomsten 54 39

Totaal 765 671

Liquiditeitsrisico en beheer van de financiering

182.

37. Analyse van de financiële passiva per resterende looptijd tot de contractuele vervaldag (x 1 000 EUR)


In de onderstaande tabel worden de activa en passiva van de faciliteit per looptijd ingedeeld op grond van de resterende looptijd tot de contractuele vervaldag.

183.

Financiële passiva Tot 3 maanden 3-12 maanden 1-5 jaar Meer dan 5 jaar Totaal


ACTIVA

Geldmiddelen en kasequivalenten 293 - - - 293

Afgeleide financiële instrumenten - 6 2 8

Leningen en vorderingen 6 5 55 580 647

Financiële investeringen – voor verkoop beschikbaar

Belegging in aandelen – voor verkoop beschikbaar - - - 129 129

184.

Door contribuanten te storten bedragen 65 - - - 65


Andere vermogensbestanddelen - - -

Totaal activa 365 5 61 712 1 144

PASSIVA

Afgeleide financiële instrumenten 1 1 13 15

Uitgestelde baten - - - 20 20

Aan derden verschuldigde bedragen 193 - - - 193

Overige passiva 3 - 4

Totaal passiva 198 1 33 233

Nettoliquiditeitspositie op 31 december 166 4 60 678 910

Nettoliquiditeitspositie op 31 december 245 3 96 580 926

Marktrisico

185.

38. Rentevoetrisico (x 1 000 EUR)


In de onderstaande tabel wordt het rentevoetrisico dat de faciliteit op grond van haar investeringen loopt, weergegeven.



186.

Vaste rentevoet 294 291


Variabele rentevoet 341 270

Totaal 636 561

187.

39. Valutarisico (of wisselkoersrisico) (x 1 000 EUR)


EUR USD CAD Valuta's ACS/LGO Totaal

ACTIVA

Geldmiddelen en kasequivalenten 267 26 - - 293

Afgeleide financiële instrumenten 8 - - - 8

Leningen en vorderingen 275 313 - 58 647

Financiële investeringen – voor verkoop beschikbaar -

Belegging in aandelen – voor verkoop beschikbaar 16 103 2 7 129

188.

Door contribuanten te storten bedragen 65 - - - 65


Andere vermogensbestanddelen - - -

Totaal activa 633 442 2 66 1 144

PASSIVA

Afgeleide financiële instrumenten 15 - - - 15

Uitgestelde baten 20 - - - 20

Aan derden verschuldigde bedragen 193 - - - 193

Overige passiva 3 - - 4

Totaal passiva 233 - - 233

Eigen vermogen

Afgeroepen faciliteitsbijdrage van de lidstaten 845 - - - 845

Ingehouden winsten 50 - - - 50

Reëlewaardereserve -8 23 - 15

Totaal eigen vermogen 887 23 - - 910

Liquiditeitspositie op 31 december -486 418 2 66 -

Liquiditeitspositie op 31 december -371 333 -3 41 -

VASTLEGGINGEN

Niet-uitgekeerde leningen en beleggingen in aandelen 680 284 - - 965

Aangesproken garanties - - - 11 11

VOORWAARDELIJKE PASSIVA

Niet-aangesproken garanties 105 - - - 105

189.

40. Segmentinformatie


Overeenkomstig IAS 14 is het eerste segment van de faciliteit bedrijfseconomisch en het tweede geografisch.

190.

Bedrijfseconomisch segment (x 1 000 EUR)


De activiteit van de faciliteit bestaat hoofdzakelijk uit twee grote bedrijfssegmenten wereldwijd:

- bankzaken: investeringen in projecten, met het oog op de ondersteuning van investeringen in particuliere en commercieel geleide publieke entiteiten. De belangrijkste investeringsproducten zijn leningen, voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen en financiële garanties;

- financieel beheer: het investeren van de liquiditeitsoverschotten en het beheren van het wisselkoersrisico waaraan de faciliteit is blootgesteld.

191.

Op 31 december Financieel beheer Bankzaken Totaal


Inkomsten van segmenten 14 47 62

Uitgaven en lasten van segmenten -17 -52 -70

Niet-toegewezen uitgaven -17

Verlies voor het jaar -26

Segmentactiva 301 777 1 079

Niet-toegewezen activa 65

Totaal activa 1 144

Segment passiva 54 21 75

Niet-toegewezen passiva 157

Totaal passiva 233

Overige segmentinformatie

Vastleggings-kredieten 1 082 1 082

Op 31 december Financieel beheer Bankzaken Totaal

Inkomsten van segmenten 5 43 49

Uitgaven en lasten van segmenten -9 -3 -13

Resultaat van het jaar 35

Segmentactiva 213 682 896

Niet-toegewezen activa 181

Totaal activa 1077

Segment passiva 1 18 19

Niet-toegewezen passiva 131

Totaal passiva 150

Overige segmentinformatie

Vastleggingskredieten 881 881

Per geografisch segment (x 1 000 EUR)

De activiteiten van de faciliteit zijn ten behoeve van het intern beheer verdeeld over vijf regio's.

Op 31 december Inkomsten (*) Totaal activa Totaal passiva Vastleggings-kredieten

192.

Caribisch gebied en Stille Oceaan -3 116 - 146


Centraal- en Oost-Afrika -8 152 18 498

Regionaal Afrika en ACS-staten -1 115 - 231

Zuidelijk Afrika en Indische Oceaan 31 206 108

West-Afrika en Sahel -11 182 2 97

Overige (**) - 371 212 -

193.

Totaal 6 1 144 233 1 082


Op 31 december Inkomsten (*) Totaal activa Totaal passiva Vastleggings-kredieten

194.

Caribisch gebied en Stille Oceaan 4 63 - 102


Centraal- en Oost-Afrika 4 114 15 414

Regionaal Afrika en ACS-staten 4 77 - 163

Zuidelijk Afrika en Indische Oceaan 16 216 82

West-Afrika en Sahel 9 187 2 117

Overige (**) - 418 132 -

195.

Totaal 40 1 077 150 881


(*) Inkomsten bestaan uit de nettobaten van de bedrijfseconomische activiteiten van de faciliteit (bijvoorbeeld rente en soortgelijke baten, rentesubsidies, nettobaten van honoraria en provisies, kredietverliezen en waardeverminderingen op financiële investeringen).

(**) Onder het geografisch segment „Overige” vallen het aan of van de lidstaten of de EIB te betalen of te ontvangen bedrag en de geldmiddelen en kasequivalenten van de faciliteit.

196.

41. Nettorentebaten (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van rente en soortgelijke baten zijn als volgt:



197.

Kas en kortlopende fondsen 12 5


Leningen en vorderingen 43 40

Rentesubsidies 1

Afgeleide financiële instrumenten 3 -

Totaal rente en soortgelijke baten 61 46

De voornaamste onderdelen van rente en soortgelijke uitgaven zijn als volgt:



198.

Verschuldigd aan banken - -


Afgeleide financiële instrumenten - -

Vergoeding betaald aan Europese Commissie - -

Totaal rente en soortgelijke uitgaven - -1

199.

42. Nettobaten van honoraria en provisies (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van nettobaten van honoraria en provisies zijn als volgt:



200.

Leningen en vorderingen 2 1


Financiële garanties

Totaal baten van honoraria en provisies 2 1

201.

43. Nettoresultaat van financiële transacties (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van het nettoresultaat van financiële transacties zijn als volgt:



202.

Wijziging reële waarde derivaten -31 15


Wisselkoersverliezen 13 -24

Dividend van financiële investeringen

Beleggingen in aandelen – voor verkoop beschikbaar

- Beursgenoteerd - -

- Niet-beursgenoteerd

Baten minus verliezen van financiële investeringen

Beleggingen in aandelen – voor verkoop beschikbaar -1

203.

Nettoresultaat van financiële transacties -19 -8


204.

44. Algemene administratiekosten (x 1 000 EUR)


De algemene administratiekosten zijn de werkelijke kosten die door de EIB worden gemaakt bij het beheer van de faciliteit minus de baten uit standaard taxatievergoedingen die direct door de EIB aan de cliënten van de faciliteit in rekening worden gebracht.



205.

Werkelijke kosten van de EIB -36 -34


Baten van aan cliënten van de faciliteit in rekening gebrachte taxatievergoedingen 1 1

Algemene beheerskosten -35 -32

Bij besluit van de Raad van 8 april 2003 hebben de lidstaten ermee ingestemd de door de EIB gedane uitgaven voor het beheer van de faciliteit volledig te dekken gedurende de eerste vijf jaar van het 9e EOF.

206.

45. Geldmiddelen en kasequivalenten (x 1 000 EUR)


Voor het opmaken van het kasstroomoverzicht omvatten de geldmiddelen en kasequivalenten de volgende saldi met minder dan drie maanden looptijd vanaf de datum van verwerving.

De geldmiddelen en kasequivalenten kunnen worden opgesplitst tussen nog niet uitgekeerde middelen die van de lidstaten zijn ontvangen en middelen die zijn verkregen uit de bedrijfseconomische en financiële activiteiten van de faciliteit.



207.

Ontvangen maar nog niet uitbetaalde bijdragen van lidstaten 9 23


Middelen uit de financiële en bedrijfseconomische activiteiten 283 161

Geldmiddelen en kasequivalenten 293 184

208.

46. Afgeleide financiële instrumenten (x 1 000 EUR)


Op 31 december Activa Passiva Nominaal bedrag

Cross-currency swaps 8 - 104

Cross-currency renteswaps -13 109

FX forwards - -1 211

Warrants - -

Totaal 8 -15

Op 31 december Activa Passiva Nominaal bedrag

Cross-currency swaps 16 - 114

Cross-currency renteswaps 8 - 137

Warrants -

Totaal 25 -

209.

47. Leningen en vorderingen (x 1 000 EUR)


Globale leningen Senior leningen Achtergestelde leningen Totaal

Per 1 januari 144 265 151 561

Waardevermindering -2 -17 -29 -50

Wijziging in geamortiseerde kostprijs - - -

Uitkering 82 92 176

Terugbetalingen -25 -31 -17 -73

Gekapitaliseerde rente - 11 12

Wisselkoersverschillen 3 3 3 10

Op 31 december 202 313 120 636

Toegerekende rentebaten en te ontvangen rente 13

Waardevermindering op toegerekende rente en rente op verstrekte kredieten -2

Leningen en vorderingen op 31 december 647

Op 1 januari 96 129 108 335

Waardevermindering - - -2 -2

Wijziging in geamortiseerde kostprijs - - - -1

Uitkering 72 163 49 286

Terugbetalingen -13 -15 -5 -34

Gekapitaliseerde rente - - 6 6

Wisselkoersverschillen -11 -10 -5 -28

Op 31 december 144 265 151 561

Toegerekende rentebaten en te ontvangen rente 11

Leningen en vorderingen op 31 december 572

210.

48. Financiële investeringen


Beleggingen in aandelen – voor verkoop beschikbaar (x 1 000 EUR)

De voornaamste onderdelen van de voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen zijn als volgt:

211.

Voor verkoop beschikbare beleggingen in aandelen


Per 1 januari 109 66

Wijziging in reële waarde -4 9

Waardevermindering -1 -

Uitkering 41 43

Terugbetalingen -15 -8

Wisselkoersverschillen - -

Op 31 december 129 109

212.

49. Door contribuanten te storten bijdragen (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van de door contribuanten te storten bijdragen zijn als volgt:



213.

Afgeroepen maar nog niet betaalde bijdragen 48 148


Speciale bijdragen voor algemene administratiekosten 17 32

Totaal door contribuanten te storten bijdragen 65 181

214.

50. Overige activa (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van overige activa zijn als volgt:



215.

Door EIB te storten bedragen - 3


Financiële garanties

Totaal bedrag overige activa 3

216.

51. Uitgestelde baten (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van uitgestelde baten zijn als volgt:



217.

Uitgestelde rentesubsidies 19 17


Uitgestelde commissies op leningen en vorderingen

Totaal uitgestelde baten 20 18

218.

52. Aan derden verschuldigde bedragen (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van de aan derden verschuldigde bedragen zijn als volgt:



219.

Netto algemene administratiekosten aan EIB te betalen 35 32


Nog niet uitgekeerde rentesubsidies 157 98

Totaal aan derden verschuldigde bedragen 193 131

220.

53. Overige passiva (x 1 000 EUR)


De voornaamste onderdelen van overige passiva zijn als volgt:



221.

Aan de Commissie te betalen vergoeding in verband met de bijdragerekening -


Aan de EIB terug te betalen bedragen 2 -

Financiële garanties

Overige 1

Totaal bedrag overige activa 4

222.

54. Afgeroepen bijdragen van de lidstaten aan de investeringsfaciliteit (x 1 000 EUR)


Lidstaten Bijdrage aan de faciliteit Bijdrage aan rentesubsidies Totaal bijgedragen Afgeroepen en niet betaald (*)

223.

Oostenrijk 22 5 27 1


België 33 7 40 2

Denemarken 18 4 22 1

Finland 12 2 15

Frankrijk 205 46 251 13

Duitsland 197 44 241 12

Griekenland 10 2 12

Ierland 5 1 6

Italië 105 23 129 6

Luxemburg 2 3

Nederland 44 9 54 2

Portugal 8 1 10

Spanje 49 11 60 3

Zweden 23 5 28 1

Verenigd Koninkrijk 107 24 131 -

Totaal op 31 december 845 190 1 035 48

Totaal op 31 december 830 120 950 148

(*) Op 10 november 2008 heeft de Raad het bedrag vastgesteld van de financiële bijdragen die door elke lidstaat uiterlijk tegen uiterlijk 21 januari 2009 moeten worden betaald.

224.

55. Voorwaardelijke passiva en vastleggingen (x 1 000 EUR)




Vastleggingskredieten

Niet-uitgekeerde leningen 777 669

Niet-uitbetaalde verbintenis met betrekking tot aandeleninvestering 188 88

Aangesproken garanties 11 10

Voorwaardelijke passiva

Niet-aangesproken garanties 105 113

Totalen 1 082 881

225.

56. Latere gebeurtenissen


Er hebben zich na de balansdatum geen materiële gebeurtenissen voorgedaan die aanleiding zouden geven tot bekendmaking of wijziging van de financiële staten per 31 december 2008.

Op voorstel van het beheerscomité van de EIB heeft het directiecomité van de EIB deze financiële staten op 12 maart 2009 onderzocht en heeft het besloten deze ter goedkeuring voor te leggen aan de raad van bestuur van de EIB op zijn bijeenkomst op 9 juni 2009.

AANHANGSEL – OVERZICHT PER LAND EN PER INSTRUMENT

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]

[afbeelding - zie origineel document]